Weekverslag van Stan, juli 2022

Zaterdag 30 juli 2022

Komende weken heb ik geen tijd om doordeweeks te komen dus snel een paar klusjes. Eerst de paden. Het is een tijdje geleden dat die gemaaid zijn en dat is te merken. Sommige stukken moet ik twee keer doen. Na een dik half uur is de klus geklaard en haal ik brandnetels weg bij de houtwal aan de voorkant. Vorige week moest ik daar stoppen omdat ik een wespennest verstoorde. De wespen zijn allang gekalmeerd, maar ik blijf toch maar uit de buurt. Mijn activiteiten leveren een mopperende Onderzoeker Will op. Hij hoort nauwelijks vogels en verdenkt mij en de grasmaaier dat te hebben veroorzaakt.

Hypericum soort
Groot kaasjeskruid
Watermunt

Bloeiende planten

In het voorbijgaan noteer ik nog een paar bloeiende planten. Een paar die net in bloei staan en enkele die ik nog niet had opgeschreven. Ik probeer iedere maand de planten terug te vinden die vorig jaar in bloei stonden. Liefst nog met een paar nieuwe erbij. Dat lukt lang niet altijd. Soms waait een plant de natuurtuin in. Het jaar daarop kan hij weer verdwenen zijn. Andere soorten zijn goed in verstoppen en hebben zich nog niet laten vinden. Komende weken bloeien die vast ook nog en komen ze bij de vondsten van augustus.

Wilde marjolein
Kleine kaardebol
Hertsmunt

Pierentest

Ik probeer met Wil een bodemtest uit. We scharrelen allerlei onderzoekjes bij elkaar die je met huis-, tuin- en keukenmiddelen kunt doen. Deze keer een pierentest. Pieren zijn belangrijk voor de bodemgezondheid. Er blijken in Nederland 22 verschillende soorten rond te kruipen. Die kun je indelen in strooiselbewoners, bodembewoners en pendelaars, al naar gelang de plek waar ze leven. Hun gegraaf maakt de bodem luchtiger en ze zetten veel organisch afval om in plantenvoeding. Regenwormen worden graag gegeten door vogels zoals merels. En door mollen natuurlijk, ook al van die gravers. Als mollenvoer en dus zo dood als een pier werkt de regenworm nog steeds aan de bodemstructuur.

Strooiselbewoners, bodembewoners en pendelaars

De pierentest is niet moeilijk. Je steekt een vierkante kluit grond uit van ongeveer een schep breed en een schep diep. Die pulk je helemaal uit elkaar en telt de pieren. Daarna probeer je te achterhalen bij welke groep pieren de vangst hoort. De groep die in de strooisellaag leeft, de groep die dieper in de bodem leeft of de groep pendelaars die, zoals de naam al zegt, op en neer reizen in de bodem.

Afgraving wordt onderzocht
links de warme heuvel, rechts de afgraving
Struinen door de natuurtuin

Een enkele volwassen pier

We nemen op drie plekken bodemmonsters en verkruimelen die, op zoek naar beestjes. In de monsters uit de zuidelijke strook en de droge bospoel vinden we nul regenwormen. Het monster uit een droge sloot in het elzenbos levert een enkele volwassen pier op. Daarnaast nog een stuk of tien, twintig piepkleine witte wormpjes. Bij de testomschrijving stond dat hij bedoeld is voor de natte jaargetijden. Dat zijn de herfst en de lente. In de zomer zitten pieren dieper om te ontsnappen aan de droogte. Dat verhaal klopt dus, maar het was leuk om eens te proberen. Volgende pierentest komt deze herfst.

