april 2021
NATUURJAAR 2021-17, Lente in Natuurtuin De Robbert
Vandaag: Tuinfluiter en Koekoek , Podcast 4 IVN natuur educatie en Cursus Slootleven in de Tuin de Robbert.
Zaterdag (2021-04-24), Vanmorgen extra vroeg op, dit in verband met de 1e MUS-telling van 2021. Al vanaf de start van de Sovon Mus-telling tel ik de stads vogels in mijn dorp. Steeds weer zijn er nieuwe vogels in een stadsgebied waar te nemen. Na de MUS-tellingsronde, ga ik naar de Natuurtuin om daar de wekelijkse telling uit te veren. Na afloop zijn de algemene vogelsoorten ‘aangevinkt’, vandaag geen verrassingen van net aangekomen vogels uit het verre Zuiden. Terwijl ik nog een rondje loop door de Natuurtuin, hoor ik vanuit de struikbegroeiing, op halve hoogte (twee tot vier meter) -nabij de natuurlijke waterpoel- een grauw bruin/grijze vogel op zijn zangpost zitten.
De Tuinfluiter
Sylvia borin (Boddaert, 1783)
Dan hoor ik zijn zang, pak snel mijn mobieltje erbij en neem alvast zijn zang op. Hoor een gebrabbel zang, een mengeling van zang, van de Zwartkop en Merel. Dan valt het ‘kwartje’ ik hoor nu de Tuinfluiter! De zang wordt vergeleken met een snelle Merel; de Tuinfluiter heeft de zelfde warme klankkleur; maar zingt veel sneller dan een Merel, minder luid en mist de strofenstructuur en de hoge snelle schrille eindnoten van de merelstrofes.
Buiten broedtijd
De soort hoeft niet verwacht te worden voor eind april (en pas op voor brabbelend zingende Zwartkoppen, die verrassend overeenkomstig kunnen kwelen). Tot eind mei vindt doortrek plaats van noordelijke vogels. Vanaf begin juli treden ongerichte verplaatsingen op. Ze gaan geleidelijk over in de echte doortrek, die tussen half augustus en half september piekt. Een enkeling wordt nog begin oktober waargenomen.
Broedtijd
Tuinfluiters broeden in het hele land, met een voorkeur voor jonge aanplant, moerasbos, struweelrijke duinen en kleinschalig boerenland met uitgegroeide heggen. In uitgestrekte oudere bossen bewoont de soort vooral de randen en verjongingsplekken, in stedelijk gebied doorgaans alleen parken en tuinen met dichte ondergroei. De landelijke aantallen maakten op de lange termijn weinig verandering door maar neigen om onbekende redenen sinds de eeuwwisseling naar enige afname. (Bron: Sovon vogelsoorten)
Koekoek
Cuculus canorus Linnaeus, 1758, is gearriveerd en gezien in de Natuurtuin.
Terwijl we staan te praten -over de terug kerende trekvogels uit Zuid- Europa- vliegt er opeens een Koekoek voorbij. Vraag aan Stan wat hij gezien heeft en hij noemt precies de kenmerken op van een voorbij vliegende Koekoek. Gelijk komt er in mijn gedachten een ervaring op van een opvliegende Koekoek die ik zag tijdens een vakantie in Zweden. Dit verhaal wil ik u niet onthouden terwijl ik deze foto maakte.
"Dit keer een wat impressionistische foto, gemaakt in een “flits”moment op het Osbyholm landgoed. Terwijl ik dit stukje tekst schrijf, kijk ik uit over het Zweedse Östra Ringsjö. ’s Morgens voor het ontbijt zie ik een “biddende” Visarend, een duik naar de waterspiegel,een plons; geen vis! en nog een keer. Zo even vlogen er vier Kraanvogels over op zoek naar graan in de omgeving.
