Deze Week

Zaterdag 1 februari 2020

Onderzoeker Will bij de zuidelijke poel

Zaterdag 1 februari 2020: Ik dacht dat er niet veel regen was gevallen maar de poelen lijken toch voller. Ook nu is dat niet overal even goed te zien. De kleine noordelijke poel staat net zo hoog als vorige week. De bospoel is duidelijk groter geworden en het water van de grote poel raakt nu op twee plekken de onderkant van de houten brug. Bij de zuidelijke poel is weer minder verschil te zien.

Vleermuizen: Het weer is zacht en de vogels weten dat te waarderen. Er vliegt en fluit van alles rond. Onze vaste onderzoeker Will heeft het druk met noteren van vogelsoorten. Hij stelt voor om komend seizoen de natuurtuin met een batdetector te onderzoeken. We hebben eerder al eens gehoord dat er ‘s avonds veel vleermuizen vliegen bij de natuurtuin. Dat zou kunnen kloppen. Voor vleermuizen zal hier veel eetbaars te vinden zijn. Misschien is het een goed idee om vleermuizenkasten op te hangen. Er zijn niet veel schuilplekken voor vleermuizen. Een paar geringde bomen hebben inmiddels spechtengaten maar een paar extra kunstmatige schuilplaatsen kunnen geen kwaad.

Vogels: Onderzoeker Will wijst op de huizen pal naast de natuurtuin. Tegen de gevel zitten witte verticale strepen. Vogelpoep. Will denkt dat waarschijnlijk Boomkruipers onder tegen de dakrand overnachten. Dat doen ze soms in groepen zodat je in de winter zomaar een bolletje vogels onder de dakrand kunt hebben. Will gaat op insecten-onderzoek bij de zuidelijke poel. Afgelopen week hebben we een handige campingtafel gekocht. Die maakt het bekijken en fotograferen van de vondsten een stuk comfortabeler. Het is even uitzoeken hoe hij in elkaar steekt en hoe de vier poten zijn af te stellen. Even later is de campingtafel operationeel en kan zijn leven als wetenschappelijk instrument beginnen.

Handige knotwilgen: De eerste drie knotwilgen zijn gehalveerd. De bedoeling is om, verdeeld over enkele jaren, de hele rij knotwilgen in te korten. Hierdoor hebben we geen ladder meer nodig bij het snoeien. De wilgen hebben bovenaan dikke knotten die na elke snoeibeurt verder uitgroeien. Na verloop van tijd ontstaan hierin holen en kieren die gebruikt worden door vogels, hommels, wespen en overwinterende insecten. Er groeien mossen, paddenstoelen en zelfs planten in. De afgezaagde wilgen zijn hun knot kwijt. Maar na twee of drie snoeibeurten (over zo’n 8 tot 12 jaar) hebben ze opnieuw een labyrint van oude en nieuwe takken waar van alles tussen gebeurt. De knotten zijn veel te zwaar om in een keer te vervoeren. Ze moeten in stukken worden gezaagd. Dan komen ze op de bodem te staan in de bosjes en zullen er waarschijnlijk weer heel andere dieren gebruik van gaan maken.

Experimentele transplantatie: Wil en ik gaan een experiment uitvoeren. Op het oude insectenlab ligt een sedumdak. Voordat we de houten keet afbreken willen we het sedumdak transplanteren naar de container. Met wat gedoe kunnen we een strook van het sedumdak oprollen en naar beneden laten vallen. Het blijkt een ontilbaar gevaarte, vooral door het water. We ontdekken dat het geheel in drie delen uit elkaar is te halen. Een soort onderdoek, granulaat en de eigenlijke mat met plantjes. We rollen de reep onderdoek uit over het containerdak. Daarna sjouwen we het granulaat emmertje voor emmertje omhoog en verdelen het over het doek. Als laatste gaat de mat met plantjes in stukken omhoog. We hebben de eerste strook sedumdak verplaatst. We zijn tevreden. Het idee werkt en we hebben al doende van alles bedacht om de rest van dit klusje efficiënter te laten verlopen. Intussen is de zwerfafvalgroep weer klaar met hun maandelijkse ronde door de wijk. We nemen dankbaar een geel plastic harkje in ontvangst als nieuw stuk gereedschap en kletsen nog wat na. Daarna is het weer ver na twaalven en sluiten we af.

