oktober 2021
NATUURJAAR 2021- 39, Herfst in Natuurtuin De Robbert
Vandaag: Bladverkleuring en kleurexplosie, Kardinaalsmuts, WiLL’s Natuurverhaal Herfstblad, Wintertijd en Nacht van de Nacht.
Zaterdag (2021-10-30), Een weersvoorspelling van bijna constant regen deze morgen, blijkt uit te komen. We kunnen niet veel doen in de doornatte Natuurtuin. De bladeren beginnen te verkleuren. Per boomsoort kunnen de herfstkleuren sterk verschillen. Van geel en bruin tot oranje en rood. Als ze bij gunstig weer aan de bomen blijven hangen, tijdens een zogenaamde ‘Indian Summer’, is dat een prachtig gezicht. Deze morgen valt de bladverkleuring extra op -mede door het rondkijken of het nog maar niet droog wil worden- de verkleuring zet nu goed door. De bladgroenkorrels trekken zich terug van het blad in de twijgen en takken van struiken en bomen. Dit proces brengt de kleurverandering in de bladeren voort. Ook de daglengte en het aantal uren (zon)licht heeft zo invloed op het verkleuringsproces.
Bladeren van loofbomen bevatten chlorofyl. Dit chlorofyl zorgt ervoor dat planten van de lente tot en met de herfst met behulp van zonlicht koolstofdioxide en water kunnen omzetten naar allerlei complexe stoffen (zetmeel, suikers) en zuurstof. En deze stof zorgt ook voor de groene kleur van de bladeren. Chlorofyl absorbeert alle zichtbare kleuren die aanwezig zijn in het zonlicht, behalve groen. Het groene licht wordt teruggekaatst, waardoor wij de bladeren als groen zien. (Bron: Nature Today).
Rechtsonder; zit een gewone zakdrager (cocon) een rups van een microvlinder. Het mannetje van deze vlindersoort heeft vleugels, het vrouwtje daarentegen is net zoals bij vele microvlinders en wintervlinders vleugelloos. Je zou kunnen zeggen, het kokerjuffertje van de droge omgeving. De coconkokertjes worden gevormd/samengesteld uit allerlei natuurlijk materiaal zoals; takjes, strootjes, zand, dekschildjes van kevers etc.
De kleurexplosie is goed voor ons gemoed
De contrasterende kleuren van de herfst zijn goed voor ons gemoed. Na twee seizoenen (lente en zomer) vol groen komt de herfst met een kleurige uitbarsting van allerlei tinten geel, rood, bruin en groen. Dat trekt onze aandacht en dus hechten we er betekenis aan. Hoewel we in de herfst meer behoefte krijgen aan slaap (oktober is de maand waarin we de grootste behoefte hebben aan slaap) en het eindeloze snoezen in de ochtend lijkt te zijn begonnen, worden we tegelijkertijd op een bepaalde manier dus ook wakker geschud.
We kunnen last krijgen van een herfst dip, maar…. dagelijkse wandeling helpt!
Toch is de herfst ook het seizoen van de melancholie en de weemoed. Omdat de dagen nu merkbaar korter worden, kunnen mensen die daar gevoelig voor zijn last krijgen van een herfstdip (de milde variant van een winterdepressie). Als je herfstdip hebt ben je sneller moe, slaap je meer en voel je je wat somberder. Een stevige, dagelijkse wandeling kan hierbij helpen omdat je dan buitenlucht en daglicht ‘binnen’ krijgt. De mooie kleuren kunnen ook je stress verminderen.
Wilde kardinaalsmuts
De vrucht is een rozerode, vier- of vijfhoekige doosvrucht, die opensplijt waarbij de vlezige, oranje zaden tevoorschijn komen. De zaden worden door vogels graag gegeten, die de zaden na vertering weer uitscheiden waardoor deze verspreid worden. Alle delen van de plant zijn voor mensen giftig.
HERFSTBLAD, (OP)VALLEND KLEURENFESTIJN EN GOUDHAANTJE IN DE VOORTUIN
(Auteur en Foto: Will van Berkel) November 2013
Vanmorgen, even naar de winkel. De voerdersilo’s en birdfeeders moeten weer gevuld worden. Wanneer het blad valt - het kleurenfestijn van rood, goudgeel en geelgroen - dan begin ik met het voeren van mijn tuinvogels. Pak mijn fiets en stap op. Rij mijn straat uit met bomen, geplant aan beide zijden van de rijbaan. Moeraseik (Quercus palustris), met mooi gekleurde grof gelobde bladeren, hebben een opvallend dieprode herfstkleur. Deze wordt in Nederland door de “groendiensten” tamelijk veel aangeplant langs straten en in parken en plantsoenen binnen de bebouwde kom. Het massaal gevallen blad ligt - in wind luwe plaatsen - opgehoopt bijeen geblazen door de wind in de molgoot. De geplaatste bladkorven zitten tot aan de nok toe gevuld. De compostering - omzetten van blad naar humus – naar bruikbare potgrond kan beginnen. De bodemdieren, aardwormen, pissebedden, duizendpoten en springstaarten maar ook schimmels kunnen aan de slag. Bladval in dit jaargetijde - deze eeuw - is later, dan in de herfst van de vorige eeuw. Dat was te zien in de uitzending van Vroege Vogels TV, afgelopen week. Zij hebben ter vergelijk, de filmbeelden van diverse intochten van Sint-Nicolaas oprij gezet; van af 1924 tot op heden. Dat de bomen in november van de vorige eeuw kaal waren, en nu in 2013 een groot deel van de bomen op dit moment nog in blad zitten. Als ik weer bij huis ben van de boodschap, kijk en geniet ik nog even van de kleurrijke bomen in de straat. Ga naar binnen en vul de vogelvoedersilo. Even later zit in de erker - met een kopje koffie in de hand - en kijk door de kleine ruitjes van het raam naar buiten. Dan breekt flauwtjes de zon door, zonlicht stralen snijden door en tekenen zich af in de nevelige najaar lucht. Het blad van de heesterstruik (?) in de voortuin kleurt mooi van groen naar goudgeel. Als je naar het blad kijkt zie je dat het chlorofyl zicht terugtrek naar de bladnerven. Een tegenstelling van kleuren - tekenen het blad in de herfst van leven - naar afstoten, dood. Ook de Kardinaalsmuts toont zijn mooiste kleuren als de warme zonnestralen op de struik en zaaddozen vallen. Opeens beweegt er iets tussen de bladeren van de heester. Een klein bijna kogelrond vogeltje - van amper 5 gram - groenig van kleur, naar onderen grijs/wittig. De snavelvorm; is een dunne insectensnavel. Dan valt de geeloranje, bijna zwart ingekaderde kruinstreep op. Een GOUDHAAN-tje (Regulus regulus) in de voortuin! Op zoek naar insecten en spinnetjes in de sparrenboom van de buren. Deze vogel, samen met het nauw verwante Vuurgoudhaantje (Regulus ignicapilla) zijn de kleinste Europese vogelsoorten. De Iets groter en feller gekleurde Vuurgoudhaan, met witte oogstreep lijkt alsof de vogel is “opgemaakt”. Wanneer hij zich opwindt zet hij zijn “vuurkuif” op, prachtig knal oranje. Deze herfstige morgen kan niet meer stuk, het is “allemaal goud wat er blinkt”. Even later zie ik de kinderen in de straat met de herfstbladeren spelen. Ze gooien bladeren naar elkaar en in de lucht en de wind legt de neer dwarrelende bladeren weer in patronen bijeen op straat. Het blijft een (kleuren) festijn het jaargetijde HERFST.
