juni 2021
NATUURJAAR 2021- 25, Zomer in Natuurtuin De Robbert
Vandaag: Dagvlinders en Libellen, Nieuw Berkenschaduwwants in Natuurtuin, de Tuinvlindertelling 2021 en WiLL’s NATUURVERHAAL …. DAN IS HET STIL.
Maandag (2021-06-26), Het is zomer. Vandaag een perfecte zomerse dag in de Natuurtuin. Boven de verschillende groene veldjes rondvliegende dag (nacht) vlinders: Groot dikkopje, Koevinkje, Bruinzandoogje, Groot koolwitje en Gestreepte goudspanner.
Ook de Libellen en Juffers zijn actief met hun vliegkunsten in de lucht : Gewone oeverlibel, Bloedrode heidelibel, Bruine korenbout (juv.) en tientallen Azuurwaterjuffers: foto’s Will van Berkel
Tijdens de vogelAtlas telling hoor ik minder vogelgezang, maar wel zie ik pas uit uitgevlogen jonge vogels: Kool- en Pimpelmezen, Merel, Roodborstjes. Als ik op de houtenbrug sta zie ik en hoor ik drie jonge Watershoentjes. De kleine zwarte bolletjes met een klein knal oranje/rood snaveltje zwemmen behendig tussen de rietstengels door. Ook moeder Waterhoen is in de nabijheid en volg de verrichtingen aandachtig van haar jonge kroost. Dit is het tweede nestje van deze watervogel. Het Waterhoen Gallinula chloropus (Linnaeus, 1758) zoekt altijd beschutting van struikgewas. Zwemt met hoekige bewegingen. Een deftige vogel. Het is net of die witte stippel streep over de flank een krant is die hij/zij opgevouwen bij zich daagt.
Dan kom ik Stan tegen hij is al druk bezig met het laden van de het gemaaide gras op de hooiwagen. Het is hooitijd! Even later kom ik de eerste vrijwilliger tegen, maak een praatje op het veldpad dat langs de bijenstal loopt. Extra hulp bij het hooien is welkom bij het opruimen van het gemaaide gras.
Als het vocht op de beplanting en gras is opgedroogd probeer ik Insecten en Wantsen te vangen met het vlinderklopnet -veeg met overleg langs en onder de bladeren door en tik op twijgen- zo probeer ik dat de kleine diertjes in het vallen. Maak er foto’s van en voer ze in bij waarneming. Later in het jaar kunnen het soortenlijstje opmaken voor 2021. Dan constateer ik dat er een nieuwe wants -voor de soortenlijst Natuurtuin 2021- in het net zit, de:
Berkenschaduwwants
Neolygus contaminatus
Herkenning - Neolygus contaminatus :
4,9-6,3 mm.
Langvleugelig (macropteer).
Antennes: antennesegment 1 is groen, segment 2 is geelachtig bruin (distaal iets donkerder), segment 3 en 4 zijn geelachtig grijs.
Een langwerpig ovale, grasgroene (lichtgroen, geelachtig groen) wants met fijne, lichtgekleurde beharing.
Groene voorvleugels. Het corium (hoornachtig deel v.d. voorvleugel) is achteraan bij de binnenhoek, bij de cuneus (uiteinde van het hoornachtig deel v.d. voorvleugel), net als de basis van de cuneus bruinachtig. Het membraan (vliezig deel v.d. voorvleugel) is bruinachtig. Groene poten. De achterdijen met twee donkere ringen. De schenen met kleine bruine stekels, die uit zwarte punten komen.
Voorkomen: zeer algemeen in Nederland. Holarctisch: Europa, Azie Noord-Amerika (Kerzhner & Josifov 1999, Aukema et al. 2013).
Biotoop: op loofbomen (vooral berken) in bosranden, houtwallen, parken en tuinen.
Ontwikkeling: volwassen wantsen zijn waargenomen van midden mei tot begin oktober. Eén generatie per jaar.
Overwintering: als ei.
Voedsel: fytofaag. Sap van bladstengels, knoppen (vooral katjes), berk Betula sp., echter ook els Alnus sp., hazelaar Corylus sp. en soms ook op andere boomsoorten.
TUINVLINDERTELLING 2021
Over 6 dagen staat de Vlindertuintelling al weer op de agenda.