Zaterdag 8 februari 2020

Stan en Rinus aan het werk

Zaterdag 8 februari 2020: Een paar jaar geleden heeft de gemeente Krokussen en andere bolgewasjes geplant buiten de poort van de natuurtuin. Interessant om te zien hoe na verloop van tijd het plantje terrein verovert. Pal tegenover het insectenlab staat een plukje lilapaarse Bonte krokussen dat zwaar te leiden heeft van ons sjouwwerk. Het is zo goed als zeker dat de oorsprong van deze Bonte krokussen bij de plantjes buiten de poort ligt. Hoe ze de afstand naar het insectenlab hebben afgelegd blijft een raadsel. Dichtbij de ingang staat een andere krokussoort te schitteren. Ook lilapaars, maar deze heeft wijd uitgespreide kroonbladeren. Het blijkt een Boerenkrokus. Die is niet door de gemeente geplant. Helmond Noord heeft veel tuinliefhebbers maar volgens Verspreidingsatlas.nl verwilderd de Boerenkrokus zelden. Misschien bewust geplant? Boerenkrokus staat niet bekend als probleemplant, maar tuinplanten buiten de eigen tuin loslaten is nooit een goed idee. Groenbeheerders zijn jaarlijks miljoenen kwijt aan het bestrijden van invasieve exotische planten en dieren.

Sedumtransplantatie: Rinus, Wil en ik gaan verder met de transplantatie van het sedumdak. We steken telkens strook los. Daarna rollen we het geheel op en laten het op de grond vallen. Beneden rollen we de strook weer uit en scheiden onderdoek, granulaat en sedummat. In kruiwagens rijden we alles naar de container en daar worden de onderdelen opgehesen en weer uitgespreid. Het is een eenvoudige operatie, maar toch zijn we er de hele ochtend zoet mee. Daar staat tegenover dat we ruim de tijd nemen om de koffiepot leeg te maken en koekjes te eten.

Halverwege: Op het eind van de ochtend zijn we ruim over de helft van het karwei. Als het weer blijft meewerken ligt volgende week het hele sedumdak op de container. Ik ben benieuwd of we genoeg sedum hebben om het hele containerdak te bedekken. Zo niet, dan zullen we wat plantjes moeten regelen. Onderzoeker Will (met dubbel l) is de hele ochtend in de tuin op pad geweest op zoek naar wantsen. Hij had ook wat wantsen verwacht in het sedumdak. Dat valt tegen. Ook tot onze verbazing is er nauwelijks iets levends te ontdekken in de sedum-matten of in het granulaat. Hij is bijzonder in zijn nopjes met de vondst van een schorpioen. Het is een soort van enkele millimeters groot die in de strooisellaag jaagt op nog kleinere beestjes.

Mollen tellen: Ook vandaag doen wij mee aan een landelijke teldag. Deze keer gaat het om de mollentelling die door de zoogdierenvereniging is georganiseerd. Vandaag en morgen kan iedereen sporen van mollen tellen en doorgeven aan de vereniging. Mollen zelf tellen zal niet meevallen want die krijg je nauwelijks te zien. Sporen van mollen des te meer. In en rondom de natuurtuin zijn genoeg molshopen te vinden. Ze liggen in clusters bij elkaar en elk cluster wordt door één mol gemaakt bij zijn of haar graafwerkzaamheden. Na het werk loop ik met Wil een rondje en bekijken we hoeveel verschillende groepen molshopen we in de natuurtuin vinden. Bij de ingang, op de lage noordelijke veldjes en bij de zuidelijke poel vinden we grote aantallen. We gokken er op dat het om drie mollen gaat maar weten het niet zeker. De mol blijft een ongrijpbaar diertje.

Zaterdag 15 februari 2020

lage graslandjes onder water

Zaterdag 15 februari 2020: De storm van vorige week heeft een paar bomen omgeduwd. Er ligt een in stukken gebroken stam over het pad bij het elzenbosje. Aan de zuidkant zijn twee dode essen gedeeltelijk in de natuurtuin gevallen. Overal in de bosjes hangen nog wat stammen op half zeven maar daar hoeven we niets aan te doen. De stukken stam bij het elzenbosje zijn snel opgeruimd. Van de essen zagen we alleen de takken af die over het pad liggen. De boomkruinen liggen toevallig precies goed. Ze zijn boven op een ruigte met bramen en andere struiken terecht gekomen. We laten ze daar liggen. Dankzij onze wildcamera weten we dat schuine takken en liggende boomstammen in trek zijn bij vogels en eekhoorns als snelweg of uitkijkpost. Laatst heeft de wildcamera een weekje op een liggende stam boven de bospoel gestaan. Ik ben een hele zaterdagmiddag en avond bezig geweest om alle waarnemingen te bekijken en te noteren. Deze nieuwe apenkooi van essentakken zal wel in de smaak vallen.

