Bericht van Onderzoeker Will, december 2023
NATUURJAAR 2023-46 december: Winter in de Natuur en -Tuin ‘De Robbert’.
Vandaag: WINTER december 2023: EINDE JAAR van 2023, Kerst de natste ooit, Klimaat buffer gevuld in de wijk, Hoe werkt een Wadi? WATER INZICHT: de waterveiligheid, Wat zijn Natuurlijke klimaatbuffers? Tiende eindejaar plantenjacht 2023/24 gestart en de Week van de Dwergmuis.
Zaterdag (2023-12-30) Dat het geen witte kerst zou worden was al even duidelijk, maar eerste kerstdag 2023 staat nu zelfs in de top 3 van warmste eerste kerstdagen ooit gemeten. In Volkel, Noord-Brabant, werd het 13 graden. 2023: blijkt het natste en warmste jaar, sinds het begin van de metingen. “Er viel ontzettend veel regen en er komt nog veel meer aan”, zegt een woordvoerder van het KNMI. Bij dertien weerstations is dit jaar gemiddeld al 1110 millimeter neerslag gevallen, zo meldt de weersite, een millimeter meer dan in recordjaar 1998. Ter vergelijking: het gemiddelde van de afgelopen decennia is 853 millimeter per jaar.

Warmste jaar ooit: Behalve een extreem nat jaar is 2023 ook een extreem warm jaar. Het jaar is hard op weg wereldwijd het heetste ooit gemeten te worden. De Wereld Meteorologische Organisatie meldde dat onlangs in een voorlopig rapport. Als gevolg van klimaatverandering wordt het weer extremer. Nederland moet zich voorbereiden op steeds zwaardere weersomstandigheden. De winter wordt natter, de zomer wordt droger en er ontstaan zwaardere buien. In alle seizoenen wordt het warmer.
Klimaatbuffer gevuld in de wijk.

Aan de rand van mijn woonwijk ligt een Wadi. De aangelegde ‘klimaatbuffer’ is met regenwater gevuld. Na de Storm Pia, die met de verwachte regenval en buien op Eerste Kerstdag zijn gevallen. Vrijdag jl. kwam het KNMI met het bericht, dat 2023 het natste jaar ooit, de boeken in gaat. Nu zitten we in het begin van Storm Gerrit. Met de stormnamen willen we het bewustzijn van gevaarlijk weer vergroten. Door herkenbaarheid hopen we zoveel mogelijk mensen te bereiken met onze waarschuwing voordat het weer toeslaat, 1 september is het begin van het stormseizoen.
Een wadi is een efficiënte manier om regenwater af te voeren. Bij hevige regenval kan een wadi het water snel opvangen, waardoor er minder kans is op wateroverlast. Het water wordt tijdelijk opgeslagen in de wadi en kan vervolgens langzaam infiltreren in de bodem.

Hoe werkt een Wadi?
‘Meestal kun je het water over het straatoppervlak zien stromen naar een wadi, bijvoorbeeld via allerlei goten en wegen. Het water stroomt dan naar groenvoorzieningen die lager liggen. Bij flinke regenbuien loopt de wadi vol. Vaak zitten er kolken of slokops aan de zijkant (zie afbeelding hierboven). Als de wadi vol is, stroomt de rest van het water via die slokops in een drain en gaat het naar oppervlaktewater, zoals sloten of vijvers. Maar het meeste water in de wadi infiltreert naar de ondergrond. Dat water wordt in de bovenste laag van de bodem gefilterd. Daarna gaat het naar de bodem en kan het ook in het grondwater terechtkomen. Wadi’s die vooral voor de filterende werking zijn aangelegd en minder voor infiltratie worden vaak ‘bodempassages’ genoemd.
WATER INZICHT: Hoe de waterveiligheid werd vergroot in de laatste decennia Klik op weblink: https://www.waterpeilen.nl/berichten/hoogwaterbericht-28-december

Wat zijn KLIMAATBUFFERS?
Een klimaatbuffer is een gebied waar natuurlijke processen de ruimte krijgen. Hierdoor kunnen deze gebieden meegroeien met klimaatverandering waar mensen en natuur van profiteren. Surf eens rond op de website; NATUURLIJKE Klimaatbuffers

Tiende Eindejaar Plantenjacht 2023 is GESTART!
Winterbloeiers zoeken in hartje winter, doe jij mee? Speur tussen Eerste Kerstdag en woensdag 3 januari naar bloeiende planten en geef jouw waarnemingen door aan FLORON. Je kunt er een uitje van maken voor het hele gezin. Welke bloeiende planten kun jij vinden?

25-Dec-2023) – Vandaag begint de plantenjacht. Vandaag begint de Eindejaar Plantenjacht. Ga ook eens op zoek naar bloeiende planten! Tot en met 3 januari 2024 kan je ‘op jacht.’ In het Natuurjournaal bekijken we ook elke dag een van de volhardende winterbloeiers. Met als eerste: het Madeliefje. Klein en fijn, maar ook een taai plantje. De meeste bloeien in het voorjaar, maar er zijn genoeg eigenwijze Madeliefjes die op een ander moment in het jaar bloeien. Zelfs midden in de winter. Zoek ze in grasvelden, bermen, parkjes of tussen de straatstenen.
Ga op plantenjacht en ontdek welke planten bij jou in de buurt nog in bloei staan midden in de winter! Laat je verrassen tijdens een wandeling in het park, een blokje om in je eigen wijk of in het natuurgebied even verderop. Uit de voorgaande edities is gebleken dat je de meeste kans op bloeiende planten maakt op warme plekken: langs rivieren, dicht bij de kust en in dorpen of steden. Klik op Link: https://www.floron.nl/Portals/1/Downloads/Projecten/plantenjacht/Zoekkaart-Plantenjacht.pdf
Week van de Dwergmuis of Oogstmuis.

Deze week staat de Dwergmuis Micromys minutus (Pallas, 1771) in de spotlights. De soort is al een keer gezien en gemeld vanuit de Natuurtuin, de waarneming is gedateerd (d.d. 2025-08-29). Tijdens de (jaarlijkse) hooidagen is de kans het grootst dat we een ‘nestbol’ tegen kunnen komen. Oogst muizen zijn niet alleen schattig, maar ook echte meesters in hun vak: om zichzelf tegen vijanden te beschermen, bouwen ze kleine bolvormige nestjes in de hoge gras- of maisvelden.
25-DEC-2023) – Dwergmuis doet zijn naam eer aan, want het is een klein muisje, het kleinste knaagdier van Europa. Je krijgt hem niet gemakkelijk te zien, maar juist aan het einde van het jaar loont het op expeditie te gaan door een jungle van gras om de nestjes van Dwergmuizen te zoeken. Daarom is het nu de week van de Dwergmuis. Kenmerken
De Dwergmuis, die men soms zou kunnen verwarren met een jonge Bosmuis, is onze kleinste inheemse muis (kop-romplengte 50-80 mm en gewicht 4-12 g). De staart met zijn soepel uiteinde is echter onmiskenbaar (lengte 45-75 mm). Verder heeft de Dwergmuis opvallend behaarde oren, die vaak niet zichtbaar zijn door de vacht, en een vrij stompe snuit.

De Dwergmuis (Micromys minutus) behoort tot de ‘ware muizen’, een groep soorten met als onderscheidend kenmerk een staart die langer is dan het lichaam. Woelmuizen en Spitsmuizen hebben een veel kortere staart. De Bosmuis en Huismuis horen ook tot de ‘ware muizen’, en de Dwergmuis is duidelijk kleiner dan deze twee. De Dwergmuis is een schattig beestje, met een mooie oranje vacht, korte, in de vacht verborgen oren en kleine ogen. Klik op weblink: https://www.naturetoday.com/intl/nl/nature-reports/message/?msg=31715
Alvast wens ik alle lezers van het: NATUURJAAR: Winter in de Natuur en -Tuin ‘De Robbert’. Prettige Jaarwisseling en een Gezond ‘Natuurlijk-rijk’ 2024.

Afgelopen week bijna -elke dag van de week- wel een Natuurmoment maar: Kom ook eens op zaterdagmorgen naar de Natuurtuin Opzoek gaan naar natuurfenomenen. We zitten in het kwartaalseizoen de Winter, het einde van het Jaar 2023 Opzoek naar: Nieuwe ‘natuurontdekkingen’ in de Natuurtuin ‘De Robbert’.
Met ‘gevederde’ groet, Will van Berkel.
NATUURJAAR 2023-45 december: Winter in de Natuur en -Tuin ‘De Robbert’.
Vandaag: WINTER december 2023: Winterzonnewende en viering van het licht, Sperwer vliegt bliksemsnel door de achtertuin, Boomhazelaar of Bosnoot of Turkse hazelaar, Vooruitkijken naar Onderzoeksjaar 2024, Start vandaag met Vergrrroenen! 2024 Het JAAR van de WESP, Slankpootvliegen tellen mee! en WiLL’s Natuurverhaal WINTER 2007.
Zaterdag (2023-12-23) Gisteren, in de donkere dagen voor kerst viel de langste nacht, dit jaar de nacht van 21 op 22 december. De vroegste zonsondergang valt echter ruim voor de kortste dag en de laatste zonsopgang ruim daarna. De zonnetijd loopt namelijk niet gelijk met de kloktijd. Het effect is groot genoeg dat we er in onze weer- en klimaatmodellen rekening mee houden. Dit moment wordt ook wel de Winterzonnewende genoemd, het moment waarop de zon de zuidelijkste positie bereikt gezien vanaf de aarde, waardoor de zon voor ons het laagst aan de hemel staat.

