Onderzoeksnieuws februari 2022

NATUURJAAR 2022-09, Winter in Natuurtuin De Robbert

Vandaag: In de Wintermaand, Will’s Vogelverhaal, de Tjiftjaf, Reactie op Hoefdier prenten in Natuurtuin, Citroenvlinder voorjaarsbode vliegt, Broedareaal: van de Cetti’s Zanger, Start Beleef de lente 2022 en QUOTE van de week.

Zaterdag (2022-02-26), Rond zeven uur sta ik op, het is al licht. Als ik mijn spullen bijeen pak en door het dakvenster naar buiten kijk is de achtergebleven waterfilm van de buien van vannacht bevroren in een groot boeket ijsbloemen. Het heeft goed gevroren -2C en op sommige plaatsen zelfs -4C. Trek een extra laagje fleece over mijn trui aan en ga op pad. Onderweg hoor ik de voorjaar zang van vele vroege vogelsoorten. Stan is al aanwezig en gaat foto’s maken van de bevroren tuin. Ook in de Natuurtuin is de vogelzang van vele soorten te horen. Luister goed en herken de soorten, tik ze aan op het scherm, en ze komen in de LiveAtlas App.

Ondergelopen bevroren graslandje (Foto: Will van Berkel)

Tegen tienen als Wil ook gearriveerd is en we even discussiëren over de gang van zaken in de wereld valt een klein bewegelijk groen/bruin vogeltje op die tussen de drie Mezen zit. Pak mijn vogelkijker erbij en zie de vogel, zoekend en regelmatig pikkend naar kleine insectjes. Zijn foerageergedrag in de kale kruin van een boom; dan weer vallend en steeds weer een stukje hoger opschuivend naar de top. Het is een vroege Afrika ganger, net teruggekeerd de Tjiftjaf.

Herkenning: De tjiftjaf is een klein zangertje. Zonder al te veel echt opvallende kenmerken. Een deel van de populatie trekt in de winter naar het zuiden. Een ander, steeds groter wordend deel, overwintert hier in West-Europa.

Tjiftjaffen lijken sterk op Fitissen. Er zijn echter wel een aantal verschillen. Allereerst zijn in het voorjaar de mannetjes makkelijk uit elkaar te houden op grond van hun zang. Een tjiftjaf zingt min of meer zijn eigen naam (hoewel het vaak eerder een tjaftjif is, dan een tjiftjaf); een fitis heeft een beetje een aflopend riedeltje dat hoog begint en laag eindigt. Beide geluiden zijn hier op de site bij de soortoverzichten te beluisteren.

Tjiftjaf, Phylloscopus collybita foto Will van Berkel

Will’s Vogelverhaal, de Tjiftjaf.

Gesteund door allerlei moderne opnameapparatuur wordt tegenwoordig met gemak de zang opgenomen. Mijn gedachten gaan terug naar de uitzendingen van “Weer of geen weer” gepresenteerd door Bert Garthoff. In het begin van de jaren 70 was het Europees natuurbeschermingsjaar. Gevolg daarvan was dat de radiouitzending een jaar lang begon met de “Vogel van de Week”. Het jaar erop werd de vogelrubriek tot “Zondagsvogel” omgedoopt. Met een cassetterecorder nam ik diverse vogelverhalen op, en ter gelijke tijd ook de vogelzang van de “weekvogel”. Het leuke is dat de behandelde vogels van beide jaren in boekvorm is verschenen. Nu bladerend op dit moment in het boek “Vogel van de week” geïllustreerd met houtgravures van Thomas Bewick, lees ik op pagina 13, 1 Zanglijster. Het stukje begint met “In het prilste jaarbegin is de zanglijster al tot jubel bereid”.Net als vanmorgen toen de zanglijster als eerste werd behandeld begint ook nu de uitzending met zijn uitbundige hard dragende mooie voorjaarszang. Aqua onderwerp lijkt het alsof er geen tijd tussen zit, alleen de huidige communicatiemiddelen helpen ons nu op de computer, dat gelijktijdig tijdens het lezen ook de zang is te horen en die is nog steeds ‘tweelettergrepig’ en de hele dag door te horen.

Herkenning van hoefdierprenten;

Prenten van ree kan je in bijna heel Nederland aantreffen en ook die van wild zwijn vinden we steeds vaker buiten de bekende leefgebieden. Wanneer je iets vindt is het dus belangrijk om goed te kijken en te weten waar je op moet letten. Prenten van hoefdieren hebben allen duidelijke kenmerken.

Reactie op Hoefdier prenten in Natuurtuin

Naar aanleiding van het vorige week geplaatst bericht - “Hoefdier prenten’’ in de Natuurtuin- kwamen er via Face boek diersporen 11 reacties op. Uit de reacties blijkt dat de meningen nogal verdeeld zijn van wie de hoefprint afdruk is; Ree of Wild zwijn?

(Foto; Will van Berkel).
screenshot facebookgroep
screenshot facebookgroep

De oplossing

De evenhoevigen zijn een groep dieren die op de tenen drie en vier lopen (onze middel- en ringvinger). Tenen twee en vijf (onze wijsvinger en pink) staan hoger op het been en zijn de bijhoeven. Deze kunnen onder bepaalde omstandigheden afdrukken. Daar waar de ondergrond erg zacht is bijvoorbeeld en de hoeven diep genoeg wegzakken. Soms zie je bijhoeven als het dier een flinke sprong maakt of juist heeft geland.

