Onderzoeksverslag planten 2022 (2018 tot en met 2022)
Dit onderzoek is een overzicht van de inventarisaties van de afgelopen vijf jaren. We hebben een paar opmerkingen toegevoegd over ontwikkelingen in de natuurtuinflora en waardoor die beïnvloed worden.
Gevonden planten melden we bij Waarneming.nl, Nederlands grootste Citizen Science project voor natuurwaarnemingen. Deze website is voor ons van grote waarde. De vondsten worden door specialisten gekeurd en dat levert nuttige terugkoppeling. Zelfs vondsten uit eerdere jaren worden regelmatig goedgekeurd of verbeterd. Hierdoor veranderen achteraf nog al eens gevonden (onder)soorten van naam en neemt de kwaliteit van onze plantenlijsten elk jaar toe.
Beperkt ingrijpen om het gebied te ondersteunen
Kijken naar planten is, naast een leuke bezigheid, een goed hulpmiddel om een idee te krijgen van de plaatselijke biodiversiteit. De gevonden soorten zeggen veel over de unieke eigenschappen van een gebied en het beheer daarvan. Het kap- en maaibeheer in Natuurtuin De Robbert zorgt op een relatief kleine oppervlakte voor veel afwisseling in structuur (velden, bosjes, ruigtes, bosranden, rietkragen, enz.). De experimenten om meer (micro)reliëf te graven hebben de soortenrijkdom verder vergroot. In de afgegraven stukken duiken nieuwe moerasplanten op, terwijl op de hogere stukken vaak droge soorten een kansje wagen. Doel van de ingrepen is het gebied zelf zo goed mogelijk laten werken. De zo ontstane rijke flora onderstreept de mogelijkheden tot natuurherstel in Helmondse beekdalen.
250+ plantensoorten
Afgelopen vijf jaar zijn ruim 250 verschillende plantensoorten op naam gebracht in de natuurtuin. Het werkelijke aantal is groter. Vooral veel grasachtigen staan nog niet op de lijst. Jaar op jaar zijn er verschillen in aantallen. Dat komt vooral door de tijd die aan inventariseren besteed wordt. Bijvoorbeeld: in 2022 zijn achttien minder plantensoorten op naam gebracht dan het jaar ervoor. Dat komt niet omdat die soorten ineens zijn verdwenen. Er is dit jaar, vooral in de bloeirijke zomerperiode, minder tijd geweest voor plantenonderzoek.
Flora is geen vast gegeven
Samenstelling en omvang van de flora zijn geen vast gegeven. Een groot deel van de gevonden planten groeit hier al jaren en heeft zich stevig gevestigd. Een ander deel zit minder vast in het zadel. Ze zijn een of enkele seizoenen aanwezig (bijvoorbeeld pionierssoorten bij graafwerk) of langere tijd, maar met enkele exemplaren. De flora in de natuurtuin verandert door beheer, de omgeving, het weer en toevalligheden. Een door konijnen of mollen omgewoelde plek is vaak voldoende voor Herderstasje, Grote klaproos, Zandraket, of Koningskaars. Het jaar daarop kan de plant weer zijn verdwenen. Dit jaar zijn twee soorten Sleutelbloem opgevreten voordat we ze in bloei konden vastleggen. Een Wilde narcis voor de natuurtuin werd geplukt.
Graslandjes: De meeste plantensoorten zijn te vinden in de graslandjes. De graslandjes worden beheerd met twee maaibeurten per jaar. Een in de voorzomer en een in de nazomer. Het maaisel wordt afgevoerd. Er wordt niet gezaaid, niet geplant en geen “onkruid” gewied. Door gericht kappen aan de randen van de bosjes wordt schaduw en bladafval op de graslandjes beperkt.
Bosranden: Bosranden, meestal gedomineerd door brandnetels en bramen, worden om de paar jaar gesnoeid. Daarna volgen jaren met veel wisselende plantensoorten (bijvoorbeeld: varens, Dagkoekoeksbloem, Koninginnenkruid, Kale jonker, Gewone hennepnetel), totdat de bramen de randen weer hebben overgenomen.
Bosjes: In de bosjes wordt selectief geringd en gekapt met als doel de kruidenlaag en struiklaag te bevorderen. Ook hier profiteren typische soorten (bijvoorbeeld: Hop, Wilde kamperfoelie, Bitterzoet, Lijsterbes, Gelderse roos, Meidoorn, Sporkehout).
Woonwijk: De Bundertjes is niet alleen beekdal en voormalig moeras. Door de ligging is het ook een soort wijkpark. Dat beïnvloedt de flora, ook in de natuurtuin. Mensen en huisdieren komen op bezoek. Plantenzaden waaien door de lucht. Wilde dieren bezoeken de woonwijk. Tuinafval wordt gedumpt en er is lange tijd een kruidentuin in De Robbert geweest. We kijken dus niet raar op wanneer tuinplanten opduiken in de natuurtuin. Zolang ze niet woekeren doen we niets en kijken we hoe ze zich ontwikkelen. Zonder aangepast (tuin)beheer verdwijnt het grootste deel vanzelf.
Onverstandige aanplant: Vervelend is de onverstandige aanplant in het verleden van invasieve exoten. Afgelopen jaren hebben we verschillende woekerende tuinplanten op moeten ruimen (Reuzenberenklauw, Tuinwaterlelie, Late guldenroede, Veelbloemige roos, Canadese kornoelje). Plantensoorten die van de lijst verdwijnen kunnen dus ook wijzen op een verbetering. We doen elk jaar een paar controlerondjes om opduikende restanten te verwijderen. Twee bodembedekkers, Pachysandra en Bonte gele dovenetel kunnen we binnen de perken houden, maar zijn we nog lang niet kwijt.
Droogte: Enkele vochtige planten zijn in 2022 niet gevonden terwijl er speciaal naar gezocht is. We denken dat droogte daarbij een rol heeft gespeeld. Een kleine groep Kleine ratelaar (halfparasiet op grassen) verplaatste zich elk jaar een paar meter door de lage graslandjes. Akkermunt stond op verschillende plekken in de natuurtuin, vooral in de laagste stukken. Wilde bertram groeide alleen in het lage noordelijke veldje. Dit jaar zijn ze niet gezien. Ruw walstro groeide tot 2022 overal langs de paden door de graslandjes. Dit jaar op een enkele plaats in de zuidelijke strook.