De rotatie-as van de aarde is gekanteld onder een hoek van 23,5 graden ten opzichte van de loodlijn. Deze kanteling – gecombineerd met factoren zoals de draaiing en baan van de aarde – leidt tot variaties in de duur van het zonlicht dat elke locatie op de planeet op verschillende dagen van het jaar ontvangt. De winterzonnewende, hoge zonnewende of winterzonnewende vindt plaats wanneer een van de polen van de aarde zijn maximale kanteling van de zon heeft.

Viering van het licht: Duizenden jaren terug vierden veel oude culturen op deze langste nacht al de overwinning van het licht op de duisternis. Ook tegenwoordig vieren bepaalde culturen de terugkeer van het licht. Zo luiden Scandinaviërs de kerstperiode in met het Luciafeest en vieren de Iraniërs met ‘de nacht van Yalda’ de geboorte van zonnegod Mithra, volgens velen de voorloper van ons kerstfeest. Of je deze nacht nu viert met lekker eten en lichtjes, zoals de Scandinaviërs en Iraniërs, of geniet van een heerlijk lange nachtrust, een prettige nacht gewenst! (Bron: KNMI).
Sperwer, -een onstuimige jager- vliegt door de achtertuin.

Vrijdag 22 dec.) -De winter is officieel begonnen! Vandaag markeert niet alleen het begin van het koude seizoen, maar ook de kortste dag van het jaar. Storm Pia zorgde dagen achtereen voor veel regen. De weerprofeten gespreken van ‘de natste maand’ ooit gemeten. Als ik vanmorgen vroeg even opkijk de ‘groene’ tuin in, zie ik in een flits een onstuimige jager door de tuin vliegen. In een snelle vlucht -schiet de Sperwer Accipiter nisus – onder de laagste takken door van de Zilverspar richting de Turkse hazelaar waarin regelmatig kleine zangvogeltjes zitten uit te rusten, of in deze tijd van het jaar, in de schaarse zonstralen om op te warmen. Door zijn bliksemsnelle aanval probeert de stootvogel zijn prooidier te verrassen en te overmeesteren.
Boomhazelaar of Bosnoot of Turkse hazelaarCorylus colurna, Berkenfamilie Betulaceae.


Bijna alle hazelaars zijn struiken, toch is er is een mooie uitzondering: de boomhazelaar. De naam Corylus komt uit het Grieks en betekent kap of muts. Colurna betekent: gemaakt van hazelhout. De vruchten, hazelnoten, zijn omgeven door een zgn. Involucrum, alsof de noten een muts op hebben. Is de boom aangeschaft in de hoop op een rijke notenoogst, dan is het de verkeerde keus. De bij ons inheemse gewone hazelaar, Corylus avellana, is daarvoor veel geschikter.
Carolus Clusius: arts en botanicus, in 1594 de eerste prefect van de hortus Leiden, heeft de boomhazelaar in ons land geïntroduceerd. De introductie van de boomhazelaar als cultuurboom loopt ongeveer parallel aan die van de paardenkastanje. Carolus Clusius kreeg de zaden in Wenen toegezonden in 1582 van baron Ungnad von Zonneck, die ze in de buurt van Constantinopel (het huidige Istanbul) had verzameld. Clusius plantte in Leiden het eerste exemplaar in ons land. Als sier-, park- of stadsboom is het een goede keus. Na ongeveer 15 jaar is de bloei rijk. Voordat er blad aan de boom zit hangt de oom Hazelaar vol gele katjes. Het is een mooie park-en straatboom. Verharding wordt goed verdragen, het wortelgestel is diepgaand, de bodemeisen zijn niet hoog. De boom is windvast. Ook luchtvervuiling verdraagt de boomhazelaar goed. Alleen te veel vocht verdraagt deze soort niet goed.
VOORUITKIJKEN naar het nieuwe ONDERZOEKSJAAR 2024.

Zeer zorgelijk is dat we niet alleen landelijk maar ook plaatselijk achteruitgang zien van algemene soorten zoals de Gewone pad, Bruine kikker en Levendbarende hagedis. De kwaliteit van de leefomgeving is kennelijk niet meer toereikend om populaties van deze soorten in stand te houden. Veel van onze algemene soorten komen juist buiten beschermde natuurgebieden voor en hebben last van een combinatie van versnippering van leefgebied, verdroging, stikstofdepositie, effecten van invasieve exoten en de afname van insecten die als belangrijke voedselbron dienen. Om deze neerwaartse trend te stoppen en populaties te laten herstellen is een minimale basiskwaliteit van de Natuur nodig. Gelukkig komt landelijk steeds meer aandacht voor de basiskwaliteit natuur en voor natuur inclusieve oplossingen.
Steeds meer voorbeelden van oplossingen voor bijvoorbeeld -stadsvogelbescherming, aanleg van ‘’groene wateropvang ook in het stedelijk gebied de biodiversiteit in stand te houden, of zelfs uit te breiden. Gelukkig kunnen we ook verrassingen melden in deze balans. In Noord-Brabant werden nieuwe vindplaatsen ontdekt van hazelworm, gladde slang en levendbarende hagedis. Gerichte inventarisaties en navraag bijomwonenden leverden veel nieuwe informatie op. De vondsten geven aanleiding tot vervolgonderzoek en gerichte beheeradviezen. Bovenal laat deze balans weer zien hoe belangrijk en waardevol de vrijwillig verzamelde data zijn voor trends, verspreidingskaarten en verdere kennisontwikkeling over onze soorten. Kennis die onverminderd van belang blijft voor het verbeteren van natuurbeleid en -beheer en belangrijke input levert voor natuurherstel. Vrijwilligers die in en met Natuur bezig zijn, verzamelen jaarlijks indrukwekkend veel data, met veel passie en grote betrokkenheid. Ook in de Natuurtuin en rondom in de Bundertjes noteren we en monitoren we de biodiversiteit. Zonder goede verspreidings- en monitoringsdata zijn onderzoek en bescherming van onze voorkomende soorten in ons leefgebied niet mogelijk!

Start vandaag met vergrrroenen!
Wil jij weten hoe goed jouw tuin of balkon scoort op het gebied van biodiversiteit en klimaat? Beantwoord 7 vragen en wij berekenen jouw groenscore én geven je advies op maat! Klik op de link: https://www.hallogrrroen.nl/groenscore/ Kijk maar eens op de Website: https://www.hallogrrroen.nl/ https://www.hallogrrroen.nl/buurt/10-voordelen-groen-wijk/
2024 Het JAAR van de WESP
Vorige week -uitgeroepen door de volgende natuurorganisaties: De Wespenstichting, EIS Kenniscentrum Insecten, JNM – Jongeren in de Natuur, Naturalis Biodiversity Center, Nederlandse Entomologische Vereniging, NJN – Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie.
Bergveldwesp (Polistes biglumis) is één van de vier in Nederland voorkomende veldwespen. Veldwespen zijn forse wespen die vliegen met hangende poten. Ze komen vooral in het zuid-oosten van Nederland voor maar verschuiven richting het noorden. Ze maken kenmerkende papiernestjes met open raten.

Zaterdag 16 december) -Denk jij bij wespen aan zwart-geel en je drankje op het terras? Dan is 2024 het jaar om de diversiteit van wespen écht te leren kennen. Er zijn in Nederland meer dan 5000 soorten die ook muggen eten, bloemen bestuiven en kadavers opruimen. Ze zijn fascinerend, veelzijdig en onmisbaar! Daarom is 2024 het Jaar van de Wesp, met het hele jaar activiteiten om wespen in het zonnetje te zetten.

De Gewone Wesp Vespula vulgaris (Linnaeus, 1758) is een van de ‘ limonade-wespen’, die in de nazomer op terrasjes en BBQ’s te vinden is. De wesp is een kortkop: de afstand tussen de onderrand van de ogen en de basis van de kaken is klein. De soort heeft een ondergronds nest dat door werksters wordt uitgegraven. Soms is het nest bovengronds, maar dan altijd in afgesloten ruimten. De koninginnen maken graag gebruik van spleten om te overwinteren en komen in het najaar regelmatig in huis. In de Natuurtuin ontdekken we jaarlijks ingegraven nesten van (gewone) Wespen.
Soms vinden we in de ‘Groene’ Tuin een gepredeerd uitgegraven grondnest van en Wesp. Dat is het werk van een specialist -de Wespendief Pernis apivorus (Linnaeus, 1758). De zo ‘zwerfzieke’ vogel komt laad aan, in zijn broedterritorium. Dat het paar laat gaan broeden in het seizoen houdt in verband -als de jongen uitkomen- er voldoende insectenlarven voor het kroost aanwezig moeten zijn. Zijn naam verwijst enigszins naar de aard van zijn voornaamste voedsel, maar het zijn niet alleen de wespen zelf waaraan hij zich te goed doet.