De bijhoeven van een zwijn staan hoog op het been. Onze ervaring is dat deze vaker niet afdrukken dan wel. Zelfs in het zand. Als een edelhert of ree een sprong maakt, drukken de bijhoeven vaak af. Maar daarmee kan niet de determinatie ‘wild zwijn’ gemaakt worden. Het is dus noodzakelijk te kijken naar andere kenmerken zoals de morfologie, paslengte en de gang (wijze van voortbewegen), dan alleen naar de aan- of afwezigheid van bijhoeven alleen. (Bron: Diersporengids.nl)

Ree, geland na een sprong, de voorpoot heeft bijhoeven afgedrukt, bijhoef achter hoefafdruk.
Wild zwijn, duidelijke dubbelprent, bijhoeven staan duidelijk buiten hoefafdruk.
verspreiding Wild zwijn

De voorjaarsboden vliegen, de eerste vlinderdag?

Woensdagmorgen schijnt de zon uitbundig, na dagen van storm en veel regen. Dan zie ik rechts van mijn een vlinder vliegen dansend op de wind. Zie dat het een Dagpauwoog is …. Even later als ik thuis ben kijk ik door het venster de tuin in. Zie mijn eerste Citroenvlinder rondvliegen in de tuin. Het lijkt wel op afspraak, als ik -de waarnemingen erop na kijk- precies een jaar geleden, zag ik ook een Citroenvlinder alleen op een andere plaats.

Wat is uw eerste vlinder?

24-FEB-2022 - Gisteren, 23 februari was het raak! De vlinders vlogen. Het is ieder jaar weer een feest: de eerste dagvlinder die je door je tuin of door de straat ziet vliegen. Maar wanneer zien we eigenlijk die eerste vlinder? En welke soort is dat dan? De kans is het grootst dat het een van de soorten is die als vlinder overwinteren, want die kunnen snel reageren als het lekker weer wordt. (Bron: Natura Today - De Vlinderstichting)

Dit kaartje laat zien de 128 waarnemingen van de citroenvlinder (147 ex.), op d.d.23-02-2022,
Citroenvlinder Gonepteryx rhamni

Lees het gehele artikel, Klik op de link:

https://www.naturetoday.com/intl/nl/nature-reports/message/?utm_source=newsletter&utm_medium=e-mail&utm_campaign=user-mailing&msg=28821

Cetti’s Zanger

Deze van oorsprong mediterrane vogelsoort is genoemd naar de Italiaanse wiskundige, natuuronderzoeker en auteur Fr Francesco Cetti (1726-1778/of-1780).

Betekenis wetenschappelijke naam: Cetti. Aldus naar de Italiaanse jezuïet Francesco Cetti, die onder meer een standaardwerk over de natuurlijke historie van Sardinië schreef. Het geluid van deze vogel lijkt wat op de klank “cetti”, waardoor sommigen de naam als klanknabootsing ervaren. De vogelnaam wordt ook vermeld als Cetti’s Zanger. De soort heeft zich vanuit Frankrijk via België (1962) in noordelijke richting uitgebreid en werd in Nederland voor het eerst in 1968 gesignaleerd. (Bron; Nederlandse vogelnamen).

Kleine bruine vogeltjes, deze week:

De Cetti’s zanger behoort tot de lastige groep van kleine bruine vogeltjes die nauwelijks uit elkaar te houden zijn. Visueel wordt deze uitdaging vrijwel niet geboden, want dit beestje zie je bijna nooit. Het houdt zich verborgen in het Riet of struikgewas en dan nog laag bij de grond. Herkenning is volledig afhankelijk van zijn luide zang.

Sylvia (geslacht) Orde: Passeriformes (Zangvogels), Familie: Sylviidae (Grasmussen) Biologie vogels; Sylvia is een geslacht van vogels uit de familie zangers van de Oude Wereld (Sylviidae). Het geslacht Sylvia bestaat sinds de herziening uit 8 soorten o.a. Braamsluiper, Grasmus en Zwartkop.

Leefwijze: De meeste soorten leven in bossen en dichte struiken, sommige soorten zijn tuin- en parkvogels zoals de zwartkop. De zang is vaak luidruchtig maar zeer typisch voor de soort, zodat ze elkaar kunnen herkennen.

De Cetti’s Zanger is een middelgrote roodbruine struikzanger met brede vaak omhooggehouden staart. Lijkt op een grote Winterkoning. Door verborgen levenswijze moeilijk waar te nemen. Vlucht rechtlijnig en snorrend. De zang is zeer luid en onmiskenbaar en bestaat uit een plotselinge uitbarsting van galmende klanken. Als je deze zang eenmaal hebt gehoord, vergeet je die nooit meer!

Cetti’s Zanger, Cettia cetti

Broedvogel van dichte vaak duidelijk begrensde vegetatie nabij water, moerassen en rietvelden. Standvogel van Zuid-Europa, maar breidt zich steeds meer uit naar Westen Noord-Europa. Broedt in Nederland al met meer dan driehonderd broedparen in de Biesbosch, maar ook in Zeeland en in het Zwanenwater in Noord-Holland. De soort is wintergevoelig. De Nederlandse vogels overwinteren in het Middellandse Zeegebied. Verspreiding en leefgebied Vogels die voorkomen in de gematigde klimaatgebieden zijn trekvogels die veel zuidelijker overwinteren. (Bron; M.M.A. Boer. (2016). De Nederlandse vogelfamilies).

Uitbreiding van zijn broedareaal: De Cetti’s Zanger is een relatieve nieuwkomer, die Nederland laatste decennia heeft verrast met twee kolonisatiegolven. De eerste waarneming is in 1968; het eerste bewezen broedgeval in 1974. In topjaar 1978 worden ongeveer 70 territoria vastgesteld, waarvan 20-25 in de Biesbosch en 30 in Zeeuws-Vlaanderen (Teixeira 1979, de Jong 2018). Door een reeks van strenge winters blijft er in de jaren daarna van de populatie weinig over. Pas vanaf 2000 keert de Cetti’s Zanger langzaam weer als broedvogel terug. Daarna groeit de populatie exponentieel tot 1050-1250 territoria in 2016, met de Biesbosch als kerngebied (Boele et al. 2018). Het verspreidingsgebied groeit, met name in de wijde omgeving van de Biesbosch. (Bron; Sovon)

Maar de laatste jaren worden ook nieuwe delen van het land bereikt. De Cetti’s zanger verspreid zich de laatste jaren over Nederland richting het Oosten. Gebruik makend van de groene route, via rietzomen en vegetatie die langs waterwegen, kanalen en beken staan. De eerste Cetti’s zanger werd opgemerkt in april 2018 in het Brabantse Zuidoostelijke deel. Begin 2022 de eerste registratie van de soort in het telgebied van de Bundertjes.

