logo natuurtuin

juli 2021

NATUURJAAR 2021- 30, Zomer in Natuurtuin De Robbert

Vandaag: Wapendrager rupsen, Nieuwe podcasts, Geweizwam en bes etende Boomklever.

Zaterdag (2021-07-31), Morgen is het 01 augustus de  oogstmaand, de maand waarin van oudsher geoogst wordt.

Vanochtend tijdens de vogeltelronde loop ik richting het Berken- Eikenbosje kijk omhoog en zie dat de eikenbladeren zijn aangevreten door rupsen. Dan valt mijn blik op een geel/zwart trosje van ca. 15 rupsen. Ze zijn behaard en hebben zwarte ‘stiksels’ over de lengte richting van hun rupsenlichaam. Dan zie ik het gele v-tekentje op de voorzijde van het zwarte koppie, het is de Wapendrager Phalera bucephala (Linnaeus, 1758).

Zo blijk maar weer in elke eikenboom zitten niet altijd eikenprocessierupsen. De vlinder in rust lijkt de wapendrager op een afgebroken berkentakje. Een pracht van een onopvallende dag vermomming voor een nachtvlinder.

Wapendrager rupsen foto Will van Berkel
Wapendrager vlinder lijkt op takje foto Will van Berkel
Wapendrager vlinder lijkt op takje foto Will van Berkel

Vliegtijd en gedrag

Eind april-begin augustus in één generatie. De vlinders kunnen overdag rustend worden waargenomen op een takje of op de grond. Ze komen op licht, meestal na middernacht.

Levenscyclus

Rups: juli-september. Na het uitkomen van de grote eilegsels blijven de rupsen aanvankelijk bijeen en foerageren ze in groepen, zowel overdag als ´s nachts; de volgroeide rupsen leven solitair en worden vaak gezien als ze over de grond kruipen op zoek naar een plaats om zich te verpoppen. De soort overwintert als pop in een holte in de grond.

Waardplanten

Diverse loofbomen en struiken, waaronder wilg, berk, eik, linde en hazelaar.

Habitat

Open bossen, struwelen en tuinen, met een voorkeur voor kleine bosjes en solitaire bomen op zonnige plaatsen.

Podcasts

Onlangs zijn nieuwe Podcast verschenen met verrassende onderwerpen om naar te luisteren. De eerste twee zijn uitgebracht door Vogelbescherming. Dwaalgasten; Arjan Dwarshuis gaat op stap het veld in met een bekende vogelaar en Podcast Uitgevogeld; Vogels in het Natuurbiotoop o.a. Kneu, Ooievaar, Karekiet voor de beginnende vogelaar.

Dionacast; gaat miljoenen jaren terug opzoek naar de dinosauriërs in zijn leefwereld. Je fantasie en beeldend denkvermogen wordt aangesproken in de tijdvakken van Jura en Krijt. De Jura is een periode in de geologie (en een systeem in de stratigrafie) die duurde van ongeveer 201,3 tot 145,0 miljoen jaar geleden (Ma). De Jura is de tweede en middelste periode van de era Mesozoïcum. Ze volgt op het Trias en wordt opgevolgd door het Krijt. Ook men ze je mee naar de toenmalige plantenwereld met coniferen en varens.

logo dwaalgasten podcast
logo dwaalgasten podcast
logo uitgevogeld podcast
logo uitgevogeld podcast
logo dinocast podcast
logo dinocast podcast

Met de nieuwste podcasts van Vogelbescherming de zomer door!

Vogels kijken doe je deze zomer met je oren! Vogelbescherming Nederland lanceert daarom twee nieuwe podcast-series. Uitgevogeld is de serie van acteur Quincy van Driesten, waarin hij op zoek gaat naar het verhaal achter de naam van de vogel. Vogelaar Arjan Dwarshuis gaat in Dwaalgasten met bekende Nederlanders op zoek naar bijzondere vogelsoorten. De podcasts zijn te beluisteren via de website van Vogelbescherming Nederland, Spotify en Apple Podcast.

Klik op de weblink:

https://www.vogelbescherming.nl/actueel/bericht/met-de-nieuwste-podcasts-van-vogelbescherming-de-zomer-door

Dinocast - de dinosauriër

Maarten van Rossem en Gijs Rademaker geven je een nieuw beeld van dinosauriërs! Elke week worden er nieuwe dino's opgegraven en wordt er razendsnel méér bekend over deze dieren. In Dinocast bezoeken Maarten en Gijs de grootste dino-musea en dino-kenners van Nederland en België en stellen ze alle vragen die ze kunnen bedenken.We bespreken gepantserde planteneters als Stegosaurus en Triceratops, slimme vleeseters als Tyrannosaurus rex of Velociraptor en langnekken zoals Diplodocus.

Klik op de weblink:

https://podcastluisteren.nl/pod/DinoCast-de-dinosaurier-podcast-met-Maarten-van-Rossem-en-Gijs-Rademaker

Geweizwam

Geweizwam Xylaria hypoxylon , houtskool achtige silhouetten?

Gisterenmorgen tijdens de vogeltelronde zag ik deze geweizwammetjes. In de late herfst zie je deze schimmels met grijs getakte geweikronen. De grijze sporen, kleuren ‘poederd’ de geweizwam grijs/wit. Het hele jaar door kun je deze grillige vormen vinden op dood rottend hout. Het is een algemene soort, maar voor mij (geen paddenstoel kenner) toch een verrassende vondst die vragen oproept.

Geweizwam Xylaria hypoxylon foto Will van Berkel
Geweizwam Xylaria hypoxylon foto Will van Berkel

Schimmels Wetenschappelijke naam: Xylaria hypoxylon

De geweizwam is een grillig gevormde zakjeszwam uit de familie Xylariaceae. Hij komt voor op dode takken, houtsnippers en stronken van loofbomen.

Zie voor interessante info, eveneens over de verspreiding van het geweizwammetje, klik op de weblink:

https://www.verspreidingsatlas.nl/0713030

wilde lijsterbes ( Sorbus aucuparia)
Gewone vogelkers, Prunus padus

Boomklever

Boomklever, Sitta europaea Linnaeus, 1758 een handige vogel met bessen.

Op dit moment wanneer je door de Natuurtuin wandelt valt het op dat de lijsterbes weer voor extra kleur zorgt door de dracht van trossen rode bessen. Ook aan de vogelsoorten die je nu kunt waarnemen -in de Natuurtuin rondom de struiken- merk je dat er volop gefoerageerd wordt. Opvetten nu alvast, voor de lange vliegreis straks naar het zuiden. Niet alleen is de Lijsterbes maar ook de Vogelkers is intrek. Vanmorgen zag ik de ‘handige’ Boomklever bezig met het verorberen van een bes. Hij vloog naar de stam van een Els, prikte de rijpe donkere bes tussen de boomschors, en begon op de pit te hakken. Even later pikte hij het vruchtvlees uit de harde pit op en at het op. Toch wel een hulp zo’n ‘schors’ bankschroef.

Klik op de weblink, voor nog meer info over de Boomklever:

https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/boomklever

afbeelding Boomklever op kopje
Boomklever (Sitta europaea)

FIJNE VAKANTIE

Tot volgende week, in het seizoen ZOMER, dan gaan we weer samen op zoek naar de:

volgende nieuwe ‘natuurontdekkingen’ in de Natuurtuin ‘De Robbert’

kom gerust op zaterdag eens langs (De Natuur gaat zijn eigen gang en staat niet stil)

Met ‘gevederde’ groet, Will van Berkel.

NATUURJAAR 2021- 29, Zomer in Natuurtuin De Robbert

hooiberg
hooiberg foto Will van Berkel

Vandaag: Hooimaand, Donkerbruine mierwants, Alpenwatersalamander larve, WiLL’s Vakantie Natuurverhaal 2021, en Gierzwaluw op weg naar Afrika.

