Bericht van Onderzoeker Will, februari 2023
NATUURJAAR 2023-08, Februari: Winter in de Natuur en -Tuin ‘De Robbert’.
Vandaag: Eind Februari; Voorjaar start, Onderzoek Sloot en Plas (3) Schietmotten, Landschapsamnesie?, Schoolplaat: In de Wei, Schoolplaat: akkerrand ‘Jubelende’ vogelzang, Website Leeuwerik, Oplossing park-Quiz; Gelukkig van vogels? Start: Beleef de lente 2023 en Laat je ‘GROENE’ STEM horen!
Vrijdag (2023-02-25), Eind Februari; het is bijna Lente -20 maart- de start is dit jaar dus niet op 20 maart maar gewoon eind februari. Deze en komende week is er voor enkele dagen ’s nachts, vorst voorspeld. Maar desondanks is mede -door de zeer warme winter- de biologische lente in feite al begonnen. Forsythia’s, klein hoefblad en speenkruid komen op steeds meer plekken in bloei. Een maand eerder dan 50 jaar geleden. Deze winter komt waarschijnlijk in de top 10 van warmste winters sinds 1901. En dat is te merken in de natuur. Verschijnselen die kenmerkend zijn voor het begin van de lente zijn nu overal in het land te zien. In Duitsland staat de eerste bloeiende forsythia voor de start van de biologische lente. De eerste bloeiende exemplaren worden inmiddels doorgegeven via www.Natuurkalender.nl
Onderzoek in Sloot en Plas Natuurtuin (3).
Vorig week in deze rubriek; de Hydra’s. Deze week een ander onderzoek -boven en in de poelen- die liggen in de Natuurtuin. Nog even wachten en dan gaan we weer met de leerlingen van de omliggende scholen waterdiertjes scheppen. Naast vele soorten Waterdiertjes -Insecten, Kikkerlarven en Waterroofkevers komen we in de vangnetjes vast ook Schietmotten en hun -larven (Kokerjuffers) tegen. De vangstsessies zijn dit jaar globaal gepland van; mei tot begin juli, aanmelden vooraf is verplicht.
Schietmotten
Schietmotten zijn een orde van gevleugelde insecten die behoren tot de zich verpoppende insecten. Schietmotten hebben een onopvallende kleur en lijken wat betreft lichaamsbouw op nachtvlinders. De vleugels zijn echter niet beschubd zoals bij vlinders, maar behaard. Herkenning Insecten met grote, behaarde vleugels en vaak lange sprieten. De larven leven, op een enkele uitzondering na, in het water en maken vaak een huisje (kokertje) van plantaardig materiaal, slakkenhuisjes of bodemmateriaal, zoals zand en/of kleine steentjes. Daarom wordt de groep ook wel kokerjuffers genoemd.
Gelijkende groepen: Ze onderscheiden zich door de behaarde vleugels van vlinders, die schubben op de vleugels hebben. Ze onderscheiden zich van steenvliegen doordat de vleugels niet plat maar als een dakje over het achterlijf liggen. Voorkomen Uit Nederland zijn 180 soorten bekend, De meeste komen voor in het laagveengebied en het Zuid-Limburgse heuvellandschap.
Biotopen: Schietmotten zitten meestal in de buurt van water(drink)poelen, tuinvijvers, waarin hun larven leven.
In de Wei
Marinus Adrianus Koekkoek (Amsterdam, 29 januari 1873 – Amsterdam, 30 mei 1944) of M.A. Koekkoek II was een Nederlands tekenaar en schilder van vooral dieren en vogels. Iedereen kent zijn werk, hij maakte de schilderijen voor 36 schoolplaten die tot eind jaren 80 gebruikt werden bij biologielessen. Koekkoek was vanaf 1 januari 1918 als wetenschappelijk tekenaar in dienst van het Rijksmuseum van Natuurlijke Historie in Leiden (Het huidige ’Naturalis’), waar hij twintig jaar werkte.
LANDSCHAPSAMNESIE, een gat in ons natuurgeheugen?
22-FEB-2023 - Waarom weten de meesten van ons niks over de natuur van vóór onze jongste jaren? Dat verschijnsel wordt shifting baseline syndrome genoemd. Voormalig hoofd Bescherming van Vogelbescherming Marc Argeloo promoveerde op het thema en schreef er een boek over. Het boek dat Marc schreef heet: Natuuramnesie. Hoe we vergeten zijn hoe de natuur er vroeger uitzag. Het shifting baseline syndrome speelt een belangrijk rol. Mensen van twintig of dertig jaar weten vaak niet eens meer wat een veldleeuwerik is. Maar mensen van boven de zestig betreuren dat ze nooit meer een Veldleeuwerik zien terwijl ze in hun jeugd bij wijze van spreken om de oren vlogen. Is dat erg? Zou je niet kunnen zeggen dat soorten komen en gaan; elke generatie heeft zijn eigen natuurlijke omgeving, dat is nou eenmaal evolutie? Of ligt het anders? “Zeker, soorten komen en gaan. Maar de oorzaak van uitsterven is sterk veranderd. Zo goed als alle vogelsoorten die de afgelopen paar duizend jaar zijn verdwenen, voorgoed, zijn dat door menselijke invloed. Met name archeologisch onderzoek heeft recent laten zien dat er de afgelopen paar duizend jaar minstens 2000 vogelsoorten zijn uitgestorven. Voor een belangrijk deel waren dat eilandsoorten die niet konden vliegen, zoals rallen en hoenders, en daardoor makkelijk waren te vangen.”
Lees het interview, Marc vertelt er meer over. Klik op de Weblink Vogelbescherming: https://www.vogelbescherming.nl/actueel/bericht/een-gat-in-ons-natuurgeheugen Weblink NatureToday: https://www.naturetoday.com/intl/nl/nature-reports/message/?msg=30420
Vanuit het tarwe klinken subtiele vogeltonen: Kwik-me-dit, kwik-me-dit. Kwartels! Hun geluid stemt gelukkig. Kwartels roepen mooie associaties op. Met rijpend koren bijvoorbeeld, zwoele zomerdagen, zachte graanjenever en geheimzinnig vogelleven. De kleine hoenders laten zich vaker horen dan zien. Ze leven teruggetrokken in dichtbegroeide graanakkers. Daar scharrelen ze rond tussen de stevige tarwestengels. Plots wordt de bescheiden kwartelroep overstemd door een welluidend melodietje. Met wat fantasie herken je daarin het bekende thema uit de vijfde symfonie van Von Beethoven. De muzikale aubade komt uit een meidoornhaag langs het akkerperceel. We ontdekken daar al snel de kanariegele geelgors, die z’n liedje van de verleiding almaar herhaalt. En niet zonder succes, want daar verschijnt het vrouwtje. Minder opvallend en meer groen gekleurd. Onze mannelijke tenor is onmiddellijk afgeleid en verdwijnt met haar in de bosjes.
Bloemrijk decor: Zo’n veertig jaar terug waren veldleeuweriken nog talrijk in het Nederlandse akkerland. Net als patrijzen, gele kwikstaarten, grauwe gorzen, geelgorzen, kneuen en paapjes. De typische akkervogels met hun kleuren en geluiden brachten het akkerland volop tot leven. Het boerenland stond toen nog volop ‘in bloei’. Zomerse akkers waren omzoomd met bloeiende klaprozen, korenbloemen en kamille. Hagen of houtwallen scheidden de percelen. En smalle zandpaden doorsneden de velden. Het zoemde en krioelde er van de talloze insecten. Kleurrijke vlinders dansten van bloem naar bloem en sprinkhanen hopten ogenschijnlijk doelloos heen en weer. Na de oogst stonden de korenschoven nog een poosje op het land te drogen. Als die net voor de zomerse onweersbuien werden binnengehaald, bleven er ruimschoots graankorrels achter. Voldoende om, in combinatie met voedselrijke stoppelvelden, heel veel vogels de winter door te helpen.