Meer info over de Cetti’s zanger, klik op de link;

https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/cetti-s-zanger

Cetti's zanger

Vandaag start Beleef de Lente:

De komende maanden is het weer smullen geblazen met de broedvogels van Beleef de Lente. Bijna twee miljoen mensen volgen jaarlijks het wel en wee van de bosuil, de ooievaar, de slechtvalk en de andere vogels. De camera’s gaan zondag aan tijdens de uitzending. En er gebeurt al genoeg. Zo is bij de bosuil al een ei gelegd en zijn de merelmannetjes met elkaar aan het vechten om het vrouwtje te veroveren.

https://www.vogelbescherming.nl/beleefdelente

poster beleef de lente
logo vredesduif

QUOTE van de week:

We gaan weer naar het voorjaar toe

Natuur ontwaakt

We gaan kijken naar de groene knoppen

Natuurontwikkelingen zijn niet te stoppen,

Maar de oorlog wel!

Kom ook eens op zaterdagmorgen naar de Natuurtuin -dan kunnen we samen Op zoek naar natuurfenomenen in de Natuurtuin.

Tot volgende week, we zitten midden in het WINTER seizoen van het Nieuwejaar 2022, dan gaan we ook weer opzoek naar: Nieuwe ‘natuurontdekkingen’ in de Natuurtuin ‘De Robbert’.

Met ‘gevederde’ groet, Will van Berkel.

NATUURJAAR 2022-08, Winter in de Natuurtuin De Robbert

Vandaag: In de Wintermaand, Dag na storm Eunice, Hoefdier prenten in Natuurtuin,

Zaterdag (2022-02-19), De day after na de storm Eunice als ik op weg ben naar de Natuurtuin. Voel me net een Olympiër al fietsend -slalommend tussen de uitgewaaide takken en doodhout door- dat ligt op het fietspad. De gevolgen van veel gevallen regen deze week, met name de laatste paar dagen is te zien. Rondlopend vanmorgen door de Natuurtuin -met name de Oostelijke zijde- bij het berkenbosje, staat het wandelpad onderwater. Diverse delen van de natuurlijke plantenvakken staan onderwater. De oppervalakte van de drie poelen in de tuin is toegenomen, ze zijn bijna tot de rand toe gevuld, maar door de overlaatgebiedjes verdeelt het regenwater zich over een groot deel in de lage delen. Tijdens de vogeltelling kom ik op het wandelpad hoefprenten tegen van een Ree of ??

laaggelegen graslandjes februari 2022 met veel water
laaggelegen graslandjes februari 2022

Herkenning van hoefdierprenten

Prenten van ree kan je in bijna heel Nederland aantreffen en ook die van wild zwijn vinden we steeds vaker buiten de bekende leefgebieden. Wanneer je iets vindt is het dus belangrijk om goed te kijken en te weten waar je op moet letten. Prenten van hoefdieren hebben allen duidelijke kenmerken. Maar een getekend silhouet in een sporenboekje ziet er toch net even iets anders uit dan een prent in het veld. Hieronder de eerste hoefafdruk Ree of ?? en Ree.

Hoefprent afdruk; Ree of ?? foto Will van Berkel
Hoefprent afdruk; Ree of ?? foto Will van Berkel
Ree prent foto Will van Berkel
Ree prent foto Will van Berkel

Tijdens het verblijf in de tuin postte ik de foto’s van de hoefafdrukken op Facebook Diersporengroep. Niet veel later komen er reacties binnen -op de eerste foto- de eerste reactie is van Ap; Wildzwijn. De tweede is van Sapato; Ree voorpoot denk ik. Afgezet/ of galop en daardoor bijhoeven zichtbaar. De derde reactie Ludwig; Wild zwijn. Tussendoor kwam nog een vraag; zitten er wel zwijnen op deze locatie? Natuurlijk hebben we binnen ons tuinteam ook gediscussieerd tijdens de koffie over de hoefafdrukken. Onze conclusie is, tweede foto; duidelijk REE. Maar na overleg sluiten we ons aan bij de opmerking Sapato; Ree voorpoot ect.

Prenten van ree zijn maximaal 4,5 centimeter in lengte en verreweg het kleinst van de vier hier behandelde hoefdieren. Ze ogen vaak smal en spits. De bijhoeven drukken meestal niet af. Als de bijhoeven wel afdrukken kan de prent verward worden met die van wild zwijn, vooral van de biggen daarvan. Een belangrijk kenmerk van reeënprenten is dat de bijhoeven nooit breder zijn dan de voorhoeven. Paslengte bij stap is zo'n vijftig centimeter.

Deze prenten vanmorgen gezien roepen bij ons natuurlijk gelijk vragen op -wanneer je zo’n hoefafdruk ziet foto 1- die afwijkt van de hoefprenten die je regelmatig aantreft van de aanwezige Reeën in de Natuurtuin. Eens kan het toch een eerste nieuwe soort zijn, tenslotte duiken Wilde zwijnen overal op. Maar nu zit ik toch nog met een vraag. Heb de foto’s geplaatst op waarneming en die geeft de volgende opmerking: NIA-beeldherkenning is helaas niet zeker: de eerste voorspelling Edelhert - Cervus elaphus (21.5%). Wie van de drie? Wordt vervolgd tot de volgende week 😉.

poster ARK over edelhert
poster ARK over edelhert

Jaarrond tuintelling.