Zaterdag (2021-07-24), Het is Mid-Zomer -juli is Hooimaand- de maand waarin van oudsher het hooien plaatsvindt. Stan met zijn team was er vroeg bij, afgelopen weken het hooien is gedaan. De Vakantie voor het zuiden van NL, begon dit weekend. Heb daarom een speciaal vakantieverhaal geplaatst, voor de lezers van de Natuurtuin. Heeft u nu ook een natuurbelevenis in deze vakantieweken meegemaakt? Laat het ons weten, schrijf het op en maak een verslag(je), dan plaatsen we dat op onze website. Enkele suggesties bijvoorbeeld: Grootste vangst tijdens het waterdiertjesscheppen, of een onverwachte vangst / ontdekking aan zee, Wandeling in een nieuw Natuurgebied, Vogels kijken in het park de Bundertjes. Vlindersoorten in de tuin etcetra, stuur het verslag in via het contactformulier op de pagina contact.

Donkerbruine mierwants Pilophorus clavatus

Donkerbruine mierwants

Vanmorgen -even voor sluitingstijd- ving ik deze nieuwe wantsensoort de:

Donkerbruine mierwants Pilophorus clavatus (Linnaeus, 1767)

Familie Miridae - blindwantsen: een opvallende eigenschap van blindwantsen is het ontbreken van puntogen (ocelli), waarvan veel wantsen (niet alle) er twee of drie op de kop hebben (vandaar de naam blindwants voor de Miridae).

Onderfamilie Phylinae. Tribus Pilophorini. Genus Pilophorus. De nimfen van dit genus lijken op mieren. Ook de volwassen wantsen lijken daar enigszins op. Langwerpig van vorm met een taille en het achterste deel van het lichaam is breder. Over het lichaam lopen witte dwarslijnen, die gevormd worden door witte schubachtige haren.

Herkenning - Pilophorusclavatus:

  • 3,9-5 mm , Langvleugelig (macropteer).
  • Bruine antennes. Antennesegment 2 bij de top iets verdikt en donker. Segment 3 en 4 zijn donker maar bij de basis wit. (bij 4 smal).
  • Kop, halsschild (pronotum) en schildje (scutellum) zijn zwart. Het schildje met twee witte lengtestrepen en een witte punt.
  • Een zwartebruine tot zwarte wants met bruin op de voorvleugels en met witte dwarslijnen en fijne haartjes.
  • Over de donkerebruine of bruine voorvleugels loopt voorbij het midden over het corium (hoornachtig deel v.d. voorvleugel) en clavus (smal driehoekig vlak tussen schildje en hoornachtig deel v.d. voorvleugel) een witte dwarslijn, die op de clavus iets verspringt. Vooraan op het corium ook een witte dwarslijn, die stopt bij de clavus. Over de cuneus (uiteinde van het hoornachtig deel v.d. voorvleugel) ook een witte dwarslijn. Het membraan (vliezig deel v.d voorvleugel) is donker.
  • Bruine poten. Achterdij donker.

Voorkomen: in Nederland algemeen. Palearctisch: Europa, Azie tot in het Verre Oosten. Na versleping in Noord-Amerika (Kerzhner & Josifov 1999, Aukema et al. 2013).

Biotoop: op loofbomen in bossen, houtwallen, tuinen en parken.

Ontwikkeling: de volwassen wantsen worden waargenomen van midden juni tot in oktober. Eén generatie per jaar. Overwintering: als ei.

Voedsel: zoofytofaag. Loofbomen als berk Betula sp., eik Quercus sp., els Alnus sp., hazelaar Corylus avellana, linde Tilia sp., populier Populus sp., ribes Ribes sp., wilg Salix sp. en houtige Rosaceae. Incidenteel op naaldbomen. Vooral bladluizen (Aphidoidea).

Waterdiertjes scheppen

Laatste morgen Waterdiertjes scheppen, de schoolbezoeken zitten erop.

Afgelopen donderdag morgen tijdens het Waterdiertjes scheppen, leverde nog een leuke waarneming op. Twee kinderen kwamen naar me toe en vroegen welke Salamandersoort zit in het watercuvet? Gelijk herkende ik ook het diertje niet. Thuis de larve op de foto opgezocht, blijkt het een;

Alpenwatersalamander Ichthyosaura alpestris foto Will van Berkel
Alpenwatersalamander Ichthyosaura alpestris foto Will van Berkel
Alpenwatersalamander Ichthyosaura alpestris foto RAVON
Alpenwatersalamander Ichthyosaura alpestris foto RAVON

Kijk op de RAVON zoekkaarten en bestudeer de amfibieën:

https://www.tuintelling.nl/downloads/herkenningskaart_-_amfibieen1.pdf

https://www.tuintelling.nl/downloads/Herkenningskaart_larven.pdf

WiLL’s (VAKANTIE) NATUURVERHAAL

Nu met de Vakantie in het verschiet - veel vrije dagen - is het dé tijd om veel te lezen?. Mijn Natuurverhaal inzending deel ik met u. Fijne Vakantie toegewenst, met veel nieuwe kijk- en natuurbelevenissen, WiLL

Het is September van het jaar 2013. Vakantie is al voorbij. Blik nog even terug naar augustus i.v.m. de oproep van Vroege Vogels de eilanden verhalenwedstrijd. Aanleiding is het boek 'Eilanden' van de schrijver Albert Beintema, die de lezer meeneemt naar negentig eilanden. Het -onderstaande- ingezonden eilandverhaal, staat nog op de harde schijf van mijn computer. Leest u mee ?

TUINRESERVAAT VIJVERHOEK, “EILAND” NATUURVERHAAL SPEELT ZICH HIER ONDER AF.

vijver

Beland op een onbewoond ei, ei, eiland…., in mijn tuinreservaat. (Foto: Will van Berkel)

Op de foto; de tuinvijver in het tuinreservaat, de inspiratie bron voor het schrijven van het fictie verhaal. Tevens beeldvormend - de omgeving - waar het verhaal zich afspeelt. Veel lees plezier.

Datum. 04 augustus 2013, auteur: Will van Berkel, Lieshout, Soort verhaal: Fictie

Het is zondagmorgen een zonnige dag en de temperatuur loopt op. Kom tot rust op mijn vakantieadres. Een natuurcamping gelegen in het zuidoostelijk deel van de provincie Groningen, gelegen in het dal van de Ruiten Aa. Een landschap met een variatie aan groenkleuren, van zowel loof- en naaldbomen, riet langs de oevers en veel overhoekjes met kruiden en wilde bloemen. Even verderop links van me in de open ruimte een groepje oude Lijsterbesbomen, met oranje kleurende bessen, waarvan al een boom met een stam doorsnede van 20 cm is omgevallen door de zware last van overweldigende bessendracht. Op de achtergrond hoor ik zingende vogels. Enkele bijzondere soorten zijn: een ratelende Grote lijster die voedsel zoekt voor zijn jongen, een paartje Buizerd met twee bedelende jongen, die je de gehele dag hoort roepen. Voor het ultieme Franse zomerse gevoel, enkele Wielewalen die gisteren morgen hoog boven in de boomtop zaten, boven m’n caravan luid roepend en zingend, dudeljo, dudeljo klonk het!. Zacht hoorbaar is het afstervende gillend geluid van een jong biggetje, wat wordt voortgebracht door een opschrikkende Waterral. Ook met de insecten zit het wel goed zie vele soorten: Juffers-, Libellen- en Vlinders. Gisteren de Bruine vuurvlinder kunnen aan “vinken” op de streeplijst. Gisterenavond laat, kwam een mede kampeerder naar me toe met de vraag; hé WiLL er zit een grote vlinder onder de tentluifel weet jij welke soort het is? Later na enig speurwerk op het internet op de website:

www.vlindernet.nl kwam ik er achter. Een nachtvlinder uit de familie Sphingidae; de Populierenpijlstaart (Laothoe populi) een bruine pijlstaart met een spanwijdte van 70 tot 90 millimeter, een pracht beest. Voor me op de tafel een ligt een stapeltje vogelbladen die ik nu door een overvloed van tijd eens grondig kan door lezen. Rechts van de lectuur staat mijn laptop, via een wifi verbinding internet, afgestemd op radio 1 Vroege Vogels. Het is bijna na achten en de radio uitzending vanaf de rand van het Naarder meer begint. Even later hoor ik de oproep en uitdaging om een verhaal te schrijven over een eiland, belevingsverhalen zowel fictie als non-fictie is toegestaan. Dan ben ik in trance, m’n gedachten dwalen af naar mijn tuinreservaat en plots sta ik op het klinkerterras aangrenzend van mijn tuinvijver.  Midden in die ovale vijver met een afmeting van ca. 5.50m bij 3.50m ligt een klein eiland. Dan duizelig ik verder weg en val op het eiland tussen een plant met blauwe bloemen. De plant met vele kleurige bloemetjes, zes zacht blauwe lintblaadjes, geelhartje en een witte stervormige rand, de plant rijkt bijna 2.00m boven mij uit. Door mijn hoofd schiet (reuzen) Vergeet-mij-nietje (Myosotis). Dan klim en klauter ik over de plantstelen richting de rand van de modderige vijveroever.

Onderweg terwijl ik een weg zoek door dorre smalle platte scherpe bladeren, loop ik onder een plant door. Als ik omhoog kijk; schat wel zo’n zes meter hoog, zie ik verschillende bruin-zwarte ronde pluimen het lijken wel sigaren. Dan realiseer ik me dat het de Grote lisdodde (Typha) is. Een moerasplant uit het geslacht van de Lisdoddefamilie (Typhaceae). Opeens zie ik een reuzen insect landen boven op de donkere sigaren. Geel groenig van kleur met zwarte zijstreepjes, de grote vleugels staan haaks op het lichaam en ook zie ik een paar grote knikkerachtige ogen die samengesteld is uit zeskantige vlakjes. Plotseling zie ik een tweede exemplaar die bijna een poging doet om boven op het insect landen. Dan realiseer ik me dat het eerste insect het vrouwtje is en de andere het mannetje. Door de vluchtbewegingen van de vleugels die bijna als helikopterwieken rond gaan ontstaat er een luchtverplaatsing. Hou me stevig vast aan de platte bladeren met gele bloemen, die lijken op de Lisdodde. Grote zaaddozen gaan boven me heen en weer, en moet oppassen dat ze niet tegen m’n hoofd slaan. Ook het geluid van de rammelende zaden in de dozen kun je goed horen. Het is de Gele lis (Iris pseudacorus) een plant uit de Lissenfamilie (Iridaceae).

Bloedrode heidelibel (Sympetrum sanguineum) foto Will van Berkel
Bloedrode heidelibel (Sympetrum sanguineum) foto Will van Berkel

Bloedrode heidelibel

Daarna zie ik dat het rood gekleurde mannetje een Bloedrode heidelibel (Sympetrum sanguineum) is een libel uit de familie van de Korenbouten (Libelludae). Brut, in de tweede landingsvlucht poging zie ik dat het libellenvrouwtje met grof geweld als ware met een tang achter de kop gegrepen wordt. Als één tandem vliegen ze nu beide door het luchtruim richting de modderige oever. Ze landen op een rottende waterpantstengel, dan vind de paring plaats en worden de eitjes afgezet in het water.

Ben nu aangekomen bij de oever en sta langs de waterlijn. Kijk nu het water in en zie een grote glazen klok. Het lijkt wel een duikersklok, zo groot van afmeting.

Waterspin (Argyroneta aquatica)
Waterspin (Argyroneta aquatica)

Waterspin

De Waterspin (Argyroneta aquatica), ook wel duikerspin of duikerklokspin is een spin uit de familie Cybaeidae. De Waterspin maakt een web onderwater zo wordt de luchtklok geconstrueerd. Doormiddel en gebruik van zijn behaarde poten kan hij lucht vervoeren en opslaan onderwater in het web. Tussen de werkzaamheden onderwater door, gebruikt de spin lucht uit de duikersklok, maar brengt ook verse zuurstofrijke lucht terug in de duikersklok.

Iets verderop onderwater zie ik de larve van een schietmot bouwend met steentjes en slakjes aan een kokertje. Kokerjuffers maken als larve een kokertje, deze wordt door de larve meegesleept om het lichaam te beschermen. Als ik in de schaduw sta en naar het wateroppervlak kijk zie ik bijna onder de waterlijn donkerkleurige insecten zwemmen die op hun rug zwemmen. Zie dat de rugzijde van de insecten; crème wit-, oranje- en zwartkleurig zijn.

Bootsmannetje (Notonecta glauca)
Bootsmannetje (Notonecta glauca)

Bootsmannetjes

Het zijn de bewegelijke Bootsmannetjes (Notonecta glauca) ook wel ruggezwemmers genoemd, is een familie onder water levende insecten uit de orde van de wantsen. Er zijn meerdere soorten die sterk op elkaar lijken. Het gewoon bootsmannetje is het meest algemeen.

Het bont bootsmannetje komt op de tweede plaats. Behendig en veilig zwemmen ze, net aan het wateroppervlak. Door met hun donkere buikzijde boven te zwemmen, zijn ze minder opvallen voor eventuele belagers.

Klik op de weblink van Waterwereld: https://www.waterwereld.nu/ruggezwemmer.php

Kijk nu over de grote platte drijvende bladeren en langs de witte bloemen naar de overkant van het water. Daar land net een grote zwarte vogel met een oranje oogring- en snavel. De Merel (Turdus merula) een vogel uit de familie Lijsters (Turdidae). Bij deze hoge temperaturen is een bad in een tuinvijver een over heerlijke verkoeling. De waterdruppels vallen om me heen maar ook de bewegingen van de vogel geeft ook een deining van het water. De waterlelies golven heen en weer. Dan komt uit het niets door de lucht een middelgrote Groene kikker op een van de waterleliebladeren gesprongen. Gelijktijdig land op een witte bloem een groot insect. Deze normaal klein van formaat kikker; de Poelkikker of Kleine groene kikker (Pelophylax lessonae, is een kikker die behoort tot geslacht van de Groene kikkers (Pelophylax), nu ligt hij plat gedrukt tegen het blad. Rustig verzet hij zich, zijn bek in de richting van het gelande insect. Een uithaal volgt en in een vloeiende beweging zie ik de kikker met zijn lange tong het insect naar binnen werken. Dan is het weer rustig aan de waterkant. Op de achtergrond hoor ik kibbelende Huismussen een Vink fluiten. Kijk omhoog en zie aan de skyline langs scherende Gierzwaluwen, die niet tot de familie van zwaluwen behoren. De Gierzwaluw (Apus apus) is het enige lid van de familie der Apodidae dat in Nederland en België voorkomt. Er vliegen ook “gewone” zwaluwen, de Huis- en Boerenzwaluw, leuke kwebbelende vogels die per dag in de lucht vele aantallen insecten vangen. Terwijl ik omhoog kijk, komt er uit de lucht met grote snelheid loodrecht naar beneden een turquoise blauwe vogel met rode snavel richting de waterspiegel vliegen. Een plons en een helskabaal van opspattend water volgt, waterdruppels vliegen als kanonskogels op het water en langs me heen waarna een boeggolf volgt. Al achteruit lopend, me snel omdraaiend ren ik weg om de plonsgolf te ontwijken. Van afstand zie ik de vogel al vleugel wiekend, met een grote oranje kleurige vis boven uit het wateroppervlak komen. Het is de IJsvogel (Alcedo atthis) is een water minnende vogel uit de familie IJsvogels (Alcedinidae). Hij leeft van de kleine visjes die vangt -door een duik met hoge snelheid- in het water. Een tijdje geleden, het was laat in de herfst, kwam een collega naar me toe die mij vertelde “heb nu een tropische exotische uitziende vogel blauw van kleur in mijn voortuin. Weet alleen niet precies welke vogel het is. Heel tactisch, in verband met de naderende winter, het ijskoude jaargetijde die deze vogelsoort zijn naam geen eer aan doet, vroeg ik aan hem “heb je ook een vijvertje met Goudvis en –Winde aan de voorzijde van je woning”? Ja!, was zijn antwoord. Waarop ik kort reageerde met “ dan moet je die vogel de komende tijd koesteren”. Nu nog denkend aan zijn reactie en gezichtsuitdrukking, zag ik dat hij blij was met mijn advies. Maar nu is het de IJsvogel die nu al, mijn tuinvijver komt leeg vissen. Dan land de ijsvogel met de goudvis op een overhangende tak. Voordat de prooi naar binnen wordt gewerkt slaat de vogel de vis een paar keer met de kop op de tak. Opeens wordt ik abrupt aan mijn arm getrokken en ontwaak uit mijn vijvereiland droom. Besef dat ik nog in de tuinstoel zit op de groene camping. Waarop mijn vrouw tegen me zegt “zou jij niet eens de broodjes halen voor het ontbijt”!, het is al bijna tien uur. Op de achtergrond, bijna tegen het einde van de Vroege Vogels radio uitzending van 4 augustus 2013, hoor ik Janine nog net afkondigen en zeggen “nu nog eenmaal het zomerse geluid van de uit Frankrijk mee gelifte Kraakcicade” tot volgende week zondag.

