logo natuurtuin

Onderzoeksnieuws

augustus 2021

NATUURJAAR 2021- 32, Zomer in Natuurtuin De Robbert

Vandaag: Zwartkop: wegtrekken of overwinteren?, Appelvink, Waterdiertjes scheppen 2021,

Zaterdag (2021-08-14), Vanochtend zag ik de zwartkop familie in de Natuurtuin, rode bessen eten van de vele lijsterbesstruiken. Binnenkort vertrekt de Zwartkop naar zijn overwinteringsgebied: Zuid-Engeland, Spanje, Marokko of Algerije. Maar sommigen zeggen onder ons, ik zie ze ook ’s winters op de vetbol die aan de voedertafel hangt. Na de koffie pakken we de schepnetjes en gaan we opzoek naar waterinsecten en -diertjes. Speciaal kijk ik uit naar de geel/zwarte larve van de Eironde watertor Hyphydrus ovatus (Linnaeus, 1760) die Rinus onlangs ving -tijdens het scheppen met de kinderen- in de grote poel van de Natuurtuin.

Zwartkop Sylvia atricapilla
Zwartkop Sylvia atricapilla

Zwartkop

Wegtrekken of overwinteren? Maar er zijn een aantal Zwartkoppen die wel van een gokje houden, om de winter in ons land door te brengen. De Zwartkoppen die bij ons overwinteren hebben als voordeel dat ze eerder terug kunnen zijn in hun broedgebieden dan de overwinteraars in het zuiden. Ze kunnen hun terugkeer beter plannen en de beste broedterritoria bezetten. Net als andere insecteneters schakelt deze zangvogel in de winter over op een dieet van zaden, daarom kunnen ze het in de winter uithouden. Tijdens strenge winters hebben de hier overwinterende vogels het veel moeilijker en zullen er niet veel het einde van de winter halen. Dan zijn de in het zuiden overwinterende vogels in het voordeel. Met deze kwakkelwinter is de kans groot dat dit mannetje het in ieder geval gaat redden, goed gegokt dus!!

Appelvink (Coccothraustes coccothraustes)
Appelvink (Coccothraustes coccothraustes)
Appelvink (Coccothraustes coccothraustes)
Appelvink (Coccothraustes coccothraustes)

Appelvink laat zich zien in natuurtuin

Onlangs is de Appelvink (Coccothraustes coccothraustes) gezien in de Natuurtuin. De appelvink is een zangvogel uit de familie van vinkachtigen. Het is de enige vertegenwoordiger van het geslacht Coccothraustes. De appelvink is te herkennen aan zijn typische roep, zijn forse bouw, de witte vleugelvelden en de witte eindband op zijn staart. Opvallend is zijn grote loodgrijze kegelvormige snavel

Algemeen:

De Appelvink is een grote vink, met een opvallend grote, blauwachtige snavel. De soort heeft een teruggetrokken leefwijze, vaak hoog in bomen en is moeilijk te vinden. Met de krachtige snavel kunnen harde pitten worden gekraakt. Appelvinken komen het meest voor in de bosgebieden op de zandgronden, maar ook Flevoland is goed bezet. In het westen van het land, de Waddeneilanden en het grootste deel van Brabant is Appelvink schaars. In Nederland broeden volgens de Atlas van de Nederlandse broedvogels thans 8.000-10.000 paren van deze fraaie vinkensoort. De soort is vanaf 1980 aanvankelijk toegenomen, maar recentelijk is er sprake van een afnemende trend.

Buiten broedtijd

Nederlandse Appelvinken overwinteren in eigen land of trekken weg in zuidelijke richting. De doortrek van oostelijker vogels kan in sommige najaren aanzienlijk zijn, vooral in het zuidoosten van het land. De doortrek begint half september, is het sterkst tussen eind september en half oktober, en dooft in november uit. In de winter concentreren veel Appelvinken zich in beweeglijke groepen op voedselrijke plekken, niet zelden binnen stedelijke bebouwing. De voorjaarstrek vindt plaats tussen half februari en half april.