Dit weekend gaat in de nacht van zaterdag naar zondag a.s. de wintertijd weer in.
Ook is het deze avond/vannacht weer de Nacht van de Nacht. Gun vogels, insecten en vleermuizen het donker en doe een lampje uit!
De Nacht van de Nacht (30 nov 2021) is een initiatief van de Nederlandse provinciale milieufederaties. Op deze avond en nacht doven een aantal gemeentes, bedrijven en huishoudens hun verlichting om aandacht te vragen voor lichtvervuiling en energiebesparing op verlichting.
Klik op de activiteiten link:
https://www.nachtvandenacht.nl/
https://www.nachtvandenacht.nl/?plaats=Helmond
Tot volgende week, we zitten nog steeds in het seizoen HERFST, en we gaan op zoek naar de:
Nieuwe ‘natuurontdekkingen’ in de Natuurtuin ‘De Robbert’
Met ‘gevederde’ groet, Will van Berkel.
NATUURJAAR 2021- 38, Herfst in Natuurtuin De Robbert
Vandaag: Waterroofkevers Veengeelgerande, Vogels in de Natuurtuin, Boek Onze vogels in huis en tuin en Winnaar Jan Wolkersprijs.
Zaterdag (2021-10-23), Deze morgen hangt er een deken van mist over het landschap, wat het zicht belemmerd. Als ik een rondje loop door de Natuurtuin over de pas gemaaide paden. Hoor verschillende vogels aan hun roepjes. Zo verraden ze welke soorten het zijn; overvliegend groepje Vinken ‘tup tjup tup tjup, de luide roep van Ekster en Gaai en het tikken van de Roodborst met zijn bekende riedel. Besluit de vogeltelling van deze week door te schuiven naar volgende week.
Door de activiteiten van afgelopen week -het onderzoek naar water minnende wantsen en kevers- pak ik de ‘witte bak’ en het schepnetje. Nogmaals de poel die ik ook vorige week heb onderzocht. Het leverde leuke Waterroofkeversoorten op zoals de Gewone geelrand. Lees het natuurjaar verslag nr. 37 er nogmaals op na. Wanneer Stan de plek geïnstalleerd heeft ga ik aan de slag. Na een paar rondes scheppen en 8-slagen komen de eerste insecten boven water. Het laatste uurtje komt Stan en Wil langs en scheppen nog even mee.
Dan valt er van uit het schepnet een Waterroofkever in de bak. Gelijk kijken we en komt de vraag; welke soort is het? Terwijl ik foto’s maak van het dier o.a. z’n halsschild, valt me op dat deze alleen een geel streepje heeft aan de linker en rechte zijde. De soort van de Gewone gele heeft een geheel omlijnd halsschild. Vandaag is een nieuwe soort waterroofkever -Veengeelgerande- gevonden in de Noordelijke poel gelegen in de Natuurtuin. Even later nog een tweede exemplaar, het is een mannetje, zij hebben bolletjes aan de voorpoten met zuignapjes ivm het vasthouden tijdens de paring zie fig: 1. Opvallend kenmerk; de vrouwtjes hebben een geribbeld dekschild.
Bovenstaande afbeeldingen: Natuur Historische Mandblad Limburg juni 2018 artikel in drie delen over de Waterroofkevers in Limburg door Ton Lenders.
Koperwiek
Deze week is de Koperwiek gezien in de Natuurtuin badend in een waterplas een van de eerste overwinterende Scandinavische lijsters. Ook de Kramsvogels zullen zich binnen kort laten zien. Maak eens een wandelrondje door het park of in de Bundertjes met plek met bes dragende struiken of kleine bomen met rode sierappeltjes. Vaak door het eten van deze vruchten gaat het gisten in hun maag raken ze ongewild ‘dronken’.
De Koperwiek is in Nederland een wintergast die regelmatig samen met Kramsvogels ( Turdus pilaris ) __ te zien is. Beide soorten leven in het najaar vaak in groepen en foerageren dan in besdragende struiken in parken/tuinen en op de grond in weilanden en langs bosranden. Qua grootte is de Koperwiek vergelijkbaar met de Zanglijster ( Turdus philomelos ), waarmee hij verward kan worden. Een Koperwiek heeft echter een grote roestkleurige vlek op de flanken die doorloopt tot onder de oksels. Verder heeft de soort een opvallende lichte wenkbrauw- en mondstreep die contrasteren met de rest van de kop.