Lees hier meer over de regenworm

De natuurtuin lokt

Twee eerdere bezoekers komen opnieuw binnengewandeld. Vorige keer vonden ze acht soorten sprinkhanen. Ze zijn nieuwsgierig naar meer en willen water uit de poelen onderzoeken op de microscopisch kleine wieren. Ze nemen watermonsters en dan lokt de natuurtuin. Rinus en Onderzoeker Will struinen met ze mee, op zoek naar van alles. Vooral de afgegraven stukken in de zuidelijke strook trekken de aandacht. Ze zijn verbaasd over de variatie aan planten en insecten daar te vinden zijn. De stukken liggen twintig tot dertig centimeter lager dan de omgeving. Dat blijkt genoeg voor moerassprinkhanen die om zich daar prima thuis voelen. Van de afgegraven toplaag is een heuveltje gemaakt pal naast de afgravingen. Zo’n zonnig heuveltje is weer goed voor andere sprinkhaansoorten die liever droog en warm zitten. Pal naast elkaar en dan zulke verschillen in flora en fauna. Weer een succesmomentje voor ons graafwerk en maaibeheer!

Zaterdag 23 juli 2022

Schitterende zomerochtend, lekker zonnetje, weinig wind en gisteren zijn de schoolvakanties begonnen. Of dat laatste er iets mee te maken heeft, weet ik niet, maar het is opvallend rustig in en rond de natuurtuin. Mijn eerste klusje eindigt onverwacht snel. Vorige week de buitenhaag geknipt, vandaag maai ik hoog opgeschoten bramen voor wat meer inkijk. Achter het infobord hoor ik een steeds woedender gezoem. Wespennest. Ik trek een kort sprintje naar de container. Een kamikaze wesp prikt in mijn bovenbeen. Gelukkig had ik geen koptelefoon op want dan zou ik het gezoem later hebben gehoord. Vandaag geen werk aan de buitenhaag meer.

Slobkousbij bij Grote wederik
Kleine vuurvlinder op Heelblaadjes
Onderzoeker Will in de hazelaarstrook

Gewone en Bruine slobkousbijen

Ik ben niet 100% zeker, maar ik denk dat er een Gewone slobkousbij op de foto staat. Er bestaat ook een Bruine slobkousbij. Die is tot nu toe alleen in Zuid-Limburg en Noord-Brabant gezien. In Brabant alleen in en rond Eindhoven. Vlakbij dus! Sinds ik dit weet kijk ik altijd een keer extra wanneer ik langs de bloeiende Wederik loop. Er groeit al jaren Grote wederik in de natuurtuin. In sommige jaren minder, dit jaar weer veel. De plant produceert geen nectar, maar wel een soort olie. Wederik wordt daarom alleen door Slobkousbijen bezocht. Die verzamelen de kleverige olie en het stuifmeel voor hun nestjes. Nectar voor hun energie halen ze van andere planten.

Herkenningsapp Obsidentify

Vlak bij het pad zijn net een paar Slobkousbijen in de weer. De bijtjes zitten nooit lang stil, dus de meeste foto’s mislukken. Herkenningsapp Obsidentify houdt het op 80 % kans voor een ‘Gewone slobkousbij’ tegen 20 % voor ‘slobkousbij onbekend’. De uiterlijke verschillen zijn niet groot en zitten onder het stuifmeel. Hopelijk zijn de foto’s duidelijk genoeg om via Waarneming.nl achter een soortnaam te komen.

werkoverleg bij de houten brug
hazelaarstrook wordt al weer groener
Grote teunisbloem

Klussen en onderzoeken

Wil loopt met een bijltje langs geringde of omgezaagde bomen om uitlopers weg te kappen. Rinus houdt de paden begaanbaar en knipt overgroeiende planten weg. Onderzoeker Will loopt met hem mee en test de omgeving op wantsen en andere interessante organismen. Ik ga verder met de chemische watertest van vorige week. Ik meet vandaag fosfaat, ijzer, silicium en zuurstof van de grote poel. Allemaal testjes waarbij tussen de drie en tien minuten gewacht moet worden. Ik werk ze op mijn gemak af en maak tussendoor wat foto’s en noteer een paar bloeiende planten.

Veenwortel

De veenwortel is weer terug. Een enkele bloeistengel in ondiep water vlak bij de houten brug. Een paar jaar geleden zag ik voor het eerst Veenwortel en tegelijk Watergentiaan in de grote poel. De Watergentiaan heeft het harde poelleven niet overleeft, maar veenwortel voelt zich er thuis. De plant groeit net zo makkelijk in het water als op het land. De plant kan als landvorm en als watervorm groeien. Handig in een omgeving die soms droog staat en soms onder water. Het water in de poel is aan het dalen en de veenwortel zal binnenkort droog staan, maar dat maakt deze amfibieplant niet uit.