Broedtijd:

De verspreiding van Appelvinken valt grotendeels samen met die van de grotere bossen, met uitzondering van Noord-Brabant waar de soort relatief schaars is. De hoogste dichtheden worden gehaald in gevarieerd oud loofbos of gemengd bos, zoals in Twente, de Achterhoek en delen van de Veluwe en Limburg. De verspreiding werd sinds ongeveer 1975 veel ruimer, zowel op de hoge gronden als (mondjesmaat) in Laag-Nederland. Flevoland kende tijdelijk zelfs de misschien wel hoogste dichtheden van ons land. De landelijke aantallen zijn gegroeid tot ongeveer 1995 en daarna stabieler. In sommige lang bezette kerngebieden namen de aantallen echter af. (Bron: Sovon)

larve Eironde watertor Hyphydrus ovatus
larve Eironde watertor Hyphydrus ovatus

Waterdiertjes scheppen

Ook voor volwassenen is het altijd spannend -wanneer je het schepnetje onder de waterlijn dompelt- wat voor slootdiertjes in het netje zitten als je het weer boven haalt. Welke soorten? en zijn er weer andere waterinsecten en -dieren die je niet verwacht dat ze ook leven in een van de natuurlijke poelen in de Natuurtuin. We willen graag weten hoe is de biodiversiteit in de poelen. Vandaar dat we de vangstsessies met de scholen combineren en onze onderzoeken. Ook leren we in welk watermilieu ze leven. Tijdens het maken van de foto zagen we hoe goed een Bootsmannetje kan opvliegen.

Zwart bootsmannetje Notonecta obliqua foto Will van Berkel
Zwart bootsmannetje Notonecta obliqua foto Will van Berkel

Zwart bootsmannetje

Herkenning:

  • 14-16,5 mm.

  • Schildje (scutellum) zwart.

  • Voorvleugels helder fluweelachtig zwart met een lichte streep in de clavus (deel langs schildje). Tweede heldere lengtestreep in het corium (middendeel) langer, meestal bijna net zo lang als de streep in de clavus.

  • Halsschild (pronotum) met stompe, afgeronde voorhoeken.

Voorkomen: In Nederland vrij algemeen in het oosten en midden.

Ontwikkeling: Een generatie per jaar.

Biotoop: Voorkeur voor wateren met een goed onwikkelde, vaak dichte plantengroei. Voornamelijk in enigszins zure wateren op half beschaduwde plaatsen.

Overwintering: Als volwassen wants .

Voedsel: Zoofaag.

adult Dwergbootsmannetje: Plea minutissima foto ill van Berkel
adult Dwergbootsmannetje: Plea minutissima foto ill van Berkel
larve Dwergbootsmannetje: Plea minutissima foto ill van Berkel
larve Dwergbootsmannetje: Plea minutissima foto ill van Berkel

Dwergbootsmannetje

Dit wantsje is met geen andere soort te verwarren. 2.0 – 3.0 mm. Lichaam: 2x zo lang, als breed.

Voorkomen: In Nederland algemeen. Europa, Noord-Afrika en Centraal- en Noord-Azie (Polhemus1995).

Ontwikkeling: Een generatie per jaar.

Biotoop: Licht zure tot enigszins basische wateren met rijke plantengroei (ook met een krooslaag).

Overwintering: Als volwassen wants op de bodem van hun habitat . __ Ze schakelen dan over op plastronademhaling (Tussen de haartjes wordt een dun luchtlaagje vastgehouden, dat in verbinding staat met de stigmata. De verbruikte zuurstof wordt aangevuld door de in het water opgeloste zuurstof, terwijl de fijne haartjes rechtstreeks verlies van zuurstof verhinderen). Normaal gebruiken ze een luchtbel.

Voedsel: Zoofaag. Kleine dieren als watervlooien (Cladocera) en muskietenlarven. Voor hun grootte zijn het redelijk goede zwemmers en jagen ze op prooien als ze dicht genoeg in de buurt komen.

Veel vlinders tijdens laatste week tuinvlindertelling

logo vlinderstichting

Van 3 t/m 25 juli 2021 organiseerde De Vlinderstichting voor de 13e keer de tuinvlindertelling. Dankzij deze telling weet De Vlinderstichting welke vlinders er in de zomer in tuinen rondvliegen. Met die informatie kunnen we vlinders beter helpen en beschermen.