Gisteren tijdens een bezoek aan het nabij gelegen landgoed, slot met ruime tuin en bij gebouwen, zag ik in een flits naar ik in eerste instantie dacht een Sperwer, zittend op het gras. Snel een paar foto’s gemaakt, met de camera die ik als zo vaak bij me in de “aanslag” heb. Opeens zie ik de dat de vogel geen Sperwer maar een jonge Koekoek is, en dat die recht op me af komt vliegen. Rap de instelling van m’n camera op scherp gezet, en in het zoekbeeld de Koekoek. Voordat ik er erg in heb is de vogel al bijna uitbeeld gevlogen en “trek” ik de camera nog net even mee met de snelheid van de aanvliegende vogel en druk af, die net boven me land op een tak van een ruim honderdvijftig jaar oude eikenboom. Naderhand zie ik de bewegingsfoto (als de vogel gevlogen is) het resultaat van het hierboven beschreven “actie” moment. Een stelling; Fotograferen is toch schrijven met licht!, en in dit geval schilderen met licht?"
Buiten broedtijd
Op spaarzame uitzonderingen na arriveert de Koekoek niet voor half april. Een maand later is de broedpopulatie waarschijnlijk compleet. Brits onderzoek wijst erop dat veel volwassen Koekoeken al eind juni, meteen na de eileg, wegtrekken. Jonge vogels, die nog lang van hun pleegouders afhankelijk zijn, vertrekken veel later. Ze kunnen in losse groepjes optreden als er lokale explosies van rupsen zijn. De laatste Koekoeken verdwijnen in september of begin oktober.
Broedtijd
De Koekoek is wijd verbreid in Nederland, maar is nergens talrijk. Hij bereikt de hoogste dichtheden in moerasgebieden en hier en daar in kleinschalig agrarisch cultuurlandschap. De dichtheid hangt af van het aanbod aan waardvogels. Ieder wijfje specialiseert zich immers op een enkele waardvogelsoort, al legt ze soms ook eieren bij andere soorten. Tegenwoordig vormen Kleine Karekiet, Heggenmus, Graspieper, Witte en Gele Kwikstaart de belangrijkste waardvogels. De stand nam sinds 1985 (en vermoedelijk eerder) flink af, al komt dat door methodologische problemen onvoldoende uit tellingen naar voren. Afname van veel waardvogelsoorten en van voedsel (vooral rupsen) speelt daarbij een hoofdrol.
leven in onze sloot
Mede door de oplopende buitentemperaturen, gaat het insecten leven in de Natuurtuin opbloeien. Ook de wilde planten krijgen een groei en bloei boost. Binnenkort -mede door de Corona versoepeling- kunnen we de vangnetten, vlindernet en het klopscherm weer gebruiken. Binnenkort gaan we weer slootdiertjes scheppen, in de grote natuurlijke plas rondom de houtenbrug. Het IVN e-learning heeft de Cursus leven in onze sloot online gezet. Ontdek vooraf thuis ‘wanneer je naar de waterkant gaat’ wat leeft er in het water en wat groei er rondom de poel of sloot.
Cursus: Leven in onze sloten
Nederland heeft een netwerk van maar liefst 330.000 kilometer aan sloten! In en rond die sloten leeft en groeit van alles. In deze e-learning leer je meer over wat er groeit, leeft, hoe dat samenhangt en welke invloed de waterkwaliteit heeft. Ga mee op een reis onder water…
Er zijn 4 modules: 1; Wat is een sloot? 2; Waterplanten 3; Waterdiertjes 4; Waterkwaliteit. In de 2 bijlagen vind je de uitleg: proefje; Oppervlaktespanning water en een Onderzoekrapport sloot.
kom gerust op zaterdag eens langs
(De Natuur gaat zijn eigen gang en staat niet stil)
Tot volgende week, in het LENTE seizoen, en dan gaan we weer op zoek naar de:
volgende nieuwe ‘natuurontdekkingen’ in de Natuurtuin ‘De Robbert’
Met ‘gevederde’ groet, Will van Berkel.
