Bericht van Onderzoeker Will, juni 2023
NATUURJAAR 2023-25 juni: Zomer in de Natuur en -Tuin ‘De Robbert’.
Vandaag: ZOMER, ‘zomerse’ lente 2023 , 9x Waterdiertjes scheppen, Spinachtigen, ‘zomerse’ insecten spotten, Gierzwaluwen tellen boven je tuin en Vroege Vogels is jarig! Bestaat zondag exact 45 jaar en Zoek de spinnen in het web.
Zaterdag (2023-06-24), Deze week gaat de ‘zomerse’ lente gelijkmatig over naar het volgende jaargetijde seizoen Zomer 2023 (Noordelijk halfrond). Deze duurt van: woensdag 21 juni tot zaterdag 23 september.
Bezoek uit Laarbeek
week is de Natuurtuin ‘De Robbert’ bezocht door de leden van de werkgroep IVN-tuin Laarbeek. Tijdens de opening met koffie ging Kees in op de geschiedenis over het ontstaan van de Natuurtuin. Daarna een ronde door de tuin gelijktijdig de uitleg over het onderhoud en beheer. Ook is gesproken over de biodiversiteit monteringen, de onderzoekjes en (jaarlijkse) tellingen en het doel ervan. Tegen twaalven gingen de deelnemers -met de kennismaking van ons tuinbeheer- en belevingen, tevreden naar huis. Toch leerzaam en informatief -zo’n jaarlijkse onderlinge uitwisseling- met andere Natuurtuin geïnteresseerden.
WATERDIERTJES SCHEPPEN in Natuurtuin, 9e educatieve openstelling
Donderdag j. l. stond de poort van de Natuurtuin open voor de scholengemeenschap Zuiderbos Basisonderwijs Helmond. Na de kennismaking een korte uitleg; over de waterdiertjes o.a. soorten waterinsecten, scheptechniek en begeleiding tijdens het vangen. Met veel enthousiasme en leergierig gingen de leerlingen aan de slag. Vele ‘water’ kriebeldiertjes kwamen boven de waterspiegel o. a. Waterpissebed en -kevertjes, Duikerwantsen, Libellen- en Juffer larven. Maar…. De TOPPER v/d Dag voor ze is de larven van de Salamander. -De larven komen tussen begin april en half juli uit het ei. Larven hebben kieuwen en hoeven geen adem te halen, omdat ze zuurstof opnemen uit het water. -
Ze zijn geliefd bij vele kinderen, omdat ze zo gelijken op de Axolotl. De Axolotl (Ambystoma mexicanum), er zijn weinig waterdieren met een aparter uiterlijk. Met zijn bijzondere voorkomen lijkt het dier op weinig andere dieren. Want, wat is het nu eigenlijk voor een dier? Is het een vis? Of een hagedis? Of toch op een Salamander?
Axolotl
Wat is een Axolotl? Een Axolotl is een (in het wild zeldzame) diersoort die tot de salamanders behoort. Hij verschilt echter in uiterlijk sterk van andere salamandersoorten. Een Axolotl blijft zijn gehele leven namelijk qua uiterlijk in het larvestadium. Opvallend zijn de externe kieuwen, de blauw-paarse vertakkingen die zich aan de zijkanten van de kop bevinden. Dit kenmerk hebben larven van salamanders allemaal, maar blijven bij Axolotls hun gehele leven aanwezig waar deze bij salamanderlarven tijdens de ontwikkeling verdwijnen. Maar wil je deze dieren aanschaffen, dan is vooraf een overweging noodzakelijk, “Bezint eer ge begint”!
SPINACHTIGEN (ARACHNIDA)
Begin deze week is de voorjaars maaibeurt in de Natuurtuin afgerond. Tal van insecten o.a. Sprinkhanen en Krekels en Spinnen en Hooiwagens zijn weer waar te nemen tussen de gekort wiekte grassen en kruiden. De verscheidenheid aan soorten zijn haast niet even samen te vatten. Vele vormen en evenzovele tekeningen omvat de familie Spin maar allen hebben ze ‘maar’ acht poten.
Spinnen: Geleedpotigen waarvan het lichaam in principe in tweeën is gedeeld: een kopborststuk en een achterlijf. Er is geen aparte kop te onderscheiden. Het kopborststuk draagt twee paar monddelen en vier paar poten, maar geen voelsprieten of vleugels. Hieronder vallen, voor zover het Nederland betreft, de ordes Mijten (Acari), Spinnen (Araneae), Hooiwagens (Opiliones) en Bastaardschorpioenen (Pseudoscorpiones). Daarnaast is het vermogen om spinsels te produceren iets wat alle soorten Spinnen kunnen. Ondanks dat spinnen giftklieren hebben en prooien verlammen of doden door ze met een beet het gif toe te dienen, zijn spinnen niet gevaarlijk voor mensen. Ons huis is simpel weg te dik en te stevig voor de meeste spinnen om doorheen te bijten. Spinnen kun je het hele jaar tegenkomen, met name binnen huis maar ook in de tuin, veld en Natuur. De variatie is groot. Welk soort techniek gebruiken ze voor een prooi vangst, bouwen ze een web of rennen of verstoppen ze zich b.v. onder een bloemblad.