Amper twee weken geleden was de Nationale Tuinvogeltelling een groot succes. Maar liefst 170.000 mensen de vogels in hun tuin of op het balkon. Dat toont eens temeer de groeiende interesse in vogels en de eigen tuin.

logo jaarrond tuintelling
logo jaarrond tuintellin
screenshot website tuintelling
screenshot website tuintelling

Tuinen beslaan een groot deel van Nederland. Maar wat er allemaal in leeft aan verschillende soorten vogels, vlinders, zoogdieren, amfibieën en insecten weten we nauwelijks! Met jouw hulp proberen we dat goed in beeld te krijgen. Als je denkt dat in tuinen alleen algemene planten en dieren voorkomen, dan heb je het mis. Maar ook van de gewone soorten weten we niet goed waar ze voorkomen. Daarom is het hard nodig om de natuur in tuinen beter in beeld te krijgen. 

Ook jouw tuin zit vol leven, geef het door!

https://www.tuintelling.nl/hoe-werkt-het

https://www.tuintelling.nl/hoe-werkt-het/onbekend

https://www.tuintelling.nl/tuinreservaten

Ook is het een leuk om te onderzoeken welke vogels zitten in de buurt van mijn tuin(reservaat). Overzichtskaartjes van Grote bonte specht en Goudhaan.

screenshot tuintelling Grote bonte specht
screenshot tuintelling Grote bonte specht
screenshot tuintelling Goudhaantje
screenshot tuintelling Goudhaantje

Kom ook eens op zaterdagmorgen naar de Natuurtuin -dan kunnen we samen op zoek naar natuurfenomenen in de Natuurtuin.

Tot volgende week, we zitten midden in het WINTER seizoen van het Nieuwejaar 2022, dan gaan we ook weer opzoek naar:

Nieuwe ‘natuurontdekkingen’ in de Natuurtuin ‘De Robbert’.

Met ‘gevederde’ groet, Will van Berkel.

NATUURJAAR 2022-07, Winter in Natuurtuin De Robbert

Vandaag: In de Wintermaand, voorjaar in de tuin?, Plaats een Nestkast, 10-tips, Stoepplantjes tussen de verharding en Kikkers ontwaken.

Zaterdag (2022-02-12), Een koude start -2 C wijst de thermometer aan vanmorgen, begin deze week kwam zelfs een +11 C voorbij. Vijftig jaar geleden was de gemiddelde temperatuur begin februari 1.9 C. Veel vogels hoorde ik deze morgen zingen; Zanglijster, een repeterende Vink die zijn ‘vinkenslag’ op kwaliteit wil krijgen en daardoor uitgekozen wordt door een vrouwtje.

Sinds 25 september hing er een Dagpauwoog aan het plafond in de werkschuur. De hele winter heeft de dagvlinder lekker kunnen overwinteren, maar vanmorgen was het plekje leeg, mede door de oplopende buiten temperatuur. Zag blauwe krokussen en Sneeuwklokjes in bloei staan in de groenstrook buiten de Natuurtuin. Ook de spechten zijn actief in de Natuurtuin met het uitzetten van hun territoria. Hoorde op de achtergrond de ‘lach’ van de Groene, de luide roffels op een dode tak geluid door de Grote bonte en -samen met Stan op telronde door de tuin- het bescheiden ‘naaimachine’ roffelgeluidje geproduceerd door de Kleine bonte specht. Ook verschillende mezensoorten paren bezoeken de oude- en onlangs opgehangen nestkasten.

Plaats een Nestkast, een broedseizoen vogel kijk en volg plezier.

Pimpelmees jong, op punt van uitvliegen uit de nestkast (Foto: Will van Berkel)
Pimpelmees jong, op punt van uitvliegen uit de nestkast (Foto: Will van Berkel)

Nu het voorjaar begint te ontwaken heb ik bouwtekeningen opgezocht voor het zelf maken van diverse nestkasten voor verschillende vogelsoorten. Met name de afmeting van de invlieg opening -diameter en vorm- is van belang. De vraag is -als je een nestkast zelf maakt- kies eens een andere invliegopening voor een andere vogelsoort. De meest gangbare nestkast die men ophangt is die voor een Koolmees.

 

poster nestkasten
poster nestkasten

10 Tips bij het ophangen van Nestkasten:

1-De ophanghoogte. hang het nestkastje op een hoogte tussen de 1,5 tot 3 meter. De invliegopening richting Zuid-Oost dit ivm de inslag van regen komt uit westelijke richting.

2-Het nestkastje dient u ieder jaar schoon te maken. Vogels gaan niet broeden in een nestkast met viezigheid van het broedseizoen daarvoor. Maak de nestkast dus grondig schoon met heet water en een borstel. Liever geen schoonmaakmiddelen (Schoonmaakazijn kan wel, daarna goed spoelen.

3-Broedende vogels zijn gevoelig voor verstoring, hang de nestkast daarom op een rustige plek

4-Bedwing u nieuwsgierigheid :ga niet te vroeg kijken in de nestkast. Doe dat pas als er gebroed wordt. Kijk niet meer dan 1 keer per week.

5-Let bij het ophangen van de nestkast goed op in welke richting de nestkast wordt gehangen, de vliegopening moet gericht te zijn op het oosten, noordoosten of noorden.

6-Helaas mislukken veel broedsels door het toedoen van katten. Hou hier rekening mee bij het ophangen van de nestkast.

7-Als u het nestkastje voor de winter ophangt is de kans groter dat de nestkast wordt ontdekt en gebruikt door de vogels.

8-Het kan erg warm worden in een nestkast vol met jonge vogels, hang de nestkast dus nooit op het zuiden in de volle zon.

