NATUURJAAR 2024-30 oktober: Herfst in de Natuur en -Tuin ‘De Robbert’.
Vandaag: HERFST oktober 2024: Deze week in de NTR: De Vogeltrek, Onderzoek in de poel, Grote spinnende waterkever, Kroontjesknotszwam een ‘Koraal’ vruchtlichaam op rottend hout, Bruingemarmerde schildwants, Will’s boekenrecentie WIDERNIS IN EIGEN LAND en Wij&Wadvogels fase II.
Zaterdag (2024-10-19), HERFST: Vanmorgen is het nog donker als ik naar de Natuurtuin fiets. Het regent nog ‘matig’ maar als ik bij de tuin aangekomen ben, is mijn jas al aardig doorweekt. Vanmorgen gaan we gelijk aan de slag met het amfibieën onderzoek. Het begint licht te worden als Stan gearriveerd is. Daarvoor heb ik al geluisterd naar de vogels, welke zitten er in de tuin? De volgende soorten heb ik gehoord; Roodborst, winterkoning, Kool en Pimpelmees. Boven mij hoor ik overtrekkende Vinken en Lijsters. Het felle hoge piepje van de Koperwiek laten ze horen tijdens de vlucht. De regen neemt toe en de vogeltrek valt stil.

Stan is de tuin binnen komen lopen en pakt de spullen die we nodig zijn, effe later kijken we in de witte bak. Het doel om te kijken hoe de stand is van de Watersalamanders valt tegen 1 exemplaar, maar het aantal kleine – en Grote waterroofkevers is ruim over de vijftig exemplaren. Opvallende vangst is de Grote spinnende waterkever. Ook een aantal bootsmannetjes zijn in de fuikjes gezwommen. Kleine waterinsecten zijn niet in de fuikjes aanwezig -die zwemmen in en uit- door de grote mazen.

Grote spinnende waterkever, Hydrophilus piceus
De grote spinnende watertor is een kever uit de familie van de spinnende waterkevers. De kever wordt tot bijna 5 centimeter lang en is een van de grootste in het water levende kevers van België en Nederland. Het gestroomlijnde ovale lichaam is glanzend zwart met een groene gloed.
Het geslacht Hydrophilus kent in Nederland twee soorten: Hydrophilus piceus en Hydrophilus aterrimus. De eerste soort is heel algemeen en komt overal in Nederland voor. De tweede soort is extreem zeldzaam en al heel lang niet meer in Nederland waargenomen (1920). De soorten kunnen op foto alleen maar van elkaar onderscheiden worden op basis van een foto van de onderkant van de kever. Daarbij moet zichtbaar zijn of het midden van het achterlijf gekield is (H. piceus) of afgerond (H. aterrimus).
Tegen twaalfden lopen we nog een inspectie rondje. De zo laat zich weer zien en de Vogels hebben hun ‘vlucht’ reis weer opgepakt. Verschillende groepjes vogels zien we overvliegen, in volle haastige vlucht vliegen ze soms ‘dansend’ boven ons heen. De vogeltrek is in volle gang. Tijdens de wandeling zien we opvallende vruchtlichamen van een Paddenstoel.
Kroontjesknotszwam, een ‘Koraal’ vruchtlichaam op rottend hout.

De kroontjesknotszwam (Artomyces pyxidatus) is een schimmel uit de familie Auriscalpiaceae. Hij groeit op liggende, ontschorste stammen, vooral van (ratel)populieren. De Knotszwam is een relatieve nieuwkomer in Nederland. Deze fraaie knotszwam is in 1996 voor het eerst ontdekt. Vermoedelijk reist deze soort met het opschuiven van de warmtegrens naar het noorden mee. In het zuiden van Nederland is deze soort al algemeen, boven de rivieren is de kroontjesknotszwam nog steeds een zeldzaamheid.
De kroontjesknotszwam is een houtbewonende soort. De kroonvormige vertakking maakt hem onmiskenbaar, en onderscheidt hem van de algemenere rechte koraalzwam die ook op hout groeit. De kroontjesknotszwam is niet specifiek aan een boomsoort gebonden, maar kan op dode stammen van verschillende loofbomen voorkomen, zoals beuk, berk of populier.
Gezien de verspreiding van deze soort in het zuiden van Nederland zal vermoedelijk het aantal meldingen in Nederland ook geleidelijk toenemen. Zo’n fraaie zwam is natuurlijk zondermeer een aanwinst. Tekst(c): Sjoerd Greydanus.
Bruingemarmerde schildwants steeds vaker in onze tuin.
Opmerkelijk deze week: mede door de hoge (voorjaars) temperaturen vele insecten in beweging. Rondom en in de bloeiende Klimop vele insectensoorten. Tijdens een zoekactie zag ik dit insect. Door een kennis werd ik deze week aangesproken, ook hij had afgelopen week een Bruin gemarmerde schildwants waargenomen in zijn tuin. Ga opzoek in uw tuin wellicht zit er een exemplaar en meld deze, succes.

