Deze week maart 2020

Zaterdag 28 maart 2020

Overzicht richting poort

Zaterdag 28 maart 2020: De kikkerdril vlakbij de grote poel is weg. Met de voeten in het water om het beter te kunnen zien. Nee niks, behalve één gehavende flard lege kikkereitjes. Dan zie ik beweging, veel beweging. Ik blijk midden in en bovenop een krioelende massa kikkervisjes te staan. De nieuwe generatie Bruine kikkers is net op tijd. Het water is aan het zakken en dit stuk zal over een paar dagen droog vallen. Dit jaar hebben we op drie verschillende plekken kikkerdril gezien. In voorgaande jaren telkens één blob kikkerdril in de overloop. Nu twéé blobs in de overloop en een derde tussen het riet in de grote poel zelf. We hebben de indruk dat de bevolking Bruine kikkers aan het uitbreiden is.

Roofvogels: Op het pad ligt een plukje veren. Hagelwit. Ik vraag me af welk vogeltje hier is opgegeten. De veren zijn gaaf en netjes uitgetrokken. Dader is een roofvogel. Welke weet ik niet. In de lucht kibbelen twee jong Buizerds met een Zwarte kraai. De Kraai vliegt achter de Buizerds aan. Die zweven rondjes en draaien dreigend om wanneer de Kraai te dichtbij komt. Geen van beide partijen lijkt zich echt druk te maken. Het drietal verdwijnt achter de boomtoppen.

Veelbloemige roos: Eens kijken hoe het met de Veelbloemige roos is. Ik denk dat we de woekeraar er onder gaan krijgen. Op de plekken bekende plekken (vooral langs de voorkant en een pad) schiet hij uit, maar niet meer overal. De scheuten die ik vind zijn nog dun. Ze groeien uit resten van stronkjes die er nog staan van vorige snoeibeurten. Ik knip ze zo diep mogelijk af. Consequent snoeien en uitputten lijkt te werken.

Bosanemonen: Voorzitter Kees wil mij en Wil iets laten zien. We lopen naar het Berkenbosje. Daar is het. Alleen kan Kees het niet vinden. Afgelopen week heeft Kees hier Bosanemonen geplant. Een er van stond in bloei. Nu zijn ze niet meer terug te vinden. Opgegeten door een hongerig dier? Een paar jaar geleden hebben we al eens een poging gedaan om 250 Bosanemonen te planten. Een paar zijn opgekomen maar hebben niet eens gebloeid. Ik vraag mij af of we dit jaar nog een spoor van die plantactie zullen vinden. Het kleine experiment van Kees is in ieder geval in reordtijd voorbij.

Monitoring-projecten: Vandaag werken we aan twee monitoring-projecten. Wil maakt zijn wekelijkse rondje langs de nestkasten en noteert waar wel en geen vogelactiviteit is te zien. Ik bekijk de metselbijen-meter. In vier hardhouten balkjes zijn 400 gaten van verschillende diameter geboord. Elke week kijken we hoeveel gaatjes van welke dikte door metselbijen gebruikt worden. Tot nu toe nul. Het is nog vroeg in het seizoen. Toch zien we al een Rosse metselbij druk doende op de grond op zoek naar geschikte leem. Het zal niet lang meer duren voordat de metselbijen-meter iets meet. Morgen werk ik aan een derde montoring-project: Ik maak dan een rondje om bloeiende plantensoorten op te schrijven.

Zaterdag 21 maart 2020

Een frisse eerste Lente morgen -ondanks een heldere blauwe hemel met veel zonneschijn- met de sleutel draai ik het slot open van de toegangspoort. Hoor verschillende vogels fluiten -denk en constateer onbewust- die hebben ook het voorjaar in hun bol. Zie de Pimpelmezen bij hun nestkast en een zwarte kraai vliegt over met nestmateriaal in hun snavel. De toon voor vandaag gezet, het is LENTE! Terwijl ik loop -richting de grote poel- start ik met een LiveAtlas vogeltelling. Wanneer ik op de houten brug sta, zie ik dat het strijklicht -dat valt over het wateroppervlak- het licht de plantentoppen van de Waterviolier Hottonia palustris extra op.