Het cijferwerk van de tuintelling:

10.000 tellingen gedaan
4100 tuinen geteld (meerdere tellingen per tuin mogelijk)
Meer dan 104.000 vlinders geteld

Aantallen: per tuin:

Gemiddeld aantal vlinders per telling: 10,5
Gemiddeld aantal soorten per telling: 3,7

De nummer 1 was al heel erg snel duidelijk: de atalanta. Deze relatief grote, oranje met zwarte vlinder was ontzettend talrijk in 2021. Er werden tienduizenden exemplaren gezien en hij was ook in veel tuinen aanwezig: 84 % van de tellers zag 1 of meer atalanta’s. De dagpauwoog eindigde op nummer 2 en werd door 71% van de mensen gezien, het klein koolwitje werd derde.

De Totalen: Dit jaar zijn er ruim 10.000 tellingen gedaan. Er werden ongeveer 110.000 vlinders geteld. De telling kwam maar langzaam op gang; de eerste 2 weken van juli waren nat en koel en veel mensen vroegen zich af: waar blijven de vlinders toch? In het voorjaar werden er ook al minder vlinders gezien dan de voorgaande jaren. Maar halverwege juli kwam de omslag: een ware ‘explosie’ van vlinders! Dat leidde tot veel enthousiaste tellers: ”Nog nooit zag ik zoveel vlinders in mijn tuin!”

Klik op de link voor een volledig overzicht en conclusies:

https://www.vlinderstichting.nl/actueel/nieuws/nieuwsbericht/veel-vlinders-tijdens-laatste-week-tuinvlindertelling?

vogelhuisje in de vorm van caravan

PRETTIGE VAKANTIE

Tot het volgende Natuurbericht, na de ZOMER, dan gaan we weer samen op zoek naar de:

volgende nieuwe ‘natuurontdekkingen’ in de Natuurtuin ‘De Robbert’

kom gerust op zaterdag eens langs (De Natuur gaat zijn eigen gang en staat niet stil)

Met ‘gevederde’ groet, Will van Berkel.

NATUURJAAR 2021- 31, Zomer in Natuurtuin De Robbert

Vandaag: Heksenkruidsteltwants, Variabele dwergschaduwwants, Waterdiertjes scheppen 2021, Bodemdierendagen 2021 en Schaakbordlieveheersbeestje.

Zaterdag (2021-08-07), Vanochtend op weg naar de Natuurtuin, het weer deze morgen; zon met lichte (grond)nevel. Fiets door, onder de kruinen van een laan van eikenbomen. De zon straalt zij laat me haar ‘Zonne harpen’ zien. Op de achtergrond hoor ik -sinds lange tijd- de weifelende zang van de eerste kleine zangvogels. Lange tijd was het stil ….je hoorde bijna geen vogelzang in verband met de ruiperiode.

Bij de tuin aangekomen, loop ik door de poort, het toegangspad op, zie ik Stan. Bezig met de voorbereidingen voor het te watergaan ivm de bestrijding van de exotische tuinwaterlelies.

Na de LiveAltlas vogeltelling pak ik het klopnet op zoek naar insecten die leven in de Natuurtuin. Eind juni dacht ik dat ik een nieuwe soort; de Berkenschaduwwants had gevangen. Van de week kreeg ik een reactie van de validator van EIS dat het een Sporkehoutschaduwwants Apolygus rhamnicola is. Heb deze soort ook al eens in juli 2020 gezien in de Natuurtuin. Goed dat we de waarnemingen voorleggen aan de specialisten van waarneming.nl

De eerste wantsenvangst deze morgen zijn een volwassen en een juveniel Heksenkruidsteltwants Metatropis rufescens (Herrich-Schäffer, 1835). Het is al ff geleden dat ik deze soort in m’n netje had.

Heksenkruidsteltwants (adult)
Heksenkruidsteltwants (adult) foto Will van Berkel
(juveniel/larve) (foto: Will van Berkel)
(juveniel/larve) (foto: Will van Berkel)

De eerste keer dat ik deze soort had gevangen (juli 2019) in de Natuurtuin, Deze waarneming geeft aan, dat het beestje zich nog steeds ‘wel’ voelt, en voor nageslacht zorgt. Zijn leefmilieu is o.a. tussen de vele Heksenkruidplanten.