*) Volgende week: Hooiwagens (Opiliones) Info Zoekkaart Spinnen: file:///D:/Downloads/Zoekkaart_tuinspinnen%20(1).pdf
'ZOMERSE'' INSECTEN SPOTTEN naast de Natuurtuin
Na de vogeltelling pak ik de ruif (grashark) -er ligt nog geknipt gras op de wandelpaden- dat wil ik opruimen, de doorgang van de paden moet open en veilig te belopen zijn. Dan pak ik mijn camera met macrolens en ga opzoek naar ‘zomerse’ insecten. Terwijl ik naar de poort loop kom ik Quirine tegen zij wil net naar binnen lopen. Maar als ik haar vertel dat ik op weg ben naar het "groene veldje" hiernaast - aangrenzend aan de Natuurtuin- voor een insecten ‘fotoshoot’. Gelijk is ze enthousiast om mee te gaan. Er zitten verschillende insectensoorten op de Bramenbloesems; Hommels en Bijen, en rondfladderende Dagvlinders, Sprinkhanen (Roof)vliegen, Juffers en Libellen. Gelijktijdig vertel ik haar over de insecten de werking van de camera. Mede door haar interesse in Natuur, gaat er een nieuwe wereld voor haar open.
Eikenstamjager
Herkenning: 10-15 mm. Vrij kleine donkere stamjager. Borststuk glimmend zwart, schouderknobbels zilverwit bestoven. Zijkant borststuk met pluk grijs-wit haar. Achterlijf glimmend zwart, rug segmenten met korte spaarzame gele en zwarte beharing die vaak nauwelijks te zien is, de achterranden van de rug segmenten dicht, geel behaard, vooral aan de zijkanten. Antennelid 1 tweemaal zo lang als antennelid 2. Gelijkende soorten: Lijkt enigszins op de gele stamjager C. fulvus maar is veel spaarzamer behaard en bij gele stamjager is antennelid 1 anderhalf maal zo lang als antennelid 2. Biotoop: Loof of gemengd bos. Verspreiding: Een vrij algemene soort die verspreid over Nederland voorkomt. Vliegtijd begin mei tot begin september.
Roodbaardroofvlieg
De roodbaardroofvlieg is een vliegensoort uit de familie van de roofvliegen. De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1820 door Meigen. Hij komt met name voor bij opgeschoten kruidenvegetaties langs zon beschenen bosranden en -paden en verwaarloosde akkers op een zandbodem.
Herkenning: 18-21 mm. Grote, bruine roofvlieg met zwarte poten die bezet zijn met zwarte borstels en kenmerkend gevormde genitaliën. Midden knobbel groot en bezet met een, vaak, rossige baard met wat zwarte borstels aan de bovenzijde en aan de zijkanten. Borstels op borststuk rug reiken net voorbij de middennaad. Aan achterrand van achtste buiksegment zit een kenmerkend, met zwarte en gele haren bezet uitsteekseltje onder de mannelijke genitaliën, waarvan de boventang vrij lang en recht is en aan het uiteinde iets omlaag gebogen. Het vrouwtje heeft een grote kenmerkende, zijdelings afgeplatte, sabelvormige legboor. Biotoop: Opgeschoten kruidenvegetaties langs zon beschenen bosranden en –paden en verwaarloosde akkers op een zandbodem. Verspreiding: Een vrij algemene soort die op de zandgronden verspreid over Nederland kan worden aangetroffen. Vliegtijd eind mei tot begin september.
Tengere pantserjuffer
Familie: Lestidae Status: Rode Lijst: kwetsbaar Voorkomen: Vrij zeldzaam. Herkenning: 30-39 mm. De kleinste en slankste pantserjuffer. Lichaam metaalgroen tot bronskleurig. Onderzijde van het achterhoofd geel, met scherpe overgang naar donkere bovenzijde (uitgekleurde dieren bekijken!). Pterostigma’s effen bruin, met lichte randaders (uitgekleurde dieren bekijken!). Smalle, maar duidelijke gele schoudernaadstreep aanwezig bij vrouwtjes en jonge mannetjes. Mannetje: blauwgrijze berijping aan achterlijfspunt (segment 9 en 10), maar niet aan basis van achterlijf. De waarneming van de Tengere pantserjuffer, is de eerste op de soortenlijst van de NTR.
Rode halsbandwants
Onderfamilie Deraeocorinae. Tribus Deraeocorini. Genus Deraeocoris. De wantsen van het tribus Deraeocorini hebben ovale, meer of minder brede, glanzende wantsen. De kop is vrij klein. Van de antennes zijn de segmenten 3 en 4 veel dunner en korter dan segment 2. Het uiteinde van segment 2 is vaak dikker. Tussen halsschild (pronotum) en kop zit een duidelijke ring. Tribus Deraeocorini bevat o.a. de genera Deraeocoris en Alloeotomus.