Kramsvogel
Buiten broedtijd: Grote aantallen Kramsvogels van Noord-Europese herkomst overspoelen ons land in trektijd en winter. Ze zijn overal in het land te vinden, vooral op graslanden en op besdragende struiken in zowel natuurgebieden (duinen!) als stedelijk gebied. De herfsttrek loopt hoofdzakelijk van eind september tot diep in november, en vooral in oktober passeren soms tienduizenden Kramsvogels de trektelposten aan de kust. Zware sneeuwval of strenge vorst, in Nederland of ten noordoosten van ons, leidt in de winter tot nieuwe verplaatsingen. Zulke vogels ontvluchten ons land of trekken naar de steden. Dit verklaart ten dele de opvallende jaarlijkse verschillen in getelde winteraantallen. De voorjaarstrek begint, afhankelijk van het weer, in februari of de eerste helft van maart. Na een piek eind maart en begin april loopt de trek begin mei af. Zomerwaarnemingen zijn tegenwoordig schaars, na het vrijwel verdwijnen van de Nederlandse broedpopulatie.
Broedtijd: Tot 1974 was de Kramsvogel een incidentele broedvogel in Nederland. Daarna vestigden zich snel groeiende aantallen, eerst in Zuid-Limburg en daarna ook elders. Deze ontwikkeling volgde op de kolonisatie van onder andere het Rijnland (Duitsland) en de Ardennen (België). Ze was het resultaat van een al lang bekende westwaartse uitbreiding van het Europese broedgebied. Op het hoogtepunt van de kolonisatie van Nederland, rond 1986, telde ons land zo'n 800 broedparen. Op sommige locaties in Zuid-Limburg nestelden tientallen paren op korte afstand van elkaar. Daarna kwam er om onbekende redenen de klad in. De aantallen stortten vrijwel volledig in, ook in de eerder goed bezette gebieden. Ook de grote broedpopulatie in de Ardennen neemt af.
Appelvink
De Appelvink is een grote vink, met een opvallend grote, blauwachtige snavel. De soort heeft een teruggetrokken leefwijze, vaak hoog in bomen en is moeilijk te vinden. Met de krachtige snavel kunnen harde pitten worden gekraakt. Appelvinken komen het meest voor in de bosgebieden op de zandgronden, maar ook Flevoland is goed bezet. In het westen van het land, de Waddeneilanden en het grootste deel van Brabant is Appelvink schaars. In Nederland broeden volgens de Atlas van de Nederlandse broedvogels thans 8.000-10.000 paren van deze fraaie vinkensoort. De soort is vanaf 1980 aanvankelijk toegenomen, maar recentelijk is er sprake van een afnemende trend.
Grote Gele Kwikstaart
Grote Gele Kwikstaarten broeden in West, Midden en Zuid Europa. Nederlandse vogels trekken deels weg, maar een ander deel overwintert en wellicht arriveren er nog noordelijker vogels die de winter hier doorbrengen. In de broedtijd zijn ze gebonden aan snelstromende beken, in de winter is dit niet het geval, en dan kunnen ze zelfs in steden worden aangetroffen. Grote gebouwen met plassen op het dak vormen dan een aantrekkelijk biotoop.
Grote Gele Kwikstaarten broeden ook in Nederland, in de provincies Overijssel, Gelderland, Brabant en Limburg; in totaal 240-300 paar. Vaak broeden ze in en rondom gebouwen bv. Watermolens en schuren die langs de beek staan. Ook broeden ze graag in speciale nestkasten die onder bruggen gemonteerd worden door de leden van een vogelwerkgroep. Deze vogel voelt zich thuis in het beekdallandschap. Er zijn waarnemingen bekent van deze broedvogel in de Bundertjes, maar na al onze wekelijkse oplettendheid en waarnemingen is deze ‘water minnende’ kwikstaart ons nog niet opgevallen.
Onze vogels in huis en tuin
Onze vogels in huis en tuin is een driedelig werk, geschreven en geïllustreerd door de beroemde vogel-illustrator John Gerrard Keulemans, en uitgegeven in 1869, 1873 en 1876 door P.W.M. Trap te Leiden. Dit werk is in het publieke domein.
Het werk bevat in totaal 200 kleurenlitho's van ongeveer 120 inheemse (zang-)vogels en 80 kooi- en tuinvogels. Elke afgebeelde soort heeft een door Keulemans zelf geschreven tekst, die varieert van twee tot dertien pagina's.
Klik op de Link: https://nl.wikisource.org/wiki/Onze_vogels_in_huis_en_tuin
Vers van de Pers:
De ontdekking van de natuur, Auteur: Hans Mulder
Heden morgen is bekent gemaakt de Jan Wolkers boekenprijs 2021 tijdens de Vroege Vogels Radio uitzending op NPO Radio 1, gepresenteerd door Menno Bentveld vanuit het de Hortus in Leiden.
Tot volgende week, we zitten in het seizoen HERFST, en we gaan op zoek naar de:
Nieuwe ‘natuurontdekkingen’ in Natuurtuin De Robbert
Met ‘gevederde’ groet, Will van Berkel.
NATUURJAAR 2021- 37, Herfst in Natuurtuin De Robbert
Vandaag: Herfst Vlinders, Zingende Dagpauwoog ?, Vogeltrek, Herken de Grote lijster, Waterkevers en 3x Podcast-5.
Zaterdag (2021-10-16), De Herfst laat alle facetten zien in de Natuur om ons heen, bladverkleuring en -val, overwinterende vogelsoorten stromen binnen en andere soorten vliegen naar zuidelijke oorden. Ook de insecten -Bijen en Dag- en Nachtvlinders- bereiden zich voor op de komende winteroverleving. Nu de daglengte kort en de donkere tijd aanbreekt zijn er methoden om de Nachtvlinders te lokken die in je tuin en leefomgeving leven.
De meeste nachtvlinders leiden een verborgen leven. Er zijn echter een paar manieren om ze toch te zien te krijgen. Voor de ene moet u de keuken in, voor een andere moeten de lakens uit de kast gehaald worden. De verschillende methoden geven niet dezelfde resultaten. Sommige vlinders worden meer aangetrokken door zoetigheid dan door licht en andersom. Een combinatie van methoden geeft dan ook de beste resultaten.
Nachtvlinders zoeken klik op de link:
https://www.vlinderstichting.nl/nachtvlindernacht/nachtvlinders-lokken-en-bekijken/
Zingende Dagpauwogen ?
