Weekverslag van Stan, juni 2022
Zaterdag 25 juni 2022
Vandaag het tweede deel van ons flitsonderzoek waterleven. Vorige week hebben we de noordelijke en de zuidelijke poel bemonsterd. Nu gaan we naar de grote poel en de Gulden Aa, die honderd meter achter de natuurtuin loopt. We werken telkens op dezelfde manier: Een half uur zonder haast scheppen, de vangsten in platte bakken bewaren dan de dieren op naam brengen. Kevers en bijzondere vondsten gaan op de foto en naar Waarneming.nl. Bij alle anderen wordt de soortgroep bepaald. Dus (een soort) Salamander, (een soort) Jufferlarve, (een soort) Zoetwatermossel, enz.
Zoetwatermossels
We laden de kampeertafel, stoelen, witte bakken, kijkglazen en netten in kruiwagens en gaan op weg. Ons eerste kamp bouwen we op vlak bij de houten brug. We vangen een indrukwekkend aantal diersoorten. Eigenlijk zoals verwacht. Vooral veel kleine larven, een paar grote staafwantsen en grote aantallen zoetwatermosseltjes. Een paar jaar geleden was zo’n mosseltje een bijzondere vangst. We kwamen ze wel tegen, maar altijd maar een paar. Nu zitten er na een paar keer scheppen ruim honderd in de witte bakken. Allemaal een paar millimeter tot een halve centimeter groot.
Kokerjuffers
Kokerjuffers hebben ook zo’n vooruitgang gemaakt. Vroeger zaten er altijd wel een paar van deze larven in de bakken. Vandaag kriebelen er ruim twintig grassprietjes over de bodem. Er zit een larvensoort in die holle stengeltjes gebruikt als beschermend huisje. Er zijn ook kokerjuffers die van alles en nog wat gebruiken als bouwmateriaal voor hun omhulsel. Ik zie een kokertje dat gebouwd is van stukjes stengel en waar zelfs een klein zoetwatermosseltje op vast zit. Weer een ander heeft een langwerpig hulsje gemaakt van korte dunne sprietjes zodat het geheel wat op een harige vlinderrups lijkt.
Gezelschap
We krijgen gezelschap van vader en dochter die een zomerse ochtendwandeling maken. Ze bekijken geïnteresseerd onze vangsten en luisteren naar de uitleg van Rinus en Onderzoeker Will. Uiteindelijk werpen ze ook zelf een netje uit. Het is lekker weer, zeker vergeleken met de tropische hitte van vorige week. Iedereen heeft het prima naar de zin. Na een half uur scheppen maken stagiaire Delano en Rinus de balans op. We verplaatsen ons in colonne naar de Gulden Aa.
Vangstverschillen
We zoeken een plek waar we makkelijk het ondiepe beekje in kunnen. Het kamp wordt opgebouwd we scheppen op ons gemak een half uur. De vangsten gaan in de witte bakken. Wil en Onderzoeker Will hebben zich bij de tafel genesteld en onderzoeken de inhoud van de bakken. We vangen veel minder dan in de grote poel, maar wel enkele soorten die we niet in de natuurtuin hadden gevangen.
Belangstelling
Ook hier hebben we niet te klagen over belangstelling. Mensen zijn nieuwsgierig en vinden het leuk dat we hier onderzoek doen. Toevallig komt ook oud-bestuurslid Agnes voorbij om foto’s te maken. Het half uur vliegt voorbij en we verhuizen onszelf en het materiaal terug naar de natuurtuin. Ik heb een appeltaart meegenomen die was overgebleven van Vaderdag. Het wordt een voedzame koffiepauze. Ik moet vroeg weg. De anderen blijven nog voor een ronde door de natuurtuin en sluiten daarna af.
Zaterdag 18 juni 2022
Het wordt bloedheet, het is nu al warm en we gaan ons vandaag niet druk maken. Een enkele klus en een rustig wateronderzoek, meer doen we echt niet. Ik tel de bezette gaten in het insectenlab en heb net een paar bloeiende planten genoteerd. Onderzoeker Will komt binnen gepuft. Ook hij baadt al in het zweet en is serieus van plan om weinig te doen. Meteen daarna stapt hij dapper de tropische natuurtuin-jungle in voor zijn wekelijkse vogeltelronde.