Herkenning - Deraeocoris ruber: 6,5-7,5 mm. Langvleugelig (macropteer). Antennesegment 1 is zwart. Van segment 2 is minstens de basis zwart, maar vaak geheel zwart. Segment 3 en 4 zijn roodachtig geel. De grondkleur kan variëren van roodoranje tot, met uitzondering van de cuneus (uiteinde van het hoornachtig deel v.d. voorvleugel) volledig zwart. De cuneus van de glanzende voorvleugels blijft ook bij de zwarte exemplaren roodoranje. Geelbruine poten, waarvan het bovenste deel van de dijen zwart is. De schenen hebben geen ringen of heel onduidelijke. Voorkomen: in Nederland zeer algemeen. In alle provincies maar niet op de Waddeneilanden. Palearctisch: Europa, Azië (de Kaukasus). Na versleping ook in Noord- en Zuid-Amerika (Kerzhner & Josifov 1999, Aukema et al. 2013). Biotoop: in bermen en ruigtes op kruiden. o.a.: boerenwormkruid Tanacetum vulgare en grote brandnetel Urtica dioica. Ook wel in bomen en struiken. Ontwikkeling: volwassen wantsen worden waargenomen van begin juni tot in oktober. Eén generatie per jaar. Overwintering: als ei. Voedsel: zoöfaag. Kleine insecten, vooral bladluizen (Aphidoidea).
Vogelbescherming: Tel mee: Gierzwaluwen boven de tuin
20-JUN-2023 - Veel mensen kennen de gierzwaluw, soms onbewust. Hun gierende geluid is in ieder geval vast onderdeel van de soundtrack van de zomer. Hoe het met gierzwaluwen gaat in Nederland, is lastig te duiden, want het tellen van deze soort is niet eenvoudig. Dat komt omdat hun nesten vaak lastig te vinden zijn, onder dakpannen of in andere openingen van gebouwen en huizen. Omdat onbekend vaak ook onbemind maakt, en omdat daardoor bij renovaties gierzwaluwnesten vaak verloren gaan, organiseren wij een telling via Tuintelling.nl om bewoners bewust te maken van de aanwezigheid van de gierzwaluw.
Zomerdrukte gierzwaluwen: Kijk je in de bebouwde kom omhoog tijdens de zomer, dan zie je op mooie dagen bijna zeker ergens een gierzwaluw door het luchtruim scheren. En mooie dagen zijn er momenteel genoeg! In deze periode zijn in Nederlandse dorpen en steden vaak grote groepen gierzwaluwen te bewonderen, voor een korte tijd. Het gaat daarbij om oudervogels en onvolwassen vogels die zelf nog geen partner of nest hebben maar zich al wel doen gelden. Dit gaat meestal gepaard met een hoop ‘gegier’. De jonge vogels zullen na het uitvliegen ons land meteen verlaten, even later gevolgd door hun ouders en de andere gierzwaluwen die uiterlijk begin augustus vertrekken.
Hoe doe je mee? Het gaat steeds om de grootste groep die u op een bepaald moment tijdens het telweekend waarneemt. Kijk op Tuintelling.nl voor de exacte instructie en het invulformulier.
De belangrijkste resultaten publiceren we na de telling op deze pagina van Tuintelling.nl. Daar vindt u ook meer informatie over het hoe en waarom van de telling. En heeft u meegeteld? Dan ontvangt u via e-mail een seintje wanneer de resultaten klaar staan.
Vroege Vogels is jarig! Bestaat zondag exact 45 jaar
Liefde voor natuur kan niet vroeg genoeg beginnen. En daarom start Vroege Vogels radio zondag met een campagne om zoveel mogelijk leerlingen in het basisonderwijs kennis te laten maken met dieren en planten, die bij hen in de buurt leven. Want hoe meer je weet van natuur, hoe groter de kans dat je er om geeft en wil beschermen. Vroege Vogels bestaat zondag exact 45 jaar. Met dit jubileum begint de zoektocht naar 10 soorten die elke basisschoolleerling zou moeten kennen. We roepen iedereen op suggesties in te sturen voor deze lijst. Welk dier, welke plant of schimmel mag absoluut niet ontbreken? Begin september presenteren we de Tien.
In onze jubileumuitzending praten we met verschillende gasten, over het belang van groen onderwijs en over onze natuurgeletterdheid. Een van de sprekers is kinderboekenschrijver Geert-Jan Roebers. Hij kreeg deze week de zilveren griffel voor zijn boek ‘Briljante Planten’. Eerder schreef hij het boek ‘Soortenschat, kindercanon van de natuur in de lage landen’. Alle info op website: https://www.bnnvara.nl/vroegevogels/artikelen/vroege-vogels-is-jarig
Afgelopen week bijna -elke dag van de week- wel een Natuurmoment maar: Kom ook eens op zaterdagmorgen naar de Natuurtuin Opzoek gaan naar natuurfenomenen.
We zitten aan het begin van het seizoen de Zomer, van het Jaar 2023, Opzoek naar: Nieuwe ‘natuurontdekkingen’ in de Natuurtuin ‘De Robbert’.
Tot de volgende week, Met ‘gevederde’ groet, Will van Berkel.
NATUURJAAR 2023-24 juni: Lente in de Natuur en -Tuin ‘De Robbert’.
Vandaag: LENTE, ‘Zomerse’ lente houdt aan, Microvlinders, Grote parelmot, Microlepidoptera Insecten, Waar zijn de Dagvlinders?, Dagvlinders soortenlijst NTR, Uitslag LIBELLEN telling 2023 en De Nationale (klimaat vriendelijke )Tuinweek in 2023.