Gierzwaluw Apus Apus
Gierzwaluw Apus Apus

Gierzwaluw

GIERZWALUW (100 dagen vogel) gaat weer richting overwinteringsgebied Afrika.

De gierzwaluw is een vogel uit de familie der gierzwaluwen, en het enige lid van die familie dat in Nederland en België voorkomt. De gierzwaluwen zijn zeer sterk op het leven in de lucht aangepast. Buiten de broedperiode houden ze zich verscheidene maanden lang hoogstwaarschijnlijk zonder onderbreking in de lucht op.

Zoals u wellicht weet is deze snelle vlieger die soms gierend boven en langs de huizenblokken vliegt, nog een week of twee te zien. Altijd in de lucht! Begin mei verschijnen de donkere, sikkelvormige silhouetten van de gierzwaluwen aan de hemel. Ze komen dan terug van hun winterverblijf in Afrika, ten zuiden van de evenaar. Na een tocht van 7000 kilometer arriveren de eerste vogels.

Eind juli -dan is het opeens stil- je hoort of ziet ze niet meer boven je woonwijk. Een jaar lang wachten weer op deze interessante beweeglijke vlieger, die alles doet vliegend, eten, paren en slapen. Ze komen alleen onder het dak of in een Gierzwaluwbroedkast voor het broedsel en grootbrengen van het nageslacht.l.

FIJNE VAKANTIE

Tot volgende week, we midden in het ZOMER seizoen , en gaan we weer op zoek naar de:

volgende nieuwe ‘natuurontdekkingen’ in de Natuurtuin ‘De Robbert’

Met ‘gevederde’ groet, Will van Berkel

NATUURJAAR 2021- 28, Zomer in de Natuurtuin De Robbert

Vandaag: Spannende bospaden, Pijlstaart opgestoten, Snorzweefvlieg in Haagwinde, Slijktor in de poel van de Natuurtuin. Op terugweg naar huis ontmoeting met een Weverboktor.

Zaterdag (2021-07-17), Het is zomer. Vanmorgen op weg naar de Natuurtuin, een stralende morgen. Niets wijst er meer op dat het de afgelopen dagen zo heftig was met het weer, extreme regenbuien lang achter elkaar met de rampzalige overstromingen in het zuiden van Nederland, Duitsland en België.

Ais ik de Natuurtuin binnen stap wijst er niets op dat het hier ook blank heeft gestaan. De drainerende grond, de bufferwerking van de bloemrijke graslandjes, de opslag capaciteit van de Natuurlijke poelen en afvoer sloten zorgen er voor dat het regenwater in een dag verdwenen is. De looppaden zijn weer goed beloopbaar en de ‘groene petischalen’ en dieper gelegen graslandjes staan nog blank.

bosrand bij elzenbosje
bosrand bij elzenbosje foto Will van Berkel

‘spannende’ beloopbare bospaden

Tijdens de vogeltelling loop ik over de ‘spannende’ beloopbare bospaden die kronkelen door de Natuurtuin en om elke hoek een verassend beeld laten zien. Deze morgen ook geen nieuwe vogelsoorten gezien tijdens de telronde. Wel, dat je merkt dat er vele jonge vogelsoorten foerageren in de boomtoppen die herbergen en gevuld zijn met vele eetbare insectensoorten. Als je even stil staat en lijkt zie je -beweging en het zoekgeluid- tussen de bladeren. Kool- en Pimpelmezen, Zwartkoppen, Staartmezen en ook de Boomklevers hoor en zie je weer. Roepend en kloppend op dikkere dode takken en de loszittend schors zoeken tussen het los zittende schors, insecten moeten we hebben! In groene longen verdeeld over de Natuurtuin zitten en foerageren verschillende vogelsoorten families. Door de wekelijkse tellingen zien we dit gedrag.

Pijlstaart opgestoten

Deze morgen worden allerlei klussen uitgevoerd aan looppaden, bijhouden van het groen. Rinus, Wil en Stan pakken deze werkzaamheden op zelf ga ik opzoek naar insecten die nu zitten te zonnen op de schone helder groene afgespoelde bladeren. Terwijl Rinus is gestart met het graafwerk zie ik dat er uit de gras- en kruiden begroeiing een groot insect word opgestoten. Volg de schim en zie het landen in een kruiden bosje. Voorzichtig schuif ik de stengeltjes die zitten voor het weggekropen insect opzij en zie dat het een pijlstaart is, maar welke?

De pijlstaarten zijn een familie van motten in de superfamilie Bombycoidea. De meeste pijlstaarten zijn grote vlinders die 's nachts vliegen; de kleinere soorten vliegen meestal overdag. Over de hele wereld zijn ruim duizend soorten bekend. Pijlstaarten zijn vooral soortenrijk in de tropen.

De familie van de pijlstaarten omvat wereldwijd ruim 1460 soorten, waarvan het grootste deel in de tropen leeft. In Nederland komen 18 soorten voor, waarvan de meeste als standvlinder en enkele als trekvlinder. Van de trekvlinders die zich hier voortplanten zijn de meeste niet in staat om hier te overwinteren. Waarnemingen in het vroege voorjaar duiden er op dat bepaalde soorten soms wel in staat zijn om zachte winters te overleven. Van enkele waargenomen pijlstaarten is de herkomst twijfelachtig; waarschijnlijk betreft dit exemplaren die mee zijn gekomen zijn met fruit-, groente- of plantentransporten.

Pijlstaarten zijn indrukwekkende, middelgrote tot grote, vaak opvallend gekleurde nachtvlinders. Een aantal behoort zowel vanwege de vleugellengte als vanwege de lichaamsgrootte tot de grootste nachtvlindersoorten die in Nederland voorkomen. De vlucht kenmerkt zich door grote snelheid en wendbaarheid. Met uitzondering van de dagactieve soorten komen de meeste pijlstaarten geregeld op licht. Ook kunnen ze overdag soms rustend worden aangetroffen; meestal betreft dit verse exemplaren. Drinkende soorten kunnen worden aangetroffen op de bloemen van nectarplanten, waarheen ze regelmatig terugkeren. Sommige pijlstaarten hebben helder gekleurde achtervleugels die in rusthouding meestal niet zichtbaar zijn, maar bij verstoring plotseling worden getoond om predatoren af te schrikken. (Bron: Vlinderstichting)

Groot avondrood Deilephila elpenor Foto: Will van Berkel
Groot avondrood Deilephila elpenor Foto: Will van Berkel
Groot avondrood Deilephila elpenor Foto: Will van Berkel
Groot avondrood Deilephila elpenor Foto: Will van Berkel

Kenmerken

Spanwijdte vleugels 45-60 mm, mei-augustus. Voorvleugellengte: 28-33 mm. Goed herkenbaar aan de roze met olijfgroene voorvleugel met enkele strakke diagonale lijnen en de roze met zwarte achtervleugel. Op het olijfgroene borststuk bevindt zich een tamelijk scherp afgetekend rozerood lijnenpatroon dat zich voortzet in een lengtestreep over het achterlijf. Er is geen verschil tussen het mannetje en het vrouwtje en er is weinig variatie in kleur en tekening.