Komt inmiddels in een groot aantal Europese landen voor. Tot het najaar van 2018 werd deze schildwants in Nederland alleen in Limburg waargenomen. In het voorjaar van 2019 zijn eerste individuen in Utrecht en Amsterdam gevonden. In de loop van 2021 kwamen er steeds meer meldingen uit grote delen van het land, met als meest noordelijke vindplaatsen.
Biotoop – Onder meer te verwachten in tuinen, groentetuinen en boomgaarden. De soort staat in het buitenland bekend als schadelijk doordat ze zuigschade veroorzaakt aan een groot aantal gewassen waaronder appels, peren, kersen en tomaten. Inmiddels zijn eerste exemplaren ook in fruitboomgaarden en bloementuinen gevonden. In een nieuwe experimentele val werden in een Limburgse achtertuin op een warme middag in mei 2021, 50 Bruingemarmerde schildwantsen gevangen. Inmiddels 3 verschillende groeistadia’s gevonden op Klimop – Hedera helix, vanaf: Mei – Oktober van dit jaar.

Herkenning – Herkenning – Forse wants waarvan de lichtbeige grondkleur grotendeels bedekt wordt door zwarte putjes. Deze putjes zijn onregelmatig geplaatst en klonteren vaak samen, waardoor een vlekkerig patroon ontstaat. Het connexivum is geblokt. De soort lijkt sterk op de in zuidelijk Nederland vrij algemene grauwe schildwants maar is wat minder langwerpig en de voorste derde van het borststuk is grotendeels donker met direct daarachter een serie lichte vlekken. Het beste onderscheid vormt het derde antennelid wat bij H. halys aan de top en de basis licht is terwijl dit bij R. nebulosa aan de basis licht en aan de top geheel donker is. Ook is het vleugelmembraam egaal donker gekleurd terwijl het vleugelmembraam bij de grauwe schildwants licht is met voor de soort kenmerkende vlekjes.
Will’s boekenrecentie WIDERNIS IN EIGEN LAND
Jeroen komt regelmatig langs in het NATUURJAAR, zijn informatie posters vertellen een verhaal van het biotoop en de dieren en insecten die daarin samenleven. Nu heeft hij een boek geschreven en tekeningen gemaakt over de WILDERNIS om ons heen.


Wildernis in eigen land, Jeroen Helmer
Stel je een koude lentedag voor – met de dauw nog op het gras – waarop de majestueuze eland voor het eerst een stap over onze landsgrens zet – en ze besluit te blijven. Beeld je een meanderende rivier in waarin de meterslange steur haar weg naar zee zoekt, terwijl ze geruisloos een kudde wilde waterbuffels passeert. Is dit Nederland over twintig jaar?
In Wildernis in eigen land schetst Jeroen Helmer (ARK Rewilding Nederland) zijn toekomstbeeld van rijke natuur in de Lage Landen en toont de ingenieuze samenhang van natuurlijke processen waarin elke speler een unieke rol vervult – van de goudwesp tot de grijze walvis. Als een bevlogen wandelgids beschrijft Helmer de oorsprong van ons halfopen landschap en de terugkeer van haar oorspronkelijke bewoners door middel van rewilding, de natuur zelf aan het roer.
Jeroen Helmer over de kracht van een vrije natuur
6-OKT-2024 – Jeroen Helmer is al illustrator bij ARK sinds de oprichting vijfendertig jaar geleden. Zijn verhaaltekeningen worden over de hele wereld gebruikt door wetenschappers en mensen die rewilding in de praktijk brengen. Zijn tekeningen zijn in maar liefst veertien talen vertaald. Deze week ligt zijn eerste boek ‘Wildernis in Eigen Land’ voor het grote publiek in de winkel. https://www.naturetoday.com/nl/nl/nature-reports/message/?msg=32927
15-OKT-2024 – Het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur en Rijkswaterstaat stellen samen drie miljoen euro beschikbaar voor de tweede fase van het programma Wij&Wadvogels. Dit is een extra financiering om vogels te beschermen in het Waddengebied.
FASE 2. Gedragsverandering door mensen bewust te maken van de negatieve gevolgen van verstoring. Dit gebeurt met gedragsbeïnvloeding, communicatie en voorlichting, zowel gericht op het brede publiek als op specifieke hoog-prioritaire gebieden.
Ontdek WAD jij kan doen!
Jaarlijks bezoeken 10 tot 12 miljoen broed- en trekvogels het Waddengebied. Trekvogels zijn echte topsporters. Sommige vogels leggen non-stop vluchten van vele duizenden kilometers af. Zij zijn hier om te rusten en te eten. Tijdens het broedseizoen zijn vogels en hun kuikens heel kwetsbaar. Voldoende rust is heel belangrijk voor alle wadvogels. Anders lukt het ze niet om hun jongen groot te brengen. Anders overleven ze de zware trektochten naar Afrika of het hoge noorden niet. Help jij ook deze topsporter op krachten te komen? Dit is heel eenvoudig:

Wadvogels Vogelbescherming Nederland
https://play.google.com/store/apps/details?id=nl.vogelbescherming.wadvogels&gl=NL
Tip 1: houd afstand
Houd afstand van vogels. Zeker wanneer je grote groepen rustende vogels ziet. Bij laag water zoeken vogels voedsel op het wad. Bij hoog water rusten ze veelal in grote groepen langs het wad, op dijken en in weilanden. Het is belangrijk om op grote afstand te blijven. Kom je te dichtbij en gaat één vogel vliegen, dan gaan ze allemaal.
Tip 2: blijf weg bij broed- en rustplekken
Borden, palen en touwen vertellen je waar je welkom bent en waar niet. Dat is bijvoorbeeld op plekken waar vogels broeden, rusten en eten. Blijf hier ver uit de buurt en ga niet naar de nesten.
Tip 3: blijf op paden, dijken en routes
Blijf op de paden, dijken en routes. Dit maakt ons gedrag voor vogels voorspelbaar.
Tip 4: houd je hond aan de lijn
Wandel je met de hond, houd deze dan aan de lijn. Sommige vogels broeden op het strand. Ze zijn heel klein en hun nesten zie je bijna niet. Houd je hond in het broedseizoen ook op het strand aan de lijn. En laat je hond nooit achter vogels aan rennen.
Tip 5: bezoek vogelkijkplekken
Er zijn mooie vogelkijkplekken waar je de vele wadvogels goed kunt bekijken zonder ze te verstoren. Of ga mee op een excursie met de boswachter of een vogelaar om de pracht van het wad te ontdekken.
Tip 6: geniet van de rust
Geniet van de stilte en hoor de vogelgeluiden. Maak zelf zo min mogelijk geluid. Dat is fijn voor de vogel en voor andere bezoekers.
Het is HERFST in het Natuurgebied de Bundertjes, In elk jaargetijde, nieuwe waarnemingen in de Natuurtuin. Afgelopen week bijna -elke dag van de week- wel een Natuurmoment maar: Kom ook eens op zaterdagmorgen naar de Natuurtuin Opzoek gaan naar natuurfenomenen.
We zitten aan het begin van het kwartaalseizoen de Herfst van het Jaar 2024 Opzoek gaan naar: Nieuwe ‘natuurontdekkingen’ in de Natuurtuin ‘De Robbert’ Samen ontdekken we meer! Tot de volgende keer
Met ‘gevederde’ groet, Will van Berkel.
NATUURJAAR 2024-29 oktober: Herfst in de Natuur en -Tuin ‘De Robbert’.
Vandaag: HERFST oktober 2024: Deze week in de NTR: De Vogeltrek en -Telling, Bladverkleuring, Sijs in de boomtoppen, Libellen en Juffers in oktober, Twee winterjuffers Bruine- en Noordse winterjuffer en HOE STAAN WE ER VOOR?? Living Planet Report WWF 2024.
Zaterdag (2024-10-12), HERFST: De vogeltrek is in volle gang -de vogels zoeken naar een overwinteringsplek- ze hebben de keuze uit, vlieg ik naar Zuidelijke streken of zal ik blijven. Wie nu de Natuurtuin binnenloopt op een zonnige zaterdagmorgen kan nog net de laatste Libellen en Juffers zien rondvliegen. Het seizoen loopt naar zijn eind dan begint de winterfase.
Gelukkig is het deze morgen, droog maar fris, grijs en kleurloos. Tijdens de fietsrit naar de Natuurtuin wel een roze gloed aan het zwerk mede door de lage opkomende zon. Een heel verschil met vorig weekend, het was toen mistig een prachtige zonopkomst met vele zonneharpen. Iedereen die vroeg op pad was en langs de Natuurtuin liep is enthousiast over het kleurrijke weer, velen fotografeerde het weersmoment. Ook deze morgen kijk ik rondom me naar de boomkruinen, je ziet dat de bladverkleuring is ingezet.