Zaterdag (2023-06-17), Deze week houdt de ‘zomerse’ lente nog steeds aan. Hoge temperaturen, die het water in de drie poelen elke dag enkele centimeters laat verdampen. Geen regen de laatste weken, wellicht dat de laatste voorspellingen, na het weekend uitkomen. Want de stand van het water in de poelen begint nu echt op te raken. Als ik een bakje koffie inschenk lijk ik automatische de ‘groene’ tuin in, tot mijn verbazing zie ik een Dagvlinder rondvliegen. Als ik het witte vlindertje nader bekijk blijkt het een Klein koolwitje Pieris rapae te zijn. Dat is effe geleden, gaan de Dagvlinders weer in groten getale vliegen? Lees verderop het artikel ‘Waar zijn de Dagvlinders”? Ook een artikel -naar aanleiding van de Grote parelmot- over de Nachtvlinders en Micro’s veel leesplezier deze week.
MICROVLINDERS (Microlepidoptera) Nachtvlinders en Micro's
Vorige week zag ik een klein ‘motje’ tussen de grassprieten zitten. Ga dichterbij en maak op mijn hurken een foto. Wanneer ik later de macrofoto thuis bekijk, blijkt er meer kleur in te zitten als ik op het eerste gezicht zag. Het is de Grote parelmot Glyphipterix thrasonella (Scopoli, 1763) een prachtige vleugeltekening met Turquoise blauwe kleur en een opvallend ‘oog’ met drie stippen.
Grote parelmot
Voorkomen: Een algemene soort die verspreid over het land kan worden waargenomen. Etymologie: Parelmot, wegens de zilveren 'parels' of banden her en der op de vleugel: vooral nabij de vleugelpunt. Waardplanten of voedsel: Rus (Juncus), vlinders erg talrijk op kleiachtige zandbank met Juncus articulatus (zomprus) (Muus, obs.).
Microlepidoptrera Insecten
Microlepidoptera, soms microvlinders, kleine vlinders of kortweg micro's genoemd, is een groep die grofweg de kleine vlinders omvat, tegenover macrolepidoptera voor grote vlinders. De term microlepidoptera is informeel, heeft geen taxonomische rang en er wordt geen monofyletische groep mee aangeduid.
Term microvlinders
In de tijd van Linnaeus heette alles nog ‘vlinders’ tot daarna de groep Tineina werd bedacht voor alles wat maar enigszins klein was. Veel kleine soorten werden in het genus Tinea, Phalaena, Ornix enz. geplaatst. Rond het einde van de 19e eeuw zette de taxonomie door en ontstonden er ook determinatiesleutels die werden ingedeeld op basis van taxonomische aspecten. Halverwege deze eeuw beschreef de beroemde Britse vlinderaar Henry Tibbats Stainton (1822-1892) vele nieuwe microvlinders voor de wetenschap. Voor zover bekend is dit de grondlegger van de term “microlepidoptera”. Oftewel: kleine schubvleugeligen. Nadien ontstond ook de volksterm “smaller moths” welke is overgenomen in Nederland als “kleine vlinders”. Sinds de jaren negentig is de term “macrovlinders” vaker in gebruik genomen, als tegenhanger van de microlepidoptera. Steeds vaker hebben we het dus over “macrovlinders” en “microvlinders”. (Bron: Tymo S.T. Muus) http://www.microvlinders.nl/index.php
Dikkopje
Vanmorgen vooraf aan het hooien een telronde, halve wege zag vlak bij de houten brug een Bruin zandoogje verderop een Groot dikkopje en even later tijdens het hooien een groot koolwitje vliegen, je zou kunnen concluderen dat de Dagvlinders uit de ‘dip’ komen. Maar …. hoe zit het eigenlijk;
WAAR ZIJN DE DAGVLINDERS?
De zon schijnt volop, maar waar zijn de vlinders? Het vlinderjaar kent een vast ritme. Er zijn soorten die pas in de zomer vliegen – die moeten zich nog ontpoppen. De voorjaarsvlinders hebben eitjes gelegd en leggen zelf het loodje, terwijl hun rupsen later in de zomer de tweede generatie vormen. In juni vallen we tussen wal en schip en vliegen er weinig soorten – al hadden veel soorten vlinders dit jaar een slecht voorjaar. De citroenvlinder vloog juist in grote aantallen, en daar zijn nu nog de laatste van te zien. Het icarusblauwtje heeft ook een juni dip, maar is zo algemeen dat ze nu ook redelijk veel gezien worden. Verder helpen hooibeestjes en bont zandoogjes ons de juni dip door. En dan is het nog een paar weken wachten op de zomervlinders. (Bron: Natura Today). Dagvlinders nu te zien: https://naturetoday.nl/#/ontdek/natuur/dagvlinders
Uitslag LIBELLEN telling 2023
De Vlinderstichting 12-JUN-2023) – Afgelopen weekend vond de derde editie van de libellentelling plaats. In dit weekend werden er 5233 libellen geteld in de Nederlandse tuinen. Met ruim 600 tellers waren er bijna vijf keer zoveel deelnemers als de vorige libellentelling.