Als we bijgekomen zijn -van deze mag wel zeggen opvallende kleurrijke verschijning- van de grote pijlstaart vlinder, zie ik in een bloem van een Haagwinde Convolvulus sepium is een vaste plant die behoort tot de windefamilie. In Nederland wordt de haagwinde ook wel pispotje genoemd naar de vorm van de bloem. Een Vlaamse bijnaam is onze-lieve-vrouwe-glazeke.

Een algemeen in ons land voorkomende soort, die je vooral aantreft al klimmend in en over andere plantensoorten is de Haagwinde, Convolvulus sepium, met grote opvallende witte trompetvormige bloemen. Het windend gedrag van de stengels van Haagwinde zorgt ervoor dat ze ook in struweel en loofbos randen tot drie meter hoog kan reiken. Dat is een eigenschap van deze soort die ze gemeen heeft met onze Bosrank en echte liaan. Enkel op de hooggelegen droge zandgronden, bijvoorbeeld op de Veluwe, de Brabantse Kempen en Drenthe, ontbreekt de soort, maar verder vind je ze vrijwel overal. (Bron: Flora van Nederland)

Snorzweefvlieg Episyrphus balteatus foto Will van Berkel
Snorzweefvlieg Episyrphus balteatus foto Will van Berkel

Snorzweefvlieg

De opvallende Snorzweefvlieg Episyrphus balteatus (De Geer, 1776) zitten.

De algemeenste zweefvlieg van Nederland. Vooral in de zomer is de soort vaak zeer talrijk op allerlei bloemen te vinden.

Snorretjes: De snorzweefvlieg dankt zijn naam aan de smalle, zwarte bandjes tussen de oranje banden op zijn achterlijf: deze bandjes hebben de vorm van snorretjes (model Zorro). Het is de algemeenste zweefvlieg van Nederland. Vooral in de zomer zitten de bloemen soms vol met snorzweefvliegen. Een heel gewone soort dus, maar met heel bijzondere eigenschappen.

Slijktor Rhantus suturalis foto Will van Berkel
Slijktor Rhantus suturalis foto Will van Berkel

Slijktor

Wanneer wij bezig zij met werkzaamheden en ontdekkingen komen de eerste bezoeker de tuin binnenlopen. Een jongen met zijn ouders heeft de smaak te pakken gekregen van het waterdiertjes scheppen. Samen komen ze nu scheppen -enthousiast door de ervaringsverhalen- en nieuwsgierig wat zal de vangst vandaag zijn? Vlak daarna komt een vader met zijn twee dochters de tuin binnen lopen nog nooit binnen geweest maar benieuwd hoe de Natuur in de tuin is. Ook wijzen we erop dat er geschept wordt opzoek naar waterdiertjes die even in de poel bij de brug. Als ik later ga lijken in de verzamelbak zie ik een grote (roof)kever zwemmen. Als ik het diertje bekijk lijkt het wel alsof het goudenvleugels heeft. Het is een:

Slijktor Rhantus suturalis (MacLeay, 1825) komt het hele jaar door voor in stilstaande wateren, ook deze die regelmatig volledig uitdrogen.

De kever meet tot 13 mm. Het is een roofkever met zwarte puntjes op de dekschilden. Hij voedt zich met dierlijk voedsel, zoals muggenlarven.  

Weer een nieuwe Roofkeversoort en een aanvulling op de soortenlijst van de Natuurtuin de Robbert gevonden/gevangen door een leerling die een morgen kwam scheppen. Bedankt voor de nieuwe Roofkeversoort. Later kijk zoek ik naar een verspreidingskaartje van deze Roofkever. Wat opvalt is de noordelijke verspreiding in Europa en Japan en de zuidelijke verspreiding onder de evenaar Australië en Nieuw-Zeeland is een land in het zuidwesten van de Grote Oceaan. Het bestaat uit twee grote eilanden en aantal kleinere eilanden.

wereldwijde verspreiding Slijktor
wereldwijde verspreiding Slijktor

Weverboktor op het rijwielpad

Tegen twaalven geeft Stan aan dat we gaan opruimen. De onderzoek morgen is alweer voorbij. Even later sluiten we het tuinhek van de Natuurtuin. Als ik bijna bij het fietsbruggetje ben bij de Zuid-Willemsvaart -kruis ik op het rijwielpad- mijn richting samen met een:

Weverboktor Lamia texto foto Will van Berkel
Weverboktor Lamia texto foto Will van Berkel
Weverboktor Lamia texto foto Will van Berkel
Weverboktor Lamia texto foto Will van Berkel

Herkenning: Grote tot zeer grote (14-32 mm), plompe, zwarte tot zwartbruine boktor. Halsschild met zeer duidelijke zijdoorn. Sprieten middellang; 1e sprietlid aan het uiteinde met een uitstulping; 3e sprietlid smaller maar ongeveer even langs als het 1e. Monochamus -soorten hebben een tenminste deels behaarde schildje, langere sprieten waarvan het 3e lid veel langer is dan het 1e; Prionus coriarius heeft drie zijdoorns aan het halsschild en sterk gezaagde sprieten; Spondylis buprestoides heeft veel kortere sprieten en opvallend vooruitstekende kaken; Stictoleptura scutellata heeft een behaard schildje en geen zijdoorn aan het halsschild.

Voorkomen Vrij zeldzaam. Recent met name in het rivierengebied. Ook op Vlieland waar ze waarschijnlijk geimporteerd zijn want deze boktor kan niet vliegen.

Biotoop Hoofdzakelijk op de bodem langs oevers in grienden en opgespoten terreinen bij wilg en/of populier.

Vliegtijd April-augustus. Vooral nachtactief. (bron: Nederlands Soortenregister)

Pas geleden tijdens een wandeling in ‘De Grote Peel’ kruisde mijn weg ook al met een Weverboktor. Maar dat dit grote insect in het Natuurgebied van de ‘Bundertjes’ zit wist ik niet, tot vandaag. Blij met de natuurwaarnemingen van deze morgen vervolg ik mijn weg -fiets ik vrolijk door- blijf genieten van de Natuur.

Tot volgende week, in het seizoen ZOMER, dan gaan we weer samen op zoek naar de:

volgende nieuwe ‘natuurontdekkingen’ in de Natuurtuin ‘De Robbert’

kom gerust op zaterdag eens langs (De Natuur gaat zijn eigen gang en staat niet stil)

Met ‘gevederde’ groet, Will van Berkel.

NATUURJAAR 2021- 27, Zomer in Natuurtuin De Robbert

Vandaag: Juveniele Grote bonte specht, Natuursafari insectentocht, Wantsen zoeken op het dak en Bevestiging van nieuwe vogelsoort in de Natuurtuin.

Zaterdag (2021-07-10), Het is zomer. Vanmorgen een zomerse start van de dag. Een morgen met vele verassingen tijdens de Insecten-safari door de Natuurtuin. Bezoekers komen naar de Natuurtuin om waterdiertjes te scheppen en een dol enthousiaste natuurliefhebster die een vogelsoort meldt die zij dit voorjaar heeft gezien in de ‘groene’ omgeving van de Natuurtuin.