Verschillende kleurstoffen bepalen samen de kleur van de herfstbladeren
De herfstkleuring begint vaak als eerste bij de berken. Al in augustus worden de eerste bladeren geel. Bij de verkleuring spelen daglengte en lichtintensiteit een grote rol. Dit effect is goed te zien bij berken, die in de buurt van een straatlantaarn staan. Net rond de lamp blijven de bladeren veel langer groen. Ook populieren en lindes beginnen vroeg met bladverkleuring en bladval, terwijl beuken en zomereiken wat langer op zich laten wachten.
Chlorofyl: Bladeren van loofbomen bevatten chlorofyl. Dit is de groene bladkleurstof van planten. Het chlorofyl zorgt voor de energievoorziening van de plant; het kan met behulp van zonlicht organische stoffen zoals suikers en zetmeel maken uit koolstofdioxide en water. Daarbij komt zuurstof vrij. Het chlorofyl absorbeert het gehele zichtbare spectrum van het zonlicht, behalve groen. Het groene licht wordt teruggekaatst, zodat wij de planten als groen waarnemen. Chlorofyl wordt tijdens het groeiseizoen continu aangemaakt en weer opgebruikt. Wanneer in het najaar de intensiteit van de zon afneemt, wordt er ook minder chlorofyl aangemaakt door de boom. Voordat het blad uiteindelijk afsterft, zal de plant die stof terugtrekken uit de bladeren en in de takken opslaan.
En andere pigmenten: Naast chlorofyl bevat het blad ook andere pigmenten. Deze stoffen worden zichtbaar nadat het chlorofyl is verdwenen uit het blad. Anthocyaan is rood van kleur, xantofyl is geel en caroteen oranje. Deze verschillende kleurstoffen bepalen samen de kleur van de herfstbladeren. De mate van bladverkleuring verschilt per soort, maar ook de plek waar de boom staat en het weer spelen hierbij een rol. Anthocyaan wordt na eerste nachtvorst vaak versterkt aangemaakt in het blad. Bomen van harder hout, zoals eik, beuk, iep en esdoorn vertonen vaak meer bladverkleuring dan andere bomen: van bruin tot geel, oranje en rood.
De Sijs is terug in de Elzentoppen van de Natuurtuin. Invasie van sijzen op komst?
Ook vanmorgen een vogeltelrond, zoeken en opletten wat er aanwezig is en rondvliegt. De gangbare soorten ‘vink ik aan op de tellijst. Dan vliegt er een groepje lijsterachtige vogels over. Met de vogelkijker zie ik nog net de oplichtende koperkleurige vleugeloksels. Het zijn de eerste Koperwieken die ik zie dit najaar. Als ik voor de tweede keer langs de hoge Elzen loop, nogmaals speuren in de boomtoppen. Ze hangen vol met nieuwe zaden ‘elzenproppen’. Vaak hoor je hoge zanggeluidjes tijdens het foerageren, het is stil. Nog even zoeken en dan door het bewegen van een vogel – het overspringen naar een nieuwe zaaddoos- zie ik het geel/groene vogeltje, ze zijn terug in hun voedselgebied om te overwinteren.
Hoe herken je een sijs?
Een sijs is een contrastrijke vinkensoort. Het mannetje is opvallend geelgroen gekleurd met zwarte kruin, kin en vleugelstrepen. Het vrouwtje is meer grijsgroen en gestreept. Vleugels van beide zijn zwart met contrasterende gele vleugelstreep. Het korte, gevorkte staartje heeft ook gele staartzijden. Groepen foeragerende sijzen kunnen variëren van enkele vogels tot een paar honderd en zijn vaak luidruchtig. De sijs heeft een korte golvende vlucht. Een groepje sijzen maakt een warrelende indruk.
Invasie van sijzen op komst?