NATUURJAAR 2021-16, Lente in Natuurtuin De Robbert
Vandaag: Roodborsttapuit, Grasmus, Podcast 3 en Natuurleven in de Tuin de Robbert.
Zaterdag (2021-04-17), Het is nog steeds ’s morgens bijna onder nul. Als ik vanmorgen -via het bruggetje dat ligt bij de Zuid-Willemsvaart- het Natuurgebied de Bundertjes in fiets hoor ik allerlei soorten vogelgeluiden. Pak mijn vogelkijker erbij en zie vlakbij bovenin de braamstruik een zwart/oranje bewegelijk vogeltje zitten. Hoor het geluid van tegen elkaar tikken van kiezelsteentjes. Daaaar zit hij, de Roodborsttapuit, luid zingend. Het mannetje van de Roodborsttapuit -is een insecteneter- waarvan de contrasterende tinten in het verenpak, in verschillende volksnamen tot uitdrukking komen. Met name de zwarte kop en keel, de oranjerode borst en de witte halsvlekken zijn opvallend.
Naast boven genoemde namen heet hij daarom gewestelijk ook wel Zwartkeel tapuit en Zwartkop tapuit. Terwijl ik kijk naar de Roodborsttapuit hoor ik op een afstand van ca. 5.00 meter afstand van me een Grasmus. Kijk naar rechts van me -in een klein boompje van ca. 2.00 meter hoogte- zit een ingedoken bruinachtig veren bolletje. Het is een lange afstandstrekker die net is aangekomen, leuk dat de vogel weer terug. We zullen hem de komende tijd nog vaak horen in zijn broedgebied, vaak zittend bovenin een braamstruik.
Afgelopen dagen regelmatig vogeltellingen in diverse gebieden uitgevoerd. Vrijdag zag ik net buiten de bebouwde kom van mijn dorp, bij de rotonde boven de sierwatertjes, twee oeverzwaluwen. Druk met foerageren van de aanwezige muggen die boven de waterlijn rondvlogen. Iets verderop langs de beek zag ik ook voorjaars vogels; twee Gele kwikstaarten, Graspiepers een Blauwborst en de eerste twee Huiszwaluwen die even kwamen drinken in de vlucht bij de plas. Verderop bij de houtenschuur zag en hoorde ik een Zwarte roodstaart. De komende week zullen nog meer lange afstand trekkers terug keren. Eind volgende week kan met een beetje geluk de Gierzwaluw alweer worden gezien. De Natuur gaat zijn eigen gang en staat niet stil, de weersvoorspellingen voorkomende week ziet er goed uit, voor vogel verrassingen.
Roodborsttapuit Saxicola rubicola (Linnaeus, 1766)
Buiten broedtijd
Op de broedplaatsen zijn Roodborsttapuiten aanwezig van maart tot en met oktober. Vooral na een serie zachte winters zijn ook winterwaarnemingen niet uitzonderlijk. Zulke vogels overwinteren, niet zelden paarsgewijs, vaak in de omgeving van broedplekken, met name in agrarisch landschap. Of het om lokale broedvogels gaat, valt niet met zekerheid te zeggen. De wegtrekkers overwinteren vooral in Zuidwest-Europa en Noord-Afrika. Veel doortrek valt bij ons niet te verwachten, aangezien Nederland de noordwestgrens van het verspreidingsgebied vormt.