Het wordt tijd voor een reëler beeld van wespen. Een beeld dat beter in verhouding staat tot de fascinerende veelzijdigheid van deze belangrijke insecten. Want ‘de wesp’ bestaat niet. Naturalis Biodiversity Center, EIS Kenniscentrum Insecten, de Wespenstichting, de Nederlandse Entomologische Vereniging en de jeugdbonden JNM en NJN hebben daarom 2024 uitgeroepen tot het Jaar van de Wesp. Ze organiseren allerlei publieks- en onderzoeksactiviteiten, zoals lezingen, excursies, de wespentelling en een publieksonderzoek. Doel is om te laten zien waarom we wespen juist moeten waarderen. (Bron: Natura Today). Een leuk en interessant project -voor het aanstaande onderzoek jaar-in de Natuurtuin. Wie doet er mee?
Slankpootvliegen tellen mee

In Nederland komen meer dan 5000 soorten vliegen en muggen voor. Die zijn onderverdeeld in meer dan honderd verschillende families, waaronder welbekende als de zweefvliegen, dazen en langpootmuggen. De familie van de slankpootvliegen (Dolichopodidae) is een stuk minder bekend. Toch telt deze familie alleen in ons land al 264 soorten. Wereldwijd zijn meer dan 8000 soorten bekend, waarmee slankpootvliegen op de vierde plaats komen in de ranglijst van meest soortenrijke vliegenfamilies. Slankpootvliegen tellen dus wel degelijk mee!
Lopen op het water: Slankpootvliegen zijn overal te vinden, van droge duingraslanden tot hoogveengebieden. Het grootste aantal soorten vind je in vochtige bossen, waar ze soms met honderden tegelijk te zien zijn op bijvoorbeeld bladeren, boomstammen en modderige oevers. Sommige soorten hebben de gewoonte om over het wateroppervlak te lopen zoals schaatsenrijders doen.
Over het algemeen zijn slankpootvliegen rovers, zowel in het larvale als in het volwassen stadium. De volwassen slankpootvliegen vangen kleine, zachte insecten, zoals bladluizen, kleine vliegjes en mugjes en allerhande larven, waaronder die van steekmuggen en knutjes. Die zuigen ze vervolgens leeg met hun monddelen. De larven van slankpootvliegen zelf leven onder andere in de bodem en tussen strooisel. Bij sommige soorten leven de larven onder de schors van loof- of naaldbomen waar ze schorskevers eten, waaronder de letterzetter. Het zijn dus best nuttige insecten.
Nieuwsgierig geworden naar slankpootvliegen?
Deze uitgave is alleen als pdf beschikbaar en wordt niet op papier uitgebracht. De inleidende hoofdstukken geven veel informatie over de levenswijze en de ecologie.
Klik op de link: Download dan de verspreidingsatlas (pdf: 21 MB)
WiLL’s Natuurverhaal WINTER 2007,


KOMT WENS UIT, EEN WITTE WERELD IN MIJN TELGEBIED.
Op 23-12-2014) Bijna Kerst 2014 een paar jaar op rij een zachte winter. Kerstdagen en de aanloop naar het Nieuwe jaar 2015. Daar hoort -volgens mij gevoel- een Oudhollands ijzig wit landschap met een staalblauwe lucht bij. Nederland kan zo mooi zijn bij een temperatuur van min. -10 graden C. Schaatsers op dichtgevroren plassen en sloten en ook een koek en zopie kraam mag niet ontbreken.
De verwachtte weersomstandigheden nu met de Kerst; Beide weerstations voorspellen nu regenachtig weer met kans op zware windstoten en temperaturen ver boven de + 0 C graden. Een ander weerstation geeft vanmorgen aan dat na het weekend er een kleine kans is op ‘witte’ winterse omstandigheden.
Wanneer ik een van deze winterfoto’s (serie gemaakt in december 2007) weer zie -gaan mijn gedachten terug- naar die ‘ideale’ weersomstandigheden. Die zaterdag was de omgeving omgetoverd in een fotogenieke sprookjeswereld. Zaterdag 22 december 2007, Waren de weersomstandigheden en cijfers: Zwakke wind uit het zuid-zuid-oosten. De hardste windstoot had een snelheid van 4 m/s. Een vorst dag met gemiddelde temperatuur van -3.3 °C en een gevoelstemperatuur van -5.9 °C. De minimumtemperatuur was -6.9 °C en de maximumtemperatuur 0 °C. De zon scheen 6.6 uur.
Toen -even na zonsopgang- keek ik door het erkerraam naar buiten, zie prachtig paars/roze licht. Weersomstandigheden die ideaal zijn om winterfoto’s te maken. Een uurtje later loop ik door het houten klaphekje mijn geliefd natuurreservaat in. Op de horizontale takken van bomen, struiken en platgeslagen beplanting zie ik dat er een laagje motsneeuw ligt. Op de kale gedeelten van takken en planten zie ik de “rijp”, aan gevroren mist. De lucht is prachtig lichtblauw en het licht aan het zwerk lijkt wel zachtroze en het zonnetje wordt getemperd door de dunne ochtendnevel. Even later als de tijd verstrijkt verdwijnt de nevel en wordt de lucht kraakhelder. De temperatuur is nog steeds onder nul. Groet: WiLL van Berkel
Alvast wens ik alle lezers van het: NATUURJAAR: Winter in de Natuur en -Tuin ‘De Robbert’. Prettige Kerstdagen en een Gezond ‘Natuurlijk-rijk’ 2023

Afgelopen week bijna -elke dag van de week- wel een Natuurmoment maar: Kom ook eens op zaterdagmorgen naar de Natuurtuin Opzoek gaan naar natuurfenomenen. We zitten in het kwartaalseizoen de Winter, aan het eind van het Jaar 2023 Opzoek naar: Nieuwe ‘natuurontdekkingen’ in de Natuurtuin ‘De Robbert’.
Met ‘gevederde’ groet, Will van Berkel.
NATUURJAAR 2023-44 december: Winter in de Natuur en -Tuin ‘De Robbert’.
Vandaag: WINTER december 2023: In de Natuurtuin, Europese Hopbeuk gezien in de Kasteeltuin, WiLL’s Boekenrubriek; Het mooie vogelwoordenboek, Nationale Tuinvogeltelling 2024, Akkoord op klimaattop Dubai, Peelvenen; Basis voor natuurherstel, Landschap met sneeuw te Arles (februari 1888) en Vogels kijken; 6 mei 2015 in La Crau.
Zaterdag (2023-12-16), Vanochtend vroeg fiets ik tijdens het opkomende licht richting de Natuurtuin. Het kunstlicht van de Kerstlampjes begeleiden mij tot aan het buitengebied. Hoorde geen vogels doodstil was het. Bij de Natuurtuin aangekomen -was Stan en de ‘vaste’ vroege bezoeker al aanwezig. Gelijk een vogeltelling gestart start voordat de onderhoudswerkzaamheden beginnen. Loop vooruit op Stan die al klaar staat om het laatste werk aan de groenhaag uit te voeren. De alom bekende wintervogels -hoor en zie ik- tijdens de telronde door de tuin voorbijkomen. Uiteindelijk zestien soorten kunnen aan vinken. Ook de donkerbruine Eekhoorn behendig van tak tot tak zien springen en klimmen, zeker nog geen tijd voor de winterrust periode.
De Europese Hopbeuk gezien in de Kasteeltuin.
Vorige week zaterdag na de lunch -tijdens het jaarlijkse ‘Uitje’ met het Tuinteam- lopen we een gedeelte van de IVN- Bomenwandeling. Tijdens de route een van de opvallendste boomsoort gezien, in deze ‘bladloze’ tijd. In het Kasteelpark staat de Europese Hopbeuk Ostrya carpinifolia. De dubbel gekartelde bladeren waren al gevallen, daardoor vallen de bruine hopbellen extra op. Bij de eerste blik als je naar de boom kijkt, denk je gelijk “wat een vreemde Hop staat daar? ”
Het is een langzaam groeiende en middelgrote boom met in de beginjaren een kegelvormige kroon. De Ostrya carpinifolia is een uitbundig bloeiende boom met geelgroene katjes en kleine aartjes. De beuk groeit op alle grondsoorten en zelfs op zeer droge bodems. De boom staat het liefst op een warme beschutte plek.