Merel

Halverwege de ochtend is iedereen klaar met de klusjes en testjes. Er wordt wat koffie gedronken, een dame komt binnengewandeld, loopt een rondje en maakt wat foto’s. Ze vindt de omgeving er beter uitzien dan tien jaar geleden, is mantelzorger met weinig tijd, maar komt zeker vaker terug. We krijgen ook bezoek van een merel. Hij springt nog net niet op onze schoot en weet dat we naar hem kijken. Toch blijft hij in onze buurt rondscharrelen. Blijkbaar ziet hij ons niet als groot gevaar. Hij gaat verder voedsel zoeken en kijkt tussendoor voor de zekerheid naar wat wij doen. Een vaste wandelaar vraagt of we het IVN-nestkastje hebben gevonden. Hij had het gevonden en bij onze poort gezet. We bewaren de nestkast en laten de vogelwerkgroep van het IVN weten dat hij hier ligt.

Merel op de koffie
Koninginnekruid (Eupatorium cannabinum)
Populierenwespvlinder

Populierenwespvlinder

Op een Koninginnenkruid zit een grote wesp. Hij ziet er apart donker uit en ik maak een paar foto’s. Later kijkt Herkenningsapp Obsidentify er naar. Een Populierenwespvlinder. Een vlinder, een nachtvlinder nog wel. Een nachtvlinder die sprekend op een forse wesp lijkt. Moet kunnen. Vlakbij zit een hoornaar, die geen hoornaar blijkt te zijn. Obsidentify aarzelt niet en zegt dat het een Stadsreus is. Een soort zweefvlieg. Net als bij de Populierenwespvlinder zorgt het stoere uiterlijk er voor dat hij minder snel wordt opgegeten. Oud-voorzitter Kees komt tegen twaalven een kijkje nemen. Zo kabbelde de ochtend voorbij en na een laatste rondje sloten we maar weer eens af.

Zaterdag 16 juli 2022

Vorige week is de strook gras voor de natuurtuin gemaaid. Vandaag is de buitenhaag aan de beurt. De accuheggenschaar bewijst weer zijn nut. Na een uurtje is de hele lengte aan beide zijden van de poort gesnoeid. Aan de binnenkant haal ik hoog opgeschoten brandnetels weg. Zo blijft er goede inkijk vanaf het wandelpad. Volgende week doe ik de laatste stukjes. Ik loop een stukje met de vogelronde van Onderzoeker Will mee.

Moerasspirea
Delano en Stan testen het water
Hommel op moerasandoorn

Planten blijven verrassen

De vogels houden zich rustig, de Kleine karekieten zijn niet meer te horen. Onderweg zie ik verschillende bloeistengels van de Grote kattenstaart. Een paar weken geleden dachten we nog dat we hem kwijt waren, maar nu piepen ze toch tussen het hoge gras op. Zelfs planten die je al jaren kent blijven je verrassen. Vorig jaar dachten we ook al dat het afgelopen was met de Echte koekoeksbloem en dit jaar stond hij in alle graslandjes te bloeien. Zelfs nu staan er een paar in bloei.

Scheikunde in de natuurtuin

Delano en Loek zijn er weer allebei vandaag. We doen een eerste serie chemische watertests. We meten vandaag de totale hardheid, het zuurbindend vermogen (Carbonaathardheid), ammonium, nitriet en nitraat in de grote poel. Totale hardheid zegt iets over hoeveel mineralen in het water zitten. Zuurbindend vermogen meet vooral opgeloste kalk. Ammonium, nitriet en nitraat zijn afbraakproducten van organisch materiaal. Te veel afbraakprocessen kan een zuurstoftekort veroorzaken wat niet goed voor het waterleven is.