Broedtijd
Roodborsttapuiten broeden vooral op de hoge zandgronden, in de volledige kuststrook inclusief de Waddeneilanden en in Zeeuws-Vlaanderen. Ze bewonen zowel open boerenland met greppels en ruige wegbermen als natuurgebieden (heide, hoogveen, duin). Aan de rand van stedelijk gebied worden braakliggende gronden bezet. Aantallen en verspreiding namen vanaf ongeveer 1975 sterk af, vooral in het boerenland. De soort verdween zelfs in bepaalde regio's als de oostelijke Achterhoek en Zuid-Limburg. Sinds ongeveer 1990 volgde een verrassend en krachtig herstel, dat nog steeds aanhoudt. In het boerenland profiteert de soort van kleinschalige ingrepen als extensiever bermbeheer en herstel van beekdalen. In natuurgebieden was het terugdringen van bosopslag in het voordeel van de Roodborsttapuit. (Bron: Sovon vogelsoorten)
Grasmus Curruca communis (Latham, 1787)
Herkenning
De grasmus is vrij groot en krachtig gebouwd met een lange staart met witte buitenste staartpennen. Wat vooral opvalt, is de witte keel die bij het zingen op en neer gaat. Ook de grijze kop valt op en heeft een karakteristieke uitdrukking (ook bij braamsluiper). Hij kan zijn kopveren opzetten bij het zingen. De grasmus hoort tot de familie van de silvia's. De grasmus heet silvia communis; silvia is het bos en communis betekent gewoon, overal voorkomend. De grasmus is een echte zomervogel, hij is van half maart tot half oktober in ons land en broedt in mei, juni en juli. Hij overwintert in midden Afrika. Bij het oversteken van de Sahara sneuvelen veel grasmussen. De woestijn wordt steeds groter en het oversteken wordt steeds moeilijker, omdat daar geen voedsel en water aanwezig zijn.
Geluid
Deze vogel zingt vaak. Het is een krasserig geluid, maar wel melodieus. Elke strofe van de grasmus is kort. De zang is redelijk eenvoudig te herkennen. De roep is zeer markant. Een nasaal klinkend "tsjurrrrrrr" dat de grasmus telkens herhaald. Het klinkt erg dreigend.
Biotoop
Open landschap met struikgewas en (doornige) houtwallen. Komt ook voor in open bossen met veel struikgewas.
Voedsel
Insecten.
Betekenis wetenschappelijke naam: algemene bosvogel. De Nederlandse naam zou doelen op een deel van het biotoop van de vogel, n.l. lange grassen en kruidachtige planten, en op de krui pende of sluipende manier waarop hij zich door de struiken beweegt. Het element ‘mus’ houdt dan ook geen vergelijking in met de Huismus - die er op afstand evenmin kleurrijk uitziet.
Podcast 3: Ook deze week heb ik nog nieuwe Natuurpodcast stations gevonden.
Klik op weblink Rivierverhalen: https://podcastluisteren.nl/pod/Rivierverhalen
Klik op weblink Plantenvrienden: https://podtail.nl/podcast/plantenvrienden/
Komende week zal door de oplopende buitentemperaturen het insecten leven in de Natuurtuin gaan opbloeien. Dan kunnen we de vangnetten, vlindernetten en klopscherm weer gebruiken. Ook de planten -groei en bloei- zullen een boost krijgen en dan berichtten we weer met nieuwe ontdekkingen.Ook de stand van de waargenomen vogelsoorten van 1960 tot 2021 zullen we een overzicht van geven.
Om een inkijk en beeld te geven van de huidige stand van de Flora en Fauna -die ook op dit moment in de Natuurtuin is te zien- zag ik van de week deze gelijkende tekening van Jeroen Helmer.
Kom gerust eens op zaterdag langs
(De Natuur gaat zijn eigen gang en staat niet stil)
Tot volgende week, in het LENTE seizoen, en dan gaan we weer op zoek naar de:
volgende nieuwe ‘natuurontdekkingen’ in de Natuurtuin ‘De Robbert’
Met ‘gevederde’ groet, Will van Berkel.
NATUURJAAR 2021-15, Lente in de Natuurtuin De Robbert
Vandaag: Boerenzwaluw, Tjiftjaf&Fitis, Podcast 2, deFuut en Trekvogels terug?