Afgelopen weekend vielen groepen sijsjes binnen. De afgelopen dagen zijn er de eerste sijzen gezien op een aantal trektelposten. Later in het seizoen, met flinke aantallen tot wel enkele honderden op een dag. Ze vliegen dan in groepjes voorbij. Vogels bij ons in het winterhalfjaar zijn vooral broedvogels uit Noorwegen, Zweden, Duitsland en Engeland en Schotland. Een deel blijft bij ons en de rest trekt door tot ZW-Frankrijk en het Iberisch Schiereiland en Noord-Italië.
Jaarlijks wisselende aantallen: Goede jaren bij Falsterbo (Trektelstation) in Zuid-Zweden zoals 2010 leverden bij ons geen opvallende aantallen op maar in 2015 was dat wel het geval. Ze zijn in het hele land te vinden in bosrijke streken maar ook in stedelijk groen en bij beplanting in boerenland. De meeste trek vindt hoe dan ook plaats tussen eind september en half november, met de piek halverwege oktober. De aantallen overwinteraars verschillen sterk van winter tot winter. Bovendien zijn deze vogels erg mobiel en verkassen ze wanneer voedselbronnen (zaden els, berk en lariks) uitgeput raken. In bomen zijn ze vaak druk in de weer en op zonnige winterdagen zingen de sijzen in koor.
Sijzen zijn overal: ontdek je ze? Weblink: https://www.vogelbescherming.nl/actueel/bericht/sijzen-zijn-overal-ontdekt-u-ze
Libellen en Juffers in oktober.
Er zijn maar enkele soorten -afhankelijk van de klimaat omstandigheden- die nog rondvliegen. Vorig weekend zag ik in de tuin de Blauwe glazenmaker en Paardenbijter. Maar er zijn ook uitzonderingen.


Twee winterjuffers -die actief blijven in de winterse periode.
Vliegtijd: De vliegtijd van de winterjuffers is een bijzonder verhaal, omdat ze als enige Nederlandse libellensoorten als volwassen dier (imago) overwinteren. De soort sluipt uit in de (na)zomer en de imago’s blijven dan de hele winter in leven, dankzij een soort van antivries in hun lijf. Ze zitten doorgaans de hele winter stil op een takje en zijn dan extreem lastig te vinden, maar op zonnige dagen in februari kunnen ze zelfs vliegend aangetroffen worden. In april zijn de winterjuffers de eersten die zich alweer voortplanten. Door deze bijzondere, maar ook risicovolle overwintering voorkomen ze voor een groot deel concurrentie van andere libellensoorten.


Bruine winterjuffer
De volwassen juffers komen in het najaar uit, om de winter op allerlei beschutte plekken door te brengen. Als de vleugels over het achterlichaam in rust samengevouwen worden, ligt het pterostigma in de voorvleugel veel verder naar achter dan in de achtervleugel: een kenmerk van winterjuffers. Verschilt van de Noordse winterjuffer door het ontbreken van een uitstulping aan de onderzijde van de donkere rug streep.
Habitat: Bij stilstaande wateren met dichte oeverbegroeiing van bijvoorbeeld riet en lisdodde. De eitjes worden afgezet in drijvende dode plantenresten.
Noordse winterjuffer
Samen met bruine winterjuffer de enige Europese libel die als imago overwintert. De imago’s kunnen daardoor uitzonderlijk oud worden, tot wel tien maanden. In het vroege voorjaar vindt de voortplanting plaats en worden de eitjes afgezet. Vervolgens ontwikkelen de larven zich binnen drie maanden tot imago’s, die in de nazomer verschijnen. Wanneer het kouder wordt begint de overwintering.
Ssst, de libellen slapen: De meeste libellensoorten brengen de winter door als ei of larve. Libellen verstoppen die eitjes op een veilige plek. Slechts één soort in Vlaanderen overwintert als volwassen libel: de Bruine winterjuffer. Het is winter en dan zijn de libellen aan het “winterslapen”.
Net als bij vlinders zijn er in de winter van bijna al onze libellensoorten enkel slapende “embryonale libellen”. Volwassen libellen zijn meestal al gestorven voor de winter is ingezet. De meeste libellensoorten overwinteren als ei of larve in en rond het water, maar er zijn ook soorten die voor drogere plekken of tijdelijke waterplassen kiezen om hun eitjes af te zetten. https://www.naturetoday.com/nl/nl/nature-reports/message/?msg=19430
Deze wek kwam het nieuwe rapport Living Planet Report WWF 2024 uit. Een kijk op de wereldwijde ontwikkeling van de Natuurgebieden en hun Biodiversiteit en Milieuontwikkeling.
HOE STAAN WE ER VOOR??
Living Planet Report WWF 2024: populatiegrootte wilde dieren wereldwijd daalt in vijftig jaar met gemiddeld 73 procent