Omschrijving: Ostrya carpinifolia of de Europese hopbeuk wordt uiteindelijk 14 tot 16 meter hoog. Doorgaans blijft deze langzaam groeiende boom kleiner wat Ostrya carpinifolia ook geschikt maakt voor kleine en middelgrote tuinen. De vorm van de kroon is uiteindelijk breed eirond met opgaande takken. De stam van Ostrya carpinifolia is meestal grijsgroen met onregelmatige verticale groeven, komt oorspronkelijk uit Zuid-Europa en Oost-Turkije.
De bloei van Ostrya carpinifolia met mannelijke berkachtige katjes vindt plaats in de maand april. Na de bloei worden de decoratieve vruchten gevormd die sterk lijken op de bellen van hop en waaraan deze boom haar naam ontleend. Deze ‘hopbellen’ zijn 4 tot 6 cm lang en bevatten de zaden die aan de basis van de vruchtbladen liggen.
Het groene blad van de Europese hopbeuk doet veel denken aan het blad van de Haagbeuk en is dubbel gezaagd. In het najaar laat Ostrya carpinifolia een prachtige goudgele tot oranje herfstkleur zien.
Hoe ziet de hop plant eruit?
De bladeren van de hopplant zijn bleekgroen en staan tegenover elkaar. Ze hebben een handvormige nervenstructuur en gezaagde rand. De bladeren voelen ruw aan. Deze snelle groeier kan wel 5 tot 6 meter hoog worden. Hij hijst zichzelf omhoog langs allerlei steunpunten, net als in onze kruidentuin, waar hij het hele hek groen maakt. De ruwe stengel is groen en dik (ongeveer zoals een potlood), en verhout niet. Hop, ofwel Humulus Lupelus, behoort tot de hennepfamilie.
Hop, ofwel hopbellen: zijn de vrouwelijke bloemen van de Humulus Lupulus plant. Door deze toe te voegen aan het bier krijgt het zijn onmisbare bitterheid. Het gebruik van hop is iets wat ‘pas’ in de late middeleeuwen is ontstaan. Voor die tijd gebruikte men rozemarijn, duizendkruid, koriander en jeneverbes.
Hop (Humulus lupulus) staat vooral bekend om zijn toepassing in bier. Maar het is ook een zeer sterk groeiende, winterharde klimplant. Het blad heeft wat weg van druivenblad en is sierlijk van vorm, ideaal om een lelijk object snel uit het zicht te laten verdwijnen. De bloemen van de hopstruik zijn niet zo opvallend, maar de groene hopbellen compenseren dat ruimschoots. Ze staan schitterend in een vaas en worden vaak in bloemstukken gebruikt. Gedroogd gaan ze maanden mee. Let wel op dat je kiest voor een vrouwelijke hopplant, want de mannelijke variëteiten krijgen geen bellen. Variëteit ‘Nugget’ heeft extra grote hopbellen.
Voor veel vlinders zoals de gehakkelde aurelia, staat hop op het menu. Ze zetten hun eitjes af op het blad zodat hun larven verzekerd zijn van een lekker hapje. Goed voor jezelf en voor de dieren om ons heen dus. Mocht je nu nog niet overtuigd zijn van hop; de plant is allesbehalve kieskeurig en groeit bijna overal; in lichte schaduw, zon, zandgrond en in klei, hij vindt het allemaal prima.
Een nadeel van deze plant is dat er regelmatig gesnoeid moet worden, want de ranken klampen zich overal in vast. Maar dat betekent ook; meer voor in de vaas!
De hopplant is een echte klimmer. Het liefst slingert hij zich om een boom heen, en altijd met de klok mee. Een vaste plant, die zich gedraagt als onkruid. Want voor je het weet gaat hij woekeren op plekken waar je dat niet wilt!
WiLL’s Boekenrubriek,
Het mooie vogelwoordenboek: auteur Toine Achternach.
Taal en vogels. Deze twee factoren spelen een grote rol in het leven van Toine Andernach. Zijn verknochtheid aan taal en vogels vertaalde zich eerder al eens in ‘Baardman & Boterkontje’ over vogelnamen, en daar gaat ‘Het mooie vogelwoordenboek’ ook over.



Omschrijving: Toine Andernach zet bijzonder vogeljargon in de schijnwerpers, vergeten vogelwoorden maar ook nieuwe woorden. In het voetspoor van taalkunstenaars als Ivo de Wijs, Drs. P en Hans Dorrestijn, deelt hij hun liefde voor de natuur en speelt virtuoos met taal. Wat is een hemelgeit? Wat doet een zeetrekteller? En van wie profiteert een pelagische kleptoparasiet? In luchtige, soms hilarische, maar altijd informatieve teksten over mooie vogelwoorden deelt Toine Andernach zijn fascinatie voor de manier waarop vogelaars vogels en de vogelwereld aanduiden in onze taal. Daarin verweeft hij zijn persoonlijke vogelervaringen in het veld. Het mooie vogelwoorden boek is het perfecte cadeauboek voor vogelaars en taalliefhebbers. Voor beginnende vogelaars is het een gids in het woud van het vogelvocabulaire. Voor ervaren vogelaars is het een feest van herkenning. En voor taalliefhebbers gewoon smullen. Toine Andernach heeft een fascinatie voor taal en is gepassioneerd vogelaar. Eerder verscheen van zijn hand het succesvolle Baardman & Boterkontje, de vogel en zijn naam. Met tekeningen van Jos Zwarts
Taal en vogels: Deze twee factoren spelen een grote rol in het leven van Toine Andernach. Zijn verknochtheid aan taal en vogels. Toine onthult dat hij een verwoed vogelaar is, een twitcher zelfs: “Die gaan op jacht naar een vogelsoort die ze nog nooit eerder hebben gezien”. Hij is geen mindful vogelaar die rustig vanaf zijn krukje de natuur zit te beleven. Toine is meer een wishful birder die achter lifers en schaamsoorten aangaat.
Het is allemaal vogelaarsjargon en dat is dan ook de opzet van dit boek: op een speelse manier de talloze uitdrukkingen verklaren die in het wereldje van de vogelaars gebruikelijk zijn. En dat leest kostelijk weg! Ook worden veel vogelnamen in een historisch perspectief geplaatst. Een greep, kriskras door het boek: gonysvlek, geitenmelker, hemelgeit, halfsnepje, anas unox (ook wel anas knorr), Nóórdewiendskrééuwer, kbv’tje, blako, zwibis, turbovogelen, tapen, influx, skulkers, cargobroek, jizz, ezelwoord, SOB, kleptoparasiet, volgwolk enz. Over al deze en tal van andere begrippen heeft Toine wel iets te vertellen, soms serieus wetenswaardig, meestal grappig opgeschreven. Zoals: “Exoten komen van ver en wat van ver komt is lekker. Daar weten fazanten over mee te praten”. De auteur benoemt ook de internationale tendens om vogelnamen aan te passen omdat ze racistisch zijn. In onze taal (en andere talen) zijn Kaffergierzwaluw en Kafferleeuwerik vervangen door Pijlstaartgierzwaluw en Zwartoorleeuwerik. Deze soort komt voor van zuidelijk Namibië tot zuidelijk Botswana en noordelijk Zuid-Afrika.


Taal is doorlopend aan verandering onderhevig en wie weet hoe vogels over een eeuw worden genoemd (als ze er nog zijn…). Misschien dat mijn pleidooi voor het veel toepasselijker ‘rietaapje’, het merkwaardige ‘Woudaap’ (vroeger: Wouwaap) dan eindelijk heeft verdrongen. Heeft Toine Andernach weer iets om over te schrijven. We lezen het graag!
Nationale Tuinvogeltelling 2024


De Nationale Tuinvogeltelling is het grootste citizen science project van Nederland. Vogelbescherming organiseert de telling samen met Sovon Vogelonderzoek Nederland. De Nationale Tuinvogeltelling levert een momentopname van de aantallen vogels die in Nederlandse tuinen aanwezig zijn. In combinatie met de resultaten van andere jaren en met andere tellingen levert dit een beeld van de ontwikkelingen in het belang van tuinen voor vogels.
TEL JE OOK MEE MET DE Nationale Tuinvogeltelling? MELD JE AAN: https://www.vogelbescherming.nl/tuinvogeltelling
Akkoord op klimaattop Dubai met vermelding fossiele brandstoffen


Op de VN-klimaattop in Dubai is een akkoord bereikt over een slotverklaring. Daarin staat voor het eerst een expliciete vermelding over het verminderen van fossiele brandstoffen: landen worden erin opgeroepen tot “een transitie weg van fossiele brandstoffen” in energiesystemen.
Voorzitter Sultan Al-Jaber noemde het akkoord “historisch” en prees de afgevaardigden voor hun samenwerking. “We kunnen nu echt zeggen dat we verenigd zijn geweest en echt hebben geleverd”, zei hij. Al-Jaber denkt dat het akkoord zal bijdragen aan een “betere, schonere wereld”. Hij voegde er ook een waarschuwing aan toe: hoe goed een akkoord is, staat of valt met de uitvoering. “We zijn wat we doen, niet wat we zeggen.” (Btron: ANP/ Trouw)
Laatste versie van slottekst op COP roept op tot energietransitie
De laatste versie van de slottekst op de klimaattop in Dubai bevat een duidelijke oproep om in de energiesector een omslag te maken. Landen zouden “weg moeten gaan” van fossiele brandstoffen in deze sector om op termijn geen uitstoot van broeikasgassen meer te veroorzaken. Het voorstel gaat nog niet zo ver als de Europese Unie van tevoren zei te willen. Er staat niets in de tekst over het uitfaseren van fossiele brandstoffen.
Verder wordt erkend dat de uitstoot van broeikasgassen snel minder moet om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 graad. De tekst roept niet alleen op tot een omslag in de energiesector weg van fossiel. Ook luidt de tekst dat hernieuwbare energie verdrievoudigd moet worden en landen meer energie moeten besparen.