Reebok
Ik hobbel achter Onderzoeker Will aan, links en rechts kijkend of er nieuwe planten in bloei staan. Een Hertshooi soort, ik weet niet welke, heeft zijn eerste knoppen gevormd. De eerste bloemen staan aan het Groot heksenkruid, Welriekende agrimonie, Grote teunisbloem en Grote wederik. Over een paar weken zullen ze massaal laos gaan. In de bosrand bij het elzenbosje zie ik een groepje lichtroze bloemen. Een nieuwe soort? Ik werk mezelf door de bramen Het blijken gewoon Dagkoekoeksbloemen, alleen met een lichter kleurtje dan normaal. Ik hoor zacht rumoer. Onderzoeker Will staat verderop bij de houten brug en wijst naar de rietkraag. Hij heeft een reebok gezien. Ik loop de bosrand uit naar de graslandjes. Een reebok maakt sprongetjes door het hoge gras en verdwijnt tussen de bomen. Hij verstopt zich bij de noordelijke poel of is al verder weg. Dat weet je nooit bij een ree.
Op expeditie naar de zuidelijke poel.
Maatschappelijke stagiaire Delano komt ons drie zaterdagen helpen. Hij sjouwt mee met de klusjes en helpt met enkele onderzoeken. Vandaag meten we het waterleven in twee poelen. Volgende week zijn twee andere locaties aan de beurt. We scheppen per poel een half uur en noteren hoeveel en welke soorten in de netten zitten. Het onderzoek begint vandaag in de zuidelijke poel omdat de oever daar pal in de zon ligt. Dan hebben we dat gehad voordat het te heet wordt. De poel is grotendeels dichtgegroeid. Aan de rand staat een dikke rietkraag en dieper in het water is een veld Grote egelskop ontstaan. Rinus knipt een stuk vrij met de heggenschaar tot we bij het water kunnen.
Dichte begroeiing goed voor het waterleven?
We halen de schepnetjes tussen de dichte stengels door en vangen verrassend veel waterdieren. Onderzoeker Will heeft zich met stoel, tafel en een batterij bakjes in de schaduw geïnstalleerd en heeft het er druk mee. De beestjes worden gesorteerd en op de foto gezet zodat ze kunnen worden gecontroleerd door Waarneming.nl. Stagiaire Delano blijft scheppen vanaf de kant. Ik trek het waadpak aan en stap dieper de poel in. Verderop is een open stuk, maar de meeste dieren blijken juist tussen de plantenstengels te zitten. Dat is een interessante observatie. Beheerders van poelen gaan ervan uit dat poelen niet mogen dichtgroeien, omdat ze dan uiteindelijk verlanden. En dan hou je geen poel meer over natuurlijk. Deze poel is voor driekwart dichtgegroeid en barst van het waterleven. Dat komt vooral omdat we alle hoge bomen naast de poel hebben weggehaald. Sindsdien is de poel enorm vooruit gegaan. Riet en Grote egelskop beslaan een groot deel van het wateroppervlak en het waterleven lijkt het tussen al die stengels nog beter te doen.
Vlinders doen het ook goed
Na een half uur stoppen we en bekijken de vangsten in de bakken. Onderzoeker Will heeft vooral kevers gefotografeerd. Rinus en Delano brengen de andere dieren op naam met behulp van zoekkaarten. Daarna wordt het tijdelijke onderzoekskamp opgebroken en op kruiwagens naar de noordelijke poel vervoerd. Boven de open veldjes zijn vandaag veel vlinders te zien. Witjes, Zandoogjes, Atalanta, Groot dikkopje en Citroenvlinder. Het is warm weer en het is de tijd dat de zomervlinders vliegen. Maar het zijn er duidelijk meer dan enkele jaren geleden. Ons maaibeleid zal daar zeker bij geholpen hebben.
Magere vangst in noordelijke poel
We werken op dezelfde manier als bij de zuidelijke poel. Delano schept vanaf de rand en ik ga met het waadpak meer naar het midden. Onderzoeker Will zit in de schaduw en bestudeerd de vangsten, geassisteerd door Wil en Rinus. We vangen weinig. Minder soorten en kleinere aantallen. De noordelijke poel ligt in de schaduw van eiken en een enorme schietwilg. Het water ligt vol bladafval en dat zal niet goed zijn voor de waterkwaliteit. Binnenkort gaan we het water testen op chemische kwaliteit. Ik ben benieuwd wat we dan over de waterkwaliteit te weten komen. Na een half uur scheppen en kijken breken het onderzoekskamp op en gaan bij de container even pauzeren.
De laatste klus
In de westelijke houtwal is een doorloop gemaakt. Vandaaltjes zijn er overheen gekropen en hebben op de houten brug vuurtje gestookt. Twee planken op de brug zijn daardoor beschadigd. We zagen een berg takken uit de knotwilgen en stoppen daarmee het gat in de houtwal dicht. Dan zit ons werk er voor vandaag op. Intussen is het steeds warmer geworden. We blijven niet langer in de brandende zon en zoeken thuis de schaduw op.