Vandaag zag ik de overwinterende Dagpauwoog in de werkschuur, nog steeds -op de zelfde plek- hangend aan het plafond. Maar kan deze dagvlinder zingen? Lees het bericht:
11-OKT-2021 - De dagpauwoog overwintert als vlinder. Hij zoekt in september en oktober een donker en koel plekje om tot in februari rustig te zitten en zo de ongunstige winterperiode te overleven. Er zijn echter genoeg andere dieren die zo’n dagpauwoog willen oppeuzelen, maar daar hebben ze wat op gevonden. Zo is de dagpauwoog één van de weinige dagvlinders die geluid kunnen maken.
(Bron: De Vlinderstichting: https://www.naturetoday.com/intl/nl/nature-reports/message/?utm_source=newsletter&utm_medium=e-mail&utm_campaign=user-mailing&msg=28272
Vogeltrek in volle gang, vanmorgen gezien in de Natuurtuin.
Tijdens de wekelijkse vogeltelling kijk ik ook omhoog naar het zwerk. Regelmatig zie ik overtrekkende groepjes vogels richting Zuid. Tel de verschillende groepjes tussendoor, vandaag na 1 uur tijd is de stand van de Top 3: Spreeuw 301 exx. Houtduif 106 exx. en Vink 37 exx. Ook deze morgen in de Elzenkruinen foeragerend de Sijs. Een wolk Sijsjes vliegt op, schat dat het over de 101 exemplaren zijn. Tussen door hoor ik ook de roep van de Keep, zeg maar de Noordelijkste vink. Na 1 uur tellen totaal 26 vogelsoorten deze morgen ingevoerd.
Herken de Grote Lijster
De Grote Lijster is het hele jaar door in ons land te vinden. Wél zie je ze meer in het Oosten dan in het Westen. De soort is te verwarren met de Zanglijster (Turdus philomelos), maar is bleker gekleurd, groter en staat rechter op.
In het telgebied van Helmond – de Bundertjes gaat de bovenstaande bewering niet op, dat blijkt uit het kleine aantal meldingen.
Waar moet je opletten, de herkenningspunten;
Grootte: Het is een forse vogel van ongeveer 27 centimeter. Zijn spanwijdte bedraagt bijna een halve meter.
Gewicht: 110-140 gram
Habitat: De grote lijster is vooral te vinden in de half open landschappen met lanen of houtwallen. Vaak in paren of kleinere groepen. Meer dan Zanglijster op grote afstand van dekking te vinden.
Voedsel: De grote lijster voedt zich met slakken, insecten, larven, wormen, bessen, vruchten, zaden en rupsen. Blijft de hele winter vaak in de buurt van een plek met hulst of andere bes dragende struiken/planten en verdedigt deze bessenvoorraad agressief tegenover andere lijsters.
Klank: De grote lijster is ook een zanger van het vroege voorjaar. Zijn mooie rustige zang is dan vooral in de vroege ochtend, de late middag en in de avond te beluisteren.
Karakteristieke kenmerken: Ondanks dat de grote lijster bij ons bekend staat als standvogel zijn de aantallen in de winter duidelijk lager dan gedurende de broedtijd. Vooral tijdens strenge winters trekt de grote lijster weg. De grote lijster is vooral een fan van tuinen met grote gazons. Samen met de merel en de zanglijster zoekt hij hier naar wormen. In kleinere tuinen en in bevolkte steden zult u de grote lijster niet snel aantreffen.
Klik op de link: http://www.welkevogelisdit.nl/grote-lijster
Vliegbeeld en trekroep:
http://www.natuurstudiegroepdijleland.be/trektelmodule-soortenfiches/#Grote%20Lijster
Slootdiertjes en waterkevers scheppen.
Na de koffie pauze, pak ik het schepnetje en ‘witte bak’ en ga op weg naar de natuurlijke poel (rechts in de Natuurtuin) op het water drijft eendenkroos. Eens kijken wat voor ‘leven’ er in de fluctuerende poel zit. Het waterpeil reageert op de hoeveelheid regenval en afvoer van het water. Na een paar 8-slagen door het water en langs waterplanten haal ik het gevulde netje met bladval en slootdiertjes boven. Spoel de bladeren af in het slootwater in de bak en zie: Waterpissebed, Vlo kreeft, Bootsmannetjes en slakjes ook zie ik enkele grote waterkeversoorten. Als ik ze nader bekijk zijn de twee onderstaande de opvallendste grote waterkevers die stel ik nader aan jullie voor;
Gegroefde haarwaterroofkever
Lengte: 15-18 mm, januari-december.
Kenmerken: Opvallend breed en plat gebouwde, middelgrote waterroofkever. Dekschilden gelig met dichte, donkerbruine marmertekening, bij het mannetje glad (146 1a g), bij het vrouwtje met behaarde lengtegroeven. Halsschild met 2 zwarte dwarsbanden. Op het voorhoofd tussen de ogen zijn een onderbroken gele dwarsstreep te zien met daarvoor een geel V-teken.
Voorkomen: Algemeen in allerlei stilstaande wateren, vooral die waar hout beschikbaar is waarop de eieren kunnen worden afgezet. Goede vlieger en een goed vermogen om op grote afstand water te vinden (hydrotaxis).
Levenswijze: Net zoals bij de gewone geelrand zuigt het mannetje zich met de zuignappen vast aan het halsschild van het vrouwtje. Voor de eileg klautert het vrouwtje uit het water aan een stukje vochtig hout en legt een hoopje eieren dat aan de onderkant van het hout wordt vastgekleefd. De larve (146 1b g) heeft een opvallend smalle kop met korte, dolkvormige kaken. Alle 6 de poten zijn met lange zwemborstels uitgerust. Meestal glijdt zij schijnbaar moeiteloos door het water, maar kan zich ook stootsgewijs achteruit bewegen, waarbij het achterlijf met rukken onder het borststuk wordt geslagen. Zij voedt zich voornamelijk met kleine kreeftjes, zoals watervlooien. De verpopping vindt plaats in een holletje in de oever. (Bron:Soortenbank.nl)
Gewone geelrand
Lengte: 27-35 mm, januari-december.