Uiterlijk : De heksenkruidsteltwants is bruin van kleur. Het schildje (scutellum) heeft een lange, naar achter gerichte doorn. Het eind van de dijen heeft een zwarte verdikking. Het uiteinde van het eerste segment van de antenne is ook zwart verdikt. Om de lange dunne antennes en poten zijn zwarte ringetjes. De nimfen zijn eerst geelachtig en later groen. De lengte is 7,9 – 9,4 mm.

Leefwijze : De dieren voeden zich uitsluitend met heksenkruid (Circaea), zoals groot heksenkruid (Circaea lutetiana) en alpenheksenkruid (Circaea alpina). De volwassen wants overwintert onder losse schors, in mosbedden of in droog bodemstrooisel. Paring vindt plaats in mei. We vinden ze dan ook op andere planten. De vrouwtjes leggen hun eitjes in juni en juli op de stengels en bladeren van heksenkruid. Vanaf augustus, soms al in juli, verschijnt de nieuwe generatie volwassen wantsen. Familie Berytidae - steltwantsen: zijn verwant aan de bodemwantsen (Lygaeidae). Er zijn wereldwijd minstens 168 soorten. Ze hebben een smal, langgerekt lichaam en lange dunne poten, waardoor ze op muggen lijken. Het eind van de dijen en van het eerste segment van de antenne is vaak verdikt. Meestal zijn ze tussen de 3 en 8 mm groot en bewegen ze traag. De meeste soorten zijn planteneters (fytofaag). Alle inheemse soorten overwinteren als volwassen wants. (Bron: Wikipedia en Waarneming).

Niet veel later vind ik deze wants – weer een nieuwe soort in de Natuurtuin- in mijn klopnet de:

Variabele dwergschaduwwan Foto Will van Berkel

Variabele dwergschaduwwants

Familie Miridae - blindwantsen: een opvallende eigenschap van blindwantsen is het ontbreken van puntogen (ocelli), waarvan veel wantsen (niet alle) er twee of drie op de kop hebben (vandaar de naam blindwants voor de Miridae).

Onderfamilie Mirinae. Tribus Mirini. Genus Orthops. Het genus bestaat hier uit drie, vrij kleine, variabele, op elkaar lijkende soorten (tot 5 mm) die op schermbloemigen voorkomen.

Herkenning - Orthops basalis :

  • 4,2-5 mm.

  • Langvleugelig (macropteer).

  • Zwartbruine antennes. Antennesegment 1 is soms geelbruin.

  • Een langwerpig ovale wants. Variabel wat betreft kleur. a) Overwegend zwart of donkerbruin met lichtbruine, roodachtig bruine of gele tekening. b) Overwegend geelbruin met een bruine of zwarte tekening. Nooit groenachtig als Orthops campestris. Fijne gele beharing.

  • Het halsschild (pronotum) is zwart tot zwartbruin. Schildje (scutellum) met drie witgele vlekken of witgeel met een zwarte vlek.

  • Van de voorvleugels is de punt van de cuneus (uiteinde van het hoornachtig deel v.d. voorvleugel) voor een groot deel donker.

  • Geelbruine poten. De schenen met donkere stekels.

Voorkomen: zeer algemeen in Nederland. Palaearctisch: Europa, Noord-Afrika en Azie tot in West-Siberie. Versleept naar Noord-Amerika (Kerzhner & Josifov 1999, Aukema et al. 2013).

Biotoop: allerlei soorten biotopen op schermbloemigen.

Ontwikkeling: de nieuwe volwassen wantsen wordt waargenomen vanaf juni. Eén generatie per jaar.

Overwintering: als volwassen wants.

Voedsel: fytofaag. Vooral van zaden in de bloeischermen van schermbloemigen (Apiaceae).

(Bron: waarneming EIS).

Laatste keer Waterdiertjes scheppen 2021

Afgelopen donderdag is de laatste groep om waterdiertjes te scheppen langs geweest in de Natuurtuin. Van Rinus hoorde ik zaterdag, dat er verschillende waterinsecten boven de waterspiegel zijn gehaald. De insectensoorten onderling -verschillen van elkaar- door de tijdsduur in het seizoen. Elke week zijn er weer andere diertjes die uitsluipen, uit eitjes, larfjes of bevrijden zij zich uit een larvenhuidje. Ook vertelde hij me dat er ander waterdiertjes gevangen zijn dan voorgaande vangstsessies. Hij wees me op de zoekkaart Slootdiertjes, de desbetreffende larve aan. Na enig speurwerk heb ik het geel/zwarte diertje gevonden. Dit moet de geschepte larve zijn, die van de Eironde watertor Hyphydrus ovatus (Linnaeus, 1760). Het volwassen diertje heb ik gezien en gefotografeerd nabij de grote poel in de Natuurtuin.