Top 3-2023 1 = Azuurwaterjuffer – 1902 keer waargenomen. 2 = Lantaarntje – 692. 3= Watersnuffel – 504
Tijdens de telling werden de 15 meest voorkomende libellen in de tuin geteld. Met name de ‘blauwe’ juffers waren volop aanwezig in de tuinen. De grote winnaar was de Azuurwaterjuffer. Deze is maar liefst 1902 keer waargenomen. Op nummer twee staat het Lantaarntje en de Watersnuffel eindigde op nummer 3. Van de zogenoemde ‘echte’ libellen zijn de gewone oeverlibel en de platbuik het meest gezien. Info LIBELLEN telling 2023: https://www.naturetoday.com/intl/nl/nature-reports/message/?msg=30900
Nationale Tuinweek
Het Groei & Bloei Tienpuntenplan helpt je op weg! In 2022 bestond Groei & Bloei 150 jaar. Een feestelijk jaar voor een terugblik op 150 jaar tuinieren, maar ook om uit te kijken naar het tuinieren van de toekomst. Daarbij is het klimaat meer dan ooit een belangrijk waarde. Alle tuinen van Nederland vormen samen één grote groene oase en daarmee kan iedere tuinier een belangrijke bijdrage leveren aan het tegengaan van klimaatverandering. Het Groei & Bloei Tienpuntenplan biedt een leidraad voor enthousiaste tuiniers om klimaatvriendelijk te tuinieren. De 10 Groene TuinTips:https://groei.nl/actueel/nieuws/klimaatvriendelijk-tuinieren
Afgelopen week bijna -elke dag van de week- wel een Natuurmoment maar: Kom ook eens op zaterdagmorgen naar de Natuurtuin Opzoek gaan naar natuurfenomenen.
We zitten op het eind van het seizoen de Lente, van het Jaar 2023, Opzoek naar: Nieuwe ‘natuurontdekkingen’ in de Natuurtuin ‘De Robbert’.
Tot de volgende week, Met ‘gevederde’ groet, Will van Berkel.
NATUURJAAR 2023-23juni: Lente in de Natuur en -Tuin ‘De Robbert’.
Vandaag: LENTE, Hooien en Libellen in de tuin -Bruine en Vroege glazenmaker, Libellen vliegen rondom de poel, Libellensoortenlijst NTR, Libellentelling NL, Roodoogjuffers , Waterdiertjes scheppen en Landelijke NL Bloem: Madeliefje winnaar.
Zaterdag (2023-06-10), Deze week prachtige zonnige dagen -begin deze week- verder met het hooien in de Natuurtuin. Om ca. 11.00 uur stoppen we, de buitentemperatuur loopt raap op. We lopen een ronde door de tuin. De Libellen en Juffers vliegen en scheren door het luchtruim boven de grote poel. Er vliegen, scheren en landen Libellen zij hebben -de vleugels haaks op het insectenlijf- en Juffers -hun vleugel liggen evenwijdig langs hun lijf- allen hebben een gemêleerd scala van kleuren; Bruin, Geel, Groen, Blauw, rood en zwart.
Libellen
Dan valt me een bruinachtige libel op, hij lijkt op de Bruine glazenmaker (Aeshna grandis), maar die soort is iets groter.
Bruine glazenmaker (Aeshna grandis)
Kenmerken: 70-77 mm. Forse glazenmaker, die door gekleurde vleugels extra groot overkomt. Lichaam grotendeels bruin. Zijkant borststuk met twee gele banden. Vleugels oranjebruin, duidelijk donkerder dan de berookte vleugels van sommige andere glazenmakers.
Vroege glazenmaker (Aeshna isoceles)
Kenmerken: 62-66 mm. De vroege glazenmaker Aeshna isoceles heeft een oranjebruin lijf en groene ogen. Het is de enige Aeshna die al in mei rondvliegt. In juni is de soort in aanzienlijk aantal te vinden, in de nazomermaanden nauwelijks meer. In laagveengebieden is de soort vrij algemeen. De Nederlandse populaties zijn de grootste in Noordwest-Europa. De Vroege glazenmaker is een oranjebruine glazenmaker met groene ogen. Op S2 bevindt zich een gele, kielvormige vlek. De vleugels zijn helder, in tegenstelling tot die van de Bruine glazenmaker, wat de enige soort is waarmee ze verward kan worden. Isoceles betekent gelijkbenig, als in gelijkbenige driehoek. De libel is genoemd naar zijn 'spijker' op het achterlijf.
Verspreiding in Nederland: De huidige verspreiding verschilt van die aan het begin van de 20e eeuw. In de periode tot 1950 stamt een aanzienlijk deel van de waarnemingen uit gebieden buiten de laagveenmoerassen. Vooral plassen en vennen op de Veluwe, in Noord-Brabant en Oost-Nederland waren goed vertegenwoordigd. De soort was toen waarschijnlijk ook in alle laagveenmoerassen aanwezig, maar deze werden weinig bezocht.
De Libellensoortenlijst Natuurtuin
De laatste vijf jaren is een verzamellijst ontstaan van enkele incidentele waarnemingen. De verdeling tussen de Juffers- en Libellensoorten is op dit in evenwicht. Om de lijst uit te breiden van de Libellen die rondvliegen is dit weekend de mogelijkheid. Tel de soorten in de tuin of in het buitengebied in de Bundertjes. Probeereen foto te maken en geef ze door aan b.v. www.waarneming.nl succes.