WWF Nederland 10-OKT-2024 – Ondanks succesverhalen over groeiende aantallen sneeuwluipaarden, Europese bizons of berggorilla’s in het wild gaat het wereldwijd nog steeds slecht met de natuur. Uit het nieuwste internationale Living Planet Report van het Wereld Natuur Fonds (WWF) blijkt dat de populatiegroottes* van zoogdieren, vogels, amfibieën, reptielen en vissen sinds 1970 gemiddeld met een schrikbarende 73% zijn gedaald.
*Sterkste gemiddelde afname in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied (-95 procent), Afrika (-76 procent) en Azië-Pacific (-60 procent)
“De komende paar jaar zijn cruciaal om verder natuurverlies te stoppen. Anders dreigen ecosystemen zoals de Amazone, het Arctisch gebied en koraalriffen een kantelpunt te bereiken, met mogelijk onomkeerbare veranderingen. Het is nog niet te laat, maar de tijd tikt door, tijd die we niet meer terugkrijgen. De internationale gemeenschap moet nu écht alles uit de kast halen om het tij te keren”, zegt Jelle de Jong, directeur van de Nederlandse tak van WWF-NL, aan de vooravond van de VN-Biodiversiteitstop in Colombia.

https://www.wwf.nl/globalassets/pdf/lpr/wwf_lpr_2024_belangrijkste_bevindingen.pdf
Het is HERFST in het Natuurgebied de Bundertjes, In elk jaargetijde, nieuwe waarnemingen in de Natuurtuin. Afgelopen week bijna -elke dag van de week- wel een Natuurmoment maar: Kom ook eens op zaterdagmorgen naar de Natuurtuin Opzoek gaan naar natuurfenomenen.
We zitten aan het begin van het kwartaalseizoen de Herfst van het Jaar 2024 Opzoek gaan naar: Nieuwe ‘natuurontdekkingen’ in de Natuurtuin ‘De Robbert’ Samen ontdekken we meer! Tot de volgende keer
Met ‘gevederde’ groet, Will van Berkel.
NATUURJAAR 2024-28 september: Herfst in de Natuur en -Tuin ‘De Robbert’.
Vandaag: HERFST september 2024: Deze week in de NTR: De Vogeltrek en Internationaal EuroBirdwatch 2024, Rosse Grutto en Steenloper, MIJN VERHAAL Terug in de tijd; Trektellen, EuroBirdwatch 2013 5 oktober en MEDIA: NOS Nieuws en Natuurmonumenten; over herkennen van veelvoorkomende planten- en vogelsoorten in NL.
Zaterdag (2024-09-28 en 10-05), HERFST: De vogeltrek is in volle gang de vogels vliegen van uit de Noordelijke streken naar de tussenstop gebieden. Veel vogelsoorten vliegen door naar Zuidelijke gebieden om daar te overwinteren. Begin deze week was ik een paar dagen op Vlieland, daar zag ik onder ander de Rosse grutto, Steenloper en vele andere trekvogels.
ROSSE GRUTO Limosa lapponica Een Arctische lange afstand vlieger.


De Rosse grutto is de arctische tegenhanger van de grutto, compacter en zwaarder gebouwd dan deze, met kortere poten. Het vrouwtje is in zomerkleed veel bleker gekleurd dan het mannetje en heeft ook een langere snavel. De soort is alleen doortrekker en wintergast in Nederland. Een echte wadvogel; je vindt daarom de grootste aantallen Rosse grutto’s in de Waddenzee. Het zijn sterke vliegers die in één keer lange afstanden kunnen trekken.
Vogeltrek: Broedgebieden in het arctisch gebied worden direct na grootbrengen jongen verlaten. Deel trekt naar West-Europa (vooral Waddenzee) om te overwinteren (ondersoort Lapponica). Ander deel (vooral Siberische vogels, ondersoort taimyrensis) trekt veel verder weg, naar Afrikaanse wadgebieden. Najaarstrek vooral augustus-september. Voorjaarstrek vooral in mei, vogels vliegen in één keer van West-Afrika naar de Waddenzee. Vetten dan hierop voor de laatste etappe naar de toendra’s. Trekt zowel overdag als ’s nachts, liefst in groepen. Begint de trek met wind mee.
STEENLOPER Arenaria interpres Koddige vogels op basaltblokken dijken en tussen strekdammen.