Ga naar de WEBSITE van de Vlinderstichting, en meld je aan. Klik op de weblink en lees de informatie; https://www.vlinderstichting.nl/vlindermee/
WiLL’s NATUURVERHAAL …. DAN IS HET STIL:
Na de broedperiode en tijdens het uitvliegen van de jongen, valt er een zangstilte. Tijdens deze periode -na de broedtijd- ruien de zangvogels hun bijna versleten verenkleed. Met als gevolg dat de adulte vogels meer zijn aangewezen op hun leef biotoop. Bij verschillende eendensoorten zie je dat er een geheel ander onopvallend verenkleed het ecips- of zomerkleed gedragen wordt. Dikwijls bij mannelijke vogels waarneembaar. In deze periode -door de ruien ze hun vleugelpennen- verblijven ze in dichte rietkragen, planten en moerassen. Daardoor vallen ze minder op voor eventuele belagers en rovers.
Lees het hieronder het belevingsverhaal dat ik geschreven heb -over de ‘stille tijd’ zonder vogelzang- tijdens een korte rondtrek vakantie in Noord-Nederland enkele jaren geleden Augustus 2013.
GRAUWE VLIEGENVANGER
Muscicapa striata (Pallas, 1764 foto: Will van Berkel
Vanmorgen inpakken, opruimen en vertrek naar een andere natuurcamping in het uiterste noorden van Fryslân. Achterlatend de meest zuidelijk gelegen groene natuurcamping in het puntje van Oost Groningen. Een landschap met een variatie aan groenkleuren, van zowel loof- en naaldbomen, riet langs de oevers en veel overhoeken met kruidenplanten en wilde bloemen. Terug denkend aan een week vol met natuur belevenissen en de warmste dag van het jaar. Op Teletekst stond het volgende: “Gisteren was het de warmste dag van het jaar tot nu toe. De hoogste temperatuur was 36,9 graden, om 16.50 uur gemeten in het Noord-Limburgse Arcen. Daarna is de temperatuur mogelijk nog iets opgelopen, zei NOS-weerman Marco Verhoef”. Die dag waren we gaan zitten in de schaduw van de bomen aan de rand van het open natuurgebied. Net even verder op links van me in de open ruimte een groepje oude lijsterbesbomen, met oranje kleurende bessen, waarvan al een boom met een stam doorsnede van 20 cm is omgevallen door de zware last van overweldigende bessendracht.
Op de achtergrond hoor ik een zingende vogels. Enkele bijzondere soorten zijn: een ratelende grote lijster die voedsel zoekt voor zijn jongen, een paartje buizerds met twee bedelende jongen, die je de gehele dag hoort, een schreeuwerige roepen. Voor het ultieme Franse zomerse gevoel, enkele wielewalen die gisteren morgen hoog boven in de boomtop zaten, boven m’n caravan luid roepend en zingend, dudeljo, dudeljo klonk het!. Zacht hoorbaar is het afstervende gillend geluid van een jong biggetje, wat wordt voortgebracht door een opschrikkende waterral. Ook met de insecten zit het wel goed zie vele soorten: Juffer-, Libellen- en Vlinders. Onder meer de Bruine vuurvlinder kunnen aan “vinken” op de streeplijst. Gisterenavond nog kwam een mede kampeerder naar me toe met de vraag; hé WiLL er zit een grote vlinder onder de tentluifel weet jij welke soort het is? Later na enig speurwerk op het internet op de website: www.vlindernet.nl kwam ik er achter. Een nachtvlinder uit de familie Sphingidae; de Populierenpijlstaart (Laothoe populi) een bruine pijlstaart met een spanwijdte van 70 tot 90 millimeter, een pracht beest.