Zaterdag 11 juni 2022
Bij het insectenlab vallen me de 6 mm gaten ineens op. Sinds maart zijn twee van de vijftig gaten bezet en is er verder niets gebeurd. Vorig jaar rond deze tijd waren dat ruim dertig gaten. Sinds een paar weken worden ze toch weer gebruikt. Vandaag zijn er negen gaten bezet en dichtgemetseld met opvallend licht gekleurde leem. De andere diameters zijn allemaal afgesloten met donkere grond. Waar komt die lichte leem vandaan? We doen dit jaar geen graafwerk en nergens in de natuurtuin ligt grond open, laat staan leemgrond.
Mollen en metselbijen
Ik vertel het later tegen Wil. We staan verderop in de zuidelijke strook, zo’n vijftig meter van het insectenlab. Hij wijst naar een molshoop en inderdaad, die is van leem. We hebben hier een paar jaar geleden stukken afgegraven tot op de leemgrond. Die stukken zijn nu dicht begroeid, maar mollen zoeken hier voedsel en maken dus molshopen. De lemen molshopen vallen in de smaak bij de metselbijen die 6 mm gaten gebruiken. Andere soorten zijn tevreden met donkere grond, misschien van andere molshopen. Smaken verschillen.
Vrolijke drukte
Vandaag is het slootjesdag. Het jeugd-IVN neemt bezit van de houten brug over de grote poel en vangt waterbeestjes. Onderzoeker Will is er bij en houdt nauwgezet in de gaten welke vondsten er worden gedaan. Naast de IVN-leden zijn ook kinderen uitgenodigd die zich hebben aangemeld. Jeugd, begeleiders en ouders zorgen de hele ochtend voor een vrolijke drukte.
Maatschappelijke stagiaires
Intussen maken Wil en ik kennis met Delano en Loek, twee scholieren die hun maatschappelijke stage in de natuurtuin komen doen. We bespreken wat praktische zaken en lopen een rondje door de natuurtuin. Wanneer we bij de waterscheppers op de houten brug aankomen zien we dat er flink wat waterdieren zijn gevangen. Weinig kikkervisjes in vergelijking met andere jaren, maar opnieuw veel salamanderlarven en kokerjuffers. Vooral de kokerjuffers zijn indicatoren van gezond natuurlijk water.
Wateronderzoek
Na een tijdje loop ik met Delano en Loek nog even naar de Gulden Aa die zo’n honderd meter achter de natuurtuin loopt. We gaan tijdens de stage het water testen in onze poelen en vergelijken met dit beekje. Ik ben benieuwd wat daar uit komt. Het meeste water in de Gulden Aa is kanaalwater dat verderop wordt ingelaten en stroomafwaarts in de Aa uitstroomt. Het water in de poelen is een mengsel van kwel- en regenwater. De Gulden Aa ziet er op dit moment niet uit. Viezig, een beetje melkachtig. Het kan een natuurlijke verkleuring zijn, maar het lijkt alsof er een riool is overgelopen.
Wandelaars
De aanstekelijke drukte van slootjesdag lokt verschillende wandelaars naar binnen. Vaak natuurliefhebbers, gewapend met verrekijkers en camera’s. Wanneer de laatste kinderen zijn vertrokken, alle spullen zijn opgeruimd en het waadpak te drogen hangt komen de laatste twee wandelaars binnen. We vinden het prima en kletsen nog wat bij de container terwijl de laatste bezoekers hun rondje lopen. Tegen een uur is de natuurtuin leeg en sluiten we af.
Zaterdag 4 juni 2022
De ochtend begint fris en de lucht ziet er uit alsof het straks gaat regenen. Niet echt wat er verwacht is, maar zolang het droog blijft kunnen we niet klagen. De vroege maaibeurt is afgerond en voorlopig hebben we geen grote klussen. Het ontdekseizoen is weer aangebroken.
Plantenronde
Er is ook een nieuwe maand aangebroken. Dat betekent dat ik weer met een schone lei begin en alle planten noteer die in bloei staan. Vandaag begin ik met een ronde langs de “makkelijke” planten. Soorten als Madeliefje, Vlier en soorten die ik vaker heb opgeschreven en waarvan ik de naam niet hoef op te zoeken. Eind van de ochtend heb ik ruim veertig namen. Komende weken komen daar nog een hoop planten bij.
Expeditie
Vorige week heb ik een Veelbloemige roos ontdekt ten zuiden van de natuurtuin. Wil en ik pakken snoeitangen en trekken er op uit om hem weg te knippen. Het is nogal een toer om op de plek te komen. Vanuit de zuidelijke strook moeten we een stukje door een (droge) sloot, onder een omgevallen boomstam door kruipen en dan staan we in de strook met hazelaars. Afgelopen winter hebben we een van de twee rijen hazelaars gesnoeid en elzen ingekort. Het is voor het eerst dat we sindsdien hier komen.