9-Verschillende typen nestkasten dienen ca 3 meter van elkaar te worden opgehangen. Nestkasten die voor dezelfde vogelsoort zijn bestemd minimaal 10 meter van elkaar ophangen.

10-Vogels willen een aanvliegroute zonder obstakels. Zorg dus dat er geen takken en bladeren voor de vliegopening hangen. Winterkoning en Roodborst houden wel van wat beschutting voor het nestkastje.

Note: De Bonte vliegenvanger arriveert -vanuit zijn overwinteringsgebied- eind april in NL. De meeste nestkasten zijn dan al bezet door andere vogels meestal; Koolmees. Wil je een woning beschikbaar stellen voor de Bonte vliegenvanger? Sluit de invliegopening tijdelijk af van de geschikte nestkast tot ca. eind april.

Nestmateriaal; de vogels zoeken naar eigenkeuze zelf hun nestmateriaal. Koolmezen maken hun nest van mos en veertjes. Als je honden- of katten haar beschikbaar stelt voor nestbouw, komen ook de chemische anti vlooien middelen mee het nest in. De kleine jonge vogeltjes nemen via de kale zachte huid het middel op. Zij zijn niet bestand tegen deze afweermiddelen en sterven vroegtijdig in het nest.

Download de nestkastposter van Vogelbescherming:

https://www.vogelbescherming.nl/docs/3c16bde1-2669-4db2-8400-7f7409b8ebb4.pdf?_ga=2.58937828.859520420.1644734699-668821723.1624262115

Zelf een nestkast maken:

https://www.vogelbescherming.nl/in-mijn-tuin/nestkasten/zelf-een-nestkast-maken

Stoepplantjes herkennen? Doe mee, en leer de soorten.

Welke planten groeien er voor jouw deur? Dat willen wij graag weten! Stoepplantjes zijn namelijk ontzettend belangrijk. Ze koelen de stad, ze zorgen ervoor dat water sneller wegloopt als het regent, ze zijn goed voor schone lucht en belangrijk voor de natuur.

poster vier stoepplantjes
poster vier stoepplantjes
soorten kikkers en pad

Klik op de link:

https://www.verspreidingsatlas.nl/projecten/floron/stoepplantjes/

https://hortusleiden.nl/onderzoek/stoepplantjesonderzoek/stoepplantjes-herkennen/

Terwijl we deze morgen bezig zijn in de Natuurtuin zien we -in de vries kou- de eerste bruine kikker verkleumend op een gras pol zitten. Dankzij de vroegtijdige oplopende (buiten) temperaturen is de Bruine kikker uit zijn winterslaap gewekt in de Natuurtuin.

Kom ook eens op zaterdagmorgen naar de Natuurtuin -dan kunnen we samen opzoek naar natuurfenomenen in de Natuurtuin.

Tot volgende week, we zitten midden in het WINTER seizoen van het Nieuwejaar 2022, dan gaan we ook weer opzoek naar:

Nieuwe ‘natuurontdekkingen’ in de Natuurtuin ‘De Robbert’.

Met ‘gevederde’ groet, Will van Berkel.

NATUURJAAR 2022-06, Winter in Natuurtuin De Robbert

Vandaag: In de Wintermaand; Weer Januari, Natuurtuin Eekhoorns, Telresultaten Tuinvogeltelling 2022, Februari (1904) sprokkelmaand, Akkervogel reservaat, Patrijs in stoppels en de QUOTE v/d week.

Zaterdag (2022-02-05), Een nieuwe maand Februari, de sprokkelmaand. Hoe verliep de afgelopen maand? Januari was zacht en somber. De gemiddelde temperatuur in De Bilt was 5,3 °C tegen een langjarig gemiddelde van 3,6 °C. De Bilt lag 13 dagen onder een grijs wolkendek, op 3 dagen liet de zon zich helemaal nergens in het land zien.

De eerste dag van de maand, Nieuwjaarsdag, was meteen de warmste. In De Bilt werd het 13,2 °C en in Beek zelfs 15,1 °C. De laagste temperatuur werd bereikt op 11 januari op vliegbasis Twenthe: -4,9 °C.

Onderweg naar de Natuurtuin

Door het relatief zachte weer horen we de voorjaarsvogels nu al ’s morgens vroeg zingen. Zanglijster, Roodborst, fietspompje Koolmees en de zang virtuoos de Merel. Langs het fietspad staan grote groepen Sneeuwklokjes alweer in de knop. Hun witte knoppen wuiven gelijkmatig in de wind. Maar hoe was de vroege voorjaarsstart in 1904? Is er wat verandert in de Natuur, welke vogelsoorten namen toen het voortouw in de aanstormende Lente? Zou het gaan lukken -voor de Patrijs en de akkervogels- het realiseren van een aanpassend biotoop in de toekomst de Bundertjes. Waarom, je kunt het verderop lezen in dit NATUURJAAR 2022-06.

Als voor elf uur de buitentemperatuur wat is opgewarmd, en als ik na de vogeltelling nog een tweede rondje door de tuin loop, is er meer leven in de tuin. Zie enkele vogelsoorten die ik met de telling niet heb genoteerd en ook de aantallen zijn nu hoger. Wanneer we met koffie bij elkaar staan voor een overleg, hou ik automatische de omgeving in de gaten. Zie verschillende vogels uit en in de bladloze struiken en bomen vliegen. Tel elf Eksters in de populier normaal zie je er maar drie a vier bij elkaar. Een groepje van vier Groenlingen zit lekker verscholen in het zonnetje en op de achtergrond een Goudvink vrouwtje, smult van de vroege blad- en bloemknoppen.