Zaterdag (2021-04-10), Het is kil, koud en nat vanmorgen in de Natuurtuin. Maar zo wit als het midden in de week was is het gelukkig niet. Tijdens een bezoek aan een natuurgebied zat ik midden in de winterse sneeuwbuien. Als het even iets minder sneeuwde zag ik -uit het niets- tussen de vallende sneeuwvlokken zes Boerenzwaluwen (Hirundo rustica) Linnaeus, 1758 op trek langs vliegen. Op weg naar een droge stal waar de vogels -wellicht iets verder op- vorig jaar hebben met succes gebroed hebben en hun jongen groot gebracht. Die nestdrang geeft de lange afstandstrekkers letterlijk vleugels om zo’n plek zo spoedig mogelijk te bereiken. Ze zijn dan verzekerd van een goede nestplek, leert de ervaring van vorig jaar.
Buiten broedtijd
Boerenzwaluwen zijn aanwezig van maart tot in oktober, incidentele waarnemingen daargelaten. De meerderheid der broedvogels arriveert in april of begin mei, soms echter later vanwege ongunstige trekomstandigheden. Doortrek in het voorjaar is alleen opvallend op enkele plekken langs de kust en uitsluitend bij straffe (zuid)oostenwinden. Vanaf juli verzamelen zich grote aantallen op gemeenschappelijke slaapplaatsen, doorgaans in riet maar ook in maïs of andere hogere vegetaties. De najaarstrek vindt grotendeels plaats tussen eind augustus en eind september. Deze is in het binnenland veel krachtiger dan langs de kust. Vroege trekkers (augustus en eerste helft september) foerageren langdurig alvorens door te vliegen; late trekkers (na half september) vliegen vaak snel en laag, zeker op koele ochtenden.
Broedtijd
De Boerenzwaluw nestelt in het hele land in boerenland, met een voorkeur voor gemengde bedrijven. Het gros van de paren huist in koeien-, varkens- of paardenstallen. De aantallen zijn in het laatste kwart van de twintigste eeuw afgenomen, al komt dat uit tellingen onvoldoende naar voren bij deze lastig telbare soort. De afname is een gevolg van modernisering van bedrijven (o.a. scherpe hygiënemaatregelen, waardoor in stallen vliegende zwaluwen geweerd worden) en intensivering van grondgebruik (resulterend in voedselgebrek). Sinds de eeuwwisseling is de stand stabiel tot licht herstellend. De toenemende populariteit van het houden van hobbypaarden op het platteland biedt enige compensatie voor de afname op meer traditionele broedlocaties.
Tjiftaf en Fitis
Bijna gelijkend op elkaar, zoek de verschillen. Vanmorgen na de bekende wekelijkse vogeltelling zakt de buitentemperatuur. Gelijk merk je aan het gedrag van de aanwezige vogels dat de ‘lente drang’ op een laag pitje is. De levendigheid van vogels in de Natuurtuin en zanggeluiden is minimaal. Zelf denk ik, dat ze energie moeten sparen vanwege omdat er op dat moment minder insecten aanwezig zijn. Op een gegeven moment zien we een Tjiftjaf (Phylloscopus collybita) Vieillot, 1817 vanuit een topje van een Wilgenstruikje naar beneden vliegen naar de rand van de natuurlijke groene poel. Kris-kras onder- en bovenlangs doorsluipen door de Wilgentakken en rietstengels. Net boven de waterlijn en op de waterspiegel snapt de vogel allerlei insecten op. Razendsnel, met behulp van de vogelkijker kan ik de insectjes zelfs niet eens ontdekken laat staan zien. Hij of Zij zal er vandaag nog vele moeten vangen om zijn buikje vol te eten. Zijn bijna evenbeeld de Fitis (Phylloscopus trochilus) Linnaeus, 1758 heb ik dit jaar nog niet gehoord in de Natuurtuin. Zijn zang melodietje van hoog naar laag is zo herkenbaar, maar als de vogel hier nog niet gearriveerd is blijft het stil.