De Steenloper is een middelgrote (23 cm) strandloper met een korte donkere snavel en oranjerode poten. In het zomerkleed is het een bonte vogel met oranje vleugels, een zwarte borstband, een zwart-witte koptekening en een witte buik. In het winterkleed heeft de Steenloper een donkerbruine kop en vleugels, een zwarte borstband en een witte buik. Ze hebben een bont vliegbeeld en roepen ‘tuk-tuk’ met een scherp staccato en een vlugge triller. Op zoek naar voedsel keert de Steenloper stenen, schelpen en stukjes wier om. De soort is in Nederland geen broedvogel, maar het is een doortrekker, zomer- en wintergast (4.600-5.700) langs de hele kust. Broedvogels van Noordoost-Canada overwinteren langs de Noordzee en langs de Atlantische kust. Exemplaren uit Noordoost-Europa trekken langs onze kust naar de kust van West-Afrika.
EuroBirdwatch 2024: een mooie dag voor bijzondere soorten


Zaterdag 5 oktober 2024) Vandaag vond de 32e internationale vogeltrekteldag plaats van de EuroBirdwatch. Vogelbescherming organiseert dit event voor de 29e keer in Nederland. In totaal vlogen er vandaag bijna 350.000 vogels en 199 soorten over ons land en werden bijzondere soorten geteld zoals de zwartkopgors, roodkeelpiepers en een recordaantal koereigers. Op zo’n 150 plekken in ons land werd geteld, Vogelbescherming Nederland verzamelt samen met trektellen.nl de gegevens en stelt een top10 samen.
Hoe vloog het in Nederland?
Zoals wel vaker werden vooral spreeuwen weer veel gezien en geteld. Dit is dan ook de tijd dat deze vogels door ons land trekken of vertrekken. Samen met grote aantallen vinken, veldleeuweriken en zanglijsters vormen zij de hoofdmoot van de trekvogels vandaag. Opvallend waren verder de aantallen kauwen en houtduiven, beide worden tijdens de EuroBirdwatch niet vaak in dergelijke groepen waargenomen. Gemiddeld vliegen tijdens de EuroBirdwatch ruim 610.000 vogels over Nederland. Vandaag lag dit met 350.000 vogels lager dan normaal vanwege het mooie weer, daardoor vliegen vogels hoger en zijn ze lastig te zien.
De aantallen: Voor de EuroBirdwatch geldt de wet van de grote getallen. Vrijwel iedere editie gaat het in Nederland om honderdduizenden vogels, zoals in onderstaande tabel is te zien. Wel verschillen de aantallen trekvogels (en soorten) die op deze dag worden geteld nogal van jaar tot jaar. Dat ligt met name aan het weer (zie ook verderop). Maar de vogeltrek is hoe dan ook een waanzinnig fenomeen en de Birdwatch geeft een mooi inkijkje.
Voorlopige eindstand 7oktober 9:00 uur (en de resultaten van twee voorgaande jaren):

EuroBirdwatch 2024: een mooie dag voor bijzondere soorten https://www.vogelbescherming.nl/actueel/bericht/euro-birdwatch-2024-mooie-dag-voor-bijzondere-soorten
MIJN VERHAAL Terug in de tijd; Trektellen, EuroBirdwatch 2013, 5 oktober.