Gezond water in de poelen

In onze kit zitten nog veel meer testen, maar we verdelen de metingen over een paar weken. Ik heb een keer alle metingen in de testkit achter elkaar gedaan en dat kostte 2 uur. Een uurtje is mooi genoeg. Totale hardheid en zuurbindend vermogen van de grote poel zijn laag. Ook ammonium, nitriet en nitraat zijn nauwelijks aanwezig. De pH-waarde is zelfs iets basisch, net boven pH 7. Bij de andere poelen is dat vergelijkbaar. Het water van de Gulden Aa is iets zuurder. De elektrische geleidbaarheid is in de drie poelen laag (ongeveer 0,2 mS) en in de Gulden Aa duidelijk hoger (0,56 mS). Geen onverwachte uitslagen. In de Gulden Aa stroomt kanaalwater, de poelen worden alleen gevoed door regenwater en kwelwater.

Jakobskruiskruid (Jacobaea vulgaris)
Vlinders spotten
Grote wederik

Zuurgraad en geleidend vermogen

Na de koffie meten we de zuurgraad en het elektrisch geleidend vermogen van de drie poelen en de Gulden Aa. Zuurgraad zegt ook iets over de watergezondheid. Zuur water kan iets zeggen over afbraakprocessen in het water. Daarbij mag de zuurgraad niet te hoog of te laag zijn voor planten en dieren. Het elektrisch geleidend vermogen meet het totaal aan geleidende stoffen in het water (meestal zijn dit voedingszouten waarvan je ook niet teveel of te weinig wil hebben).

Nationale vlindertelling

Als laatste lopen we nog een vlinderrondje. Het is dit weekend Nationale Vlindertelling. Vlinders spotten is een kwestie van geluk. Een uurtje volle zon of een half uur bewolkt maakt een groot verschil. Vandaag is het niet koud, maar wisselend bewolkt en winderig. Geen ideaal vlinderweer. Onderzoeker Will heeft meer soorten gezien. Ik zie Bont zandoogje, Bruin zandoogje, Oranje zandoogje, Klein geaderd witje, Gehakkelde aurelia en Dagpauwoog. Sommige vlinders zitten net te ver weg of zijn te snel verdwenen. Geen sensationele lijst, maar om meer bijzondere soorten te zien moeten we de ronde vaker lopen.

Zaterdag 9 juli 2022

Het is nog niet warm, wel benauwd en de muggen hebben al naar me uitgekeken. Voordat ik iets doe, spuit ik mijn kleren en haren in met insectenspray. Daarbij valt mijn oog op een paar zwarte beestjes. Kleine gevleugelde mieren lijken het. Dat past bij het weer, typisch zo’n benauwde zomerochtend dat uit alle mierennesten vliegende exemplaren kruipen.

wenkvliegen (Sepsidae)
wenkvliegen (Sepsidae)
wenkvliegen (Sepsidae)

vliegen als mieren

Dit zijn geen mieren en het zijn er ook niet een paar. Wanneer ik de planten in de buurt bekijk zie ik er duizenden. Op sommige plekken zitten ze wat dichter op elkaar, maar de meesten zijn gelijkmatig verdeeld over alle stengels en bladeren. Nergens een grote centrale plek waar iedereen heengaat of juist vanaf komt. Ik heb ze eerder in de natuurtuin gezien, maar nooit zoveel tegelijk. Het zijn wenkvliegen. Herkenningsapp Obsidentify is het met me eens. Ze lijken op een kleine mier en kunnen met hun vleugels communiceren. Dat lijkt sprekend op wenken, daarom die rare naam. We hebben hier vliegen gezien die op bijen, wespen en zelfs op hommels lijken. En nu dus vliegen die er uitzien als miertjes.

Aaseters

Op internet is niet veel informatie over wenkvliegen te vinden, behalve dat er veel verschillende soorten van zijn. Op een Engelstalige Wikipedia-pagina lees ik dat ze daar scavenger flies worden genoemd. Aasetende vliegen dus. Ze zoeken poep of dode dieren, leggen daar hun eitjes in. De larven eten het nestmateriaal op. Ik denk dat vlakbij een dierenlijk of poep heeft gelegen waarin de wenkvliegjes zijn opgegroeid. Ze zullen zich verspreiden en plek vinden om zich voort te planten. Waarom ze hier zo netjes verdeeld rondscharrelen blijft een raadsel.