De openluchtvoorstelling: vanuit de akkers is nog lang niet ten einde. Heel voorzichtig begint een vogeltje een helder liedje te frazelen. Kristalzuivere klanken rijgt hij naadloos aaneen. Het is een veldleeuwerik. Deze meesterlijke zanger stijgt op uit het korenveld en klimt met fladderende vleugels hoger en hoger. Totdat hij nog slechts een stipje is in het hemelsblauw. Nauwelijks te zien, maar nog steeds goed te horen. De muzieknoten dwarrelen naar beneden en klinken als een speeldoos, die in versneld tempo wordt afgedraaid. Wie denkt bij het horen van een veldleeuwerik niet met heimwee terug aan zijn of haar jeugd?
“Doorgaans stijgt hij [de Akkerleeuwerik] [Brabants, Zangleeuwerik] de eerste meters geluidloos maar dikwijls genoeg zingt hij al eer hij goed los van de grond is. En dan gaat hij omhoog met vlugge slag van de brede wieken, in steile rondvlucht alsof hij snel een wenteltrap op rent. Hoe hoog wel? Ik weet van geen direct nauwkeurige metingen en moet mij behelpen met waarnemingen van duintoppen, torens, molenkappen en kom dan tot een uitkomst dat de vogel meestal niet hoger komt dan dertig of veertig meter en bij uitzondering de zestig meter overtreft. Dat ze geheel uit zicht zou verdwijnen, ligt meestal aan de vermoeienis van ons oog of ons waarnemingsvermogen. Let er meteen eens op, hoe moeilijk het is de afstand te schatten naar het geluid. Soms, als de zang heel uit de vage verte schijnt te komen, blijkt de luchtacrobaat geen vijfentwintig meter van U af te zijn. Hoelang blijft de leeuwerik in de lucht? Soms niet eens één minuut, ook wel langer; mijn langste tijd is acht minuten.”
Oplossing Quizvraag
De Veldleeuwerik
Omschrijving: De Veldleeuwerik (Alauda arvensis) is een onopvallend gekleurde vogel, maar is makkelijk te herkennen aan de zang en de manier van vliegen. De vogel stijgt al zingend op tot grote hoogte, blijft dan cirkelend rondvliegen, om vervolgens weer naar beneden te vliegen, waarbij de laatste meters met gesloten vleugels vallend afgelegd worden. Ook in de vlucht worden de vleugels telkens even gesloten waardoor een typerende vlucht ontstaat. In de vlucht valt ook de witte achterrand van de vleugels op. De Veldleeuwerik was vroeger een van de meest algemene broedvogels van Nederland. Hoewel de vogel plaatselijk nog zeer talrijk is, is de veldleeuwerik de laatste decennia sterk achteruitgegaan. De Veldleeuwerik trekt in oktober en november massaal weg, en keert rond februari of maart weer terug. Een klein aantal vogels blijft echter ook overwinteren Website; Leeuwerik op lentevreugd: https://leeuwerikoplentevreugd.nl/veldleeuwerik/ htttps://www.vogelbescherming.nl/docs/d9e6f3fe-5c82-491c-8016-b711b26a86f4.pdf
Laat je groene stem horen
#IkStemNatuurlijk! Advies Op woensdag 15 maart 2023 gaan we opnieuw naar de stembus. Je mag dan weer je stem laten horen voor de samenstelling van Provinciale Staten en de waterschappen. De provinciale- en waterschapsverkiezingen zijn hét moment om te kiezen voor een duurzaam, natuurinclusief Brabant. Hieronder vind je campagnematerialen die je kunt gebruiken op jouw eigen sociale media, in je nieuwsbrief of voor je raam om iedereen in je omgeving op te roepen te stemmen voor de natuur. Samen laten we de stem van de natuur door heel Brabant klinken! INFO: https://www.brabantsemilieufederatie.nl/verkiezingen/
START seizoen 2023: Beleef de Lente
De bosuil zit al op haar eerste ei en de zeearend fatsoeneert haar nest. De camera's van Beleef de Lente kunnen dus aan. Vanaf zondag zijn meerdere vogels live te volgen tijdens het broedseizoen via de webcams van Vogelbescherming Nederland. Neem zondagochtend een eerste kijkje op een van de webcams! Luister zondag 26 februari van 7.00 tot 10.00 uur via NPO Radio 1 naar de uitzending. INFO: https://www.bnnvara.nl/vroegevogels/artikelen/vogels-vanaf-zondag-weer-te-zien-via-webcams-van-beleef-de-lente
Afgelopen week bijna -elke dag van de week- wel een Natuurmoment maar: Kom ook eens op zaterdagmorgen naar de Natuurtuin Opzoek gaan naar natuurfenomenen.
We zitten bijna op het eind van de Winter, van het Jaar 2023, Opzoek naar: Nieuwe ‘natuurontdekkingen’ in de Natuurtuin ‘De Robbert’.
Tot de volgende week, Met ‘gevederde’ groet, Will van Berkel.
NATUURJAAR 2023-07, Februari: Winter in de Natuur en -Tuin ‘De Robbert’.
Vandaag: Februari;Voorjaar vogelzang, Duiven; Hout- en Holenduif, Resultaat Mollentelling 2023, Onderzoek Sloot en Plas (2) Sieralgen NTR en Retorische vraag; Gelukkig van vogels?
Vrijdag (2023-02-18), Half Februari deze week: Een aantal droge Lentedagen achtereen met zon en oplopende temperaturen. Tijdens de werkzaamheden in de achtertuin hoorde ik de vogelzang van: tjilpende Huismussen, de Heggenmus die zijn naam eer aan deed zat hoog boven in de heg -zijn vaste zangpost- luidruchtig te zingen, de Vink die telkens weer zijn voorbereidingen op een perfecte vinkenslag repeteerde. Hoor je ook steeds meer vogels zingen? Ze maken zich op voor het voorjaar, en zijn al bezig een territorium te verdedigen of een vrouw te versieren. Zoals de vink. Het bekende vink-vink roepje was de hele winter te horen, in bossen, parken en tuinen. Maar nu laten de mannetjes hun kenmerkende zang al horen, de zogenaamde vinkenslag. Boven in een boom zingen ze uit volle borst. Hou je oren open en luister naar je eerste vinkenslag van dit jaar! Luister de zang van de Vink: https://www.youtube.com/watch?v=qeTpCD5-4hc
Duiven (Columbidae) de soorten in je leefomgeving
Steeds vaker zijn ze de laatste jaren aanwezig Houtduiven Columba palumbus, in de randbegroeiingen en tuinen van het dorp. Een paar broed nu in onze tuin in de zilverspar, in het nest zijn begin van deze week twee eieren gelegd, het duurt nog bijna drie weken voordat er jongen zijn. Niet elke vogel legt zijn eieren in mei 😉. Op de achtergrond hoorde ik de Holenduif Columba oenas. Het kleine licht blauwe duifje -formaat grootte tussen een Houtduif en Stadsduif- bivakkeert al geruime tijd in onze en aangrenzende ‘groene’ tuin. Het geluid maakt een kort neerwaarts boogje en eindigt abrupt weer omhoog: oeoeloek – oeoeloek …. Het heeft wel wat weg van het blazen over een lege fles. Info duiven: https://www.vogelbescherming.nl/tuinvogeltelling/herkenningstips/?tip=13
Holenduif (Columba oenas)
De Holenduif is een blauwgrijze duif, die duidelijk kleiner en donkerder is dan Houtduif. Ze hebben geen witte nek- en vleugelvlekken zoals de Houtduif. Hun verentooi is asgrijs met aan de borst een zweem van violet en in de nek een iriserende glans van groen, turkoois, zelfs wijnrood. Holenduiven hebben een snellere vleugelslag en een stabielere vlucht en ze vallen door hun uiterlijk en ook door hun rustiger gedrag, veel minder op dan de Houtduif. Evenals de Houtduif zijn het alleseters. De Holenduif is wijd verspreid maar bereikt de hoogste dichtheid op de zandgronden, met name in kleinschalige landschappen met veel akkerbouw. Grote bosgebieden en bebouwde omgeving zijn dunner bevolkt. Ze foerageren in kleine groepjes, vaak samen met Houtduiven. Het zijn algemene broedvogels van open landschappen met bomen. De populatie is de laatste decennia toegenomen en is nu stabiel met ongeveer 70.000 broedparen. Het zijn merendeels standvogels, die in de winter in groepjes rondzwerven.