Luister het verhaal over de Tjiftjaf in de Podcast van ROOTS Notenkrakers:
Nieuwe Notenkrakers: maart is de maand van de tjiftjaf (rootsmagazine.nl)
Podcast: Vorige week gewezen op de Natuurpodcast ook deze week weer nieuweluisterbronnen:
Klik op weblink voor ROOTS podcast: https://www.rootsmagazine.nl/podcast/
Klik op weblink IVN: https://www.ivn.nl/beleef-de-natuur-met-de-podcasts-van-ivn
Klik op de weblink voor: https://podcastluisteren.nl/pod/Plantenverhalen
De Natuur gaat zijn gang, ondanks de weersomstandigheden
Afgelopen week hebben we een scala aan weersomstandigheden lijfelijk meegemaakt. Vanmorgen op weg naar de Natuurtuin zag ik tot mijn verbazing -ondanks de koude weersdip- twee jonge waterhoentjes rond zwemmen in het Wilhelminakanaal. Ook zag ik een paardagen geleden al twee jonge vlieg vlugge Houtduiven met een ouder in een boom voor mijn deur zitten. Begin deze week ‘s avonds tijdens een fietsrondje langs het Wilhelminakanaal zag ik in het voorbij fietsen achter de rietkraag de gewone Fuut bezig met nestmateriaal, hun drijvende nest op te hogen. Wanneer de adult vogel gaat staan zie ik dat er al een vuil wit ei in het nest ligt. Die zijn er al vroeg bij. dacht ik.
Hedenmorgen het eerste onderwerp bij de radio NPO 1 Vroege Vogels uitzending, en lees het verhaal: https://www.bnnvara.nl/vroegevogels/artikelen/de-fuut-van-han-vlug
luister de podcast 7.00 – 8.00u. start luisteren 00:10:30 https://www.nporadio1.nl/vroege-vogels
De Fuut
Podiceps cristatus (Linnaeus, 1758)
Foto; Will van Berkel
De familie van de futen telt wereldwijd 23 soorten. Naast de gewone fuut (Podiceps cristatus) worden er nog vier andere in Nederland waargenomen: roodhalsfuut (Podiceps grisegena), kuifduiker (Podiceps auritus), geoorde fuut (Podiceps nigricollis) en dodaars (Tachybaptus ruficollis). Van deze vijf soorten is de fuut, of ook wel gewone fuut genoemd de meest voorkomende.
De gewone fuut, de fuut die in Nederland leeft, mag dan wel gewoon genoemd worden, maar zo gewoon is deze watervogel niet. Als enige van de futenfamilie voedt deze fuut zich hoofdzakelijk met vis. Alle andere fuutachtigen leven van schelpdiertjes en insecten. Het baltsritueel van de futen is een prachtige verleidingsdans. Ze bieden elkaar waterplanten aan en bootsen elkaars bewegingen na.
Wanneer komen de Trekvogels terug?
De Lente is in volle gang we zien alles ‘groen’ worden en veldbloemen bloeien. Dagvlinders, Bijen en Hommels laten zich steeds meer zien wanneer de buitentemperatuur oploopt. We horen en zien steeds meer vogels die terug keren uit het verre zuiden van Europa. Maar wanneer en in welke maand kunnen we deze Trekvogel waarnemen. Ook in de Natuurtuin is het de komende maanden een ontwikkeling van soorten en natuurfenomenen.
Fenologie (Oudgrieks: doen verschijnen) is de studie van het verband tussen periodiek terugkerende organische natuurverschijnselen, de meteorologische omstandigheden en de tijdstippen in het jaar, en is een onderdeel van de ecologie.
Heb onlangs een leuk overzichtelijke tekening -van Vogelbescherming NL- gevonden, die per maand de terugkeer van diverse vogelsoorten aangeeft, waanneer kunnen we ze verwachten, en waarnemen. Puzzel maar eens uit of je de favoriete vogelsoorten in je tuin, park of Natuurgebied hoort of ziet.