Dan steekt er een lichte bries op de luchttemperatuur van ruim boven de dertig +graden strijkt langs m’n lichaam. In een bosje voor me met Wilde roos en meidoorn zitten een paar Grauwe vliegenvangers die snel en behendig insecten vangen uit lucht. Vanaf het uiterste puntje van een zitpost b.v. tak vliegen ze op, pikken het insect in de lucht en strijken weer neer op dezelfde stek. Daarna beginnen ze weer aan de volgende ronde. Dat gaat bijna de hele dag door. Tegen de avond als de zon gedraaid is richting de bosrand zitten verschillende vogels op het grofmazige schapenraster. Vandaar af foerageren ze vanaf een weidepaaltje en vallen insecten aan zowel in de lucht als ook de grotere insecten die op de grond zitten te zonnen. Ook de aanwezige Gekraagde roodstaart maakt dankbaar gebruik van deze vangmethode. Regelmatig keren ze op dezelfde plaats terug van vertrek. Op een gegeven moment is er een Grauwe vliegenvanger die van plek verwisselt. Op nog geen vier meter van me vandaan land de vogel op de bovenste draad van het raster, richt met voorzichtig met langzame bewegingen mijn camera op de vogel, die ik constant in de aanslag heb om zo’n moment vast te leggen, en zie het resultaat. De Grauwe vliegenvanger de rechtop zittende vogel die graag gebruik maakt van een half open nestkast, maakt zijn nest soms ook op de vreemdste plekjes b.v. in een paarde stel wat opgehangen aan de wand in een stal. Mariabeeld nisjes uitsparingen gemaakt in de muren van gebouwen.
De volgende dag nogmaals terug naar de zelfde plek, nog een keer Grauwe vliegen vangers kijken en luisteren, maar constateer dat na zo’n insectenrijke dag de “opvettingstijd” voorbij is en hoor of zie geen vogel meer….. dan is het stil!. De vogeltrek naar het midden van Afrika is ingezet. Aan het eind van de dag verderop door de droogte ontstaan in de wat kale boomtoppen zie ik de laatste vogels van mijn verblijf op de groene natuurcamping, een jonge Appelvink en de vliegbehendige Grauwe vliegenvanger.
Blijf genieten tot volgende week, in het seizoen ZOMER, dan gaan we weer samen op zoek naar de:
volgende nieuwe ‘natuurontdekkingen’ in de Natuurtuin ‘De Robbert’
kom gerust op zaterdag eens langs (De Natuur gaat zijn eigen gang en staat niet stil)
Met ‘gevederde’ groet, Will van Berkel.
NATUURJAAR 2021- 24, Zomer in Natuurtuin De Robbert
Vandaag: Astronomisch Zomer, Steltkluut, Veldleeuwerik, Groene specht en Libellen en Bruine winter juffer in Natuurtuin.
Maandag (2021-06-21), Het is zomer. Vandaag het astronomisch bepaalde begin van de zomer is de zomerzonnewende rond 21 juni op het noordelijk halfrond.
De duur van de zomer 2021: van maandag 21 juni tot: woensdag 22 september.
Onlangs een midweek bezoek aan de Natuurtuin, terwijl ik de tuinpoort ontgrendel, hoor ik tegelijk zachte vogelzang vanuit de rietkraag die staat rondom de grote poel. De Kleine karekiet is gearriveerd, voor mij is het eindelijk, maar de Natuur is qua ontwikkeling drie a vijf weken achter. Het is af te lezen aan de eerste vangstresultaten van het Waterdiertjesscheppen maar ook aan de soortenvangsten van het lopende Wantsen onderzoek in de Natuurtuin. Het aantal volwassen insecten die gevangen worden ligt lager ten op zichtte van vorig jaar. Het aantal larven en nimfen van de bovengenoemde diverse insectensoorten ligt juist hoger dan vorig jaar. Doordat we proberen allerlei diersoorten te noteren in de jaarverslagen en in waarneming.nl in te voeren, kunnen we oude vangsten vergelijken met voor gaande jaren.
Leuke soorten tijdens een uitstapje en in de Natuurtuin.
Heb een weekend geleden een paar natuurgebiedjes bezocht in Zeeland. De leukste vogelsoort die ik daar tegen kwam was de Steltkluut Himantopus himantopus (Linnaeus, 1758).
Steltkluut (Himantopus himantopus)
De Steltkluut behoort tot de steltlopers en komt voor in delen van Spanje, Frankrijk, Italië, Turkije, Griekenland en Rusland. In Nederland is het een relatief zeldzame verschijning, maar er zijn wel enkele broedgevallen bekend. Gelukkig neemt de soort toe. Overwintert in Afrika. Zijn opvallende lange rode poten zijn ongeveer de helft van zijn lengte. In het vliegbeeld is de Steltkluut nerveus met beweeglijke, korte slag van donkere, scherppuntige vleugels. De poten steken wel vijftien centimeter buiten de staart uit. Het lijkt net als of deze vogel ‘steltloper’ een antenne met zich mee draagt. Zijn roep is hoog en schel. Mijn eerste kennismaking met deze vogel was in het mertirane zuid Frankrijk.