Doe komend weekend ook mee aan de Libellentelling
De Vlinderstichting 8-JUN-2023) - Nederland is een echt libellenland: er komen hier ongeveer 65 soorten libellen voor. Door het verdwijnen van natuur, klimaatverandering en watervervuiling staan veel libellensoorten onder druk. Tijdens de Libellentelling peilen we hoe het gaat met de verschillende soorten in onze tuinen. Komend weekend is het zover.
De Libellentelling 2023 start op vrijdag 9 juni en duurt tot en met zondag 11 juni. Elke telling wordt gewaardeerd. Je mag dus zo vaak tellen als je wilt! Eén keer tellen is al voldoende om mee te doen. Maar je kan ook 2, 3 of 10 keer tellen in je tuin. Ook nul libellen in de tuin telt als een telling, dat is juist ook heel belangrijk om door te geven.
Telling doorgeven,
Jouw resultaten kan je hier doorgeven via Tuintelling.nl. Zodra het evenement live gaat, kan je hier jouw telling(en) invoeren. Klik op de weblinks: Info: https://www.naturetoday.com/intl/nl/nature-reports/message/?msg=30870 Welke soorten: https://www.tuintelling.nl/soortenboek/libellen
LANDELIJKE NATIONALE BLOEM: MADELIEFJE Winnaar
Het madeliefje is met een ruime meerderheid gekozen tot Nationale Bloem van Nederland. De afgelopen weken, streden vijf wilde bloemen met ieder een eigen ambassadeur, om die titel Nationale Bloem van Nederland. In totaal is er de afgelopen weken ruim 53.000 keer gestemd! De uitslag: 1. Madeliefje, 2. Fluitenkruid, 3. Pinksterbloem, 4. Paardenbloem, 5. Wilde kievitsbloem. Menno Bentveld: "Geweldig dat tienduizenden mensen hun stem hebben uitgebracht. Aandacht voor de schoonheid en het belang van wilde bloemen is ook aandacht voor de kwetsbaarheid van wilde flora en hun rol binnen de biodiversiteit en het voortbestaan van insecten- en vogelsoorten."
Afgelopen week bijna -elke dag van de week- wel een Natuurmoment maar: Kom ook eens op zaterdagmorgen naar de Natuurtuin Opzoek gaan naar natuurfenomenen.
We zitten op het eind van het seizoen de Lente, van het Jaar 2023, Opzoek naar: Nieuwe ‘natuurontdekkingen’ in de Natuurtuin ‘De Robbert’.
Tot de volgende week, Met ‘gevederde’ groet, Will van Berkel.
NATUURJAAR 2023-22, juni: Lente in de Natuur en -Tuin ‘De Robbert’.
Vandaag: Voortgang LENTE, Hooien in de tuin, Natste lente, Zangers Herkenning in het Riet, IVN-cursisten opzoek, Boktorren en beheer in NTR, De Steur terug in NL, Sieralgen NTR aanvulling en Onze Landelijke NL Bloem; Madeliefje
Zaterdag (2023-06-03), Een prachtige zonnige dag -begin deze week had Stan het tweede gedeelte van de graslandjes gemaaid- vandaag gaan we hooien. We – het tuinteam en vrijwilliger Loes- harken de grassen en kruiden bijeen en maken lange stroken. Komende maandag laden we het maaisel op de hooiwagen en kruien het naar het tijdelijke depot ‘buiten’ naast de ingang van de Natuurtuin.
Natste lente sinds 2006, grondwaterniveau weer op peil
NOS Nieuws 01 juni 2023) Sinds 2006 is de lente niet zo nat geweest als dit jaar. Door het natte voorjaar is het grondwaterniveau voor het eerst sinds tijden weer op peil. Vooral in maart en april viel er veel regen. Mei begon ook nat met op veel dagen flinke (onweers)buien, maar halverwege werd de maand toch droog. Volgens het KNMI viel in de meteorologische lente (maart, april en mei) gemiddeld in het land 205 millimeter neerslag terwijl het langjarig gemiddelde 148 millimeter is.
De lente van vorig jaar was nog uitzonderlijk droog. Vooral het oosten en zuiden van het land worstelden toen met droogte. Vorig jaar in de zomer kampte Nederland nog met een watertekort door de aanhoudende droogte. Hoewel we deze zomer dus beginnen met een goed grondwaterniveau, is het nog onduidelijk of we deze zomer weer te maken krijgen met een watertekort.
Bosrietzanger
Deze week; vooraf aan het ‘waterdiertjes’ scheppen -alweer de vierde groep- die bij ons op bezoek komt, een morgen educatie in de Natuurtuin. Tijdens de vogeltelronde hoorde ik voor het eerst dit jaar de Bosrietzanger. Hij is de beste zanger onder de rietvogels. Zijn ‘zang‘ is een -mengeling van zang motiefjes- nabootsingen van andere Afrikaanse vogels uit zijn overwinteringsgebied. De strofes worden afgewisseld met smakkende geluiden, trillers, schuivende tonen of een jodel of schor toontje.