De 1e vogeltelling start vanaf het fietsbruggetje -richting de wijk- nabij de Zuid Willemsvaart. Verschillende zangvogelsoorten met jongen kunnen noteren. Daarna de telling in de Natuurtuin. Ook daar vele jonge vogelsoorten kunnen aanvinken in de Atlas Life App. De volgende generatie komt er aan. Door de hele tuin zie je jonge vogels een eigen plekje opzoeken om aan te sterken en levens ervaringen te trainen. Zelfstandig voedsel zoeken, vliegkunsten oefenen ect.

jonge Grote bonte specht (Dendrocopos major)
jonge Grote bonte specht (Dendrocopos major)

Zag tijdens de rondgang een Grote bonte specht met 2 jongen, Vier jonge Roodborsten nabij de werkschuur en drie Jonge Zwartkoppen die nog gevoerd werden door hun ouders. Mooi om te zien en te volgen al dat jonge grut.

Grote bonte specht

Grote Bonte Specht Dendrocopos major (Linnaeus, 1758) Juveniel.

De grote bonte specht is een vogel die tot de familie spechten behoort. Het is een talrijke en wijdverbreide standvogel in een groot deel van het Palearctisch gebied. Hier broedt hij in bossen en allerlei cultuurlandschappen. De grote bonte specht zoekt zijn voedsel in vrijwel alle vegetatielagen. De jonge juveniele vogel heeft een rood petje op in deze periode, dat later verdwijnt naar de achterzijde van de kop. Tijdens dit eerste verenkleed lijkt de juveniele vogel in een oogwenk op de Middelste bonte specht, dus goed opletten tijdens het vogelen.

NATUURSAFARI

insecten zoektocht die eindigt op de het dak van de ‘Kale Jonker’.

Als Rinus het overtollige riet weg knipt -voor de begaanbaarheid van het voetpad, langs de natuurlijke poel- zoeken we ter gelijke tijd naar insecten die overal verscholen zitten. We zien te veel soorten om op te noemen o.a. ; Aziatisch vier-stip lieveheersbeestje dat in copula is met een veel stippeling.

Aziatische lieveheersbeestje (Harmonia axyridis)
Aziatische lieveheersbeestje (Harmonia axyridis) foto Will van Berkel

Aziatisch lieveheersbeestje

Aziatisch lieveheersbeestje Harmonia axyridis (Pallas, 1773) Foto: Will van Berkel

Het Aziatisch lieveheersbeestje is een kever uit de familie lieveheersbeestjes. De kever werd als biologische bestrijding van bladluizen ingevoerd in België. Deze invasieve soort blijkt naast bladluizen zich ook tegoed te doen aan de larven van kevers zoals die van andere lieveheersbeestjes. Vele kleur variëteiten met verschillende aantallen stippen zijn te vinden in de tuin. (Bron: Wikipedia)

Bruine molmboorder (Harpella forficella)
Bruine molmboorder (Harpella forficella) foto Will van Berkel

Bruine molmboorder

Bruine molmboorder Harpella forficella (Scopoli, 1763) Foto: Will van Berkel

De bruine molmboorder (Harpella forficella) is een nachtvlinder uit de familie van de sikkelmotten (Oecophoridae). De rups van de bruine molmboorder leeft van dood hout van allerlei bomen en van de kogelhoutskoolzwam. De soort overwintert als rups. De bruine molmboorder is in Nederland en in België een algemene soort op de zandgronden. De vliegtijd is van juni tot in september. (Bron: Wikipedia)

Groene rietcicade (Cicadella viridis)
Groene rietcicade (Cicadella viridis)

Groene rietcicade

Groene rietcicade Cicadella viridis (Linnaeus, 1758) Foto: Will van Berkel

Een Groene rietcicade Cicadella viridis De ogen zitten aan de zijkant van de kop en de achterste poten zijn sterk gestekeld. Vooraan de kop is een gelige uitstulping te zien waaronder de monddelen zitten. Het is een van de weinige insecten waarbij de mannetjes en vrouwtjes een andere kleur hebben; vrouwtjes hebben grasgroene dekvleugels, die van mannetjes zijn blauwgroen tot blauwzwart. De voorzijde van de kop, de poten en de buik hebben een gele kleur. De groene cicade kan goed springen en ook ver wegvliegen na een sprong.

Heidelibel onbekend Sympetrum spec. Foto: Will van Berkel
Heidelibel onbekend Sympetrum spec. Foto: Will van Berkel
Heidelibel onbekend Sympetrum spec. Foto: Will van Berkel
Heidelibel onbekend Sympetrum spec. Foto: Will van Berkel

Wanneer Rinus bezig is met het knipwerk vind hij tussen het riet nog een larvenhuidje van een Heidelibel. Een andere soort is gevonden dan tijdens het waterdiertjesscheppen die door de leerlingen van verschillende scholen zijn gezien. Dat waren larvenhuidjes van de Grote keizerlibel zie het onderzoek verslag van Zaterdag (2021-06-05).

Aan het einde van de insecten safari in de Natuurtuin ga ik nog even het dak op van de werkschuur ‘De Kale Jonker’ zoeken tussen de Sedum vetplantjes naar kleine wantsen. Ze leven in het biotoop van de groene dakbedekking. In het voorjaar van 2020 zijn deze plantjes hergebruikt -verhuist van de oude bijenstal- naar het dak van de werkschuur.

sedumdak container
sedumdak container

Zoekend tussen de bloeiende plantjes en kale gronddelen neem ik wat sediment en doe het tijdelijk even in een ‘witte slootjesbak’ dan even wachten. Kijkend in de uitzoekbak let ik goed op of er kleine insectjes van enkel millimeters groot bewegen. Dan zie ik de twee onderstaande kleine onbekende wantsen. Heb deze vangst gemeld bij de wantsenonderzoeken van Eis. Welke soort het is ? we wachten af. Er zijn verschillende soorten Moswantsen die leven in dit biotoop.

Moswants onbekend Drymus spec. foto Will van Berkel
Moswants onbekend Drymus spec. foto Will van Berkel
Moswants onbekend Drymus spec. foto Will van Berkel
Moswants onbekend Drymus spec. foto Will van Berkel

Moswants

Moswants onbekend Drymus spec. Fieber, 1860 Foto: Will van Berkel

Familie Lygaeidae - bodemwantsen: leven vooral van zaden (niet alle soorten) die op de grond liggen. Vaak zijn ze wat somber gekleurd; grijs, zwart en bruintinten. Een uitzondering is de kleurige ridderwants uit de subfamilie Lygaeinae. Er zijn in Nederland tien subfamilies. Henry (1997) heeft een indeling gemaakt, waarin de familie verheven is tot de superfamilie Lygaeidea en veel subfamilies tot families. Die indeling wordt vooral in Amerika veel gebruikt.

Onderfamilie Rhyparochrominae - rookwantsen.

Tribus Drymini. Genus Drymus - moswants. Wantsen uit het genus Drymus zijn moeilijk uit elkaar te houden. Het zijn donkerbruine tot zwarte bodemwantsen, die op de bodem een vrij verborgen leven leiden, waardoor niet alles bekend is. D. brunneus en D. sylvaticus zijn het algemeenst.

Bruine moswantsDrymus brunneus 3,6-5,4 mm. Bruine tot zwartbruine antennes, laatste segment vaak met een lichtbruin bovenste deel. De bruine voorvleugels zijn in het midden opvallend breed.


Brede moswants Drymus latus: 4,8-5,9 mm. Van de bruine voorvleugels heeft het bruine membraan (doorzichtig deel) een lichtbruin, smal, schuinstaand vlekje.

HaarsprietmoswantsDrymus pilicornis: 2,3-3,8 mm. Samen met Drymus pumilio het kleinst. De antennes zijn zwart en behaard.