Een deel trekt weg. Noordoost-Europese exemplaren zijn talrijke doortrekkers en overwinteraars. Op de broedplaats voeren zij een baltsvlucht uit met in V-vorm gehouden vleugels. Die vlucht lijkt op de baltsvlucht van stadsduiven. Ze broeden bij voorkeur in holen, vandaar de naamgeving. Ook broeden ze in boomholtes (vooral van Zwarte Specht), nestkasten, muurgaten, konijnenholen, eendenkooien, soms in kleine kolonies. Ze produceren wel vier legsels van één à twee eieren. De nestpredatie, door katten, eekhoorns en marterachtigen, is hoog.
Holenduif nestkast
Maten: 45 x 22 x 22 cm, Doorsnede vliegopening: ca. 120 mm, Ophanghoogte: 2 tot 5 meter. Opmerkingen: Bij wijze van vlieggat kan ook de bovenste helft van de voorplank worden weggelaten. Bij voorkeur alleen ophangen op erven en niet in de vrije natuur.
Vijf jaar mollentelling: recordaantal waarnemingen
Vorig weekend is de Mollentelling met gunstige weeromstandigheden uitgevoerd door de vrijwilligers. Het leverde een heel bestand aan interessante data op voor het onderzoek MOL. 17-FEB-2023 - Afgelopen weekend kon heel Nederland op zoek naar de mol. Niet vanaf de bank, maar lekker buiten in de tuin of een natuurgebied. Vijf jaar op rij organiseerde de Zoogdiervereniging met Tuintelling.nl, Waarneming.nl en Vroege Vogels de mollentelling. Het was een feestje vanwege het jubileum, maar ook de waarnemingen gingen door het dak. Ruim 4800 tellers gaven bijna 68.000 waarnemingen door! “Natuurlijk willen we eerst alle mensen die tellingen hebben doorgegeven van harte bedanken voor hun deelname,” zegt een enthousiaste Anne Bus, projectmedewerker van de Zoogdiervereniging. “Doordat steeds meer mensen mollen tellen, komen we meer te weten over de mol. Bijvoorbeeld over op wat voor plekken hij leeft en waar in Nederland mollen voorkomen. Daarnaast besteden we ook aandacht aan hoe we duurzaam met deze dieren kunnen samenleven”.
Record
Dat er in 2023 een recordaantal mollen geteld zijn, blijkt bijvoorbeeld uit een vergelijking met de cijfers van vorig jaar. In 2022 waren er 2100 mensen die ruim 17500 waarnemingen van onder andere molshopen doorgaven. Mogelijke verklaringen voor de enorme stijging kunnen de gunstige weersomstandigheden zijn van afgelopen weekend. “In 2022 was het bijvoorbeeld winderig en het jaar daarvoor lag er veel sneeuw, waardoor molshopen lastig te vinden waren. Ook de bekendheid van de telling kan natuurlijk meespelen,” aldus Bus.
Onderzoek in Sloot en Plas van Natuurtuin (Wat zijn sieralgen?)
Vorig week in deze rubriek; de Hydra’s. Deze week het onderzoek van Peter van Ruth in de poelen die liggen in de Natuurtuin, die vorig jaar Augustus 2022 onderzocht zijn op Sieralgen. Een blik onder de waterspiegel in de wereld van de Microkosmos Sloot en Plas. Sieralgen zijn eencellige micro-organismen behorend tot de groenwierfamilies Mesotaeniaceae en Desmidiaceae. Ze houden zich op in zoete, stilstaande wateren. Hoewel ze onder de eencelligen tot de reuzen kunnen worden gerekend, zijn de grootste vertegenwoordigers maar net met het blote oog te zien als uiterste fijne, groene spikkeltjes. Voor het bestuderen ervan is een microscoop dan ook onontbeerlijk. Onder het microscoop (met een vergroting van 40 tot 400x) blijkt pas hoe sierlijk de meeste soorten zijn. De frisgroen gekleurde cellen vertonen een opmerkelijke symmetrie. In feite is elke cel opgebouwd uit twee halfcellen die elkaars spiegelbeeld zijn. In de smallere of bredere verbindingsbrug tussen de twee halfcellen is de celkern gelegen, maar die is meestal slechts met specifieke kleurstoffen zichtbaar te maken. (Bron: Sieralgenwerkgroep).
De vorm van de halfcellen (semicellen) kan zeer sterk uiteenlopen: van min of meer bolvormig tot plat schijfvormig of langgerekt spoelvormig; niet zelden ook is het semicellichaam meer of minder diep ingesneden of voorzien van armvormige uitsteeksels. De celwand kan glad zijn, maar vaak vertoont ze een opvallend patroon van korrels, knobbels of stekels. Een uitbundige celwandornamentatie, al of niet in combinatie met diepe insnijdingen of lange uitsteeksels van het semicellichaam, gevoegd bij de opvallend symmetrische bouw, verleent deze algen de vaak uitgesproken sierlijke aanblik waaraan ze hun Nederlandse naam hebben te danken. Opmerkelijk is dat de fraaie, esthetische celvorm van sieralgen goed aansluit bij het milieu waarin ze zich plegen op te houden. Sieralgen hoef je niet of nauwelijks te verwachten in vervuilde wateren die ‘s zomers troebel zijn door massa-ontwikkeling van andere eencellige algengroepen. Dat komt ondermeer omdat ze, onder voedselrijke omstandigheden, niet zo hard kunnen groeien als andere algen en daardoor de concurrentieslag verliezen. Sieralgen moeten daarentegen gezocht worden in schone, heldere wateren, bij voorkeur daar waar zich een weelderige ondergedoken waterplantenvegetatie heeft ontwikkeld.