Watertuin: Het water is weer omhoog gekomen. De natuurtuin is nu meer een watertuin. De zuidelijke poel stroomt bijna over. De laagste graslandjes staan onder water en het wilgenbosje is nu een moerasbosje. De houten brug over de grote poel ligt bijna helemaal in het water. Wanneer ik met onderzoeker Will rondloop moeten we halverwege omkeren. Will heeft geen laarzen aan en het pad door de lage veldjes staat onder water. Komende dagen valt er nog meer regen en zal het waterpeil nog iets hoger worden.

Klussen vandaag: Onderzoeker Will installeert zich met de campingtafel, platte witte bak en schepnetje bij de zuidelijke poel. Hij gaat waterinsecten zoeken. Wil en ik gaan verder met het transplanteren van het sedumdak. We hebben snel geleerd tijdens de klus. Dit laatste deel verloopt dan ook lekker vlot. Op het eind van de ochtend is het sedumdak helemaal overgeplaatst naar de container. De daken zijn ongeveer even groot en we komen precies goed uit. We verwachten dat het sedumdak snel dichtgroeit nu de schaduw van de grote wilgen weg is.

Sloten en sleutels: Voorzitter Kees komt klussen. Hij repareert het slot van het materiaalhok. Dat herinnert mij er aan dat we vorige week de deur van het insectenlab niet open kregen. We konden het nieuwste onderdeel van het insectenlab daardoor nog niet plaatsen. Ik probeer het opnieuw. De sleutel draait nu zonder hapering rond. Vreemd, vorig jaar hebben we dit ook al eens gehad. Hoe dan ook, de deur is open.

Natuurtuin natuurlab: Een tijdje terug heeft Rinus vier dikke hardhouten balken meegebracht. Ooit onderdeel van een stevige tuintafel. Thuis heb ik van alle vier de balken één zijde gladgeschuurd. In die gladde zijdes heb ik in totaal 400 gaatjes geboord met 8 verschillende boordiameters. In elke balk zitten nu 2 keer 50 gaatjes. Elke serie van 50 gaatjes heeft een andere diameter. De doorsnede varieert van 1,5 mm tot 6 mm. We weten dat wilde metselbijen gek zijn op gaatjes in harde houtsoorten. Ze zijn voor hen ideaal om eitjes in af te zetten. We hopen nu te zien wanneer de wilde bijen met hun nestjes beginnen en hoe het seizoen zich ontwikkelt. Ook zijn we benieuwd naar welke diameter het populairst zal zijn. Het wordt een leerzame zomer.

Zaterdag 22 februari 2020

moerasbosje

Zaterdag 22 februari 2020: De natuurtuin is nog natter geworden dan hij al was. Waar poelen ophouden en ondergelopen graslandjes beginnen is niet te zeggen. De harde wind heeft nog een paar bomen geveld. Ongestoord door het gure weer staat de Kerspruim (Prunus cerasifera) in bloei. Ik heb hem jarenlang als Sleedoorn (Prunus spinoza) beschouwd. Iemand van Waarneming.nl had de foto’s eens goed bekeken en ontdekt dat het een Kerspruim is. Ik had de naam nog nooit gehoord maar heb weer iets geleerd. Dwars over het pad bij het elzenbosje ligt een ontwortelde boom. Niet echt dik. Met de kettingzaag is het stuk stam dat het pad blokkeert er snel tussenuit gezaagd. Het pad is vrij. Meer hoeven we niet te doen. De andere delen laten we liggen zoals ze gevallen zijn. Het wilgenbosje is een wirwar van opgaande bomen, afgebroken stammen en takken, jonge wilgenscheuten en bodembegroeiing. Een paar ontwortelde bomen in het water maken het beeld compleet. Het is een klein bosje, maar kan zich vandaag meten met de moerasbossen van de tv-series.

Klussen en onderzoek: Ik pak een kruiwagen en een schop. Het pad langs het wilgenbosje is verhoogd en heeft hier en daar een te steile kant. Ik graaf een paar kruiwagens grond uit een strook die we nog gaan afgraven en dump die tegen het pad. Intussen is Wil in de weer met de kettingzaag. Vorige week ben ik heel kort met lopende zaag tegen een baksteen gestoten. Voldoende om de zaag behoorlijk bot te maken. Onderzoeker Will en Rinus zijn met schepnetjes en platte witte bak naar de Gulden Aa getrokken. Benieuwd naar wat daar allemaal leeft.