Kenmerken: Rugzijde roodbruin tot donkerbruin met groenige glans. Onderzijde gelig. Halsschild en de randen van de dekschilden geel gerand. Dekschilden van het mannetje (144 1a g) glad, glanzend, die van het vrouwtje gegroefd (144 1b g). Tarsen van de voorpoten van het mannetje hebben zuignapjes. Heupen van de achterpoten afgerond.
Voorkomen: Algemeen in sterk begroeide stilstaande wateren, brede sloten en vijvers. Kan goed vliegen.
Levenswijze: De gewone geelrand leeft ongeveer 5 jaar als volwassen kever. Hij voedt zich voornamelijk met andere waterinsecten en hun larven, kikkervisjes en zelfs visjes en kleine salamanders, maar ook met aas. Tegen een aanval van grote vijanden kan hij zich verweren door een melkachtig wit kliersecreet dat tussen de randen van het halsschild wordt afgescheiden en dat bij vissen en amfibieën een verlammende uitwerking heeft. De paring vindt meestal plaats in de herfst. Daarbij zit het mannetje met de zuignappen vastgekleefd op het halsschild van het vrouwtje. De zuignapjes zitten aan de onderkant van de eerste 3 tarsleden die kort en verbreed zijn als halve schijfjes. Onder ieder schijfje zitten ongeveer 150 kleine, cirkelronde zuignapjes, die dus een belangrijke rol spelen bij de verovering en het monopoliseren van een vrouwtje. Pas in het voorjaar boort het vrouwtje met de legboor de eieren in stengels en bladeren van waterplanten. De larve wordt tot 6 cm lang en heeft een grote kop met stevige, holle, dolkvormige kaken. Daarmee vangt zij allerlei soorten waterdieren.
De larve hangt voor een groot deel van de dag meestal stil in het water met een gekromde, enigszins S-vormige houding met de punt van het achterlijf aan het wateroppervlak en de kop omlaag. Aan de achterlijfspunt zitten 2 trachee-openingen waardoor atmosferische lucht kan worden uitgewisseld. Als er prooi langs komt wordt deze met een snelle uitval gegrepen met de kaken. Door de kaken stromen verteringssappen in de prooi die het dier doden en binnenshuids oplossen tot een soep. De prooi wordt daarna uitgezogen waarbij voedseldelen via de zuigkanalen in de kaken worden opgenomen. Grote larven eten ook kleinere soortgenoten en kunnen zo de aantallen reguleren bij een te grote populatiedichtheid. De larve kan zich rustig zwemmend met de poten naar andere jachtplekken verplaatsen, maar kan bij gevaar ook snel wegvluchten door kronkelige bewegingen te maken. Volgroeide larven kunnen de mens bij het beetpakken bijten en dat kan een schrikreactie veroorzaken, maar de kaken dringen gewoonlijk niet door de mensenhuid heen. Verpopping vindt plaats in de zomer in een holletje in de oever. Na 3-4 weken komt de nieuwe kever uit die zich spoedig naar het water toe beweegt.
Nieuwe Podcast-5,
optimaal luisteren naar natuur gerelateerde onderwerpen:
Voor de geïnteresseerde bomenliefhebbers:
Alle afleveringen Luisteren, klik op de link: https://www.radioviainternet.nl/podcasts/eik-ik
Voor de wandelliefhebbers, beleef de natuur in 3D-audio! eropuit met de boswachter.
Alle afleveringen Luisteren, klik op de link: https://www.anwb.nl/wandelen/podcast
Nieuwe Natuur
Nieuwe Natuur Podcast; door de NJM Jongeren.
Wat is nieuwe natuur en bestaat het eigenlijk wel? In de 'Nieuwe Natuur Podcast' gaan jeugdbonders Rien de Vries en Rick Buesink op zoek naar antwoorden op die vraag. Hiervoor spreken ze over groene daken, evolutie in steden, kleine bossen, vrij stromende beken en nog véél meer! In de eerste twee afleveringen zijn urban ecoloog en stadsplanten expert Ton Denters, en de wetenschappelijke duizendpoot en evolutiebioloog Menno Schilthuizen te gast, maar er zijn ook afleveringen over groene daken, natuurbeheer, natuurvriendelijk boeren en nog veel meer! Volg de podcast op Spotify om elke woensdag een nieuwe aflevering te luisteren! Veel luisterplezier!
Alle afleveringen Luisteren, klik op de link:
Tot volgende week, we zitten in het seizoen HERFST, en we gaan op zoek naar de:
Nieuwe ‘natuurontdekkingen’ in de Natuurtuin ‘De Robbert’
Met ‘gevederde’ groet, Will van Berkel.
Zaterdag 9 oktober 2021
Vandaag: Foto’s Herfst 2021, Grote lijster, Sijs, Bodemdieren: Resultaten en IVN-cursus, Mastjaar 2021 en Houtduif.
Zaterdag (2021-10-09), De Herfst is in volle gang, steeds meer zie je de bladverkleuring en het vallen van de bladeren. Overal bijeen geblazen bladhopen in je eigen tuin maar ook in de Natuurtuin ontstaat weer een nieuw bladerdek. Zoals ik vorige week al schreef is dit een prima ‘leef’ omstandigheid voor de bodemdiertjes. Het duurt niet lang voordat de Merels deze bladeren op hun kop zetten voor hun dagelijkse voedsel.
Deze morgen is het mistig, waarbij een vochtige omgeving invloed heeft op de mist en het zicht. Als de ik Natuurtuin binnenstap breekt net de oranjekleurige zon door. Zie ‘zonneharpen’ als de zon door de mistige takken schijnt, terwijl ik rondloop tijdens de wekelijkse vogeltelling. Heb enkele foto’s gemaakt (op de brug over de grote poel) een fotogeniek moment, vindt u ook niet?
Tijdens de LiveAlas telling deze morgen zie ik een ‘nieuwe’ vogel in de Natuurtuin. Al jaren was ik opzoek naar deze vogel de: Grote lijster Turdus viscivorus. Opeens verscheen de grote vogel met zijn opvallende grote borststippen. De Grote Lijsters is gewoonlijk niet een opvallende doortrekker. Als ik de naar de meldingen van de ‘Mistellijster’ zoek vind ik 1 ex. melding in het telgebied Helmond - Bundertjes, bij waarneming.nl d.d. 1996-07-01.