De PEELVENEN, Basis voor natuurherstel gelegd
De afgelopen zeven jaar is er in de Peelvenen veel werk verricht. Met onder andere het project Leegveld hebben de provincie Noord-Brabant, waterschap Aa en Maas en alle andere gebiedspartners een goede basis voor natuurherstel weten te leggen. Dit was nodig om verdere verdroging van de Peelvenen te voorkomen. De Peelvenen zijn een beschermd Natura 2000-gebied met een uniek hoogveenrestant op de grens van Brabant en Limburg. Ooit was het een uitgestrekt hoogveenmoeras van honderden hectares groot. Door het uitgraven van turf is alleen veel hoogveen verdwenen. En ook het overgebleven hoogveen staat onder druk. Het heeft te lijden onder de toenemende verdroging en hoge stikstofwaardes. Om deze unieke natuur te blijven behouden, was het nemen van maatregelen noodzakelijk. Peelvenen klaar voor een volgende fase
Ondanks dat er nog veel maatregelen nodig zijn, ligt er met het afronden van project Leegveld een goede basis voor natuurherstel en zijn de Peelvenen klaar voor een volgende fase. Aan die volgende fase werken overheden, agrarische sector en natuurorganisaties samen in gebiedsgerichte aanpak vitale Peel. Hierbij zetten zij zich, samen met inwoners en ondernemers in het gebied, in voor een toekomstbestendige en vitale Peel voor iedereen. Bij deze intergrale aanpak komen opgaven op het gebied van (be)leefbaarheid, water en bodem, economisch perspectief, energie, landbouw en natuur samen. Download ook het boekje (pdf: 11,3 MB): ‘De Peelvenen: Basis voor natuurherstel gelegd’ https://www.brabant.nl/-/media/08cb181eb6a04a05aafc9dfe022407e2.pdf
Deze week kwam ik twee winterse landschapsafbeeldingen tegen van Vincent van Gogh. De onderstaande schilderijen zijn vervaardigd in februari 1888. In mei 2015 bezocht ik met een aantal vogelaars het gebied de Camargue. Terugdenkend aan deze ontdekkingsreis van een aantal jaren geleden beseffend dat het een waardevolle onderneming is geweest.
Landschap met sneeuw te Arles (februari 1888)
Liefde Landschap met sneeuw (Landscape with Snow) is een schilderij van de Nederlandse kunstschilder Vincent van Gogh, in olieverf op doek, 38 bij 46 centimeter groot. Het werd geschilderd in februari 1888 te Arles en toont de vlakte van de Crau met een laag sneeuw.


De Vlakte van de Crau (plaine de la Crau) is een streek in Frankrijk ten oosten van Arles in de Provence. Oorspronkelijk was het een dorre streek waarvan de ondergrond bestond uit stenen, aangevoerd door de Durance die zich in de prehistorie niet in de Rhône stortte, maar via de Crau in de Middellandse Zee.
De Vlakte van de Crau (plaine de la Crau) is een streek in Frankrijk ten oosten van Arles in de Provence. Oorspronkelijk was het een dorre streek waarvan de ondergrond bestond uit stenen, aangevoerd door de Durance die zich in de prehistorie niet in de Rhône stortte, maar via de Crau in de Middellandse Zee.
Door de aanleg van het Canal de Craponne in de zestiende eeuw wordt een deel van het gebied geïrrigeerd. Het andere deel is nog steeds een steppegebied, waar op grote schaal schapen worden gehouden, die leven van de coussous, de plukjes gras tussen de stenen. Een deel van deze Provençaalse woestijn is nu ingenomen door een luchthaven (voor de stad Marseille).
Vogels kijken in de De Crau (2015).
De Crau ligt ten oosten van de Camargue. Zelf bezocht ik het gebied in 2015, met een aantal gepassioneerde vogelaars. Een hele week vogels kijken in het gebied rondom de Camargue, en een dag in de Crau. Dit is een van de weinige gebieden in Frankrijk waar de Kleine trap en Witbuikzandhoen kunt zien. Ook de Kleine torenvalk en Griel laten zich hier zien.
De Crau is een steenachtige vlakte met een heel eigen karakter. Sommige mensen worden er een beetje onwel vanwege het woestijnklimaat.


Bij het wegrijden al vroeg in de morgen gelijk bij het huisje opvliegende Kleine Trappen.
Bij de parkeer plaats van de La Crau gelijk een Orpheus spotvogel. Al lopende Grauwe gors, Hop en Griel. Later zagen we in de ‘open’ terreinvlakte verschillende vogelsoorten: Hoppen, Scharrelaar, Rode patrijzen, Kleine torenvalken en Kleine trappen. Ook nog Haas, Konijn, Smaragdhagedis en 3 soorten beekjuffers (Calopterix). Onderweg Zwarte zwaan, Dodaars, Huiszwaluw en Veldleeuwerik.



Op het eind van de dag; in Alburon op het terras van het restaurant worden we overvallen door een windhoos. Parasols werden geknakt en omgegooid. Gelukkig zaten wij in de schaduw en luwte van het gebouw zodat ons niets is overkomen. Wel veel nesten gezien van Huiszwaluw aan het gebouw.

Afgelopen week bijna -elke dag van de week- wel een Natuurmoment maar: Kom ook eens op zaterdagmorgen naar de Natuurtuin Opzoek gaan naar natuurfenomenen. We zitten in het kwartaalseizoen de Winter, van het Jaar 2023 Opzoek naar: Nieuwe ‘natuurontdekkingen’ in de Natuurtuin ‘De Robbert’.
Met ‘gevederde’ groet, Will van Berkel.
NATUURJAAR 2023-43 december: Winter in de Natuur en -Tuin ‘De Robbert’.
Vandaag: WINTER december 2023: winter deze week, FAZANT Kleurrijke hoender, Bodemdieren 2023 Uitslag: Regenwormen zijn winnaars, Plant vandaag nog een Boom, Populaire bessenstruiken bij vogels, Bessenkalender en NEDERLAND kan: #NIETZONDERNATUUR.
Zaterdag (2023-12-09), Vorige week zaterdag na het bezoek aan de Natuurtuin, fiets ik door de Bundertjes richting Gulden Aa naar huis. Zie een paartje Fazanten samen op een pas gemaaid weiland gevallen zaden oppikken. Je merkt aan het gedrag van ‘die twee’ nu de temperatuur in het zonnetje boven nul komt dat zij al denken aan het komende voorjaar. Maar afgelopen maandag -een paar dagen later- zag ik deze man Fazant -prachtig op kleur- ineen gedoken in het besneeuwde landschap- langs het fietspad bij de Gulden Aa. Heb deze hoenderachtige -die oorspronkelijk uit Azië komt- ‘vast’ kunnen leggen met mijn mobiel.
In Het Vogeljaar (1923) schrijft Jac. P. Thijsse ‘Het is een prachtig dier, zo’n Fazantenhaan. Een echte Oosterse gloed ligt over al zijn veren, over het groenbrons van kop en nek, over het bruinzwart en geel van rug en borst, over de dwarsgestreepte puntstaart.’ Thijsse verklaart zich tegen de jacht: hij noemt zichzelf een ‘amateur-verrekijker-fazantenjager’.


FAZANT Kleurrijke hoender gezien in de Bundertjes.
De Fazant Phasianus colchicus Linnaeus, 1758, In het begin van onze jaartelling werd de Fazant als siervogel door de Grieken (volgens anderen door de Romeinen) in Europa ingevoerd. Zowel het fraaie uiterlijk van de vogels als het smakelijke wildbraad zorgden voor een snelle verbreiding van de soort. De verwilderde Fazant is een bastaardvorm voortgekomen uit latere kruisingen met andere uit Azië afkomstige rassen. Zo is het mannetje nu voorzien van een witte halsring, een band die bij de oorspronkelijke soort uit Kolchis niet voorkwam. Bosfazant was vroeger een algemene benaming, bij jagers was de naam Jachtfazant in zwang.
Een aantal streekgebonden variaties op de naam zijn: Gewone Fazant. Elders komt de naam Woudhoen voor. Het mannetje wordt met Kok, een klanknabootsing evenals het Franse coq (haan), dan wel met de naam Woerhaan, Lang staart of Ringnek aangeduid. Het wijfje wordt Woerhen genoemd. Woerhaan is via het Middelnederlandse Woerhane gevormd uit het Oudhoog Duits. De oorspronkelijke betekenis is waarschijnlijk ‘mannelijk dier’.
Beschrijving voorkomen
Buiten broedtijd: In najaar en winter vormen Fazanten groepjes die op plekken met veel voedsel en dekking samenscholen. Zulke plekken liggen doorgaans op slechts enkele honderden meters van de broedplaats. Grotere verplaatsingen lijken niet voor te komen. De wintergroepen vallen in het vroege voorjaar uiteen.
Broedtijd: Fazanten komen in grote delen van Nederland voor maar ontbreken in stedelijk gebied en bosrijke omgeving. Ze zijn het talrijkst in agrarisch gebied op de kleigronden van Zuidwest- en Noordoost-Nederland. Rond 1975 kwamen Fazanten nog wijd verspreid voor op de Veluwe en in andere bosachtige gebieden. De verdwijning hier, en de scherpe afname op veel plaatsen elders, is een gevolg van het vanaf 1978 geleidelijk afbouwen van het uitzetbeleid. De onnatuurlijk hoge dichtheden die daarvan het gevolg waren, verdwenen als gevolg van predatie door Vos en Havik, iets dat versneld werd door enkele strenge winters. De afname vlakt inmiddels af en de soort weet zich in verschillende delen van het land te handhaven, zij het in lagere dichtheden dan weleer. Illegale uitzet komt overigens nog steeds voor. (Bron: Sovon) Link Vogelbescherming: https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/fazant
Regenwormen zijn winnaars van vochtig 2023, Uitslag
Leeuwarden is Bodemdierenstad van het jaar, Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW)
7-DEC-2023) Op 5 december was het óók Wereldbodemdag. Ter ere daarvan maakte de organisatie van de Bodemdierendagen de scores van de Nederlandse bodemdieren in 2023 bekend. De regenwormen houden wel van nat weer en weten hun toppositie in de Bodemdieren Top 3 vast te houden: ze zijn in 87 procent van de tuinen gespot. De Friese hoofdstad Leeuwarden kreeg de eretitel Bodemdierenstad van het Jaar.