Bloeiende Ridderzuring
Bloeiend Zeepkruid
Bloeiend Timoteegras

Klusjes en koffie

Onderzoeker Will klaar is klaar met zijn vogelronde. Ik mag met de messenbalkmaaier aan de slag en maai de strook voor de natuurtuin, bij het wandelpad. Rinus maakt een ronde met de snoeischaar om de paden vrij te houden. Ondertussen komen stagiaire Loek en Wil binnen. Ook stagiaire Delano komt nog een keer langs met appelflappen als traktatie. Een goede reden voor een vroege kop koffie.

Veel aanloop en besprekingen

Daarna hebben we ineens een drukke ochtend. Wil en ik bespreken met penningmeester Ton de financiële gang van zaken en over de mogelijkheden om betere machines te kopen. Loek en Rinus harken het maaisel aan de voorkant bij elkaar. Terwijl Wil en penningmeester Ton nog een kop koffie nemen ontvang ik vleermuizenkenner Ben. Hij gaat komende tijd een paar keer met zijn batdetector luisteren om erachter te komen welke vleermuizen er in de natuurtuin voorkomen. Dan kunnen we kijken of ze een steuntje in de rug kunnen gebruiken en zo ja, hoe.

Onderzoeker Will met twee bezoekers
Rinus demonstreert de doorzichtmeter
Bezoekers op Tinekes bankje

Mooie nieuwe plannen

Ik loop een rondje met Ben om een idee te geven wat er gebeurt in de natuurtuin. Wil en Delano zijn intussen begonnen aan een reparatie aan de houten brug. Rinus demonstreert aan stagiaire Loek de spullen die we gebruiken voor wateronderzoek. Onderzoeker Will is aan de praat geraakt met twee andere bezoekers. Een van hen is gespecialiseerd in sprinkhanen en blij verrast om hier tijdens zijn rondje meteen acht soorten te vinden. Na afloop beloofd hij zeker nog eens terug te komen voor een nader onderzoek. Alles bij elkaar een drukte van belang en mooie nieuwe plannen.

Zaterdag 2 juli 2022

De zomer gaat verder. De hele ochtend hangt een vredige rust over de natuurtuin. Aangename temperatuur, weinig wind, nauwelijks verkeersgeluiden en niet te veel wolken. De rupsen van de Helmkruidvlinder die ik vorige week op de foto had zijn nergens meer te bekennen. Volgens mij waren ze nog lang niet volgroeid. Ik denk dat ze zijn opgegeten. De rups van de Helmkruidvlinder eet van de bloemknoppen van Helmkruid. Helmkruidsoorten gelden volgens de Vespreidingsatlas als algemeen voorkomend, maar ik zie ze toch niet vaak. De Helmkruidvlinder geldt als vrij zeldzaam en bedreigd. Meestal wil dat zeggen dat het leefgebied van een soort aan het verdwijnen is. We zien de rupsen in de natuurtuin altijd op een enkele Helmkruidplant langs de stenen muur. Sinds kort heb ik een tweede plant ontdekt in de schaduw van de zuidelijke strook. Wie weet nemen de kansen voor deze nachtvlinder hier iets toe.

Klein geaderd witje op Brandnetel
Kanaaljuffer
rups Helmkruidvlinder op Knopig helmkruid

Nieuwe expeditie naar de Gulden Aa.

Onderzoeker Will heeft de smaak te pakken en wil op nog twee plaatsen in de Gulden Aa het waterleven onderzoeken. Een goed idee. We verzamelen de spullen en zetten ze op de kruiwagens. Dan bedenk ik dat er iemand kan komen die ons kan helpen met het vleermuizenproject. We hebben nog steeds niet veel informatie over de vleermuizen in de buurt. Iemand met ervaring op dit gebied wil langskomen om de natuurtuin nader te bekijken. Het zou jammer zijn wanneer hij uitgerekend vandaag zou komen en in een lege natuurtuin aankomt. Ik blijf, terwijl de Rinus, stagiaire Delano en Onderzoeker Will naar de Gulden Aan trekken.