Dwergmoswants Drymus pumilio: 2,4-3 mm. Samen met Drymus pilicornis het kleinst. Weinig gegevens over opvallende kenmerken.

Ryes moswants -Drymus ryeii: 3,6-4,7 mm. Lijkt veel op Drymus sylvaticus. De voorvleugels zijn meestal donkerbruin tot zwart, maar soms lichtergekleurd. Het membraan is zwartachtig. Vochtige, beschaduwde gebieden (vooral loofbossen).

Heidemoswants Drymus sylvaticus: 3,6-4,7 mm. Lijkt veel op Drymus ryeii. De voorvleugels zijn geelbruin met hier en daar donkere vlekken. Het membraan is bruinachtig. Drogere, meer open gebieden (vaak begroeid met heide).

Bronnen: Aukema, B. & D.J. Hermes - Verspreidingsatlas Nederlandse wantsen (Hemiptera: Heteroptera) Deel IV: Pentatomomorpha I (Aradidae, Lygaeidae, Piesmatidae, Berytidae en Pyrrhocoridae).

Rode halsbandwants Deraeocoris ruber Foto: Will van Berkel
Rode halsbandwants Deraeocoris ruber Foto: Will van Berkel

Rode halsbandwants

Rode halsbandwants Deraeocoris ruber (Linnaeus, 1758) Foto: Will van Berkel

Als ik thuis ben en de foto’s bekijk zie tot mijn verrassing op deze foto op het rietblad drie kleine grafische getekende jonge wantsenlarven zitten. Dit is voor mij ook een bijvangst die ik op dat moment van deze opname niet gezien heb.

De Natuur blijft je en ook mij verrassen, elke week opnieuw.

Tijdens de insectensafari komt tussendoor een mevrouw naar me toe. Zij is begaan met de Natuur om haar heen en in haar leefomgeving. Regelmatig wandelt ze langs de Natuurtuin vertelde ze me. Ook dat ze de zwart gele- (man) en groene- (vrouw) vogel gehoord en gezien had, zitten in de hoge bomen aangrenzende bomenrijen. Frons mijn wenkbrauw, tijdens en onder ons gesprek over de zeldzame broedvogel. Ondertussen zoek ik in mijn mobiel een opgenomen zang bestand. Zonder haar er op attent te maken start ik het zangfragment. Gelijk roept ze “dat is het, het zanggeluid dat ik hier onlangs bij de Natuurtuin gehoord het”. Na deze interactie kunnen we een WIELEWAAL toevoegen aan de vogelsoortenlijst van de Natuurtuin de Robbert. Het hele voorjaar tot heden zijn we attent welke vogelsoorten zien en horen we in en rondom de Natuurtuin. Maar dit natuurlijk ook een goede bijzondere waarneming die ons vanmorgen is verteld door een oplettende vogelaar ster.

Wielewaal (Oriolus oriolus))
Wielewaal (Oriolus oriolus))

Wielewaal

Wielewaal Oriolus oriolus (Linnaeus, 1758)

De kans om een wielewaal te zien is niet groot. En dat is jammer want de vogel heeft een prachtig verenkleed. Het mannetje is opvallend helder geel met zwarte vleugels. Het vrouwtje en de jongen hebben een minder sprekende, geelgroene kleur. De vogel heeft een verborgen leefwijze en vertoeft meestal hoog in de kruinen van loofbossen en parken met oude bomen, meestal in de nabijheid van water. De wielewaal is zo groot als een merel, maar dan wat slanker. Opvallend is het vliegbeeld, de vogel vliegt met lange golven en gaat zitten na een opwaartse boog. Hij vertoont zich zelden, maar zijn opvallende zang verraadt zijn aanwezigheid zonder twijfel. De zang van de wielewaal doet onmiskenbaar tropisch aan, een luid jodelend 'fu-didelioh'.

De morgen was zo om, mede door alle Natuurontdekkingen; Safari insectenonderzoek, fotograferen en gesprekken met bezoekers en collega’s over wat er leeft in de ‘Groen’ Natuurtuin.

Blijf genieten tot volgende week, in het seizoen ZOMER, dan gaan we weer samen op zoek naar de:

volgende nieuwe ‘natuurontdekkingen’ in de Natuurtuin ‘De Robbert’

kom gerust op zaterdag eens langs (De Natuur gaat zijn eigen gang en staat niet stil)

Met ‘gevederde’ groet, Will van Berkel.

NATUURJAAR 2021- 26, Zomer in Natuurtuin De Robbert

Vandaag: Dagvlinders dikkopjes, Nieuw Hazelaarbleekpoot, Waterroofkevers in de poelen van de Natuurtuin, de Tuinvlindertelling 2021 gestart.

Maandag (2021-07-03), Het is zomer. Vandaag de dag begon in de Natuurtuin, vochtig klam en later brak de zon door. De vlindertelling landelijk is gestart. Voer ze in de soortenlijst dagvlinders in. Kan ze gelijk invoeren in de Atlasvogeltelling App. Koevinkje, Klein koolwitje, Bruin zandoogje waren de eerste vinders op de lijst. Later op de morgen -toen werd het warmer- zag ik nog een Zwartspriet (Thymelicus lineola) of Geelsprietdikkopje (Thymelicus sylvestris) zat op een Braamblad te zonnen. Deze twee kleine vlindersoorten lijken sterk op elkaar. Puzzelen in het veld is al een klus met deze vlug vliegere kleine vlindersoort. Dus nu, vergelijk en zoek de verschillen 😉

Geelsprietdikkopje (Thymelicus sylvestris)
Geelsprietdikkopje (Thymelicus sylvestris)
Zwartsprietdikkopje (Thymelicus lineola)
Zwartsprietdikkopje (Thymelicus lineola)

geelsprietdikkopje

Het geelsprietdikkopje (Thymelicus sylvestris) is een dagvlinder uit de familie Hesperiidae, de dikkopjes. De vleugel varieert in lengte tussen de 12 en 15 millimeter.

Het geelsprietdikkopje heet naar een van de kenmerkende verschillen met het zwartsprietdikkopje, dat de onderkant van de sprietknop bij het geelsprietdikkopje geel of geelbruin is, en bij het zwartsprietdikkopje zwart. De kleur kan soms echter toch behoorlijk zwartbruin zijn. Andere van het zwartsprietdikkopje onderscheidende kenmerken zijn de tweekleurige onderkant van de voorvleugels, en bij de mannetjes het niet parallel aan de aderen lopen van de geurstreep.

Het leefgebied van het geelsprietdikkopje beslaat heel Europa en vliegt van zeeniveau tot 1900 meter in berggebied. De vlinder geeft de voorkeur aan bloemrijke plaatsen met hoge grassen als leefgebied.

De vliegtijd is van mei tot en met augustus.

De waardplanten worden gevormd door diverse grassoorten.

zwartsprietdikkopje

Het zwartsprietdikkopje (Thymelicus lineola) is een dagvlinder uit de familie Hesperiidae, de dikkopjes.

Kenmerken: De vleugel varieert in lengte tussen de 12 en 14 millimeter en is aan de bovenkant oranje/bruin en aan de onderkant geel/bruin met lichte vlekken. Hij kan makkelijk verward worden met het geelsprietdikkopje.

Verspreiding en leefgebied: Het zwartsprietdikkopje is wijdverbreid in heel Europa, noordelijk Afrika, Azië en Noord-Amerika en komt voor op bloemrijke plaatsen en ruig grasland, zonnige wegbermen, meerjarig kruidenrijk grasland. De rups leeft op diverse grassoorten zoals kweek en witbol. In berggebied komen ze tot een hoogte van 2200 meter voor.

Vliegtijd: De vliegtijd is van mei tot en met augustus in één generatie. (Bron: Wikipedia)

Vanmorgen opzoek naar een nieuwe Wantsensoort in/rondom de Natuurtuin.