Kleine karekiet
De Kleine karekiet Acrocephalus scirpaceus Karre-karre-karre, kiet kiet kiet! Met een beetje verbeelding hoor je de kleine karekiet zijn eigen naam zingen in het riet. Maar vaak is het een onduidelijker gebrabbel, met fluittonen en rasperige kwetters. Bosrietzangers en Karekieten zijn echte rietbewoners. Het liefst in grote rietmoerassen, waar ze in kolonies kunnen broeden. Maar ook in een klein rietkraagje langs een sloot of redelijke grote poel zit vaak wel een karekiet te zingen. Ze beginnen nu met broeden, in een nest geweven tussen de stengels. Op de achtergrond hoor je in de Bundertjes de roep van de Koekoek. Maar… de koekoek houdt ze in de gaten: een groot deel van de koekoeksvrouwen legt haar ei in het nest van de Kleine karekiet en andere rietzangers.
IVN Helmond cursisten opzoek naar Waterdiertjes en Insecten.
Vorig week zaterdag bezochten de cursisten van het IVN Helmond de Natuurtuin. Twee opvallende gevonden soorten: Zwarte Houtlangpoot en Goudoogje Gaasvlieg nader belicht. De Houtlangpoot behoort tot onze spectaculairste langpootmuggen. Het gaat om twee nauw verwante soorten, de zwarte en oranje houtlangpoot. Ze zijn nogal variabel in kleur en daardoor lastig te onderscheiden. De vrouwtjes hebben een spits toelopend achterlijf, waarmee ze eieren in dood hout afzetten. De mannetjes hebben mooie gevorkte antennes, een soort geweien. Als ze vliegen lijken houtlangpoten wel wat op grote sluipwespen. Beide langpootmuggen profiteren van natuurlijk bosbeheer, waarbij dood hout in het bos achterblijft. Hier kunnen de larven van de langpootmuggen zich ontwikkelen. In Nederland twee soorten Tanyptera. De soort T. nigricornis is van T. atrata te onderscheiden doordat die soort een zwarte trochanter heeft. Deze 'dijring' is te zien als een zwart bandje dat tussen het coxa (heup) en femur (dij) zit. Bij T. atrata is de dij rood. (Bron EIS: Insect van de Week 151: Houtlangpoot)
De Groene gaasvlieg of goudoogje is een 1 tot 17 millimeter lang, vliegend insect uit de familie gaasvliegen. Deze familie behoort ondanks de naam niet tot de vliegen maar tot de orde netvleugeligen. Info Nature Today: https://www.naturetoday.com/intl/nl/nature-reports/message/?msg=30080
BOKTORREN (Cerambycidae) houden van doodhout, evenals tal van andere Verssoorten.
Regelmatig tijdens vangst sessies voor lokaal onderzoek naar insecten in de Natuurtuin, komen we wel eens Boktorsoorten tegen. Vandaag komt de teller op twaalf soorten. Uit een Els klop ik vandaag de Elzenboktor Poecilium alni. Is het mede te danken aan het beheer in de Natuurtuin, omdat we het op het oog lijkend ‘dood’ hout laten liggen? Ook landelijk is er onderzoek gaande in de Nederlandse natuurterreinen naar het ‘nut’ van het laten liggen.
Experiment naar doodhoutkevers in vers gekapte bomen
Jarenlang hebben we onze bossen proberen ‘schoon’ te houden door het dode hout eruit te verwijderen. Dit ten nadele van de belangrijke doodhoutinsecten waaronder kevers. Gelukkig is dit tegenwoordig wel anders en zijn bosbeheerders juist bezig om deze kevers zoveel mogelijk terug te laten keren en laten ze dood hout na het kappen vaker liggen. Er wordt nu zelfs onderzocht welke manier van kappen de beste situatie oplevert voor deze kevers. Luister naar de audio: https://www.bnnvara.nl/vroegevogels/audio/597012
Boktorren in het kort: Boktorren zijn - vaak kleurrijke - kevers met een langwerpig lichaam die in grootte variëren van enkele millimeters tot vele centimeters. Ze hebben meestal lange tot zeer lange sprieten. Boktorren zijn voornamelijk gebonden aan bossen. Sommige soorten komen echter ook op kruiden voor. Boktorren spelen een belangrijke rol in de afbraak van bomen en planten en zijn dus belangrijk voor onze ecosystemen. De aanwezigheid van een grote diversiteit aan boktorren in een bosgebied is een goede graadmeter voor de kwaliteit van het bos.
Graadmeters: Omdat boktorren graadmeters kunnen zijn voor een goed ecosysteem is ons ultieme doel te komen tot een meetnet boktorren. Een meetnet waarmee we de ontwikkeling en verspreiding van de Nederlandse boktorren kunnen volgen. In Europa komen ongeveer 500 soorten boktorren voor, waarvan er ruim 90 inheems zijn in Nederland. Afmeting: Boktoren van Klein (Elzenboktor 4-7 mm) tot Groot (Naaldreuzenboktor (vrouw) 60 mm, zeer zeldzaam in NL).