Duizenden mensen zijn deze herfst op zoek gegaan naar het leven op en onder de grond:
van regenwormen tot mieren, en van pissebedden tot duizendpoten. Wat leeft er allemaal in de bodem van onze tuinen, stadsparken en dorpen? Juist daar weten we onvoldoende van die vaak ongeziene maar erg belangrijke biodiversiteit. Een levende, gezonde bodem vormt letterlijk en figuurlijk de basis onder ons bestaan. De Bodemdierendagen brengen in totaal tien ambassadeurs voor de biodiversiteit onder onze voeten in beeld: de Tiny Ten.
Records: Ruim 1500 mensen hebben als waarnemer meegedaan aan het citizen science-onderdeel: met het doorgeven van de ruim 21.000 dieren – een record – die ze tijdens hun bodemdierensafari tegenkwamen. Op die manier viel er voor meer dan 500 locaties – ook een record – verspreid over het hele land een ‘biodiversiteitscijfer voor de bodem’ te berekenen.
De landelijke Bodemdierendagen worden al sinds 2015 georganiseerd door het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) en Wageningen Universiteit (WUR), met hulp van de Vrije Universiteit (VUA) en steeds meer andere organisaties en mensen. In negen jaar tijd zijn ongeveer 105.000 bodemdieren van de Tiny Ten, ook wel ‘bodemschatjes’ genoemd, gevonden. Link Website Bodemdieren 2023: https://www.naturetoday.com/intl/nl/nature-reports/message/?msg=31636
De resultaten: van de Bodemdierendagen kun je hier allemaal bekijken. Ook kun je dieper graven naar de eindresultaten per bodemdierengroep, per soort en per tuintype van ieder onderzoeksjaar. Alle waarnemingen van 1 september tot en met oktober tellen sowieso mee voor de Bodemdieren Top 3 van 2023! Eerdere en latere waarnemingen zijn ook waardevol, zodat we de seizoenen kunnen vergelijken. Link bodemdierendagen 2023: https://bodemdierendagen.nl/nl/resultaten
Overzicht en telresultaat Natuurgebied: de BUNDERTJES

LINK naar bodemdieren: https://bodemdierendagen.nl/nl/editie/2023/



Het IVN Helmond heeft zaterdag 2 december j.l. weer heel wat Helmondse bewoners blij kunnen maken met enkele gratis boompjes. Onze Werkgroep Natuurbeheer heeft in samenwerking met de Bomenwerkgroep zorggedragen voor de jaarlijkse uitdeeldag van PlanBoom. De volgende bomen / struiken: zaten in de collectie kweker v d Broek te Heeswijk -Dinther; 1 Veldesdoorn, 2 Gelderse roos, 3 Wilde lijster , 4 Lijsterbes, 5 Hondsroos, 6 Meidoorn, 7 Vlierdoorn, 8 Sporkehout, 9 Wegedoorn,
Ook zijn er een aantal van deze bovenstaande Bosplantsoensoorten geplant op 6 december op diverse gemarkeerde plaatsen in de Natuurtuin ‘de Robbert’ 2 a 3 per soort. Daarnaast waren er 10 Gewone lijsterbes en 11 Hazelaar struiken aanwezig in het gevarieerde keuze pakket.
Ingezonden bericht door: Rinus Swinkels (Lid Bomenwerkgroep)
Populaire bessenstruiken bij vogels, Kardinaalshoed en Klimop
Zolang het weer zacht blijft, bloeit er nog aardig wat. Zodra het gaat vriezen verdwijnt er veel, we maken dat kantelpunt nu mee. Maar een plant waarop vogels en insecten altijd kunnen rekenen, is de Kardinaalshoed en klimop. Niet onomstreden, niet voor iedereen ongevaarlijk, maar zonder meer een prachtplant. Een van onze schaarse kleurrijke en wintergroene inheemse planten.
Klimop: Twee bladvormen, ten eerste het blad. Aan dit bloeitakje had dat de vorm van een ruit, terwijl de bladeren aan de klimmende takken de vorm van een handje hebben, met vijf puntige lobben. Die klimmende takken vertonen ook de korte ‘borstels’, de hechtworteltjes. De bloeitakken hebben die niet. Het blad staat bij beide typen tak verspreid aan de stengel, dus niet twee aan twee. Jong blad en het blad aan de bloeitakken kan prachtig glanzen.

Klimop INFO: https://www.naturetoday.com/intl/nl/nature-reports/message/?msg=31597
Vogels: Voor houtduiven, lijsters en andere vogels is klimop een heerlijkheid. De plant is wintergroen en biedt dus jaarrond een fijne schuil- en nestplaats. De zwarte bessen in bolvormige trossen verschijnen rond oktober, maar zijn kennelijk pas lekker aan het eind van de winter en in het vroege voorjaar; ze zitten lang aan de struik. Zo hebben de vogels nog iets te eten als verder schraalhans keukenmeester is. Laat de bessen aan de vogels, voor ons zijn ze licht giftig. Het stofje hederine zit in de bessen, en in het blad.
Klimopbij (Colletes hederae): Voor anderee insecten is Klimop ook een cadeautje, door de late bloeitijd, tussen september en december. Soms fladdert en zoemt het van de verschillende insecten rond de bloemen; ze vinden er nectar en stuifmeel. Er zijn insecten helemaal gespecialiseerd in Klimop, zoals de Klimopbij.
Spreiding: De Klimopbij vliegt laat uit, rond september en oktober, als klimop in bloei staat. De winter overleven zowel de vrouwtjes als de mannetjes niet. Doorgaans komen ze meer voor in de buurt van steden omdat het daar warmer is. Door de klimaatopwarming en de daarbij horende warme nazomers maakt de bij ene opmars in West-Europa.
Voortplanting: De klimopbij graaft op een zonneige plaats gangen in kerkhoven, tuinen en parken. Deze zijn tot een halve meter diep en bestaat uit ene 4 tot 6 broedcellen met één eitje. Naast het eitje legt ze ongeveer 25 milligram klimopstuifmeel als voedsel voor de larve. Eenmaal vorlgroeit voeden ze zich ook met andere stuifmeelbronnen en nectar.

Kardinaalsmuts
Kardinaalsmuts (Euonymus): is een geslacht van ongeveer 170 tot 180 soorten uit de kardinaalsmutsfamilie (Celastraceae). Het geslacht bestaat uit bladverliezende en groenblijvende struiken en kleine bomen. Het geslacht heeft een groot verspreidingsgebied in Europa, Azië, Australië, Noord-Amerika en Madagaskar.
De bladeren zijn tegenoverstaand of bij een enkele soort afwisselend geplaatst, ellipsvormig, 2-15 cm lang en meestal fijn getand. De kleine bloemen zijn gewoonlijk groen-wit en onopvallend. De vrucht is een rozerode, vier- of vijfhokkige doosvrucht, die opensplijt waarbij de vlezige, oranje zaden tevoorschijn komen. De zaden worden door vogels gegeten, die de zaden na vertering weer uitscheiden waardoor deze verspreid worden.
Kardinaalsmutsen zijn populair als tuin- of parkplant vanwege de helderrode bladkleuren van de bladverliezende soorten in de herfst, en de helder gekleurde doosvruchten. In België en Nederland komt de wilde kardinaalsmuts (Euonymus europaeus) in het wild voor. Alle delen van de plant zijn voor mensen giftig. INFO Kardinaalsmuts: https://www.naturetoday.com/nl/nl/nature-reports/message/?msg=31262

Bessenstruiken
Jaarrond zijn er struiken -in de tuin en borders van het openbare plantsoenen- die voor Vogels prachtige voedzame bessen produceren. Een overzicht van 18 soorten gerangschikt in een Jaarschema: op kleur, vorm, bloei- en vruchttijd.
In de winter vormen bessen, door hun hoge vitaminegehalte, een belangrijke voedselbron voor vogels. Maar ook in andere jaargetijden hebben vogels er plezier van.
Bessenstruiken mogen in geen enkele vogeltuin ontbreken. Vogelbescherming heeft een handige tabel met bij vogels populaire bessen op een rij gezet. U de bloemen, zij de bessen. U kunt bijvoorbeeld denken aan meidoorn, rozenbottel, klimop, kardinaalsmuts of een krentenboompje. Downloud Bessenkalender van VB: https://assets.vogelbescherming.nl/docs/9dc821c6-e838-42fd-ad09-c0d89a9d8bcf.pdf?_ga=2.165329151.1939025989.1702019687-1586779294.1677240171

NEDERLAND KAN: #NIETZONDERNATUUR
Een groene start bij de installatie van de nieuwe Tweede Kamerleden vandaag. Samen met 90 organisaties roepen we deze Kamerleden op om te bouwen aan een toekomst waarin ruimte is voor natuur, een gezond klimaat en natuur- en diervriendelijke landbouw.