Een andere -luid onophoudelijk zingende jubelende vogel- die ik opmerkte boven de weilanden was de Veldleeuwerik. Het ultieme gevoel van zomer, tijdens het zien van de ‘klimmende’ vogel tegen het zwerk, en de zang die maar niet ophoud op een zonnige zomerse dag, zoals we die afgelopen weekend beleefden.
Veldleeuwerik (Alauda arvensis)
Buiten broedtijd: Een deel van de Nederlandse broedvogels trekt naar Zuidwest-Europa, een deel overwintert in eigen land. Op trek en in de winter verschijnen vooral Scandinavische Veldleeuweriken in ons land. De meeste trek vindt plaats in oktober, wanneer op uitzonderlijke dagen duizenden vogels de trektelposten passeren. De trek is half november grotendeels voorbij, maar zware sneeuwval kan tot diep in de winter voor nieuwe verplaatsingen zorgen. De aantallen overwinteraars lijken jaarlijks te schommelen, maar dat is (naast een gevolg van weerseffecten) deels te wijten aan hun onopvallende gedrag. De eerste noordwaartse trek vindt in zachte winters eind januari plaats, in koude winters veel later, doorgaans meteen na het inzetten van stevige dooi. De voorjaarstrek is eind maart zo goed als afgelopen.
Broedtijd: De Veldleeuwerik was rond 1975 nog een volstrekt normale broedvogel van het boerenland. Het was een van de talrijkste en meest verspreide broedvogels van Nederland. Sindsdien ging het hard bergafwaarts en de huidige populatie is maar een schim van die van weleer. De afname trof vooral graslandgebieden en in mindere mate akkerland. De Veldleeuwerik bleek hier niet opgewassen tegen de moderne, zeer intensieve landbouw. De afname in heidegebieden ging wat minder hard, en plaatselijk handhaaft de soort zich hier redelijk in licht vergraste terreinen. (Bron: Sovon vogelsoorten
Groene Specht (Picus viridis)
Maar ook tijdens het bezoek aan de Natuurtuin zag ik -tijdens de insecten vangsten- ook nog een leuke voorjaarsbode. Een ouder vogel met twee jonge groene Spechten kruisten mijn pad. Zag duidelijk het opvallende verenkleed van deze jonge pas uitgevlogen ‘Groene’. Groene Spechten zijn verzot op mieren. Zittend in het gras op zoek naar mieren, met hun lange kleverige tong hengelen ze de mieren naar binnen. Ook maken ze gebruik van hun mierenzuur, smeren al badend in de mieren, op hun verenkleed. Zo beschermen ze zich tegen andere niet wenselijke insecten.
De buitentemperatuur loopt op, als ik op de houten brug sta, zie ik steeds meer Libellensoorten eitjes af zetten in het water en op en in waterplantenstengels zoals deze Grote keizerlibel:
Grote keizerlibel (Anax imperator)
De Grote keizerlibel patrouilleert langdurig boven water en langs allerlei randsituaties. De mannetjes vallen snel op door hun groene borststuk en het helderblauw op het achterlijf. De Zuidelijke keizerlibel lijkt zeer sterk, maar daar is het borststuk egaal bruin en is het blauw op het achterlijf tot het begin beperkt. Vrouwtjes van deze twee soorten zijn zeer lastig te onderscheiden.
Habitat: Bij allerlei stilstaande wateren, vooral op de zandgronden en in de duinen.
Tijdens het fotograferen van de ei afzettende Libellen zie ik een Bruine juffer landen op een geknakte stengel. Een juffersoort -van de Familie pantserjuffers (Lestidae)- die ik niet vaak zie:
Bruine winterjuffer (Sympecma fusca)
De volwassen juffers komen in het najaar uit, om de winter op allerlei beschutte plekken door te brengen. Als de vleugels over het achterlichaam in rust samengevouwen worden, ligt het pterostigma in de voorvleugel veel verder naar achter dan in de achtervleugel: een kenmerk van winterjuffers. Verschilt van de Noordse winterjuffer door het ontbreken van een uitstulping aan de onderzijde van de donkere rugstreep.
Habitat: Bij stilstaande wateren met dichte oeverbegroeiing van bijvoorbeeld riet en lisdodde. De eitjes worden afgezet in drijvende dode plantenresten.