Natuurtuin Onderzoek:
Peter is een ervaren onderzoeker zijn specialiteit: Sieralgen. Dit waren zijn bevindingen en aanvullingen: Ik heb het water bekeken, er zaten toch Sieralgen in al waren het weinig soorten en waren het vooral soorten van voedselrijker water. Al de soorten zaten in de grote plas, in de 2 kleine plasjes zaten 3 en 2 soorten Sieralgen. Plasjes die bij een beek liggen zijn meestal soortenarm, dat heb ik vooral gemerkt bij de Dommel en Tongelreep bij Eindhoven.
Atlas sieralgen van Drenthe
http://desmids.science4all.nl/nl/?Sieralgenatlas Download de Atlas: http://desmids.science4all.nl/userfiles/downloads/1.%20Inleiding.pdf
Hoe zit het? Waarom worden we zo gelukkig van vogels?
Ogenschijnlijk simpele vragen zijn vaak het moeilijkst om te beantwoorden “Vogels zien en horen maakt ons gelukkiger” Waar eekhoorns naar vogelgeluiden luisteren om in te schatten of er gevaar dreigt, doen mensen dat voor hun ontspanning en geestelijk welzijn. We blijken namelijk gelukkiger te worden van het zien en horen van vogels. Dat hebben wetenschappers van het Britse King’s College London geconcludeerd na een meerjarig onderzoek, onder bijna 1.300 deelnemers. Als u elke dag vogels ziet of hoort, is dit bevorderlijk voor uw mentale welzijn. Dit effect kan zelfs meerdere uren aanhouden, ook voor de deelnemers met onderliggende depressieve gevoelens.
Onderzoeker Johanna Gibbons is niet verrast. “Wie houdt er nou niet van een sprankelend en complex vogeldeuntje op een vroege lenteochtend?”, stelt ze in gesprek met Scientias de retorische vraag. “Zangvogels zijn een genot om te horen en om te zien. Het zijn ervaringen die het dagelijkse leven verrijken, waar je ook bent en hoe je je ook voelt.” De onderzoekers hopen dat deze bevindingen leiden tot meer biodiversiteit, ook in stedelijke gebieden.
De resultaten van deze studie komen sowieso niet uit de lucht vallen. Eerdere onderzoeken uit Zweden, Engeland en de Verenigde Staten hebben de voordelen van natuurgeluiden al bewezen. Stromende beekjes en het gezang van vogels zorgen voor meer ontspanning, een betere concentratie en het overwinnen van negatieve gevoelens. Deelnemers die natuurgeluiden horen, hebben meer aandacht voor de wereld om zich heen. Het horen van menselijke, stedelijke geluiden zorgt juist voor meer naar binnen gerichte aandacht, vergelijkbaar met angsten en depressies. Waarom we zo gelukkig worden van het zien van vogels, legt de Duitse schrijfster Johanna Romberg uit. ‘Als ik in 1 woord moest samenvatten wat het mooiste is van vogels waarnemen, dan zou ik zeggen: het herkennen’, staat in haar boek De magie van vogels – Waarom vogels kijken gelukkig maakt.
Ga zelf op pad, om eens een keer vogels te spotten?
Sowieso is vogelspotten sinds de coronajaren populairder dan ooit. “Vroeger fietste ik als klein jochie met mijn verrekijker onder mijn jas over straat. Omdat ik bang was om als vogelaar geïdentificeerd te worden. Na de corona periode zijn meer natuur geïnteresseerden -met name vrouwen- zich meer voor het vogelkijken bezig gaan houden. “Het is een totaal ander soort hobby geworden. De belevenis is hetzelfde, maar het is veel meer voor iedereen.” Wilt u zelf de proef op de som nemen? U hoeft niet eens naar buiten te gaan om vogels te kunnen spotten, hebben we tijdens de coronatijd ontdekt. Er zijn verschillende apps voor uw telefoon waarmee u thuis vogelgeluiden af kunt spelen. Ook op YouTube en Spotify kunt u terecht voor afspeellijsten met rustgevende vogelgeluiden. Als u wel naar buiten gaat, hoeft u niet eens zo ver van huis te gaan. Misschien kunt u bij u in de buurt al verrassend mooie vogels zien en horen. En we weten nu hoe goed dit kan zijn voor uw mentale welzijn. Een telefoon waarmee u thuis vogelgeluiden af kunt spelen. Ook op YouTube en Spotify kunt u terecht voor afspeellijsten met rustgevende vogelgeluiden. Als u wel naar buiten gaat, hoeft u niet eens zo ver van huis te gaan. Misschien kunt u bij u in de buurt al verrassend mooie vogels zien en horen. En we weten nu hoe goed dit kan zijn voor uw mentale welzijn. Tenslotte de quizvraag; welke Vogels en Zoogdieren ziet u in het park? Oplossing: volgende week!
Tot de volgende week, Met ‘gevederde’ groet, Will van Berkel.
Afgelopen week bijna -elke dag van de week- wel een Natuurmoment maar: Kom ook eens op zaterdagmorgen naar de Natuurtuin Opzoek gaan naar natuurfenomenen.
We zitten midden in de Winter, van het Jaar 2023, Opzoek naar: Nieuwe ‘natuurontdekkingen’ in de Natuurtuin ‘De Robbert’.
NATUURJAAR 2023-06, Februari: in de Natuur en -Tuin ‘De Robbert’.
Vandaag: Februari;de Nijlgans gezien in NTR, Onderzoek Sloot en Plas (1), Hydra’s Zoetwaterpoliepen, WiLL’s Media rubriek: 1000 soorten Tuin, Mollentelling 2023 en Obsidentify app.
Vrijdag (2023-02-10), Februari deze week: op een zonnige winterse dag een midweekbezoek gebracht aan de Natuurtuin. Tijdens een ronde door de tuin zag ik het paartje Nijlgans weer, evenals afgelopen zaterdag. Nog niet eerder een paartje gezien binnen de tuinafrastering. Het mannetje zat op de houtenbrug en even later tijdens het opvliegen hoorde ik de luide roep van een vrouwtje? Kon gelijk eerst de plek niet vaststellen waar de ‘eendachtige’ gans zat. Maar toen ik afstand had genomen van het bosje, zag ik haar hoog boven in de Els zitten, op een oud nest van de Zwarte kraai.
NIJLGANS paar in Natuurtuin gezien.
De Nijlgans Alopochen aegyptiaca (Linnaeus, 1766), ook wel Vosgans of Egyptische gans genoemd, is een eendachtige vogel uit de familie Anatidae (Zwanen, Ganzen en Eenden). In deze familie wordt de soort in de onderfamilie Tadorninae (halfganzen) geplaatst. Dit zegt meteen iets over het formaat. De naam Nijlgans is verwarrend, want hij behoort niet tot de onderfamilie Anserinae (zwanen en ganzen). De oude Egyptenaren beschouwden de Nijlgans als een heilig dier en beeldden hem regelmatig af in hun kunst.
Omschrijving: Hoewel de bouw van nijlgans doet denken aan een kleine Gans, is de vogel net zoals de verwante Bergeend een echte eend. Door het bonte verenkleed is de Nijlgans een opmerkelijke vogel. De nijlgans wordt gevonden in een groot aantal biotopen. De vogel geeft de voorkeur aan gebieden met een afwisseling aan water, bos en grasland tegenover zeer open en minder gevarieerde gebieden.