Rode eekhoorn op vogelhuisje- foto Will van Berkel
Rode eekhoorn - foto Will van Berkel
Donkere rode eekhoorn op grasveld
donkere rode eekhoorn

Dan kruipt er wat bruins langs de stam van een Berk naar beneden - een roodbruine Eekhoorn – en zie nu een tweede die is donker, bruinrood een jong? Loop die richting op -iets dichterbij- de eerste vroege kennismaking van dit jaar met familie eekhoorn. Wanneer ik de vogelkijker hanteer voormeer zicht op de ‘donkere’, schuift er een derde Eekhoren door mijn beeld. Ze zijn levendig, lekker opgewarmd door de hogere voorjaarstemperatuur. Ik ben tevreden deze morgen met het gegeven tot dusver, drie Eekhorens levend en wel zijn in de Natuurtuin, en dat ze de winter zijn doorgekomen.

Uitslag tuinvogeltelling 2022 voor Helmond-Noord (postcode 5702)
Uitslag tuinvogeltelling 2022 voor Helmond-Noord (postcode 5702)

Tuivogeltelling 2022

31 januari 2022: Het telresultaten van afgelopen zaterdag in de wijk aangrenzend van de Natuurtuin. Een mooi resultaat; 50 enthousiast tellende deelnemers en 729 geregistreerde tuinvogels in postcodegebied 5702.

Iedere vogel telt! De Nationale Tuinvogeltelling is het grootste citizen science project van Nederland. Vogelbescherming organiseert de telling samen met Sovon Vogelonderzoek Nederland. De Nationale Tuinvogeltelling levert een momentopname van de aantallen vogels die in Nederlandse tuinen aanwezig zijn. In combinatie met de resultaten van andere jaren en met andere tellingen levert dit een beeld van de ontwikkelingen in het belang van tuinen voor vogels. Telt u volgend jaar ook weer mee, tot dan.

Telling data: 27, 28 en 29 januari 2023 zet ze alvast in uw agenda.

Bedankt voor de deelname, Team Natuurtuin ‘De Robbert’

tuinvogeltelling 2022 landelijk
tuinvogeltelling 2022 landelijk

Persbericht Vogelbescherming

Al 19 jaar organiseert Vogelbescherming in hartje winter de Nationale Tuinvogeltelling. Een mooie manier om mensen in contact te brengen met de vogels in hun omgeving. Gaandeweg is het evenement uitgegroeid tot het grootste citizen science project van Nederland. Vorig jaar deden, midden in de lockdown, bijna 200.000 mensen mee. Dit jaar telden tot zo'n 170.000 mensen de vogels in hun tuin. Gezien de harde wind en het milde winterweer, waardoor er minder vogels in de tuinen te zien waren, een erg mooi resultaat.

tekening van zandbadende mussen
mussen nemen zandbad

Ruim 170.000 deelnemers zagen afgelopen weekend tijdens de Nationale Tuinvogeltelling opvallend veel Huismussen. De koolmees met de stropdas eindigde daardoor op de 2e plek, achter de huismus. De Merel de ‘Vogel van het Jaar’ staat op de 3e trede. Omdat de achteruitgang van de merel al voor de uitbraak van het Usutu virus inzette, doen Vogelbescherming en Sovon Vogelonderzoek Nederland dit jaar extra onderzoek naar de oorzaken. De organisaties roepen iedereen op om de merel een handje te helpen, bijvoorbeeld door het aanleggen van een stukje gazon of het planten van bessenstruiken. Na de uitbraak van het usutu-virus in 2016 werd deze zangvogel nog maar in twee derde van de tuinen gezien. Eerder was dat nog in 9 op de 10 tuinen. Dit jaar lijkt sprake van een voorzichtig herstel: in driekwart van de tuinen is de merel gezien.

In de zomer werden al forse aantallen pimpelmezen gemeld en dat is nu goed terug te zien, 4e plek in deze Tuinvogeltelling. De vink, vorig jaar nog goed voor een 3e plek, zakte naar plaats 5. Door het milde winterweer is er nog voldoende voedsel in de bossen te vinden. Ruim 170.000 duizend mensen telden in totaal meer dan 2,4 miljoen tuinvogels.  (Bron: Vogelbescherming, persbericht van 31 januari 2022)

Bloeiende sneeuwklokjes
Bloeiende sneeuwklokjes

Voorjaar 1904

Start voorjaar Februari (1904) sprokkelmaand, schrikkelmaand

Het is merkwaardig, hoe bij dooiweer dan alle geschorste lente-bezigheden weer worden hervat en uitgebreid. De musschen zingen hun koorzang weer, voordat de IJsclub zijn banen sluit, roeken en kauwtjes scharrelen om hun nesten en de meeuwen trekken naar buiten naar de weilanden, waar ze de eerste teruggekeerde akkerleeuweriken ontmoeten.

Nu komen de heerlijke lichte dagen van Februari, waarop na 's winters druk de hilariteit haar intocht doet met 't lied van den zanglijster, vroeg in den morgen van den ochtendstond van 't jaar. Dat zijn al echte lentedagen, de hazelaar is in bloei, de bodem van de lichte eiken kreupelboschjes is groen van pijpkruid en look en van de kiemplantjes van walstroo en ooievaarsbek. In beschutte hoekjes staan sneeuwklokjes te bloeien en wordt het dorre blad in plakken opgetild door de spruitjes der anemonen, die kromruggig zich boven de aarde verheffen. Hoog in de toppen roept de zanglijster en laag in het hout antwoorden de meezen, nu niet meer met hun krachtig winterwachtwoord, maar met blijden roep en liefelijk getjingel van lentevreugd.

Nog één dag en de akkerleeuweriken zingen in de weide, de vink slaat in het hout en de boomleeuwerik hangt met liefelijk gejubel boven heide en duin. De groene specht zit in de hoogste toppen van de boomen luidkeels te galmen, nu eens herinnerend aan het gehinnik van een paard, dan weer aan nachtegalenslag. De bonte spechten, kleine en groote, rusten niet, voordat ze een goed gestemden dorren tak hebben gevonden en roffelen dan, dat het een aard heeft.