Herkenning: Kleine boktor (4-7 mm). Kop, halsschild en achterste tweederde deel van de dekschilden zwart tot zwartbruin. Voorste derde deel van de dekschilden roodbruin. Twee witte tot lichtgele haarbanden over de dekschilden: één tegen de grens van het roodbruine en donkere deel en één in het midden van het donkere deel. Sprieten oranje; poten oranje met sterk verdikte, meestal donkere, uiteinden aan de dijen. Anaglypticus mysticus is groter, heeft een uitgebreider, ander licht patroon op de dekschilden. De dekschilden bij deze soort zijn ook meestal duidelijk lichter gekleurd aan het uiteinde. Voorkomen: Vrij algemeen op de hogere zandgronden. Voorheen ook in de duinen maar er zijn geen recente waarnemingen. Biotoop: Op takken van loofbomen, vooral eik, in open bossen. Vliegtijd: Mei-juni.
Muskusboktor
Herkenning: Grote tot zeer grote boktor (13-34 mm). Eénkleurig metallic groen, blauw of brons; of hals- en dekschilden met verschillende metallic kleur. Halsschild gerimpeld met zijdoorn. Onmiskenbaar. Voorkomen: Algemeen. Biotoop: Op wilg in vochtige gebieden zoals broekbossen, grienden en oevers. Bezoekt ook bloemen. Vliegtijd: Mei-september.
De muskusboktor heeft zijn naam te danken aan de vloeistof die hij uitscheidt zodra hij in gevaar komt. Die vloeistof ruikt naar muskus. Andere namen voor deze enorme glanzende tor zijn wilgenboktor en rozenboktor. Waar de laatste naam vandaan komt, heb ik niet weten te achterhalen. Die eerste naam, wilgenboktor, heeft hij te danken aan het feit dat het vrouwtje haar eitjes in het hout van wilgen deponeert. En je raadt het al: daar komen larven uit en die vreten zich een weg door het wilgenhout. Wel levend wilgenhout. Zodanig, dat in de loop van de jaren wilgen kunnen afsterven door de inwendige vraatzucht. Helaas kom je dat in Nederland niet veel meer tegen. In de Lage Landen is de muskusboktor een schaarse soort geworden. Maar in de Biesbosch kwam ik hem dus tegen, bij het Gat van Lijnoorden om precies te zijn. Tja, dat is niet vreemd, want in de Biesbosch is de wilg op veel plaatsen dominant. Tafeltje dekje voor de muskusboktor dus. Maar dan ook voor de spechten die de dikke larven van deze boktor zéér weten te waarderen.
Publicatie Teunissen, A.P.J.A. 2009. Verspreidingsatlas Nederlandse boktorren (Cerambycidae). EIS-Nederland, Leiden.EIS-soortzoeker BOKTORREN NL: https://determineren.nederlandsesoorten.nl/linnaeus_ng/app/views/matrixkey/index.php?epi=24
Waarnemingen sieralgen in Natuurtuin De Robbert
Naam | 30-07-2022 | 29-04-2023 | Poel/situatie |
---|---|---|---|
aantal monsters | 3 | 4 | |
Closterium acerosum |
| X | 3 |
Closterium acutum | X | ||
Closterium dianae | X | ||
Closterium incurvum | X | ||
Closterium kuetzingii |
| X | 2 |
Closterium moniliferum | X | X | 3 |
Closterium parvulum | X | X | 2 |
Closterium praelongum | X | ||
Closterium pronum | X | ||
Closterium rostratum | X | ||
Closterium striolatum | X | ||
Closterium tumidulum |
| X | B |
Cosmarium boitierense |
| X | 3 |
Cosmarium dickii |
| X | 3 |
Cosmarium impressum | X | ||
Cosmarium jemtlandicum |
| X | 3 |
Cosmarium hornavanense |
| X | 2 |
Cosmarium obtusatum | X | X | 2-B |
Cosmarium punctulatum s. | X | X | 03-02-23 |
Cosmarium quadratum | X | 2 |
|
Cosmarium spec. |
| X | 2 |
Cosmarium subgranatum b. |
| X | 3 |
Euastrum bidentatum | X | ||
Pleurotaenium nodulosum |
| X | 2 |
Staurastrum dilatatum |
| X | 2 |
Staurastrum punctulatum | X | 2 |
|
Staurastrum striatum |
| X | B |
totaal 27 soorten | 13 | 18 |

Sieralgen De Robbert, Peter van Ruth
KM-hok 173-389:
30-7-22: totaal 13 soorten sieralgen.
29-4-23: totaal 18 soorten sieralgen:
Vindplaatsen
-
Biotoop 838/683 (sloot (dood/Liesgras?): 10 soorten, met o.a. Cosmarium hornavanense, Staurastrum dilatatum.
-
Biotoop 824/665 (plas (pipet): 3 soorten met Pleurotaenium nodulosum.
-
Biotoop 839/591 (plasje (dood/gras): 11 soorten . C. spec., heeft waarschijnlijk nog geen naam maar zie ik regelmatig.
-
Biotoop: 881/572 (plasje (Gewoon puntmos): 3 soorten, met Staurastrum striatum.
Extra vondsten
Trilhaardier: Coleps hirtus.
Oogflagellaten: Anisonema acinus, Astasia klebsii, Phacus suecicus, Trachelomonas hispida + volvocina.
Sprinkhanen (29-4-23): 2 Zeggedoorntje waarvan 1 ex. kortdoornig.