Zoals de naam al zegt ‘Winterjuffer’ zijn ze bekend onder de Libellenliefhebbers dat deze soort ook ’s Winters is te vinden op bevroren pollen van de biezen. Het insect heeft extra ‘anti’ vries in zijn smalle fragile lijfje zo dat het insect niet bevriest. Gelijkende soorten: Noordse winterjuffer en vrouwtjes Watersnuffel (bruine vorm).
Tot volgende week, in het nieuwe seizoen ZOMER, en gaan we weer op zoek naar de:
volgende nieuwe ‘natuurontdekkingen’ in de Natuurtuin ‘De Robbert’
kom gerust op zaterdag eens langs
(De Natuur gaat zijn eigen gang en staat niet stil)
Met ‘gevederde’ groet, Will van Berkel.
NATUURJAAR 2021- 23, Zomer in Natuurtuin De Robbert
Vandaag: Klimatologische lente!, de lente van 2021, Grote keizerlibel - larvenhuidjes, KNNV Libellenschoolkrant en Libellen vliegtijdenschema.
Zaterdag (2021-06-05), Is het nu zomer of lente?
Is het op 1 juni zomer of lente? Wat is het verschil tussen de meteorologische zomer en de astronomische zomer? In dit artikel kom je te weten waarom de zomer op verschillende momenten begint.
Voor weerkundigen begint de zomer op 1 juni. De meteorologische seizoenen zijn zo gekozen, omdat het gebruik van hele maanden makkelijker is voor de statistiek. Hierbij zijn de koudste maanden (december, januari en februari) en de warmste maanden (juni, juli en augustus) samengevoegd.
Op 1 juni begint de meteorologische zomer en die duurt tot en met 31 augustus. (Bron: weeronline.nl)
Lente 2021 was opvallend koud en nat
De lente van 2021 was koud en nat, maar had toch iets meer zonuren dan gebruikelijk. De gemiddelde temperatuur komt in De Bilt uit op 8,1 graden tegen 9,9 graden normaal. Vooral de maanden april en mei waren koud en de combinatie van die twee maanden komt op een 4e plaats op de lijst van koudste vergelijkbare perioden sinds 1901, na 1941, 1902 en 1938. Opvallend was dat het in alle drie de maanden ergens in het land nog tot sneeuw kwam, in april zelfs op 10 dagen. Ook mei kende nog 3 dagen waarop het ergens in het land sneeuwde en dat is sinds de jaren ’80 niet gebeurd. (Bron: weer.nl)
Slootdiertjes schepsessies
Nu de buitentemperatuur oploopt vliegen de Libellen en Juffers weer boven de poelen in de Natuurtuin. Tijdens de slootdiertjes schepsessies -speciaal georganiseerd voor de scholen en de IVN-jeugdgroep- en die succes vol verlopen zijn. Werden door de jonge onderzoekers larven huidjes gevonden tussen de rietstengels en grassen. Heb uitgezocht isw met de libellenmonitoring site van welke libel dit larvenhuidje was. Door foto’s te maken van het achtergebleven huidje is de naam op de kenmerken bepaald: Grote keizerlibel (Anax imperator).
De grote keizerlibel (Anax imperator)
Is een echte libel (Anisoptera) uit de familie van de glazenmakers (Aeshnidae). Het is een zeer grote en opvallende libel die algemeen voorkomt. De soort is zeer mobiel en weet nieuwe leefgebieden snel te bereiken.
De grote keizerlibel is de grootste vertegenwoordiger van de glazenmakerfamilie. Het is in België en Nederland na de zeer zeldzame gewone bronlibel (Cordulegaster boltonii) de grootste libel. De lichaamslengte van volwassen dieren ligt tussen 64 en 84 millimeter. Ook de larve is groot tot zeer groot (45–59 mm), met een lang halsvormig ingesnoerd prementum en ovaalvormige ogen met een licht gebogen achterrand.
Libellen info
Kwam tijdens het zoeken op het web naar informatie over Libellen dit KNNV-krantje tegen. Neem een kijkje- in de Libellenschoolkrant.
Klik op de Link: https://knnv.nl/wp-content/uploads/2021/02/libellenschoolkrant_0.pdf
Ook een handig overzicht -wanneer vliegen ze? is het vliegtijden libellenschema van ca. 50 soorten verdeeld over de (zomer) maanden april – oktober.