Verrassingen
Elzen en Hazelaars hebben nieuwe uitlopers gemaakt, maar het zal een paar jaar duren voordat ze serieus zijn uitgegroeid. De strook vangt nu veel zonlicht. Dat levert verrassingen op. We zien een paar plakkaten Look-zonder-look en een andere plant waarvan we niet zien wat het is. Herkennings-app Obsidentify helpt een handje en laat weten dat het Groot heksenkruid is. We geloven het niet. Later nemen we een exemplaar mee om te vergelijken met de heksenkruidplantjes in het elzenbos. Later blijkt Obsidentify gelijk te hebben. We kennen Groot heksenkruid van beschaduwde plekken in het elzenbosje. Onder de dichte hazelaars hebben we ze niet ontdekt en nu groeien ze door het nieuwe zonlicht groter, bleker en dichter op elkaar dan we gewend zijn.
Schaduwplanten in de zon
Vlakbij staat nog een Wespenorchis in het zonnetje. Ook een schaduwliefhebber die zich nu moet redden in het nieuwe licht in de hazelaarstrook. Groot heksenkruid en Wespenorchis hebben zich gevestigd in de schaduw van de hazelaars en ik denk dat ze het komende jaren slechter gaan doen. Verderop komen we een plant tegen die we echt niet kennen. Obsidentify denkt dat het een Rankende helmbloem is. Die hebben we niet eerder in de natuurtuin gezien en zo ‘scoren’ we in het voorbijgaan een nieuwe soort.
Meevaller
De Veelbloemige roos is lastig te bereiken. Na de kale hazelaarstrook moeten we door een metersdikke muur van bramen en brandnetels kappen voordat we bij ons doel zijn. De invasieve rozensoort maakt meterslange uitlopers en gebruikt hier een vlierstruik als klimrek. De tientallen bloemen (ruiken lekker trouwens) verstikken de Vlier en het lijkt een hele opruimklus te worden. Tot onze verbazing hoeven we maar een tak bij de bodem af te knippen en dat was alles. De takken met bloemen trekken we zo weg. Een meevaller.
IJsvogel
Rinus knipt de ijsvogelwand vrij. Die is afgelopen weken dichtgegroeid. Door de zachte winter zijn er weer meer ijsvogels en twee keer dit jaar zijn ze in de natuurtuin gezien. Wie weet ontdekken de vogels de steile wand weer en gaan ze volgend jaar hier broeden. Ik denk dat we de wand steiler zullen moeten afsteken. De wildcamera heeft hier een Bruine rat en een Bunzing gezien die met weinig moeite over de wand klauterden. Allebei lusten die wel een ijsvogel.
Bosrietzanger
Tijdens het klusje bij de ijsvogel maant onderzoeker Will ons tot stilte. Hij staat verderop langs de grote poel en probeert vogelgeluiden op te nemen. De Kleine karekiet die we vorige week al hoorden heeft gezelschap gekregen van nog een interessante rietbroeder: de Bosrietzanger. Onderzoeker Will laat ons later de geluidsopname horen en kijkt streng naar Rinus wanneer er knipgeluiden tussendoor komen.
Citroenpendelvlieg
Na het koffiedrinken komt de zon meer door en zoek ik langs de bosrandstruiken naar insecten. Obsidentify vertelt wat ik zie: naast een Citroenpendelvlieg kom ik een Echte wespvlieg tegen. Die blijkt volgens Natuurlexicon.be algemeen, maar ik heb er nog nooit van gehoord. Ik kom er achter dat de wespvlieg hier goed op zijn plek is. Het volwassen dier vliegt op de Vlierbloesem en de larven leven in holtes van nat, rot hout van vooral Berken. Dit exemplaar zit precies midden tussen twee van die plekken.
Geelgroene zegge
Verderop doe ik nog een ontdekking die een direct gevolg is van ons beheer. Midden in een van de twee afgegraven stukken in de zuidelijke strook staat Geelgroene zegge. Een zeldzaam plantje dat het goed doet op grond die niet bedorven is door te veel meststoffen. Vroeger was hier een kruidentuin en die hebben we afgegraven. De afgegraven tuingrond ligt op dijkjes en wordt nog steeds beheerst door een paar forse plantensoorten. De oorspronkelijke bodem die we hebben blootgelegd blijkt in de smaak te vallen bij veel verschillende plantensoorten. En nu dus ook de Geelgroene zegge. Op zich is Geelgroene zegge een onbenullig plantje waar je zo overheen of bovenop stapt. Maar het is een goede indicator dat zich hier gezonde nieuwe natuur ontwikkelt. Door het afgraven hebben we op deze plekken jarenlang maaien en afvoeren van maaisel uitgespaard.
Een ochtend vol ontdekkingen en de zomer is nog maar net begonnen!