De weercondities vanmorgen vroeg; droog, licht zonnetje, windkracht 4 oost, temperatuur in de morgen start 9°C, in de loop van de dag oplopend naar max. 18°C. Ideale omstandigheden om te trektellen. Opeens zijn ze er weer de verdwijnvogels, de vogelsoorten die ons land aandoen om te overwinteren of te vertrekken. Brandgans, kolgans, dwerggans, koperwiek, kramsvogel, goudplevier en kanoet. Grote groepen en aantallen steltlopers, vinkachtige- en mezensoorten trekken over ons land. Ook roofvogels gaan op trek, er komen soorten bij en anderen zomerblijvers schuiven op. Bijvoorbeeld de Scandinavische buizerd neemt tijdens de wintermaanden de plek over van de andere zuidwaarts vliegende vogels. Kleine zwanen broeden ’s zomers op de Russische toendra Oost-Siberië. In de winter komen ze met duizenden naar onder andere Nederland om hier te overwinteren. Door een monitoringsprogramma met o.a. Zender- en loggeronderzoek aan vogels, heeft men de trekroutes vast kunnen stellen. Zelfs enkele jaarlijks terugkerende individuen herkent men aan hun genummerde gele- of blauwe halsband. Trekvogels fascineren, in vroegere tijden wist men niet waar de vogelsoorten naar toe verdwenen en uithingen – in de modder? Op de maan? Veranderen van gedaante? Door het ring- en monitoringwerk en het nu tegenwoordig de vogels voorzien van een zender, kunnen we de vogels volgen waar ze naar toe vliegen. Dit heeft o.a. bij de grauwe kiekendief geleid dat hun overwinteringsgebied veiliger werd. De bevolking van Algerije en Marokko kregen op die verblijf plaatsen “vogelles” wat komen de vogels doen en welke prooidieren ze eten. Ze helpen namelijk de landverbouwers de schadelijke sprinkhanen op te ruimen. Vogels kijken tijdens de trek in Nederland kan, op ruim honderd verspreid liggende trektelposten. Zaterdag 5 oktober 2013 is het EuroBirdwatch dag, met het doel een inzicht te geven om; trekvogels beter te beschermen. Dan staan alle vogel(tel)werkgroepen klaar om u wegwijs te maken hoe het trektellen in z’n werk gaat. Vogel herkenning aan; geluid, trekroepjes, tijdens het vliegen, silhouet/beeld en vlieglijnen. Neem uw vogelkijker mee en kom vroeg in de morgen naar een trektelpost bij u in de buurt. Alvast een fijne dag toegewenst met vele vogelvlieg bewegingen.
Dit opvallende bericht las ik, onlangs in de MEDIA: NOS Nieuws en Natuurmonumenten.
‘Jongeren herkennen veelvoorkomende PLANTEN en VOGELS minder goed dan ouderen’
Veelvoorkomende planten- en vogelsoorten in Nederland zijn bij jongeren (35 jaar en jonger) een stuk minder bekend dan bij ouderen (55-plussers). Dat blijkt uit een peiling die Natuurmonumenten liet uitvoeren onder een representatieve groep van ruim duizend mensen, verdeeld over drie leeftijdscategorieën.

Wie scoorden het beste?
De deelnemers werd gevraagd welke Nederlandse vogel- en plantensoorten ze op afbeeldingen herkenden. De 55-plussers scoorden het beste, gevolgd door de groep van 35 tot 55 jaar. Degenen die jonger waren dan 35 wisten het minst vaak de juiste soort te noemen. Zo herkende iets meer dan een kwart van de jongste groep ondervraagden een margriet en een korenbloem, tegenover driekwart van de 55-plussers.
De merel werd door 59 procent van de groep tot 35 jaar herkend en door 82 procent van de oudste ondervraagden. Vinken bleken iets minder bekend: die herkende 44 procent van de 35-minners. Ook daar scoorden de ouderen met 79 procent een stuk beter. Mensen uit de leeftijdsgroep tussen de 35 en 55 jaar zaten qua score steeds tussen de ouderen en de jongeren in.
‘Uit het oog, uit het hart’: Natuurmonumenten ziet “een zorgelijke trend in een tijd dat we als samenleving juist veel meer moeten doen om de natuur te laten leven”. Dat jongeren minder goed soorten kunnen herkennen dan ouderen, wijt de organisatie aan de slechte staat van de natuur. “We zijn de afgelopen decennia veel natuur kwijtgeraakt. Van onze insecten is in dertig jaar 76 procent verdwenen. Bijna de helft van de zweefvliegen wordt bedreigd en het gaat slecht met bestuivende insecten.” De organisatie vreest voor een effect dat neerkomt op “uit het oog, uit het hart”.
Volgens de peiling, uitgevoerd door onderzoeksbureau Markteffect, maken negen op de tien ondervraagden zich zorgen over de staat van de Nederlandse natuur. Een deel van hen vindt het daarentegen moeilijk om bij te dragen aan de biodiversiteit.
Onderzoek: Jongeren kennen veel voorkomende plantensoorten niet meer 26 september 2024 | Naomi Persoon Website: https://www.natuurmonumenten.nl/nieuws/onderzoek-jongeren-kennen-veel-voorkomende-plantensoorten-niet-meer
Het is HERFST in het Natuurgebied de Bundertjes, In elk jaargetijde, nieuwe waarnemingen in de Natuurtuin. Afgelopen week bijna -elke dag van de week- wel een Natuurmoment maar: Kom ook eens op zaterdagmorgen naar de Natuurtuin Opzoek gaan naar natuurfenomenen.
We zitten aan het begin van het kwartaalseizoen de Herfst van het Jaar 2024 Opzoek gaan naar: Nieuwe ‘natuurontdekkingen’ in de Natuurtuin ‘De Robbert’ Samen ontdekken we meer! Tot de volgende keer
Met ‘gevederde’ groet, Will van Berkel.