 

lage veldjes onder water

WaterviolierHottonia palustris Onder het wateroppervlak zit dan de bladmassa, die bestaat uit veerdelige, kamvormige vlakke bladeren. Nog even en dan kun je midden in de lente en voorzomer, boven sloten met zoet water dat niet al te snel stroomt de rechtopstaande bloeiwijzen aantreffen van de Waterviolier, Hottonia palustris. De witte met licht lila schakeringen gekleurde bloemen hebben een oranje gele keel. Dat is de buis van de kroon, waar de kroonbladen ook met elkaar vergroeid zijn.

Waterviolier (Hottonia palustris)

Terwijl ik mijn vogeltelling bijna heb afgerond komt Wil over de brug mij achterop gelopen. We praten even bij -over wat de afgelopen dagen in de wereld is gebeurd- en stel voor om buitenom de Natuurtuin nog een vogeltelling uit te voeren. Onderweg zien we een groepje (8 exx.) Buizerd, Buteo buteo op voorjaarstrek richting het Noorden. Even later is het weer raak een groep van (33 exx.) Aalscholvers Phalacrocorax carbo in V-formatie vliegt ook richting Noord. Het zal toch niet langer ‘winter’ blijven? Terwijl we overal om ons heen de Tjiftjaffen Phylloscopus collybita en andere kleine zangvogels horen fluiten. Na ca. 50 min. zijn we weer in de Natuurtuin. Onderwijl ik de gegevens van de LiveAtlas telling bijwerk, zet Wil een lekker bakje koffie. Daarna lopen we nog even alle poelen langs op zoek naar ‘Schaatsenrijders’. Deze wantsensoort had ik van de week al op een andere locatie. Helaas hoe we ook kijken en speuren nog geen water- en oppervlaktewantsen te ontdekken.

Slootschrijvertje, Gyrinus Natans

Wel zie ik een aantal Slootschrijvertjes Gyrinus Natans op het wateroppervlak van de noordelijke poel cirkelen en kringelen, achter elkaar aan. Samen staan we gefascineerd te kijken naar deze vroege voorjaarsbode. Het Schrijverke is algemeen bekend, door het gedicht van Guido Gezelle uit 1857 in romantische stijl. Het verscheen voor het eerst in zijn dichtbundel Vlaemsche Dichtoefeningen. Het gedicht gaat niet over een auteur, maar over een waterkever: het Schrijvertje, of mogelijk het Slootschrijvertje.

Slootschrijvertje, (Gyrinus Natans)

Het begint zo “O krinklende winklende waterding,. met 't zwarte kabotseken aan,. wat zien ik toch geren uw kopke flink. al schrijven op 't kopke flink al schrijven op 't waterke gaan!.”

Tot de volgende ‘natuurontdekkingen’ vanuit de Natuurtuin ‘De Robbert’

Met ‘gevederde’ groet, Will van Berkel

Zaterdag 14 maart 2020

Rinus en Onderzoeker Will
Rinus en Onderzoeker Will

Zaterdag 14 maart 2020: De eerste lenteachtige zaterdagochtend. In de overloop van de grote poel liggen nu twee grote plakkaten kikkerdril. Een vlakbij de Gagelstruik. De andere er tegenover, half op het ondergelopen gras. Ook in de grote poel zelf hoor en zie ik bruine kikkers in de rietkraag van de heuvel. Het lijkt er op dat de bruine kikkers dit jaar meer verschillende paaiplaatsen gebruiken. Van voorgaande jaren herinner ik mij alleen een enkele blob kikkerdril in de overloop. Misschien zijn er dit jaar meer kikkers, misschien is er een andere oorzaak.