Afgelopen week bijna -elke dag van de week- wel een Natuurmoment maar: Kom ook eens op zaterdagmorgen naar de Natuurtuin Opzoek gaan naar natuurfenomenen. We zitten midden in het kwartaalseizoen de Herfst, van het Jaar 2023 Opzoek naar: Nieuwe ‘natuurontdekkingen’ in de Natuurtuin ‘De Robbert’.
Met ‘gevederde’ groet, Will van Berkel.
NATUURJAAR 2023-42 december: Winter in de Natuur en -Tuin ‘De Robbert’.
Vandaag: WINTER december 2023: Start Meteorologische winter deze week, 2024 wordt het Jaar van de Huismus, Stelde een vraag aan Boswachter Frans, Vier oorzaken van wateroverlast in het Beekdal, Vogel spotten voor beginners, WiLL’s Boekenrubriek, ANWB Vogelgids van Europa 2023 en Volgende week Flora festival.
Zaterdag (2023-12-02), Begin van de week viel er veel regen. Verschillende beken staan tot aan de rand vol met regenwater. Eind van deze week werd het kouder en tegen de avond valt de eerste sneeuw. In het oosten, zuidoosten en midden van het land is het plaatselijk glad geweest door sneeuw en hagel en opvriezen van natte weggedeelten. Voor het grootste deel van het land had het KNMI vanochtend vroeg code geel afgekondigd. De winter nam deze week en voorschot op de Meteorologische winter, wat sfeervolle plaatjes opleverde.

Eerste sneeuw gevallen in Nederland 2023
(Foto: Wout van Bernebroek).
Landelijke Sovon dag

Vorig weekend was de Sovon Landelijke dag voor Vogel minnend Nederland. Een dag lang lezingen over Vogelbescherming, projecten, uitwisseling van ideeën, nieuwe inzichten en aanhalen van bestaande en nieuwe contacten. `2024 wordt het Jaar van de Huismus.
Sovon en Vogelbescherming kiezen elk jaar een vogelsoort uit die wel wat extra aandacht kan gebruiken. In 2024 is het de beurt aan de Huismus. De Huismus is één van de talrijkste broedvogels van Nederland. Toch is deze typische stadsvogel sinds 1980 met 60% afgenomen, zowel in Nederland als in de landen om ons heen. De laatste jaren laat de Huismus weer herstel zien, maar we zijn er nog lang niet.
Vooral in de grote steden zijn veel Huismussen verdwenen. Gelukkig lijkt het aanbieden van nestgelegenheden in steden zijn vruchten af te werpen en is de stedelijke populatie Huismussen de laatste jaren gestabiliseerd. De hoeveelheid groen in steden neemt echter nog steeds af, waardoor het beschikbare voedsel ook terugloopt. Wil het herstel van de huismus doorzetten, dan moet dat veranderen. Niet alleen de hoeveelheid groen is belangrijk voor de Huismus. Dit groen moet ook bestaan uit de juiste struiken en heggen, waar de vogel veiligheid kan vinden. Buiten steden zijn ook de intensivering van de landbouw, toename van predatoren, ziekteverwekkers en gebruik van pesticides van belang. We weten niet wat het meest bepalend is voor de toe- of afname van de Huismus, maar dat meerdere factoren een rol spelen is duidelijk. Om de bescherming van de soort te verbeteren, is meer kennis hierover nodig. INFO Jaar 2024 Huismus: https://www.naturetoday.com/intl/nl/nature-reports/message/?msg=31613
Stelde een vraag aan de Stuifm@il podcast: Frans heeft wel een idee!

Boswachter Frans Kapteijns deelt wekelijks zijn kennis van de natuur op de radio. Luisteraars kunnen vragen insturen via stuifmail@omroepbrabant.nl. Dit keer besteedt hij onder meer aandacht aan de volgende vraag:
“Waar verblijven de nog niet volgroede Salamanderlarven in de winter?”
“Dag Frans, Gisteren (19 -november) schepte ik in de poel van de Natuurtuin twee larven van de Kleine watersalamander. Ze waren nog niet volgroeid -staartje en 2 pootjes- blijven ze in de aankomende winter, overwinteren in de poel? BVD, voor je reactie “
Twee larven van de Kleine watersalamander in een poel.

(26-november) Will, schepte in een poel in een Natuurtuin twee larven (helaas geen foto) van de Kleine watersalamander. Hij vraagt zich af waar deze diertjes overwinteren. De larven van de kleine watersalamander zijn met hun metamorfose klaar in augustus of september. Nadat ze volwassen zijn geworden, kruipen de jonge watersalamanders uit het water en gaan ze op zoek naar een goed plekje om te overwinteren. Dit doen ze meestal in de nacht. Ze zoeken als het ochtend wordt een vochtig schuilplekje op, zoals bijvoorbeeld een natte graspol. Overigens zien deze dieren er tijdens hun landfase ook iets anders uit. Ze hebben dan een enigszins doffe droge huid. Hopelijk gaan de larven die Will nog vond snel transformeren naar het volwassen stadium.
Iedere zondag is er ook een nieuwe aflevering van de Stuifmail-podcast. Beluister deze hier: https://open.spotify.com/show/57A55yzsjn82dkbGPxOqkw Natura Today, Salamanders overwinteren in vogelnesten: https://www.naturetoday.com/intl/nl/nature-reports/message/?msg=30205
Vier oorzaken van wateroverlast in het (heuvelig) beekdal
Ontdek de reis van de druppel.
Ontdek de reis van de druppel, leer over de oorzaken van overstromingen en ontdek natuurlijke maatregelen die kunnen helpen bij het vertragen van de snelle afvoer van regendruppels richting het dal en de beek.


1. Een regendruppel bereikt te snel de grond
Oorzaak is het ontbreken van vegetatie of het (tijdelijk) ontbreken van landbouwgewas op akkergrond. Er is geen bladerdek dat regendruppels kan opvangen. Dit speelt zowel in de stad als op het platteland.
Waarom is dit een probleem?
- Het zorgt voor een versnelde afvoer van regenwater naar beken en rivieren, waardoor hoogwaterpieken en overstromingen kunnen ontstaan.
- Harde regens op kale bodems veroorzaken bovendien het dichtslaan van de bodem, waardoor deze minder doorlatend worden (zie oorzaak 2).
Hoe kunnen we dit oplossen?
We vertragen het regenwater met hulp van de vegetatie, die het water opvangt voordat het de grond bereikt.


2. Een regeldruppel dringt niet in de grond
Gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen of bodemverdichting door zware machines kunnen leiden tot een slecht doorlatende bodem. Regendruppels trekken dan nauwelijks in de grond. Verder kunnen kale leembodems door zware regen, gevolgd door felle zonneschijn, dichtslaan en zelfs ‘dichtbakken’. Er ontstaat een harde korst (verslemping). Dit speelt met name op maïsakkers, die pas laat in de zomer begroeien. Verhardingen zoals tegels, klinkers, asfalt en dakpannen, verhinderen eveneens dat regenwater ter plekke in de grond kan dringen.
Waarom is dit een probleem?
- Regenwater dat niet de trage weg kan nemen via de ondergrond, maar oppervlakkig afstroomt over kaal, glad en verhard oppervlak, is sneller bij de beek, waardoor ook sneller een hoogwaterpiek en overstroming ontstaat.
- Slechte infiltratie in de bodem zal een laag grondwaterpeil en watertekort voorzaken.
- Onbegroeide bodems op hellingen waarover het regenwater oppervlakkig afstroomt, zijn onderhevig aan bodemerosie (modderstromen), waarbij vruchtbare landbouwgrond wegspoelt. Eronder gelegen natuurgebieden en beken worden door de aangespoelde grond belast met meststoffen en pesticiden. Beken worden bovendien tijdelijk troebel. Dit hindert vissen, die met hun kieuwen ademen, om zuurstof uit het water op te nemen.
- Dakwater dat niet in de bodem dringt maar via (riool)buizen wordt afgevoerd, zorgt bij hevige regens voor een overbelasting van de regenwaterafvoer/riolering in steden en dorpen. Dit kan leiden tot overstromingen. In droge tijden is er een watertekort in de bodem.
Hoe kunnen we dit oplossen?
Goed bodembeheer en voldoende begroeiing zorgen voor sponswerking van de bodem. Hoe meer bodemleven en hoe uitgebreider en dieper de wortelstelsels, des te meer holtes en kieren, waarin water kan wegzakken


3. Eenmaal in de grond komt regenwater er te snel weer uit
Water stroomt van nature langzaam door de bodem, maar door drainages (greppels of ondergrondse buizen) stroomt het water versneld naar de beek. Deze drainages zijn aangelegd bij bronnen, waar grondwater op natuurlijke wijze uittreedt en vervolgens door een doorstroommoeras langzaam verder sijpelt. Ook in bodems waarin het regenwater niet diep kan wegzakken door een ondoordringbare natuurlijke (leem)laag zijn drainages aangelegd.
Waarom is dit een probleem?
- Versnelde waterafvoer door drainages zorgt voor een grotere kans op piekafvoeren en overstromingen.
- Ook verdroogt de natuurlijke leefomgeving van planten en dieren, waardoor de biodiversiteit vermindert.
- Landbouwgebieden raken door drainages veel water kwijt. Dit is weliswaar de bedoeling (geweest) in deze gebieden, maar in extreem droge zomers, die door klimaatverandering steeds vaker voorkomen, leidt dit tot opbrengstverlies.
Hoe kunnen we dit oplossen?
Water dat in de bodem zit zo lang mogelijk in de bodem vasthouden en als het eruit komt, opvangen en re-infiltreren. Met andere woorden: de sponswerking van de bodem en de natuurlijke vegetatie maximaal benutten.