Uiterlijk: De nijlgans is niet alleen een exoot maar zet er ook exotisch uit. Kenmerkend voor deze veelkleurige gans (feitelijk een eend) is de donkere vlek rond het oog, de witte vleugelband en het vaak luidruchtig gedrag. Het zijn hoog op de poten staande slanke vogels. Lengte: 66-71 cm, Spanwijdte: 110-130 cm, Gewicht: 1.5-2.3 kg
De Nijlgans komt oorspronkelijk alleen voor in Jordanië, Israël en enkele delen van Afrika ten zuiden van de Sahara. In de 18e eeuw is de vogel in Europa ingevoerd als siervogel, waarna ontsnapte vogels al snel ook in het wild zijn gaan broeden. Vooral de laatste jaren is de vogel sterk in aantal toegenomen, tegenwoordig broeden jaarlijks bijna 5.000 broedparen in Nederland. De vogels trekken in de winter gedeeltelijk weg, maar zijn al vroeg met broeden beginnen in januari. De Nijlgans Alopochen aegyptiaca broedt in Nederland bijna het hele jaar rond. Volgens Lensink (1999) loopt de broedperiode van eind februari tot oktober en komen eind april/begin juni de meeste jongen uit het ei. In stadparken zijn echter al half december de eerste jongen waargenomen. De Nijlgans broedt al sinds de 18de eeuw in Europa. In Nederland was het eerste broedgeval in 1967. In 2015 werd het aantal broedparen in Nederland op 10.000 geschat. In de zomer gedragen de paren zich solitair en verdedigen hun territorium. In de winter trekken ze (circa 20.000) rond in groepen van tien- of honderdtallen. Tijdens strenge winters treedt veel sterfte op. Nijlganzen zijn flexibel wat betreft habitat en nestplaats. Ze kraken regelmatig buizerdnesten en torenvalkkasten en broeden ook in tuinen. Het aantal eieren kan wel tien bedragen. Vooral stadse Nijlganzen broeden zeer vroeg in het jaar, soms al in de sneeuw en het broedseizoen duurt wel zes maanden. Veel vroeger en langer dan langs de Nijl. Er zijn relatief weinig paren die jongen grootbrengen, maar succesvolle paren doen het wel jaar na jaar en soms zelfs tweemaal per jaar. Nijlganzen hebben nauwelijks invloed op het voorkomen of broedsucces van andere watervogels. De enkele keer dat ze een bewoond reigernest hebben gekraakt of een eendenkuiken hebben verdronken haalt de pers en dat heeft ze ten onrechte een slechte naam bezorgd.
Onderzoek in Sloot en Plas van natuurtuin (1).
2022 augustus) - Vorig jaar zijn de poelen die liggen in de Natuurtuin onderzocht door Peter van Ruth op Sieralgen. Ook zijn er tijdens de monstername Hydra’s Zoetwaterpoliepen mee geschept. Maar wat zijn Hydra’s waar leven zij van en hoeveel soorten zijn er? Een blik onder de waterspiegel in de wereld van de Microkosmos Sloot en Plas.
Niet alleen in zee, maar ook in het zoete water komen we dieren tegen die netelen, hoewel de netelende zoetwaterdieren veel en veel minder talrijk zijn dan de in zee wonende verwanten. In het zoete water vinden we slechts 10 geslachten met ongeveer 16 soorten. Zoals we ons wel kunnen voorstellen, vinden deze dieren hun oorsprong in zee, maar komen nu ook voor in stromend en in stilstaand zoet water. De gewone zoetwaterpoliep Hydra vulgaris is een van deze dieren, die we vinden in stilstaand en langzaam stromend water, bij voorkeur in een plantenrijke omgeving. De meeste vijvers zijn dus ideaal voor dit dier en we kunnen het dan ook binnenkrijgen, doordat we planten van andere mensen overnemen.
Tussen de worteltjes van het eendenkroos vinden veel slootdieren een schuilplaats: Daphnia, Cyclops en dergelijke. Zij kunnen ten prooi vallen aan de hydra, een holtedier. Het kan zich langzaam verplaatsen langs de wortels van het eendenkroos, meestal hangt het de vangarmen omlaag, wachtend op een watervlo. Ze zijn als kleine groene stokjes te zien, bijvoorbeeld tegen het glas. Het dier plant zich voort door middel van eieren (najaar). Maar door afsplitsing van delen van het lichaam kan het zich ook voortplanten.
Hydra's aan een plant uit een sloot
Bij het vangen van watervlooien is het eveneens mogelijk om ze mee te krijgen, wanneer we die vlooien ook aan de vijvervissen voeren. Is het erg om deze dieren in de vijver te hebben? Normaal gesproken niet. Alleen wanneer we heel jonge vis in de vijver hebben, bestaat er soms de mogelijkheid, dat er zo hier en daar één verdwijnt, maar zeker niet in grote aantallen. Dus kunnen we eigenlijk zeggen, dat deze dieren ongevaarlijk zijn voor de vijver.
Het dier zit in rust met zijn verbrede uiteinde (soort voetzool) van het lichaam, dat wel wat op een zakje lijkt, aan de ondergrond vast. Aan de andere kant van die zak zit dan de mondopening. Aan dit monddeel zit een kring tentakels, die sterk in aantal kunnen verschillen. Zo vinden we soms 4 maar ook wel 20 stuks. Op deze tentakels bevinden zich netelkapsels, waarmee het dier zich kan verdedigen, maar waarmee het vooral voedsel kan vangen. Deze netelkapsels zijn afgesloten met een soort dekseltje en gevuld met een vloeistof. Op het dekseltje zit een stijf haartje en zodra dit wordt aangeraakt, klapt het dekseltje open en schiet er een soort pijl uit, die aan de binnenkant van het kapsel vastzit. Dit pijltje schiet dan met kracht naar voren. Aan het uiteinde zitten enkele, meestal 3 naaldscherpe stiletvormige messen, die door de huid van het prooidier heendringen. Er zit ook een drietal weerhaakjes aan, zodat het stevig vastzit in het lichaam van de prooi. Een verlammende en etsende stof wordt in het lichaam van het prooidier gespoten, waarna dit met de tentakels naar binnen wordt getrokken om te verteren. De dieren eten allerlei prooien, die zelfs groter kunnen zijn dan het lichaam zelf.
Zoetwaterpoliep het voedsel: Het voedsel van de zoetwaterpoliep om vat een uitgebreid aan tal soorten insectenlarven. Dus dat zijn onder andere microscopisch kleine diertjes die deel uit maken van het plankton. Hij eet verder Watervlooien en jonge Visjes en Kikkervisjes. Die net uit het ei gekomen zijn. De Hydra verdooft zijn prooi met het vergif. Die komen van zijn netelcellen en brengt het vervolgens naar zijn mond. Maar die zich in het centrum van de tentakels aanhechtingen bevindt. Zo wordt de prooi daarna langzaam opgenomen.
Het lichaam van de zoetwaterpoliep: Het diertje heeft dus een eenvoudig lichaamsbouw. Bovendien bestaat het lichaam uit een binnen laag en ook een buiten laag. Maar ook de vangarmen zijn ook zo opgebouwd. De binnen laag van het lichaam zit de maag van het diertje. Die vooral door de klieren van de maagsappen scheiden voor de stofwisseling.