Invasieve planten: Alle winterklussen zijn afgerond. Tot de voorjaarsmaaibeurt, half mei, staan er alleen wat kleine karweitjes op het programma. Bijvoorbeeld controlerondjes tegen invasieve planten. Dit zijn planten die niet inheems zijn in Nederland en door gebrek aan natuurlijke vijanden gaan woekeren. Door beheerfouten in het verleden zijn ze ook in de natuurtuin aangeplant. Nu moeten we regelamatig tijd aan de bstrijding besteden om ze uiteindelijk een keer kwijt te raken. Vandaag loop ik een rondje met de snoeischaar op zoek naar scheuten van de Veelbloemige roos die uit de grond komen. Die knip ik zo diep mogelijk weg. Volgende week doen we een controoelrondje met de bosmaaier tegen de Bote gele dovenetel. We willen de exotische woekeraars kwijt maar liefst zonder daar de halve tuin uit te moeten graven. Daarom kijken we eerst hoe de controlerondjes werken.

Salamanders: Wanneer ik bij de poort bezig ben vraagt een voorbijganger of hier salamanders zitten. Hij dacht er afgelopen zomer een gezien te hebben. Die zat midden op het pad en nu vroeg hij zich af of dat wel kon. Was het wel een salamander? Ik vertel dat er verschillende soorten salamanders in de natuurtuin voorkomen maar dat hij wel geluk heeft gehad om er zo maar een midden op een pad te zien. Wij zien ze hooguit bij het waterbeestjes scheppen in het voorjaar en soms wanneer we ergens een boomstam optillen.

Wantsen:Het monitoring seizoen is losgebarsten. Ik loop een vogelronde met onderzoeker Will. Na zo'n drie kwartier hebben we 25 vogelsoorten genoteerd. Geen slechte score. Will gaat verder met zijn wantsen onderzoek. Dit jaar wil hij een compleet seizoen onderzoek naar deze groep insecten doen. Vorig jaar is hij hier pas later in het jaar mee begonnen. Daarna lopen Rinus, Wil en ik met z'n drieën een ronde buitenom de natuurtuin. We bekijken waar van nature goede afscheidingen zijn en welke plekken extra aandacht nodig hebben. Op veel plaatsen wordt de natuurtuin afgeschermd door dichte begroeiing van vooral bramen. Daartussen zien we stukken waar we vaker snoeitakken moeten verwerken misschien struiken moeten zetten.

Nestkasten: Wil begint vandaag met de monitoring van de nestkasten. Elke week maakt hij een rondje en noteert bij alle (11) kasten of er vogels in en uit gaan en natuurlijk welke vogels dat zijn. Door consequent te doen krijgen we een goed beeld; vanaf wanneer, door wie en hoe lang de kasten worden gebruikt. We hebben kasten hoog en laag hangen, in de zon en op beschutte plekken. Met de opening op verschillende windrichtingen. Interessant om straks te zien wat het beste werkt.

Bever: Oud bestuurslid Agnes komt een rondje door de tuin lopen. Een moeder met haar zoontje hebben hetzelfde idee. Rinus wandelt met hen mee en wijst hen op allerlei bijzonderheden. Ook voorzitter Kees voegt zich bij het gezelschap. Hij meent dat een aangeknaagde boomstam het werk van een bever is. Ik twijfel, maar het staat vast dat de bever hier in de buurt komt. Hij zal vrijwel zeker ook de natuurtuin bezoeken.

Planten:Ik noteer bloeiende planten. De soorten die ik vind geef ik ter controle door aan waarneming.nl. Ik maak detailfoto's van de Sleedoorn (Prunus Spinoza) en een Kerspruim (Prunus cerasifera) iets verderop. Waarneming.nl wil goede bewijzen dat het werkelijk om twee verschillende soorten Prunus staan. Goed dat ze zo streng zijn want daardoor wordt ons monitoring werk alleen maar beter. Met alle gewandel en geklets is het alweer ver na 12 uur wanneer we afsluiten.

zonsopgang boven de grote poel
zonsopgang boven de grote poel

Zaterdag 7 maart 2020: Drie vogels jagen elkaar op en scheren over de grote poel. Meerkoeten. Zodra ze er zijn heb je vechtpartijen. De dikke rietkragen zijn ideaal voor meerkoet-nesten. En Meerkoeten dulden geen concurrenten. Meerkoeten willen eigenlijk helemaal geen buren. Het hele broedseizoen worden soortgenoten aangevallen en andere soorten (eenden en waterhoentjes broeden ook graag in de natuurtuin) geïntimideerd en verjaagd.