Grote Lijster
Buiten broedtijd: In de winter komen Grote Lijsters minder verspreid voor dan in de broedtijd. Dat is het duidelijkst te merken in Noord- en West-Nederland. Streng winterweer leidt tot enige verplaatsingen. De voorjaarstrek begint tussen eind februari (zachte winters) of half maart (lang aanhoudend koud winterweer) en duurt voort tot eind april. Vanaf eind juni vormen zich groepen van tientallen Grote Lijsters op voedselrijke plekken. De najaarstrek speelt zich tussen half september en begin oktober af, met de meeste trek in de eerste helft van oktober.
Broedtijd: Grote Lijsters ontbreken alleen in grote open en bijna boomloze gebieden in West- en Noord-Nederland, en zijn schaars in stedelijk gebied. De kleinschalige landschappen en bosrijke delen van de hogere zandgronden zijn het dichtst bezet. Rond 1930 was de Grote Lijster alleen in enkele delen van het land een (schaarse) broedvogel. De vestiging en uitbreiding elders hielden ruim een halve eeuw aan. Inzinkingen in de stand traden op na winters waarbij strenge vorst tot diep in Zuidwest-Europa doordrong. Sinds ongeveer 1995 nemen de landelijke aantallen gestaag af. Het verlies van voedselgebieden zal daarbij meespelen: op de hoge gronden zijn vele graslanden verdroogd of omgezet in maïs. (Bron: Sovon vogelsoorten)
Sijzen: hernieuwde kennismaking
Wanneer ik bezig ben om de vogeltelling van deze morgen af te sluiten, landen er opdat moment een groepje van 12 Sijsjes Spinus spinus (Linnaeus, 1758) in de top van een Zwarte Els vol met zaadproppen. Gelijk duiken ze met hun allen op de beschikbare zaden. Hangend, zoekend en peuterend foerageren ze zonder angst voor predatoren in de omgeving. Voor mij zijn dit de eerste Sijsjes weer in de Natuurtuin deze Herfst sinds 13 maart van dit jaar.
Buiten broedtijd: In trektijd en winter hebben we voornamelijk te maken met Noord- en Oost-Europese Sijzen. Ze zijn in het hele land te vinden in bosrijke streken maar ook in stedelijk groen en bij beplanting in boerenland. In sommige jaren treden invasies op die zich al in juni kunnen aankondigen. De meeste trek vindt echter hoe dan ook plaats tussen eind september en half november, met de piek halverwege oktober. De aantallen overwinteraars verschillen sterk van winter tot winter. Bovendien zijn deze vogels erg mobiel en verkassen ze wanneer voedselbronnen uitgeput raken. De voorjaarstrek begint in februari en loopt in april af. Doortrekkende groepjes zitten dan te kwelen terwijl hun soortgenoten al op de eieren kunnen zitten.
Broedtijd: Sijzen broeden in naaldbossen met een hoog aandeel sparren, liefst verschillende soorten door elkaar, en lariksen. Ze zijn het talrijkst op de Veluwe en in Drenthe en veel schaarser in de door dennen gedomineerde naaldbossen van zuidelijk Nederland. De aantallen zijn afhankelijk van de zaadzetting in de naaldbomen. In ongunstige jaren broeden hooguit enkele tientallen paren in ons land, in zeer gunstige jaren als 1989 en 1992 tot enkele duizenden. Sijzen waren in de eerste helft van de twintigste eeuw zeldzaam maar namen daarna toe door het op leeftijd komen van grote oppervlakten aangeplant naaldbos. Desondanks heeft Nederland waarschijnlijk geen vaste broedpopulatie en zijn we afhankelijk van de periodieke instroom van oostelijker gebieden. (Bron: Sovon vogelsoorten)
De resultaten van de Bodemdierendagen kun je hier allemaal bekijken. Op de grote kaart hieronder staan de waarnemingen van 2015-2021 en een losse met de beschikbare waarnemingen tot nu toe van 2021. (Later worden hier ook de waarnemingen via de Jaarrond tuintelling en via het voedselbossen-netwerk aan toegevoegd). Ook kun je dieper graven naar de eindresultaten per bodemdierengroep, per soort en per tuintype van de eerdere onderzoek jaren.
Klik op de link voor de laatste resultaten: https://bodemdierendagen.nl/resultaten
Onder het maaiveld 6 MODULES 25 LESSEN
Er is een wildernis onder je voeten. In deze korte cursus nemen we je mee onder het maaiveld. Ontdek wat er groeit, kruipt, springt en krioelt, hoe het met de bodem van Nederland en jouw tuin gaat, én wat je kunt doen om te helpen. IVN-cursus overzicht lessen:
Mastjaren, notendracht 2021
Onlangs schreef ik in het nummer Natuurjaar 2021-33 een stukje over de Eikelnoten dracht in de Natuurtuin. Nu een paar weken later lees ik op de website van Nature Today (4-okt-2021) een artikel over de schaarste eikeldracht van de bomen op de Veluwe:
Na acht voedselrijke jaren, nu periode met voedselgebrek voor zwijnen
4-OKT-2021 - Er valt deze herfst naar schatting maar zo’n 1,6 miljoen kilo eikels en beukennootjes van de bomen op de Veluwe. De laatste minder goede mastjaren met schaarste waren de jaren 2008, 2010 en 2012. Hiermee komt een eind aan een reeks van gemiddelde en bovengemiddelde mastjaren. Door de schaarste aan mast breekt er een barre periode aan voor het sterk opgelopen aantal wilde zwijnen.
Sinds 1990 hangt er jaarlijks gemiddeld zo’n 4,7 kilo eikels en beukennootjes aan de bomen op de Veluwe. De Vereniging Wildbeheer Veluwe maakt elk jaar een schatting van het aantal eikels aan inlandse eiken en Amerikaanse eiken en van het aantal beukennootjes aan beuken. In onderstaande figuur staat de jaarlijkse hoeveelheid mast weergegeven. Dit jaar komt het dus niet hoger dan 1,6 kilo. Het laatste jaar met een vergelijkbaar lage mast was 2012. Heel opvallend is dat er dit jaar -na negende jaar op rij- geen beukennootjes aan de bomen hangen. Voor 2013 wisselden de jaren zich onregelmatig af jaren met beukennootjes zonder beukennootjes, zie bovenstaande tabel. (Bron: Nature Today). Klik op de Link voor het totale bericht:
https://www.naturetoday.com/intl/nl/nature-reports/message/?msg=28259
Niet alleen de voorgaande dagelijkse Natuurrubriek schreef een artikel. Het NOS Nieuws plaatste een bericht over de voedselschaarste, maar kijken ook de gevolgen voor andere dieren; zoogdieren en vogels.