In 't eind van de maand laat ook de merel zich hooren, al vaster en reiner, eerst 's morgens vroeg, dan ook in 't avonduur. De houtduif begint zijn verhaal van ‘koe, koe, schoone koe’, dat tot October duren zal en in een afgelegen hoekje van het eikenbosch zit de Vlaamsche gaai zich op zijn eentje te verkneuteren en al die geluiden na te doen: lijster, leeuwrik, vink en merel, hij heeft nergens moeite mee, maar hij durft 't niet hardop te doen. 's Ochtends heel in de vroegte heeft hij aan 't nieuwe nest gebouwd, daar zijn trouwens reigers en aalscholvers, roeken en musschen ook al mee bezig...

De vroege nestbouw activiteiten van de Blauwe reiger en Roeken zijn ook heden te volgen, in het Waranda park te Helmond.

Akkervogel reservaat in de Bundertjes, gewenst?

Deze week zag ik een schetstekening van Vincent van Gogh (1885). De afbeelding een schoof Rogge op een graanakker voor een molen. Zo’n landschapsbeeld uit het verleden dat ook in Oost-Brabant was te vinden. Het ideale landschap voor de Patrijs die nu al sinds 2016 op de Rode Lijst is terecht gekomen. Zijn leef biotoop in het boerenland is heden ten dage zeer ingeperkt. Gelukkig zijn beschermingsprojecten op gang gekomen waar niet alleen de Patrijs van profiteert maar ook vele ander bedreigde vogels die op de Rode lijst van broedvogels staan; zoals o.a. Ringmus, Veldleeuwerik, Zomertortel en Kneu. Onlangs is mede door de tellende vogelliefhebbers in de Bundertjes een overall jaarlijst 1974-12021 opgesteld. Als je de vogelsoortenlijst doorloopt mis je thans vele soorten die van oudsher in dit gebied werden waargenomen. De wens van al deze vogelaars en de -verdwenen (Vroege) vogels van dit biotoop is; -dat zo’n rijke akker met verschillende graansoorten en kruiden- ontwikkeld wordt en aangelegd in de het natuurgebied de Bundertjes. Voor de jonge vogellaars een uitdaging en een broodnodige aanvulling op het huidige krimpende vogelsoortensoorten bestand.

(Noot van Stichting Natuurtuin Helmond: Het betreft hier een privéstandpunt van Will van Berkel. Het standpunt van de SNH is: Er moet onafhankelijk professioneel veldonderzoek komen naar de natuurwaarden van De Bundertjes en naar de efficiëntste methode om die te ontwikkelen, voordat nieuwe ideeën uitgevoerd worden. In de natuurtuin zelf hebben we gekozen om geen inzaaiprojecten te doen).

tekening korenschoog bij molen
Korenveld met Korenschelven en molen (Lieshout?), Stichting Vincent van Gogh (1885).
Korenveld met Korenschelven en molen (Lieshout?), Stichting Vincent van Gogh (1885).
Korenveld met Korenschelven en molen (Lieshout?), Stichting Vincent van Gogh (1885).
patrijzen op gemaaid veld, tekening
patrijzen

Het vogeljaar.

Het vogeljaar (1904) is een van zijn eerste vogelboeken. Dr. Jac P. Thijsse schreef over de Nederlandsche vogels: in hun leven geschetst.

De Patrijs. Perdix perdix (Linnaeus, 1758) vind ik het aardigst en wel omdat het oer-inlandsche vogels zijn, die in ons landschap volkomen tehuis behooren en dan in sommige streken ook in overgroote menigte voorkomen. Bovendien hebben ze een alleraardigst familieleven en allerlei eigenschappen, die het de moeite waard maken, ze het heele jaar door na te gaan op alle tijden van den dag.

Patrijzen in de stoppels.

Vooruit dus, op een mooien September morgen. Ik weet een heele rist mierennesten te liggen op een Zuidoosthelling en daar wemelde het in 't zand van patrijzensporen. Misschien zijn ze daar weer bezig te ontbijten: miertjes en mierepoppen en een paar zoete bramen voor nagerecht. Als je daar nu botweg op af loopt, dan hoor je eerst even ‘krieuw, krieuw, krieuw’ en daarna vliegt de heele koppel met groot geraas op, zoodat je ervan schrikt. Dat is u bij een wandeling door de duinen of door de velden al dikwijls genoeg overkomen, maar dat is toch niet patrijzen zien.

Neen, wij zullen het anders inrichten. Daar is een berkenboschje, dat zich uitstrekt tot op een zestig meter afstand van de mierenhelling. Vroeger heb ik de dorre takken opzij gegooid, die hier allerwegen op den grond liggen en nu kunnen we ons daar verschuilen in de wilde sneeuwbal. Nu hebben we vlak voor ons een stukje gekapt bosch, eigenlijk een open veld en dan komt de helling, die losjes is bezet met doornstruiken.

Ze zijn er al: een, twee, drie, twaalf, vijftien stuks: een sterke koppel. Het zijn net bruine bolletjes, je moet eerst zoeken, waar kop en staart zijn, zoo klein zijn die en zoo weinig variatie is er in de omtreklijn. Maar met mijn excellente binocle kun je veertje voor veertje onderscheiden: het mooie roestroode staartje met de lichter gekleurde middenveertjes, de zwart met bruine vleugels, die voor 't grootste deel aan de rugzijde verborgen liggen onder prachtige veertjes met witte middenstreep en zwarte dwarsteekening op bruinen grond, terwijl in het blauwgrijs van de flanken ook mooie bruine dwarsstrepen te zien zijn. Borst en hals zijn blauwgrijs met bruine dwarsstreepjes, de kop lichtbruin, een plek om het donkerbruine oog is kaal en bezet met fijne roode wratjes. De buik is licht van kleur en twee van onze vogels vertoonen daar een groote, bruine vlek. Dit is de beroemde hoefijzervlek, die 't onderscheidingsmerk moet zijn tusschen mannetjes en wijfjes, maar dat is niet juist, want die wijfjes doen ook al in hoefijzers, vooral als ze wat ouder worden.