4. Eenmaal in de beek wordt water te snel doorgevoerd
Van nature komen snelstromende heuvellandbeken zoals de Geul, de Gulp en hun vele kleine zijbeken, tal van obstakels tegen die de stroomsnelheid (lokaal) afremmen. Denk daarbij aan omgevallen bomen, beverdammen, water- en moerasplanten en scherpe bochten. Veel natuurlijke obstakels zijn in het verleden verwijderd. Sommige worden nog steeds weggehaald om (lokale) opstuwing te voorkomen. Op sommige plekken kan opstuwing inderdaad ongewenst zijn. Maar op veel plekken is opstuwing juist wél gewenst, en kan een snelle doorvoer leiden tot wateroverlast en verdroging.
Waarom is dit een probleem?
Water dat via de beek te vlot wordt doorgevoerd, zal benedenstrooms snel leiden tot een hoogwaterpiek, waardoor er overstromingen kunnen ontstaan.
Hoge stroomsnelheden zorgen voor bodemerosie van de beek. De beekbodem en de beek komen dieper te liggen. Hierdoor zal de beek bij stijgend waterpeil minder snel de (brede) dal vlakte instromen. Als de dal vlakte minder benut wordt voor waterberging, kan er benedenstrooms eerder wateroverlast ontstaan.
De natuur in en langs de beek verarmt als de beek een snelweg voor water is. Meanders en andere obstakels zorgen daarentegen voor diversiteit aan stroomsnelheden, leef plekjes (habitats) en soorten.
Hoe kunnen we dit oplossen?
In de beek en in het beekdal kunnen we het water afremmen door de natuurlijke beekdalprocessen te herstellen. De ruimte die hiervoor nodig is moeten we veiligstellen. Weblink info: https://natuurkracht.org/ontdek
Vogel spotten voor beginners: Dit heb je nodig!

Een goede Vogelkijker en dito Veldgids is de basis voor het geslaagd kijken naar Vogels. Ook een notitieboekje mag niet ontbreken!
Tijdens een wandeling in de Natuur of om een parkvijver, kom je vaak in contact met vogels. Meestal zijn dit zang- en watervogels, die gebonden zijn aan het specifieke biotoop. Maar toch kom je soms bijzondere vogels tegen. Denk maar eens aan een IJsvogel. Het is ook niet heel raar, want vaak ben je op een afgelegen plek in de natuur. Vogels kijken/spotten is dan ook zeker een leuke bezigheid tijdens een wandeling, maar ook als je gericht nader naar het vogelgedrag wilt kijken.
Bijvoorbeeld; welke vogelsoort zie ik -deze wintergast- is de Klapekster, of hoe eet deze Kruisbek -met zijn typische gevormde snavel- de zaden uit een Larikskegel ?
KlapeksterLanius excubitor Linnaeus, 1758, In de vorige eeuw broedden Klapeksters nog in ons land. Door de jaren heen werd de soort echter steeds schaarser. De afnemende trend bleef doorzetten en sinds 2002 is er geen broedgeval meer vastgesteld in Nederland. In de trektijd zakken Scandinavische vogels af naar het zuiden. Ze worden dan redelijk vaak in Nederland gezien. Een deel van deze vogels blijft overwinteren. Voornamelijk op heideterreinen zijn daarom in de winter Klapeksters waar te nemen. De kop is kenmerkend met het zwarte boevenmasker.
Vanaf een uitkijkpost speurt de Klapekster naar muizen, kevers (driehoornmestkevers), kleine zangvogels en aan het einde van de winter ook naar hagedissen. Op de Veluwe bijvoorbeeld bestaat in begraasde delen de helft van het voedsel uit mestkevers. Maar het grootste deel van de benodigde energie halen ze uit muizen. Bij een prooi op de grond vliegt hij naar beneden en na een paar snelle sprongen wordt een muis met de snavel gepakt en met enkele houwen of door de nek door te bijten, gedood. Vliegende insecten worden in de vlucht gevangen. Soms aas, prooien één of meer ‘provisiekasten’ aan door prooien op doorns of prikkeldraad te spietsen. In de winter worden lang niet al deze prooien opgegeten. Onder de vaste uitkijkposten liggen vaak braakballen. Bij een tekort aan zitposten bidt de Klapekster als een Torenvalk en achtervolgt een prooi wild en grijpt deze met poten en snavel. Vogels worden op sperwermanier verrast op de grond of op een tak en kunnen langdurig achtervolgd worden. Sindsdien is de soort alleen nog wintergast. Begin december zijn er ruim honderd overwinterende vogels gemeld. Ze dulden in hun winterterritorium, dat gewoonlijk enkele tientallen hectaren beslaat, geen soortgenoten. Half april hebben de meeste Klapeksters ons land alweer verlaten.
De Kruisbek Loxia curvirostra Linnaeus, 1758 is een unieke vogel door de ongewone snavel. Het lijkt wel alsof de snavel vergroeid is doordat het bovenste en onderste gedeelte van de snavel elkaar kruisen. Deze snavel is hun belangrijkste gereedschap. De kruisbek is vrij groot voor een vinkachtige: eenmaal volwassen is hij 17 centimeter groot. Er is een groot verschil tussen het verenkleed van de mannelijke en vrouwelijke kruisbek. Het mannetje is namelijk donkerrood, terwijl de vrouwtjes volledig groen zijn. De vleugels zijn wat donkerder dan de rest van het lijf, van zowel de mannetjes als de vrouwtjes. Jonge vogels hebben eerst nog niet de kenmerkende kleur van de vogel. Ze zijn dan nog grijs en een beetje gestreept. De kruisbek heeft geen bekende zang, maar is goed te herkennen aan de roep. Deze roep klinkt als ‘kiep kiep’ en bestaat in heel veel dialecten. Lees onderaan deze pagina meer over de kruisbek!

Klapekster
een ‘winter’ gast

Kruisbek
in Lariks
Wat is vogel spotten? Het is een vorm van vogelen: observeren, bekijken, tellen, op naam brengen, onderzoeken en inventariseren van vogels. volgespoten dankt zijn naam aan de manier waarop vogels in de nacht werden gezocht, namelijk met een spot (zoeklicht). Sinds de 21ste eeuw werd er naast de wetenschap ook een sport van gemaakt. Deze sport kennen wij vandaag de dag nog steeds en bestaat uit het recreatief soortenjagen, vooral bijzondere vogels. Hierbij worden dan foto’s van deze prachtige vogels gemaakt, doormiddel van een telescoop (digiscoping). In de volksmond noemen we mensen die deze sport beoefenen vogelspotters of vogelaars.
Als je een tijdje in ‘het veld’ naar vogels kijkt kun je uitrusting naar behoefte uitbreiden met: een digitale Fotocamera met telelens, Spotting scoop met statief en warmte beeldcamera.


WiLL’s Boekenrubriek, ANWB Vogelgids van Europa
2023 november: Nu geheel herzien en geactualiseerd voor Nederland en België. Het standaardwerk voor elke vogelliefhebber, al jaren de bestverkochte vogelgids in de Benelux! In de ‘ANWB Vogelgids van Europa’ staan alle ruim 900 vogelsoorten die je op ons continent kunt tegenkomen. Inclusief Noord-Afrika en grote delen van het Midden-Oosten.
- Uitermate secure beschrijving van habitat, verspreidingsgebied, herkenning, geluid en voorkomen.
- Meer dan 4000 gedetailleerde tekeningen in kleur.
- Kaartjes die zowel de broed- en wintergebieden als de trekroutes weergeven.
- Volledig geactualiseerde 3e editie met 32 extra pagina’s, een aangepaste soortindeling en deels nieuwe en opnieuw ingekleurde illustraties.


Kenmerkend is dat van elke soort alle gegevens overzichtelijk op één tekstpagina staan, tegenover de afbeeldingen. Met een praktische opzet en prachtige gedetailleerde tekeningen van Killian Mullarney en Dan Zetterström is deze vogelgids de topper en aanrader voor elke vogelliefhebber.

Afgelopen week bijna -elke dag van de week- wel een Natuurmoment maar: Kom ook eens op zaterdagmorgen naar de Natuurtuin Opzoek gaan naar natuurfenomenen. We zitten midden in het kwartaalseizoen de Herfst, van het Jaar 2023 Opzoek naar: Nieuwe ‘natuurontdekkingen’ in de Natuurtuin ‘De Robbert’.
Met ‘gevederde’ groet, Will van Berkel.