Dit lichaam is elastisch en kan dus behoorlijk uitrekken. De tentakels worden ook gebruikt voor de voortbeweging, die op dezelfde manier gebeurt als we dat zien bij de spanrupsen. Vermenigvuldiging gebeurt meestal door knopvorming aan het lichaam, die na verloop van tijd loslaten en een eigen leven gaan leiden. Geslachtelijke vermenigvuldiging komt ook op bepaalde tijden voor. De zoetwaterpoliepen die het meest bij ons voorkomen, er zijn Hydra spec., die ongeveer 10 mm lang worden, zonder tentakels wel te verstaan. De tentakels kunnen tot enkele malen de lichaamslengte reiken. Een heel opvallend verschijnsel bij de Hydra's is het feit dat ze over een enorm regeneratievermogen beschikken. Dat wil zeggen: wanneer je een Hydra in 10 stukjes snijdt kunnen er 10 nieuwe dieren ontstaan. Bij volwassen dieren kan een gedeelte van 1/5 mm doorsnee al een nieuwe poliep vormen. Bij jongere dieren is dit zelfs met 1/9 mm mogelijk. (Bron: J.C. Brokke)
WiLL's Media rubriek (Boek)
Samenvatting Boek: In tuinen leven veel meer soorten dieren en planten dan je denkt. Luc Hoogenstein ging de uitdaging aan om binnen een jaar 1000 soorten in zijn tuin waar te nemen. Deze zoektocht overtrof zijn stoutste verwachting; maar liefst 1500 soorten trof hij aan in zijn heel gewone stadstuin! Hoe? Mijn 1000 soortentuin is een praktische handleiding, waarin Luc beschrijft wat je nodig hebt om zoveel soorten in je eigen tuin te vinden – van boeken en websites tot loepjes, mobiele telefoon en apps – en geeft hij tips-and-tricks om planten, vogels, libellen, vlinders en nachtvlinders, bodemdieren, korstmossen, mossen en zoogdieren te vinden of in je tuin te ‘lokken’. Dit alles doorspekt hij met humorvolle anekdotes. Ga zelf aan de slag met de zoekkaart die in het boek is opgenomen en vind de eerste 100 soorten in jouw eigen tuin of op je balkon! Dan smaakt het vanzelf naar meer.
Het was veel meer dan hij verwachtte, 1518 soorten. Zóveel had bioloog Luc Hoogenstein (1970) zelf ook niet verwacht, toen hij zich voornam om in 2021 één kalenderjaar lang alle wilde dieren- en plantensoorten in en rond zijn tuin te tellen. „Ik had het wel de werktitel ‘Mijn 1000-soortentuin’ gegeven, maar eigenlijk zag ik het helemaal niet zo optimistisch in”, zegt hij aan de eettafel van zijn rijtjeshuis in de Utrechtse wijk Lunetten.
„Ik had in Excel alle soortgroepen op een rijtje gezet – dus bijvoorbeeld nachtvlinders, wespen, bladluizen – en per groep geschat wat ik zou kunnen tegenkomen. Zo kwam ik op maximaal 940 soorten uit. Achteraf bleken die schattingen dus gewoon veel te laag… 150 nachtvlindersoorten leek me al heel wat. Dat werden er uiteindelijk 402!”
We zitten op de eerste verdieping, met uitzicht op de tuin waar het op 1 januari 2021 begon. Klimop, een pruimenboom, een kippenhok met een paar wyandotte-krielen. Groen en divers, maar niet uitzonderlijk groot – zelfs niet inclusief het balkon en het gemeentelijke grasveldje voor zijn huis, dat Luc ook bij zijn onderzoek betrok. „In totaal ongeveer tweehonderd vierkante meter groen, in een nieuwbouwwijk.”
Wat hij maar zeggen wil: iederéén kan op een succesvolle safari gaan in eigen tuin, als je maar weet waar en hoe je moet kijken. Met die insteek schreef hij ook Mijn 1000-soortentuin. Daarin doet hij niet alleen verslag van zijn eigen zoektocht, maar geeft hij ook tips. „Zeker met wat extra hulpmiddelen, zoals een wit laken en een felle lamp om nachtvlinders te lokken, of een ingegraven potje voor bodemdieren, kom je een heel eind.”
Eén favoriete soort van de 1.518 heeft Luc niet. Maar tijdens ons gesprek passeren diverse dieren en planten de revue die een diepe indruk op hem maakten. “Een ander wespje dat ik aantrof is mogelijk zelfs een geheel nieuwe soort voor de wetenschap”
MOLLENTELLING 2023
Ook dit jaar worden in het vroege voorjaar de Mollen en hun verblijven weer geteld. Na het hoog water van afgelopen weken zie je in de lagere delen geen ‘verse’ molshopen. De zoogdieren hebben het hoger gedeelte van de Natuurtuin en omgeving opgezocht. In de gegraven gangen vlak onder het maaiveld, vangen ze nu hun voedsel. Regenwormen, Kevers en andere ondergrondse bodemdiertjes vangen ze in hun goed onderhouden gangenstelsels. Regelmatig drukken ze met hun grote graafklauwen en lijf de overtollige grond van ingestorte gangen naar boven. Op het maaiveld zien we dan de ‘verse’ molshopen liggen mede daardoor verraden ze hun aanwezigheid in het leef biotoop. Tevens geeft het aan dat het bodemleven bestaat uit een ‘rijk’ bestand van verschillende bodemdieren.
De meest voorkomende sporen zijn natuurlijk molshopen. Deze vallen vaak goed op in weilanden, parken en tuinen, maar ze kunnen ook verscholen zijn in het bos. Waar leeft de mol? Die vraag staat centraal bij de landelijke Mollentelling. Ook in 2023 organiseren de Zoogdiervereniging, Vroege Vogels, Waarneming.nl, Jaarrond Tuintelling de Mollentelling. Iedereen kan meedoen in het weekend van 11 en 12 februari. Als je meedoet aan de telling help je niet alleen met de monitoring, maar leer je de mol ook nog eens beter kennen. Hoe meer we leren over de mol, hoe beter we met de mol leren samenleven.
Doel van de telling en telresultaat doorgeven: Meedoen aan de Mollentelling kan op verschillende manieren. Waarnemingen van mollen of mollensporen, zoals molshopen, kun je doorgeven via het speciale mollenmeldpunt of in de tuin via de Jaarrond Tuintelling. Ook via Telmee.nl kun je jouw waarneming doorgeven. Het belangrijkste is om de locatie, datum en type waarneming (molshoop, levende of dode mol) door te geven. Sta je bij een veld met veel molshopen? Maak dan een schatting van het aantal molshopen en voer dit getal bij het mollenmeldpunt in bij ‘Aantal individuen’. De verzamelde data worden opgenomen in de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF). Doorgeven klik op de weblink: https://waarneming.nl/go/talpa-europaea/?
Ben je al een beetje bekend met het doorgeven van waarnemingen en gebruik je de app ObsIdentify hiervoor? Ga naar de app, log in en zoek naar de Mollenchallenge 2023. De rest spreekt voor zich.
Afgelopen week bijna -elke dag van de week- wel een Natuurmoment maar: Kom ook eens op zaterdagmorgen naar de Natuurtuin Opzoek gaan naar natuurfenomenen.
We zitten midden in de Winter, van het Jaar 2023, Opzoek naar: Nieuwe ‘natuurontdekkingen’ in de Natuurtuin ‘De Robbert’.
Tot de volgende week, Met ‘gevederde’ groet, Will van Berkel.
NATUURJAAR 2023-05, Februari: Winter in de Natuur en -Tuin ‘De Robbert’.
Vandaag: Februari; Gewoon Speenkruid en - Sneeuwklokje, Telresultaten 20e Tuinvogeltelling, Zorgen over de Groenling, WiLL’s Media rubriek; boek Perronpapegaaien en De Wei, Film Strand, Wetlands zo belangrijk.