Hongerdood door te weinig eikels en beukennootjes op Veluwe:
Klik op de link: https://nos.nl/l/2400404
Andere dieren de dupe
Niet alleen wilde zwijnen zijn de dupe van het voedseltekort, ook dieren als muizen, houtduiven, vinken en eenden krijgen het zwaar te verduren. En als het aantal muizen afneemt, leidt dit weer tot een tekort aan voedsel voor pasgeboren uilen en boommarters komend voorjaar. Grotere dieren zoals edelherten en reeën zullen ook moeten interen op hun voedselvoorraad, mogelijk worden ook zij daardoor kwetsbaarder voor wolven.
Houtduif
Buiten broedtijd: Houtduiven zijn het hele jaar in Nederland aanwezig. In de winter wordt de eigen populatie, grotendeels standvogels, aangevuld door Duitse en Scandinavische vogels. De winteraantallen zijn het hoogst op de zandgronden, waar ook slaapplaatsen van vele duizenden Houtduiven zijn. De winteraantallen worden deels bepaald door de hoeveelheid voedsel (eikels, beukennootjes, overgebleven graan en mais) en kunnen van jaar op jaar sterk verschillen. De trek is vooral opvallend ten zuidoosten van de lijn Enschede-Eindhoven. Tussen half oktober en half november noteren trektellers hier soms tienduizenden Houtduiven (of zelfs meer) per dag. De voorjaarstrek, waarbij de aantallen veel lager zijn, speelt zich hoofdzakelijk in maart af.
Broedtijd: Houtduiven ontbreken alleen in de meest boomloze landschappen. De dichtheden zijn het hoogst in kleinschalig agrarisch cultuurland en stedelijk gebied. In grote bosgebieden is de Houtduif vaak schaars. Sinds ongeveer 1975 namen de aantallen in bossen en soms ook cultuurland op de zandgronden af. Vermindering van voedselaanbod, onder andere door de omschakeling van graanteelt op maïsverbouw, was de vermoedelijk belangrijkste factor. Tegelijkertijd namen de aantallen in stedelijk gebied sterk toe. De soort is hier tegenwoordig een van de talrijkste broedvogels. Hij is de Turkse Tortel, die stedelijk gebied eerder koloniseerde, in veel gebieden voorbijgestreefd.
Illustratie Onze vogels 1: Trap, PWM (Pieter Willem Marinus), tekenaar, lithograaf, steen- en boekdrukker, 1821-1905
Tot volgende week, we zitten in het seizoen HERFST, en we gaan op zoek naar de:
Nieuwe ‘natuurontdekkingen’ in de Natuurtuin ‘De Robbert’
Met ‘gevederde’ groet, Will van Berkel.
Zaterdag 2 oktober 2021
Vandaag: Herfst, Sombere honingzwam, Betekenis Wetenschappelijke vogelnamen, Verkade album Herfst, Bodemdierdagen 2021-2, Doffe donsrug, Euro Birdwatch 21 en Ecologisch Bermbeheer.
Zaterdag (2021-10-02), De Herfst heeft goed ingezet deze week. Was het weer begin en midden deze week zacht aan het eind, echt herfstig. Wind, regen en lagere temperaturen. Gelijk te merken aan de vogeltrek, grotere aantallen getelde vogels die op de wieken gingen. Ook op ‘trek’ de dagvlinder -Atalanta Vanessa atalanta- met honderden vlogen ze in september voorbij de vogeltrektelposten. De eerste overwinterende vogelsoorten – Eenden- en Ganzensoorten met name Kolganzen zijn alweer in grote getale gezien. De eerste honderden Vinken- en Lijsterssoorten- zijn begin deze maand alweer geteld. Binnenkort zijn ze wekelijks te zien bij ons in de Natuurtuin. We houden de lezers van Natuurjaar onderzoekbericht op de hoogte, als de eerste vogels gearriveerd zijn in de tuin. Ook de vele groeivormen van paddenstoelsoorten zie je weer verschijnen op verschillende verrassende plekken in de Natuurtuin. Kom eens langs op een zaterdagmorgen en neem je fototoestel of mobieltje mee. Maak ook eens ‘herfstig’ plaatje in de tuin en stuur je favoriete foto naar de redactie van deze website. Wellicht plaatsen we de foto op onze website, misschien al de komende week.
Sombere honingzwam
De sombere honingzwam is een schimmel die behoort tot de familie Physalacriaceae. Het is een plaatjeszwam met manchet die vaak in bundels voorkomt op de stam en wortelbasis van loof- en naaldbomen op zandgronden. Hij is een parasiet, die witrot veroorzaakt op levende bomen. De boom zal hierdoor sterven. (Bron: Wikipedia)
Info Verspreidingsatlas: https://www.verspreidingsatlas.nl/0005060
Tijdens een regenachtige dag was ik deze week aan het surfen op het web. Op een gegeven moment kwam ik deze site tegen:
Interessant voor wie meer wil weten over vogelnamen en de betekenis, zij kunnen met deze info, het aankomende ‘najaar’ vooruit. Eenmaal aan het lezen -vliegt de tijd tijdens de donkere dagen- zo voorbij.
Klik op de weblink: https://www.wnve.nl/index.php/nl/soort
Verkade Album Herfst
Stee vast het jaar door -met het wisselen van de Jaargetijden- kan ik het niet laten om een van de jaargetijdenalbums van de Vierjaargetijden van Dr. Jac. P. Thijsse (1865 – 1945) uit de boekenkast te halen en open te slaan. Nu kijk ik in het boek Herfst en zie ik bij het omslaan van de bladzijden die mooi getekende Verkade plaatjes met allerlei natuur (Herfst) onderwerpen. Vroeger moest men een deel van de plaatjes zelf inplakken. Het was een gezellige bezigheid en men zag het Natuuralbum groeien. Heden ten dagen beleven vele natuurliefhebbers plezier van de Natuuruitgaven van Jac. P. Thijsse.