Onverwacht bezoek

Tegelijk komt een vader met zes kleine kinderen binnen. Broertjes, zusjes en vriendjes willen graag waterbeestjes vangen. Sinds we weer schoolexcursies organiseren krijgen we zaterdag vaker waterscheppertjes op bezoek. Gelukkig zijn we niet allemaal op expeditie gegaan. Ook Wil komt erbij en we vermaken ons met allemaal een tijdje op en rond de houten brug. We vangen een grote en veel kleine kevers, bootsmannetjes, kleine zoetwatermosseltjes, kokerjuffers, waterpissebedden, salamanderlarven, muggenlarven, posthoornslakken, schijfslakken een enkel kikkervisje en twee enorme staafwantsen. Na een tijdje moet het gezelschap weer verder. Andere zaterdagafspraken roepen.

Dagpauwoog op Kale Jonker
Bruin zandoogje op Kale jonker
Bont zandoogje

Beschutting voor de een, jachtgebied van de ander

De expeditieleden zijn voorlopig nog niet terug. Wil en ik inspecteren de natuurtuin en de buitenrand. Het is alweer een dikke maand geleden dat we gemaaid hebben. De niet gemaaide delen beginnen ruiger te worden en de stukken die we wel maaiden staan er fris bij. Hier en daar piepen kleuren van nieuwe bloemen door het jonge groen. Naast de bosjes en graslandjes zijn ook de ruigtes een belangrijk onderdeel van de natuurtuin. Ze omzomen de bosjes en doorkruisen de graslandjes. Ze bieden beschutting en voedsel voor de een en zijn het jachtgebied van de ander. De structurele wirwar is een paradijs voor grote en kleine dieren.

Dynamische bosrand

De bosrand bij het elzenbosje is twee winters geleden gesnoeid. Nu laten we hem weer een jaar of vijf met rust. In die jaren gebeurt er ontzettend veel op zo’n plek. Elk seizoen is de begroeiing anders. Telkens nieuwe planten weten een tijdelijke plek in de zon te veroveren totdat ze overgroeid worden door concurrenten. Het is geen plek voor subtiel gedoe. Hier vechten de grote jongens onder de kruiden het uit. Distels, Hennepnetel, grassen, Brandnetels en Dagkoekoeksbloemen. Uiteindelijk zullen de meesten het afleggen tegen de bramen die elk jaar decimeters lange uitlopers maken. Vandaag is een grote groep Kale jonkers kampioen. Met tientallen torenen ze boven de bramen uit en wanneer de zon de bloemen raakt komen de insecten.

Roodbaardroofvlieg
op ontdekkingstocht
Kleine vuurvlinder op Klein streepzaad

Wilde bestuivers en insecteneters

Precies hier heeft Onderzoeker Will afgelopen week een Eikenpage ontdekt. Ook vandaag zoemt er van alles rond. Bont zandoogje (Pararge aegeria), Groot dikkopje (Ochlodes sylvanus), Dagpauwoog (Aglais io), Bruin zandoogje(Maniola jurtina) en allerlei soorten hommels bezoeken de bloemen. Jammer genoeg ook nogal wat honingbijen omdat er in de buurt van de Bundertjes nog imkers zitten. Bij de container treffen we de rest van de ploeg weer. Ze zijn tevreden over hun vondsten.

Roodbaardroofvlieg

Wanneer we de spullen hebben opgeborgen nemen we afscheid van stagiaire Delano en wandelen nog een keer door de natuurtuin. We treffen nog veel meer wilde bestuivers zoals de Kleine vuurvlinder (Lycaena phlaeas) en het Klein geaderd witje (Pieris napi). Waar veel insecten zijn, komen de insecteneters vanzelf. Los van insectenetende vogels krijgen we de Roodbaardroofvlieg op de camera en jagen talloze libellen door de lucht. Helemaal in wildernis stemming pakken we de fietsen en sluiten toch maar weer af.