Zaterdag (2023-02-04), Februari een nieuwe maand op de kalender de Sprokkelmaand. Verschillende bloeiende stoepplanten kwamen al voorbij met de Floron-wintertelling. De eerste voorjaars bloeiers -Krokus, Sneeuwklokjes en Winter-akonietjes- zijn ook alweer gezien en gemeld. Deze Stinzenplanten zijn allen bolgewasen. Aankomende tijd zullen meerdere Stinzenflora soorten hun bloeiwijze uitvouwen. Langzaamaan schuiven we op naar het voorjaar en de Lente.
Gewoon speenkruid en Sneeuwklokje
Let op het vroege bloeiend Gewoon Speenkruid Ficaria verna Huds. met dat kleine gele bloemetje, komt bij een kleine temperatuur stijging massaal boven de grond. Heeft meestal een bloemkrans van acht kroonblaadjes. Aan de voet van het verteringsstelsel zie je de wortelknolletjes ook wel ‘speentjes’ genoemd, vandaar de naam Gewoon Speenkruid.
Gewoon sneeuwklokje (Galanthus nivalis): De bloei van het Gewoon sneeuwklokje is een teken dat het voorjaar in aantocht is. Een vroege bloeier, die veelvuldig door honingbijen wordt bezocht wanneer de reinigingsvlucht achter de rug is. Het is een bolgewas en lid van de Narcisfamilie (Amaryllidaceae). Van het geslacht Sneeuwklokje (Galanthus) zijn 15 soorten bekend, onderverdeeld in drie groepen. Ook zijn er vele cultivars, waarvan sommige met dubbele bloemen (Stern, 1956). Galanthus is afgeleid van het Griekse gala (melk) en anthos (bloem). De bloemen hebben een melkwitte kleur. De afgebeelde soort Galanthus nivalis komt in ons land vrijwel overal in verwilderde staat voor. De plant is ook een geliefde tuinplant. De wortelstandige bladeren zijn lijnvormig en hebben en glanzend groene kleur. Als de bloem nog in knop is wordt hij omsloten door twee smalle schutbladen, die door twee dunne vliesjes met elkaar zijn verbonden. Bij het openen van de bloem splijt een van de vliesjes open.
Strooibusje van meeldraden: De bloemkroon wordt gevormd door twee kransen van drie bloemdekbladen. Daarvan vallen die van de buitenste krans het meest in het oog. Ze zijn groter en bij zonnig weer gaan ze wijd uiteen staan. De bloemdekbladen van de binnenste krans staan zo gegroepeerd dat ze samen een klokje vormen. Aan de buitenzijde hebben ze aan het einde een groene hartvormige vlek en aan de binnenkant zijn ze in lengterichting van groene strepen voorzien. De zes meeldraden staan dicht tegen elkaar rond de stijl, die iets langer is. Een meeldraad heeft een korte stevige helmdraad en een lange helmknop.
De buisvormige helmknoppen eindigen aan de top met een naar buiten gebogen punt, het verlengde van het helmbindsel. Bij het openen van een helmknopje ontstaat een kleine opening aan het uiteinde. In het hangende klokje vormen de helmknoppen op die manier samen een ‘strooibusje’. De stuifmeelkorrels zijn weinig samenhangend en zijn wat dat betreft een tussenvorm van korrels van insectenbloeiers en die van windbloeiers.
Op twee plaatsen nectar: In de bloem wordt op twee plaatsen nectar afgescheiden. De nectariën liggen in groeven tussen de groene strepen aan de binnenzijde van binnenste bloemdekbladen en op een discus, die op het vruchtbeginsel is gelegen. De binnenzijde van de binnenste bloemdekbladen geurt intensiever dan de rest van de bloemkroon. De geur is hier dus het nectarmerk van de bloem. Bij het puren van de nectar komt de bij al gauw in aanraking met de omgebogen aanhangsels van de helmknoppen en brengt daardoor het ‘strooibusje’ in beweging. De kop en de onderzijde van de bij worden dan gemakkelijk door het losse stuifmeel bepoederd. Bij bezoek aan een volgende bloem zal het stuifmeel op de stempel daarvan worden overgebracht.
Vermeerdering: Het Gewoon sneeuwklokje vermeerdert zich door de vorming van broedbolletjes en door zaad, dat wordt gevormd in een groene doosvrucht. Na de bloei wordt de bloeistengel slap en komt de rijpende vrucht op de grond te liggen. De zadenverspreiding geschiedt vaak door mieren. Die komen af op het aanhangsel dat zich aan de zaden bevindt, het mierenbroodje (elaiosoom), dat bij Sneeuwklokjes een beetje olie bevat. Sneeuwklokjes laten zich gemakkelijk verplanten. Daarbij is het wel belangrijk dat de bolletjes meteen weer worden geplant, anders drogen ze uit en zijn niet meer levensvatbaar. Direct na de bloei is een geschikte tijd om te delen en te verplanten. (Bron: Bijenplanten)
Tuinvogeltelling 2023
Afgelopen weekend was de Tuinvogeltelling 2023 -georganiseerd door Vogelbescherming- ook dit jaar een groot succes. Bijna 140.000 deelnemers telden ruim 2 miljoen tuinvogels. Bekijk het hieronder geplaatste bericht met de postcode 5702, de wijk gelegen tegen de Natuurtuin en De Bundertjes. Bedankt voor de deelname; Vogeltellers en huisgenoten voor jullie hulp en kennis.
Groenling in de struik
Dit jaar was er speciale aandacht voor de groenling, een vink die te herkennen is aan allerlei tinten groen in het verenkleed. De groenling is oorspronkelijk een bewoner van bosranden en halfopen zoomvegetatie, maar houdt zich tegenwoordig vooral op in dichte struiken in de steden. De laatste jaren laat de groenling zich, om onbekende reden, wat minder vaak zien. De Vogelbescherming wil graag weten hoe dat dit weekeinde is.
Huismus het meeste gezien
Huismus weer het meest gezien door vogeltellers, zorgen over groenling
Bij de Nationale Tuinvogeltelling zijn dit jaar tot nu toe ruim 2,0 miljoen vogels waargenomen. Bijna 140.000 mensen deden mee aan het initiatief van de Vogelbescherming. De huismus staat zoals altijd op de eerste plaats en werd 344.000 keer gezien, gevolgd door de koolmees op twee (216.000 keer) en de pimpelmees met 141.000 op drie. Dit jaar werd extra gelet op de groenling, omdat deze vinkachtige vogel steeds minder voorkomt in het stedelijk gebied. In 2008 zagen de vogeltellers nog in ruim een kwart van de tuinen een groenling, nu in maar vijf procent. Ook het aantal groenlingen per tuin nam af, van gemiddeld 4,5 naar minder dan drie.
De Groenling - waar deze editie speciale aandacht voor was - liet zich maar in vijf procent van de tuinen zien. In de Nederland Top 25 lijst van dit jaar 2023 staat de Groeling; op plaats 18 met 19.054 exemplaren.
Geen struiken: De Vogelbescherming denkt dat de afname komt door het ontbreken van struiken, waar de dieren graag in broeden. "Maar ook de ziekte het geel, die vaak via de voedertafels wordt verspreid, lijkt een rol te spelen in de afname", zo zegt de organisatie. Er wordt onderzoek gedaan naar verdere oorzaken.