Bodemdierendagen
Nu we midden in de week van de jaarlijkse Bodemdierdagen 2021 zitten en ook in het jaargetijde HERFST, leg ik je de volgende vraag voor: Waar blijven de herfstbladeren als ze gevallen zijn en wie ruimt ze op? Zou je de bladeren die gevallen zijn in de tuin opruimen? Bekijk en bestudeer eerst het onderstaande bodemvoedselschema. Zoals je kunt zien, een heel leger aan bodemdieren hebben allemaal een functie. Ze leven met elkaar om in de bodem op te ruimen.
Herfstbladeren
Nu het antwoord op de vraag: waar blijven de herfstbladeren bijvoorbeeld? Als je die lekker laat liggen, trekt een pendelende regenworm de blaadjes de grond in. De laatste stukjes bovengronds ruimen de pissebedden ondertussen op. Na de regenwormenmaaltijd gaan de bodemschimmels aan de slag. En stap voor stap zet het bodemleven zo de herfstbladeren keurig om in voedsel voor de planten van volgend jaar. Het bodemleven speelt bij het voorkomen van zieketen en plagen ook een grote rol. De meeste schimmels zijn bijvoorbeeld ‘good gays’. Ze laten de planten beter groeien door ze te helpen met het opnemen van voedingsstoffen. Daarnaast beschermen ze de plantenwortels tegen aanstormende ziekteverwekkers.
Antibiotica
Antibiotica zijn voor ons inmiddels onmisbare medicijnen. Laten we nu oorspronkelijk ook uit de bodem stammen. Deze stofjes worden daar gemaakt door bodemschimmels en bacteriën om elkaar aan te vallen of zichzelf te verdedigen. Die uitvoering lenen wij dus van hen.
Schema bodemvoedselweb. In die jungle onder onze voeten vind je dus een enorme biodiversiteit. Daar hoef je maar een klein stukje de deur voor uit; ook in de eigen tuin zit van alles.
Daarnaast -boven de grond- heb je ook nog de Egel of de Lijster die graag een lekker Slakje snackt. Als het klopt is het samen een groot ecosysteem -in je kleine of grote tuin- van eten en gegeten worden. Waar bij de organische ‘rotzooi’ ook weer netjes wordt opgeruimd. Ook ver in de herfst/winter maken verschillende vogelsoorten nog gebruik van de bijeen gewaaide bladerhopen. Je zie ze vaak met meerdere soortgenoten bijeen om een bladerhoop door te spitten. Ze zijn opzoek naar verschillende bodeminsecten, die bezig zijn het dorre blad te verwerken tot compost. (Bron: Boekje Onderste Boven).
Nieuwe wantsensoort
Deze morgen nog een poging om een wants te zoeken tussen de mos aangroei op het dode hout. Na enkele gerichte zoekpogingen, kwam deze bodemwantsen van de Familie Lygaeidae in de ‘witte bak’ terecht. Weer een nieuwe soort gevonden in de natuurtuin.
Doffe donsrug
Herkenning:
- 2,5-3,3 mm.
- Langvleugelig (macropteer).
- Zwarte antennes. Antennesegment 2 en 3 zijn vaak bij de top roodbruin. Segment 3 is soms geheel roodbruin.
- Vooral vergeleken met Stygnocoris sabulosus is het een vrij doffe wants met een korte beharing.
- De kop, het schildje (scutellum) en het voorste deel van halsschild (pronotum) zijn zwart. Het achterste deel van het halsschild is bruin met zwart.
- De bruine voorvleugels (corium) met twee of drie geelbruine vlekjes (vaak onduidelijk). Het membraan (doorzichtig deel) is bruin met witachtige aders.
- De dijen zijn zwart. De schenen zijn bruin.
Voorkomen: in Nederland zeer algemeen. Europa, Noord-Afrika. Naar het oosten tot in Rusland en de Kaukasus.
Biotoop: open tot halfschaduwrijke leefgebieden met een voorkeur voor warme, droge plaatsen met een kruidenrijke begroeiing. Geen voorkeur voor een bodemsoort.
Ontwikkeling: de nieuwe generatie volwassen wantsen verschijnt in augustus. Twee generaties per jaar. Wantsen uit de tweede generatie kunnen onder minder gunstige omstandigheden ook als nimf overwinteren.
Overwintering: als volwassen wants en soms ook als nimf.
Voedsel: polyfaag. Ze zuigen aan zaden van verschillende soorten planten. Voornamelijk op de bodem, soms in de planten. (Bron: EIS kenniscentrum insecten)
Trektellen 2021
Vandaag is weer geteld in heel Nederland op ruim 150 trektelposten. Maar de vogeltrek is hoe dan ook een waanzinnig fenomeen en de Birdwatch geeft een mooi inkijkje!
De laatste informatie en stand van de telling, kijk op de site van Vogelbescherming;
https://www.vogelbescherming.nl/help-mee/kom-zelf-in-actie/tel-mee/euro-birdwatch
Kennisdag Ecologisch Bermbeheer
Op 29 september 2021 vond de Kennisdag Ecologisch Bermbeheer plaats in de Junushoff in Wageningen.
Een kleurkeur kennisdag gehouden over ecologisch bermbeheer. De meer dan honderd deelnemers kregen presentaties over uiteenlopende onderwerpen, maar het was vooral een dag voor inspiratie en kennisuitwisseling. De wandelgangen waren dan ook enorm belangrijk en werden intensief gebruikt. (Bron: Nature Today).
Download het boekje Bermbeheer
https://assets.vlinderstichting.nl/docs/eb3ca036-995a-4141-89ce-cacd9309c3ec.pdf
Lees het dagverslag:
Tot volgende week, we zitten in het nieuwe seizoen HERFST, en we gaan op zoek naar de:
nieuwe ‘natuurontdekkingen’ in de Natuurtuin ‘De Robbert’
Met ‘gevederde’ groet, Will van Berkel.