Eirond watertorretje, Larve
Eirond watertorretje, Larve
Eirond watertorretje, Adult Foto Will van Berkel
Eirond watertorretje, Adult Foto Will van Berkel

De larve van het eironde watertorretje is kort en stevig, heeft een opvallend kleurpatroon en een "neushoorn".

Ga mee naar de website MICROCOSMOS kijk mee, de onderwaterwereld van sloot en plas : http://www.microcosmos.nl/

Bodemdierendagen 2021:

24 september t/m 6 oktober, WIE ZOEKT ER MEE? Kijk op de website

logo bodemdierendagen
logo bodemdierendagen

Doe mee met de Bodemdierendagen! Met jouw waarneming kunnen we zien hoe het gaat met het bodemleven in de Nederlandse dorpen en steden. Dus: duik je tuin in, of je schoolplein, groene dak of balkon op! Je kunt het invulformulier downloaden en meenemen naar buiten. Je kunt ook direct online je waarneming doorgeven.

In een gezonde bodem, leven bodemdieren. Zoek je mee?

De meeste bodemdieren zijn klein, maar doen grootse dingen voor de natuur. Zoek mee en ontdek welke kleine beestjes bij jou in de buurt de bodem gezond houden.

Klik op de link: https://www.bodemdierendagen.nl/doe-mee en download de zoekkaart

Afgelopen zaterdag morgen tijdens het insecten zoeken in de Natuurtuin.

Wanneer ik verder in het net zoek tussen de gevangen insecten, zie ik een zwart/wit kevertje?

Schaakbordlieveheersbeestje

Propylea quatuordecimpunctata (Linnaeus, 1758)

Schaakbordlieveheersbeestje larve
Schaakbordlieveheersbeestje larve
Schaakbordlieveheersbeestje adult Foto Will van Berkel
Schaakbordlieveheersbeestje adult Foto Will van Berkel

Herkenning - 3,5-5 mm. In principe gemakkelijk te herkennen aan de hoekige vlekkentekening. De dekschilden zijn geelbruin of beige met zwarte vlekken maar vaak zijn de vlekken zo groot dat de dekschilden overwegend zwart zijn.

Kijk hier voor algemene informatie over lieveheersbeestjes.

Verwarring met andere soorten - Kan verward worden met vloeivleklieveheersbeestje (heeft roze tint en ander stippenpatroon maar wel vaak vrij hoekig) en zestienstippelig lieveheersbeestje (kleiner en meest met smalle zwarte naadstreep en minder hoekige stippen).

Verspreiding - Algemeen in heel Nederland.

Biotoop - Meestal in lage vegetatie langs bosranden, in ruderaal gebied en parken en tuinen. Wordt onder meer veel gevonden op brandnetels.

Activiteitsperiode adult - Algemeen van april tot augustus met een sterke piek in mei.

Overwintering - Meestal in de lage kruidlaag.

Voedsel - Bladluizen.

Herkenning - Lieveheersbeestjes onderscheiden zich van veel andere kevers door de kleine, vaak onopvallende kop, de korte poten en de antennen die kort zijn (niet of nauwelijks langer dan de kop) en op het einde geleidelijk verdikt zijn tot een kleine knots. Het laatste lid van de kaaktasters is hakbijlvormig en niet ovaal zoals bij bladhaantjes.

Klik op de weblink: Lieveheersbeestje onbekend - Coccinellidae indet. - Waarneming.nl

Tot volgende week, het is ZOMER, dan gaan we weer samen op zoek naar de:

volgende nieuwe ‘natuurontdekkingen’ in de Natuurtuin ‘De Robbert’

kom gerust op zaterdag eens langs (De Natuur gaat zijn eigen gang en staat niet stil)

Met ‘gevederde’ groet, Will van Berkel.