Hazelaar-strook: In de strook ten zuiden van de natuurtuin hangt een ontwortelde Es tussen de Hazelaars. Wanneer hij naar beneden komt zal hij waarschijnlijk over het wandelpad vallen. Dat willen we voorkomen. We zagen aan de onderkant twee keer een stuk af en trekken de top van de boom een eind terug. Hij hangt nog half op de Hazelaars, maar is nu niet meer onveilig. We zien dat er meer bomen instabiel zijn. Vooral dode Essen. Wanneer we tijd hebben zullen we de houtwal aan de voorkant doortrekken zodat de Hazelaar-strook minder toegankelijk wordt.

Waterkwaliteit: Will en Rinus komen terug van hun expeditie naar de Gulden Aa. De vangst valt tegen. Eigenlijk is de Gulden Aa een nepriviertje. De bedding is origineel, maar de verbinding met het oorspronkelijke begin van de Aa is al lang verbroken. Het water dat nu door de Gulden Aa stroomt wordt er vanuit de Zuid Willemsvaart ingelaten. Omdat de bedding erg diep is wordt via de gulden Aa waarschijnlijk ook veel kwelwater uit de Bundertjes weggetrokken. Dat is jammer omdat kwelwater (grondwater dat van een hoger gelegen gebied (bijvoorbeeld de Ardennen) naar hier stroomt) meestal van bijzondere kwaliteit is. Wanneer dat in de Bundertjes kan opwellen in plaats van dat het meteen afgevoerd wordt, kan de beekdalflora een flinke steun in de rug krijgen.

 

Bonte krokus: Bij de ingang staan Bonte krokussen in bloei. Een paar jaar geleden door de gemeente gezet. Het is even de vraag geweest of de plant zou aanslaan. Het ziet er nu naar uit dat ze op eigen kracht zullen blijven.

Krokus

Zaterdag 29 februari 2020

Wil en Stan doen machine onderhoud

Zaterdag 28 februari 2020: Ongeveer de helft van de natuurtuin staat onder water. Vanuit de zuidelijke poel stroomt een tijdelijk beekje naar het wilgenbosje. Ook dat kan niet nog voller en het water loopt verder richting noorden in de grote poel. Nog verder stroomafwaarts liggen de lage noordelijke veldjes die nu grotendeels onder water verdwenen zijn. Komende week wordt nog meer regen verwacht.

Fazant: Nu is het droog en zacht. De vogels waarderen dat met gefluit, getjilp en druk gedoe rond de nestkastjes. Vanuit het wilgenbosje stijgt een fazant met veel kabaal en gekrijs op en vliegt richting het zuiden de tuin uit. Later zie ik hem op het grasland eten zoeken. Ik zie deze vogel de laatste tijd best vaak. Blijkbaar heeft hij hier zijn vaste stek gevonden. Ik heb een schaar meegebracht en knip de flarden worteldoek bij die over de rand van het containerdak hangen. Een klein klusje, maar het dak ziet er meteen strakker uit. De transplantatie van het sedumdak is nu echt helemaal klaar. Ik blaas met de compressor de scharnieren van de vouwladder schoon en vet ze in. Net op tijd klaar want het aggregaat houdt er mee op. Geen benzine meer. Deze week niet vergeten alkylaatbenzine te kopen.

Kerspruim: Voorzitter Kees komt langs en we overwegen om te gaan kijken naar sporen van de bever die niet ver van hier te zien zijn. Maar Kees moet ook wandelen met een kleinkind dus we gaan een andere keer op beverjacht. Wil is niet tevreden over de scherpte van de kettingzaag en gaat de tanden nog eens zorgvuldig vijlen. Ik scharrel intussen door de tuin en ontdek de eerste drie bloeistengels van het groot hoefblad. Vlak bij de zuidelijke poel. Daar staat ook de Kerspruim (Prunus cerasifera) eenzaam in bloei. Later zien we daar zelfs de eerste hommel van het jaar. Ik kan niet zien welke soort.

Speenkruid: Oud-bestuurslid Agnes komt een rondje door de tuin maken en Wil is klaar met de kettingzaag. We testen hem op een van de elzen die we nog om willen zagen om een opening te krijgen tussen wilgenbosje en elzenbosje. De zaag werkt perfect. Binnen een minuut ligt de boom om. Precies op de plek waar hij moest vallen. We zijn tevreden over de zaagcursus die we vorig jaar hebben gevolgd. Net buiten de natuurtuin ontdekken we Speenkruid in bloei. Enkele tientallen plantjes. Die nemen we nog snel op om door te geven aan waarneming.nl.