Fenologie en trekpatronen, Sovon: https://www.sovon.nl/nl/content/fenologie-en-trekpatronen
Tot volgende week, in het LENTE seizoen, en dan gaan we weer op zoek naar de:
volgende nieuwe ‘natuurontdekkingen’ in de Natuurtuin ‘De Robbert’
Met ‘gevederde’ groet, Will van Berkel.
Zaterdag 3 april 2021
Vandaag: Zwartkop in Natuurtuin, Welke (natuur) Podcasten zijn er?, Poes in de mand!.
Zaterdag (2021-04-03), Begin deze week prachtig Lente weer. Een meevaller tijdens het eerste schoolbezoek van de leerlingen van De Rank tijdens de rondwandeling door de Natuurtuin. Graag weten hoe deze morgen verlopen is kijk op de site voor het verslag: https://www.derobbert.nl/en-hoe-was-het/
Voordat de excursie met de leerlingen begint, gauw nog even door de Natuurtuin een rondje lopen welke vogels zitten er? Hoor ik nieuwe zanggeluiden van net aan gekomen vogelsoorten uit het verre zuiden? Evenlater hoor ik de luide en hoge zang van de muis grijze zangvogel. Het mannetje heeft een zwart petje met een donker blauwe glans op, het vrouwtje een bruin petje. Dan zie ik er ook een, zitten op een lagere tak van een loofboom, goed zichtbaar en veel bewegend even maar, want hij vlieg al weer naar een hoger topje van een struik bij de Bramenrand. Dan wenkt Rinus naar mij, opschieten de activiteiten voor de ‘jonge onderzoekers in spe’ beginnen zo en we hebben nog de nodige spullen nodig voor het slootdiertjes scheppen.
De zwartkop
(Sylvia atricapilla) Linnaeus, 1758
De zwartkop is een muisgrijze zangvogel met een gitzwart ‘petje’. Vrouwtjes hebben een roodbruin petje. De zang is luid en zeer melodieus.
Hoe krijg je de zwartkop te zien?
Een zwartkop laat zich vooral vinden door zijn zang. De soort houdt zich meestal op in het struikgewas maar laat zich met een beetje moeite toch vaak zien. Het kan helpen door met de lippen op de palm van je hand ‘squeekende’ geluiden te maken. Zwartkoppen lijken hierdoor geïntrigeerd en verlaten soms het struikgewas om de bron van het vreemd geluid te onderzoeken.
Wat wij doen voor de zwartkop:
Zwartkoppen zoeken in het broedseizoen vaak tuinen op. Hun voorkeur gaat uit naar braamstruwelen en gemengde houtkanten. Gevarieerde tuinen met ruige onkruidhoekjes en een meidoornhaag zijn erg in trek. In het najaar gaan ze vooral op zoek naar bessen en vruchten. Vlier, meidoorn, braam en zelfs klimop (in de winter) zijn geliefde voedselbronnen tijdens de najaarstrek.
Hoe plant de zwartkop zich voort:
De zwartkop maakt zijn nest bij voorkeur in bramen, in dicht netelstruweel of in meidoorn. Het mannetje bouwt doorgaans een aantal ruwe ‘aanzetten’, waaruit het vrouwtje haar keuze maakt. Het geselecteerde nest wordt dan door beide vogels verder afgewerkt. Zwartkoppen zijn monogaam maar de paarband houdt meestal slechts één broedseizoen stand.
Buiten broedtijd:
In het westen van het land is de Zwartkop een schaarse overwinteraar die voornamelijk tuinen (voerplaatsen!) bezoekt. Maar ook hier trekken de meeste Zwartkoppen weg, net als elders in het land. Ze arriveren vanaf begin april of (in toenemende mate) eind maart. Nieuwe vestigingen en doortrek treden op tot eind mei. De najaarstrek speelt zich af tussen half augustus en eind oktober, met de meeste passage half en eind september.
