Graslandbeheer: voor flora en fauna

Hoe kun je met graslandbeheer proberen de natuurlijke rijkdom (biodiversiteit) bevorderen? Via deze links is daar veel over te leren.

Graslandbeheer in Natuurtuin De Robbert

  • Het graslandbeheer is er op gericht om met weinig ingrepen maximaal de biodiversiteit te ondersteunen. Hiervoor maaien de graslandjes twee keer per seizoen en wordt het maaisel afgevoerd. Vóór 2010 gebeurde dit één keer per jaar. Er wordt niet bemest of gezaaid.
  • Dit maaibeheer van twee keer maaien en afvoeren en vooral het bepalen van de eerste maaidatum is overgenomen uit de Veldgids voor Graslandbeheer van de West-Vlaamse provincie. In 2022 krijgen enkele kleine stukken een extra maaibeurt (overgang juli/augustus). Het gaat om voormalige tuingrond met erg veel meststoffen en eenzijdige begroeiing.
groepje aan het hooien
hooien tijdens de nazomer-maaibeurt
deels ongemaaid grasland en bosrand met veel structuur
deels ongemaaid grasland en bosrand met veel structuur
  • Door dit maaibeheer wordt de bodem minder voedselrijk en de begroeiing minder eenzijdig. Op overbemeste bodems gedijt een beperkt aantal plantensoorten. Op gezonde bodems kunnen meer verschillende plantensoorten groeien.
  • De vele kleine hoogteverschillen binnen de graslandjes zorgen voor verschillen in vochtigheid en temperatuur. Bovendien is er het hele jaar een wisselende invloed van kwel- en regenwater. Door deze natuurlijke omstandigheden en het aangepaste maaibeheer worden de graslandjes rijker aan plantensoorten
kleinschalig gefaseerd maaien in de natuurtuin - Google maps
hooiers en de zwerfafvalploeg
Bruin zandoogje op Grote kattenstaart
  • Een soortenrijke, afwisselende flora is belangrijk voor organismen die op een of andere afhankelijk zijn van de planten. Als voedsel-, nectar- en stuifmeelbron, mogelijkheid om eitjes af te zetten of schuilplaats en nestgelegenheid, als parasiet, enz.
  • Het maaibeheer draait niet alleen om planten. De bloemrijke graslandjes vormen het (tijdelijk) leefgebied van veel insecten, amfibieën en kleine zoogdieren. Daar wordt met het maaien op verschillende manieren rekening mee gehouden:

● Het maaien gebeurt met een messenbalkmaaier. Deze maaimachine veroorzaakt veel minder verlies aan insecten, amfibieën en kleine zoogdieren dan andere in het groenbeheer gebruikelijke machines (zoals cyclomaaiers en klepelmaaiers).

● Het maaisel wordt niet gebaald of geperst, maar los bijeen geharkt en afgevoerd. Deze manier van afvoeren wordt door de Vlinderstichting beoordeeld als het minst schadelijk voor de graslandfauna.

bloeiende kruiden in grasland
rijke beekdalflora
messenbalkmaaier in grasland
lichte machines houden de bodem heel
op "hogere" delen andere planten
op "hogere" delen andere planten

● Tijdens de eerste maaibeurt (vroeg in het seizoen, half mei tot haf juni, eerder dan gebruikelijk in Nederland) blijft een groot deel van de graslandjes ongemaaid. Dit zijn de stukken met de meeste bloeiende planten. Dit is gunstig voor de ontwikkeling van de planten. Bovendien raken de graslandbewoners niet in een keer hun hele leefomgeving kwijt.

buitenkant voor van de natuurtuin
de voorkant van de natuurtuin
Rietorchissen
aanwezige natuurwaardes versterken
dronefoto van gefaseerd gemaaid grasland
gefaseerd maaibeheer

● De tweede maaibeurt is laat in het seizoen (graslandjes in september, enkele ruigtes in oktober). Zo voeren we maximaal voedingsstoffen af en verstoren we zo min mogelijk het graslandleven. In 2021 hebben we de tweede maaibeurt pas in oktober uitgevoerd. Dit naar aanleiding van de lange nazomers van de afgelopen jaren.

● De Vlinderstichting raadt aan om stukken grasland ongemaaid te laten overwinteren om overwinterende insecten te sparen. Op geschikte plekken laten we stroken grasland “overwinteren”.