Die vogels zonder buikvlek zijn de jongen, misschien zien we er wel een enkele onder, die daar al bruin begint te krijgen, want in dezen tijd trekken ze om zoo te zeggen de kinderschoenen uit en gaan ze gelijken op de ouden. ’t Is anders heel moeilijk, om dien buik te zien te krijgen, want ze zijn nog maar altijd bezig met die mieren.

Ze krabben de mierennesten formeel open met flinke slagen van hun krachtige pooten, twee slagen met den rechterpoot, twee met den linker en dan kijken of er wat tevoorschijn is gekomen. Soms loopen er drie of vier te hoop op een plekje, waar een rijke vondst is gedaan en dan geven ze elkander wel eens een vriendschappelijken por, om 't eerst aan de bak te komen. Ineens gaan alle koppen de hoogte in, dan verdwijnen de diertjes onder de struiken en een paar oogenblikken later vliegt de heele koppel op, zwenkt naar rechts en zeilt in een verbazende vaart over den heuvelrand heen, de ronde vleugeltjes strak uitgespreid en ietwat naar omlaag gebogen. Het dikke lijf is er duidelijk tusschen te zien. Zoo'n parelsnoertje van vijftien patrijzen in volle vaart wegzeilend over het veld is voor den natuurliefhebber een van de heerlijkste dingen, die hij kan beleven.

Tegen den avond komen overal in 't veld verscholen patrijsjes tevoorschijn, een gemakkelijke prooi voor wezels en bunsings. Maar hun instinct redt hen! Een patrijs kan niet slapen, of hij moet aan alle zijden het vrije veld om zich heen hebben en zoo scharrelen ons akkerhoen onder voortdurend ‘krieuw, krieuw’ naar de welbekende open plekjes en daar vinden ze elkander. Is het troepje te klein of bevindt er zich geen enkele flinkerd bij, dan zoeken ze net zoolang, tot ze een andere koppel vinden, en na eenige plichtplegingen of vechtpartijen komt er dan een vereeniging tot stand.

patrijzen tekening
patrijzen

D e Patrijs -toen en nu- terug in ’t veld.

Patrijzen zijn standvogels van het open agrarisch gebied, heidevelden en hoogvenen. Het leefgebied van de Patrijs is de afgelopen 40 jaar flink uitgekleed. Hierdoor is het aantal patrijzen in ons land met maar liefst 95% gedaald.

Patrijs herkenning: Lengte: 29 - 31 cm, Spanwijdte: 45 - 48 cm

Goed gecamoufleerd met een bruin en grijs gestreept kleed, kastanjebruine strepen op de flanken en een grijze borst. Keel en gezicht zijn oranjebruin en op de buik zit een grote donkerbruine vlek. Tijdens de vlucht valt de roodachtige staart op. Juveniele vogels zijn geheel bruin gestreept.

Patrijzen zijn standvogels van open agrarisch gebied, heidevelden en hoogvenen. Oorspronkelijk waren het steppebewoners, maar de soort heeft zich erg goed aangepast aan het leven in kleinschalig agrarisch landschap. In Nederland komt de patrijs verspreid voor. Akkerland is het meest in trek, vooral als dit wordt afgewisseld met ruige dijken, slootranden, wegbermen en houtwallen. Patrijzen eten zowel plantaardig als dierlijk voedsel, maar de jongen leven de eerste weken louter van insecten en ander klein gedierte. De patrijs is altijd een favoriet doelwit geweest voor jagers, maar die hebben de jacht op de soort gestaakt. De aantallen patrijzen nemen, door schaalvergroting in de landbouw, dramatisch af. Patrijzen leven het grootste deel van het jaar in groepsverband: de klucht. Een klucht bestaat uit een of meer ouderparen met jongen. Patrijzen zoeken vooral in ochtend- en avondschemering naar voedsel. Overdag houden ze zich schuil in de begroeiing om uit het zicht te blijven van roofvogels. Om grondpredatoren te ontlopen, overnachten ze in het open veld.

logo werkgroep patrijs
logo partridge

https://www.vogelbescherming.nl/bescherming/wat-wij-doen/onze-boerenlandvogels/kerngebieden-en-projecten/partridge1

https://www.vogelbescherming.nl/bescherming/wat-wij-doen/onze-boerenlandvogels/kerngebieden-en-projecten/partridge1/informatiemap

https://www.brabantslandschap.nl/assets/Uploads/Documenten/48-Patrijs.pdf

QUOTE VAN DE WEEK

In hoofdzaak moet men er op bedacht zijn de natuur ongerept te laten. Evenwel is het  geoorloofd, maatregelen te  nemen om te maken, dat de tuin en asiel wordt voor alle planten en dieren, die elders in ons veengebied met ondergang worden bedreigd. Om eenden en waterhoentjes te lokken moeten de koeten enigszins worden tegengegaan en wanneer onverhoopt mocht blijken, dat Slangenwortel of de Blaasjeskruidsoorten ontbreken, dan is er niets tegen, om die op daarvoor geschikte plaatsen aan te planten

(Dr. Jac. P. Thijsse, 1905)

Kom ook eens op zaterdagmorgen naar de Natuurtuin -dan kunnen we samen opzoek naar natuurfenomenen in de Natuurtuin.

Tot volgende week, we zitten midden in het WINTER seizoen van het Nieuwejaar 2022, dan gaan we ook weer opzoek naar: Nieuwe ‘natuurontdekkingen’ in de Natuurtuin ‘De Robbert’.

Met ‘gevederde’ groet, Will van Berkel.