Broedtijd:
De meeste Zwartkoppen huizen op de hoge gronden, met name in gevarieerde bossen met een hoog aandeel loofhout. Het voorkomen in de open delen van West- en Noord-Nederland is van betrekkelijk recente datum, na 1975. Het werd mogelijk gemaakt door toegenomen beplanting, waaronder in stedelijke uitbreidingsgebieden. Ook elders is deze soort, die vroeger als kensoort van zwaar loofhout werd gezien, tegenwoordig een normale broedvogel in parken en grote oude tuinen. De landelijke broedpopulatie nam de afgelopen tientallen jaren continu toe. (Bron:Sovon vogelsoorten)
Natuurpodcasten
Het is Pasen. Vanmorgen hoorde ik op de Radio NPO 1 Vroege Vogels. Een gevarieerd Radio programma met veel natuurinformatie. Het programma is de opvolger van het vroegere ‘Weer of geen Weer’. Vroege Vogels bestaat ondertussen alweer 40 jaar. Als 'advocaat van de natuur en spreekbuis van het milieu' maakt Vroege Vogels zich al meer dan 40 jaar hard voor een groener Nederland.
Wat is een podcast?
Eenvoudig gezegd is een podcast (je spreek het uit als ‘potkast’) een soort radio die je via internet luistert. Het is niet ‘live’, zoals de radio thuis. Een podcast wordt opgenomen en de makers zetten het audiobestand op internet. Je zou het ook ‘radio on demand’ kunnen noemen. Je luistert dus naar een podcast wanneer jij tijd en zin hebt. Dat kan in bed, als je in de trein zit of aan het wandelen bent. Je kunt een podcast trouwens ook downloaden, dan heb je geen internetverbinding nodig en kun je toch luisteren.
Sinds de lockdown i.v.m. de Covid-19 uitbraak volgen veel mensen noodgedwongen -doordat ze thuis (moeten) zitten- een Natuurpodcast, die het afgelopen jaar als paddenstoelen uit de grond schieten. Deze berichten stations zijn te beluisteren op je; Smartfoon, Ipad of computer, via b.v. Spotify, iTunes of de Apple App.
Podcast, Natuur gerelateerde luisterberichten.
Al meer dan 40 jaar bestaat het Natuurradio programma Vroege Vogels. Oudere uitzendingen zijn terug te luisteren op NPO 1 Radio podcast. Vroege Vogels in 30 min (verkorte versie) als podcast te downloaden.
Vanmorgen was de lancering van een nieuwe podcast Vroege Vogels en andere dieren te beluisteren via deze link: https://www.nporadio1.nl/podcasts/vroege-vogels-en-andere-dieren
Bioloog Auke-Florian Hiemstra van Naturalis en Vroege Vogel Anneke Naafs gaan elke week op zoek naar een bijzonder dier en willen daar álles van weten.
Zoeken met je browser naar natuur gerelateerde onderwerpen leverde een scala van programma’s op. Grote organisaties en uitgeverijen zoals ANWB, Staatsbosbeheer, Maandblad ROOTS, Vroege Vogels en zelfs particuliere initiatieven plaatsen podcast luisterprogramma’s.
Zeearenden op nest, zijn ook te volgen via Beleef de Lente https://www.vogelbescherming.nl/beleefdelente/zeearend
Poes in de Mand, Aktie!
Op dit moment zie je de vogels in onze leefomgeving bezig met nestbouw in de tuin en in het aangrenzend park. Binnenkort zijn er weer jonge vogels die uitvliegen. De eerste dagen van hun ‘buitenleven’ zijn deze jonge vogels kwetsbaar. Hun vleugels moeten zich nog ontwikkelen en aansterken, tevens nog veel oefenen en aanleren, hun vliegkunsten. Om de jonge vogels te beschermen dat ze ongewild slachtoffer worden van predatoren is deze actie opgezet: doet u mee?
Tot volgende week, dan gaan we weer op zoek naar de:
volgende nieuwe ‘natuurontdekkingen’ in de Natuurtuin ‘De Robbert’
Met ‘gevederde’ groet, Will van Berkel.