Na de koffie -na 11.00u- pak ik mijn klopnet en ga vandaag opzoek naar een wants die ik alleen van naam ken. Ben de soort nog nooit tegen gekomen al die jaren dat ik opzoek ben naar die kleine insecten, ook niet gezien in de natuurgebieden buiten de Natuurtuin. Eerst een paar vangstsessies langs de gebiedsranden van de tuin. Dat leverde al een aantal mooie soorten op. Dan probeer ik aan de bebouwing Oostzijde rand, de beplanting af te kloppen. Het zwart/witte Wantsje houdt namelijk van de Hazelaar Corylus avellana dat is hun waardplant. Nog even doorwerken, heb dan de gehele bosschage afgezocht. Even later -gezeten op een bankje- bekijk ik de vangst. Verschillende Muggen, Bijen en andere vlieg vlugge insecten schieten uit het net. Met voorzichtige bewegingen -kijk ik en zoek in het half geopend net- opzoek naar die ‘ene’ soort. Dan valt me een smal donkerkleurig langwerpig insect op met witte bleke poten. Als ik even later het diertje in een Petri schaaltje bekijk, is dat het juiste beestje van ca. 5 mm groot, waarnaar ik opzoek ben de:

Hazelaarbleekpoot Phylus coryli
Hazelaarbleekpoot Phylus coryli

Hazelaarbleekpoot

Hazelaarbleekpoot Phylus coryli (Linnaeus, 1758) (Foto: Will van Berkel)

Familie Miridae - blindwantsen: een opvallende eigenschap van blindwantsen is het ontbreken van puntogen (ocelli), waarvan veel wantsen (niet alle) er twee of drie op de kop hebben (vandaar de naam blindwants voor de Miridae).

Onderfamilie Phylinae. Tribus Phylini. Genus Phylus. Het genus Phylus wordt gevormd door langwerpige wantsen met een fijne lichtgekleurde beharing. Lichtgekleurde poten. De schenen zonder stippen en met lichtgekleurde stekels.

Herkenning - Phylus coryli :

  • 4,4-5,3 mm.

  • Langvleugelig (macropteer).

  • Witachtig gele antennes. Antennesegment 1 bij de basis bruin.

  • De wants is zwart, bruinachtig grijs of roodachtig van kleur. De kop, halsschild (pronotum), schildje (scutellum) en voorvleugels hebben dezelfde kleur. Alleen is de voorkant van het halsschild soms zwart. Het membraan (vliezig deel v.d. voorvleugels) is zwartachtig en langwerpig van vorm.

  • Witachtige of witachtig gele poten.

Voorkomen: in Nederland algemeen. Palearctisch: Europa, Azie: Midden-Oosten, Mongolie, Siberie. Na versleping in Noord-Amerika (Kerzhner & Josifov 1999, Aukema et al. 2013).

Biotoop: bosranden, houtwallen, parken en tuinen op hazelaar.

Ontwikkeling: de volwassen wantsen worden waargenomen van midden mei tot midden augustus. Eén generatie per jaar.

Overwintering: als ei.

Voedsel: zoofytofaag. Hazelaar Corylus avellana. Sap uit knoppen, jong blad en onrijpe vruchten en insecten als bladluizen (Aphidoidea) en bladvlooien (Psylloida).

Hazelaar corylus_avellana
Hazelaar corylus_avellana

Hazelaar

Hazelaar - Corylus avellana

In onze bossen, bosranden, struwelen en hagen is een van de opvallende struiken de Hazelaar, Corylus avellana. De struik valt in de winter al op door de bloeiende katjes. Het is de eerste plantensoort uit onze wilde flora die in het jaar begint te bloeien. Soms zelfs al voor de jaarwisseling. De eironde bladeren die in een spitse punt eindigen en een gezaagde bladrand hebben, komen pas na de bloei tot uitbotten. De hazelnoten worden niet alleen door mensen gegeten, maar vormen een belangrijke voedselbron in de winter voor een aantal soorten dieren.

(Bron: Flora van Nederland, Tek: Wilde planten.nl)

https://www.floravannederland.nl/planten/hazelaar/

waterbeestjes scheppen
waterbeestjes scheppen

Waterdiertjes scheppen

De afgelopen weken zijn vaak -op donderdag- voor de leerlingen van de lagere scholen de waterdiertjes schepdagen weer opgestart, natuuronderzoek praktijk in de Natuurtuin. Ook het jeugd IVN-Helmond kwam op zaterdag langs. Vele waterdiertjessoorten komen boven de waterspiegel en komen op een verzamellijst. Interessante insecten worden gefotografeerd en ingevoerd en later gevalideerd door de Bio-specialisten admins van de website: www.waarneming.nl

Zo leggen we de soorten ‘vast’ op datum en welke jaar ze leven in het ‘natte’ biotoop van de Natuurtuin. Door deze schepsessies is er een interessant groep van Roofkeversoorten aan het daglicht gekomen.

waterroofkevers

Waterroofkevers zijn verwant aan de loopkevers, maar geheel aan het waterleven aangepast. Kop enigszins verzonken in het borststuk, totale lichaamsomtrek langwerpig-afgerond en gestroomlijnd en van bovenaf gezien meestal elliptisch van vorm.

Voorkomen
In Nederland en België rond de 130 soorten.

Levenswijze
De kevers zwemmen met de achterpoten, waarvan de tarsleden zijn afgeplat en met zwemharen bezet. Zij worden synchroon naar achteren uitgeslagen, maar ze kunnen ze ook als roer gebruiken. Waterroofkevers en hun 
larven leven van andere waterdieren, waaronder soms ook visjes en kikkervisjes.

Regelmatig komen Roofwaterkevers in de schepnetjes boven de waterlijn. Waterroofkevers (Dytiscidae) zijn rovende kevers die volledig aan een waterleven zijn aangepast. De bekendste soort is de Geelgerande watertor (Dytiscus marginalis), maar er zijn ook nog andere soorten waterroofkevers. Ze vormen de grootste groep insecten die zowel het larvale als het volwassen stadium onder water doorbrengen. En net zoals planten ons meer vertellen over de status van een grasland, of loopkevers een goede aanwijzing vormen voor habitatstabiliteit, blijken waterroofkevers geschikte ecologische indicatoren voor waterkwaliteit.

Deze actieve rovers voeden zich met allerlei waterdiertjes, van watervlooien en muggenlarven tot jonge salamanders en kleine vissen. Ze zijn te vinden in vrijwel alle denkbare zoetwaterhabitats, van zure vennen tot kalkmoerassen en van snelstromende beken tot voedselrijke stilstaande wateren. Zelfs zeer tijdelijke habitats zoals ondergelopen pootafdrukken van vee, brakke plassen en ondergrondse wateren werden gekoloniseerd gedurende de evolutionaire wedloop.

poster Waterroofkevers
Waterroofkevers

Deze fotocollage is gemaakt door Jordy Houkes en Jelger Herder, vangsten van waterroofkevers in gemeente Wijchen, 17 soorten. (Bron: Natuur Wijchen) https://natuurenmilieuwijchen.nl/nmwij/

Waterroofkevers Soortenlijst Natuur Wijchen 2018_NTR
Waterroofkevers Soortenlijst Natuur Wijchen 2018_NTR
Waterroofkevers Natuurtuin
Waterroofkevers Natuurtuin

Later in het jaar gaan we alle Roofwaterkeversoorten op een rij zetten en maken we een overzicht. Alle leerlingen van de scholen bedankt voor jullie vangst bijdrage.

Blijf genieten tot volgende week, in het seizoen ZOMER, dan gaan we weer samen op zoek naar de:

volgende nieuwe ‘natuurontdekkingen’ in de Natuurtuin ‘De Robbert’

kom gerust op zaterdag eens langs (De Natuur gaat zijn eigen gang en staat niet stil)

Met ‘gevederde’ groet, Will van Berkel.