"In de tussentijd adviseert Vogelbescherming om de tuinen te vergroenen: vervang bijvoorbeeld de schuttingen door hagen. En als je voert, maak de voederplek één keer in de week goed schoon met heet water", zo luidt het advies.
Minder tellers: Er deden dit jaar minder vogeltellers mee dan in de voorgaande coronajaren en het waren er ook minder dan vooraf verwacht. Vorig jaar waren er ruim 170.000 deelnemers en in 2021 waren het er 165.000. In 2020, vlak voor corona, waren het er 90.000.
telresultaten Tuinvogeltelling 2023
Welke vogels zijn er dit jaar allemaal geteld? Bekijk hierboven de resultaten van de Nationale Tuinvogeltelling 2023 en neem zelfs een kijkje in uw eigen buurt! Postcode 5702 Helmond. In de woonwijk aangrenzend de Natuurtuin en de Bundertjes, zijn door 33 deelnemers tellingen uitgevoerd, zij telden samen 828 vogels in hun tuinen. Klik op de Vogelbescherming weblink:https://www.vogelbescherming.nl/tuinvogeltelling Doet u volgend jaar ook weer mee? Zet dan 26, 27 en 28 januari 2024 alvast in uw agenda!
Will's Media rubriek
Regelmatig zie en hoor je hem -Auke-Florian Hiemstra- op TV in praatprogramma’s een bioloog met een ‘jonge vernieuwende’ kijk op Natuurbeleving met name in de stad.
Perronpapegaaien en krekelcriminelen Op safari in de stad. Auke-Florian Hiemstra, schreef Kinderboek 9 - 100 jaar. Bioloog Auke-Florian Hiemstra (1992) woont net als veel egels, vossen en meerkoeten midden in de stad Leiden. Hij promoveert bij Naturalis, waar hij onderzoek doet naar ‘animal architecture’, oftewel ‘dingen gemaakt door dieren’, zoals vogelnesten. Vooral de nesten van de meerkoet vindt hij spannend. Deze vogels gebruiken plastic als nestmateriaal en broeden op de gekste dingen, van zonnebrillen tot ruitenwissers. Maar tijdens zijn tochten door de stad komt Auke-Florian nog veel meer dieren en planten tegen. In zijn boek Perronpapegaaien en krekelcriminelen stelt hij ze stuk voor stuk aan je voor. Uit onderzoek blijkt dat kinderen meer Pokémons dan echte diersoorten kennen, en met zijn boek wil Auke-Florian dat proberen te veranderen!
Verrassend boek over onze veelzijdige stadsnatuur, voor iedereen vanaf 9 jaar.
In dit boek neemt bioloog Auke-Florian Hiemstra je mee op safari in de stad. Want daar is veel meer natuur te vinden dan je denkt! We ontmoeten spreeuwen die treinen laten vertrekken, een meeuw die boodschappen doet, vissen die hun eigen deurbel hebben en nog veel meer. Voor veel dieren is de stad een 'all you can eat'-restaurant, zolang ze maar uitkijken met oversteken... En wist je dat sommige planten en dieren zich zo goed hebben aangepast aan het stadsleven, dat je het zelfs evolutie kunt noemen? Wie dit boek leest, zal nooit meer op dezelfde manier door de stad lopen! Met prachtige kleurenillustraties van Annette Fienieg. Weblink: https://www.kinderboeken.nl/auteur/auke-florian-hiemstra/
Het ritme van een landje
Samenvatting: Een grote tuinder uit een Brabants dorp aast al een poos op een familie wei. Als Maaike Lange en haar familie uiteindelijk besluiten hun grond te ruilen voor het naastgelegen perceel van de tuinder, dat ze omgeploegd en kil zwart opgeleverd krijgen, begint een nieuwe tijd. Ze willen een natuurvriendelijke wei aanleggen. Met bomen en hagen. Maar hoe zit het met het gif van de tuinder op de haag? Hoelang duurt het voor de natuur zich herstelt en bloemen terugkeren? Doen de wormen uit het wormenhotel in de stad het ook in de groentetuin in hun wei? Intussen rukt de Canadese Fijnstraal op en woelen konijnen en dassen het gras om. In een stadslandbouwtuin in Amsterdam leert Maaike intussen meer over grond en ze ontmoet daar een nieuwe generatie boeren. De wei volgt de seizoenen. Van bloei tot verval, met oog voor klein leven en dood. Het is ook het verhaal van de bezoekers en de omgeving. Maaike Lange schrijft voor het Algemeen Dagblad over boeken, is neerlandica en heeft een wei in Brabant.
Boek Recensie TZUM: https://www.tzum.info/2022/09/recensie-maaike-lange-de-wei/ https://www.wur.nl/nl/nieuws/Mensen-in-de-natuur-gelukkiger-dan-in-de-stad-.htm
Strand
‘Vroege Vogels presenteert: Strand’ van Ruben Smit is te zien op zondag 5 februari om 19.30 uur bij BNNVARA op NPO 2.
Het strand is een dynamische plek, maar ook een plek vol gevaren: “het strand is één van de meest heftige leefgebieden op aarde. In de zomer een woestijn, in de winter een poolgebied”, vertelt natuurfilmer Ruben Smit, lopend over het strand van de Langevelderslag, terwijl er aan de kust bijna windkracht 8 staat. Het strand is tegelijkertijd het leefgebied van vele planten en dieren. In de nieuwste, 45 minuten durende documentaire van Ruben Smit is te zien hoe alleen de allersterkste organismen hier kunnen overleven.
Opportunisten: Bij golven van vier meter hoog en harde westerstorm vliegen er grote witte schuimvlokken vanuit zee het strand op: “het zijn uitgebloeide schuimalgen die opgeklopt worden door de zee. Een soort zee-sop”, legt Ruben uit. “Het strand is een plek waar heel veel dynamiek is en waar veel ruimte is voor opportunisten, zoals de strandvlo. Op een warme dag komen ze ’s avonds uit het zand tevoorschijn en leven ze van alles wat aanspoelt”. En van die strandvlooien leven weer vogelsoorten als dwergsterns en strandplevieren, die hun nest op het strand maken.
De mens verstoort: Voor deze vogels vormt de aanwezigheid van de mens een probleem: loslopende honden, mountainbikers, paardrijders, ze kunnen het nest van deze zeldzame vogelsoorten verstoren. “Op het moment dat er nog maar 15 paar strandplevieren in Nederland broeden en de helft van de nesten mislukt vanwege loslopende honden, vind ik dat heel kwalijk. In deze natuurfilm komen ook meer mensen voor dan ooit in mijn films te zien was”, vertelt Ruben Smit, die eerder natuurdocumentaires maakte als Levende Rivier, de Schatkamer van de Veluwe, het WAD en de Grutto.
https://www.vogelbescherming.nl/docs/eec60023-2e64-4f54-b6ae-ce07002c4214.pdf
Strandbroeders hulp: https://www.vogelbescherming.nl/actueel/bericht/strandbroeders-krijgen-hulp
Film: https://www.bnnvara.nl/vroegevogels/artikelen/vroege-vogels-presenteert-strand-van-ruben-smit
MAAK RUIMTE VOOR HET WATER!
Afgelopen week bijna -elke dag van de week- wel een Natuurmoment maar: Kom ook eens op zaterdagmorgen naar de Natuurtuin Opzoek gaan naar natuurfenomenen.
We zitten midden in de Winter, van het Jaar 2023,