Voorjaar:Het is droog, fris en zonnig voorjaarsweer. Dieren lijken minder voorzichtig dan anders. Bij binnenkomst zie ik meteen een ree aan de overkant van de poel. Het stapt zonder haast uit mijn zicht weg tussen de bomen. Allerlei vogels laten weten dat ze in de buurt zijn. Grote bonte specht gaat in een boomtop bij de container zitten roepen. Fazant steekt een paar meter voor me het pad over en wacht met wegvliegen tot ik nog dichter bij ben.

Kleine aanpassing beheer: Ik heb aan alkylaatbenzine gedacht en vul de tanks van de messenbalkmaaier en het aggregaat. De strook langs de container hebben we een paar jaar beheerd als bosrand. Dat wil zeggen; om de paar jaar maaien en dan weer laten uitgroeien. Sinds begin dit jaar de grote wilgen zijn opgeruimd is de situatie hier drastisch veranderd. Door het extra zonlicht kan zich hier interessante begroeiing ontwikkelen als er 2 keer per seizoen gemaaid word. De helft tegen de container gaan we maaien en de helft tegen het wilgenbosje laten we bosrand. We kijken een paar seizoenen hoe de gemaaide helft zich ontwikkelt en zien dan verder.

Winterwerk klaar: Will en Rinus zijn veelgevraagde mensen en hebben vandaag andere bezigheden. Ook voorzitter Kees belt af maar weet nog wel te melden dat er vlakbij de natuurtuin beversporen zijn gevonden. Apart. Een bever bijna midden in de stad. Wij gaan de laatste 2 elzen die in de we weg staan bij het wilgenbosje omzagen. Dat duurt iets langer dan gedacht. Beide bomen vallen in de richting waar we op mikten maar blijven hangen in de toppen van de buren. Gelukkig biedt de kennis van de zaagcursus en de nieuwe velhevel uitkomst. Na korte tijd liggen de bomen languit in het wilgenbosje. Alle geplande winterklussen zijn nu klaar.

Zwerfafval: De zwerfafval groep telt vandaag drie leden. Er wordt niet minder afval door opgehaald. Ze brengen drie vuilniszakken mee terwijl Ze onderweg ook nog wat hebben leeg gegooid in afvalbakken.

Nestkasten:We lopen een rondje langs de nestkasten. Die zijn een paar jaar geleden door de vogelwerkgroep van het IVN opgehangen. Sommigen zijn naar beneden gekomen en door ons terug gehangen. Bij verschillende kasten is activiteit te zien van koolmezen (of pimpelmezen). We zijn van plan elke week een ronde te maken en bij te houden in welke kasten activiteit is. Bij de uilenkast zien we nestmateriaal dat door de ingang steekt. We hebben geen idee welk dier daar nestelt maar we zijn van plan er achter te komen.

Bruine kikkers: In de overloop van de grote poel zien we een blob kikkerdril en na enige tijd is het zachte geknor van Bruine kikkers te horen. Het water in de overloop is ondiep en warmt daardoor snel op. Dit is al jaren de belangrijkste paaiplaats van de kikkers. We hebben pas de oever van de zuidelijke poel verbreed. Ook daar staat nu een ondiepe laag water. Op andere plekken willen we hetzelfde doen. Wie weet ontdekken de kikkers daar ook goede paaiplaatsen.

Citroenvlinder: Bij de zuidelijke poel fladdert een citroenvlinder. Dat is wel heel erg vroeg. Even de site van de Vlinderstichting raadplegen. Het kan. De meeste citroenvlinders komen later in het seizoen maar er zijn overwinterende exemplaren. Daar hebben wij er zojuist een van gezien Op de site is ook te lezen dat citroenvlinders vooral Sporkehout en Wegedoorn als waardplant gebruiken. In het wilgenbosje groeien die kleine boomsoorten ook. Door ons winterwerk daar zullen die het nu beter gaan doen. Zou kunnen dat we over een paar jaar meer citroenvlinders gaan zien.