Zaterdag 28 september 2024

We hebben geluk. De weersverwachting is niet best, buienradar verwacht de ene na de andere bui. Gaandeweg de ochtend komt de zon vaker door en wordt het lekker herfstweer. Er is veel regen gevallen. Op de lage veldjes staan alweer de eerste plasjes. Ik tel in het insectenlab de bezetting door metselbijen en metselwespen. De laatste zaterdag van september, laatste dag van mijn telseizoen. Binnenkort maak ik het verslag en kan ik het seizoen vergelijken met voorgaande jaren. Ik ben benieuwd of mijn indruk klopt dat dit jaar een stuk minder insecten actief zijn geweest.

Nazomer maaibeurt

Donderdag heb ik de overloop van de grote poel gemaaid. Het harken is lastig. Veel oude plantenresten liggen plat en zijn door de maaimachine overgeslagen. De planten langs de grote poel hebben ook nog in het water gelegen. Een deel van het maaisel gaat met kruiwagens naar de houtwal aan de westkant. Een ander deel met de hooikruiwagen buiten de poort. Het meeste maaisel hebben we tegen koffietijd weg. De hoge waterstanden hebben voor de amfibieën goed gewerkt. Ik kan me niet herinneren zoveel kikkers te zien tijdens het hooien in september. Na de koffie brengen we nog een paar vrachtjes weg en harken het laatste maaisel bijeen. De rest is voor volgende week. We ruimen de spullen op en zwerven nog even rond.

Tengere pantserjuffer

Onderzoeker Will wijst op een libelle die op het hoge gras opwarmt. Obsidentify zegt dat het een Tengere pantserjuffer is. Volgens Wikipedia komt deze soort in België en Nederland de laatste jaren vaker voor. “Het is een soort van heidegebieden met vegetatierijke vennen”, staat er. Met die leefgebieden gaat het de laatste jaren beter, maar heide en vennen vindt je niet in De Bundertjes. Waarschijnlijk is het ze vooral te doen om de moerasplanten. De pantserjuffer vrouw maakt gaatjes in plantenstengels en legt daar een eitje in. Wikipedia noemt vooral Zeggen en Pitrus als waardplant. Die groeien hier genoeg en doen het met de hoge waterstanden prima. Ook Tengere pantserjuffer lijkt zo te profiteren van het natte jaar.

Heksenboter

Op een bruine stam in het elzenbosje zit een knalgele blob. Heksenboter, een slijmzam die we vaker in de natuurtuin zien. Slijmzwammen zijn merkwaardige organismen. Ze werden lange tijd als paddenstoelen gezien en zo zien ze er ook wel uit. Slijmzwammen hebben verschillende levensfases. Het eerste deel van hun leven zijn het sporen, net zoals paddenstoelen, varens en mossen dat ook doen. Ze worden verspreid door water, wind of dieren. Nadat ze versmelten met een geschikte andere spore, kunnen ze zichzelf voortbewegen. Later vormen deze cellen een lichaam met bijzondere eigenschappen. Dat is de rare gele blob die we zien. Die blob beweegt ook. Heel langzaam, dus het valt niet op, zoekt hij zijn omgeving af naar microscopisch voedsel. De blob krijgt na een tijdje een harde buitenkant en daarbinnen wordt een nieuwe generatie sporen gevormd. We laten de blob rustig verder bacteriën knabbelen en sluiten de mooie herfstdag af.


Zaterdag 21 september 2024

Het is weer even sprookjestijd in De Bundertjes. Nevel over de velden en de oranje zon geeft elke vijf minuten een andere sfeer. Het eerste uur na zonsopkomst is het mooiste uur van de dag. Het is windstil en ook vogels laten niet veel van zich horen. Achterin de natuurtuin glippen drie reeën weg over de houtwal. Reeën voelen zich goed thuis in De Bundertjes. Soms zien we ze tijden niet, dan komen we ze bijna elke keer tegen. Het blijft een bijzondere ontmoeting. Volgens mij zijn sommigen zelfs in de natuurtuin geboren.

Konijnen en hazen

Wat me opvalt, is dat ik al maanden geen konijnen zie. Zou dat met de hoge waterstanden te maken hebben? De natuurtuin heeft toch genoeg heuvels en dijkjes voor een droog hol. Ik weet dat hazen en konijnen landelijk al jarenlang achteruitgaan. Maar zolang ik me herinner overleeft een klein aantal konijnen in de natuurtuin. Overal waren sporen te vinden. Keutels, vaak bovenop een boomstomp en veel graafsporen op droge plekken. En nu: geen konijn, geen sporen. Vorig jaar juni heb ik hem voor het laatst op de wildcamera gezien. Er komen veel jagers in de natuurtuin. Marter, bunzing, vos en huiskat lusten allemaal wel een konijntje. En vergeet loslopende honden niet! Toch hebben de konijnen het al die tijd uitgehouden. Misschien heeft een van de vele virusziektes onze kleine konijnenbevolking opgeruimd. Gek genoeg zien we sinds vorig jaar wel een haas in de natuurtuin. Die heb ik hier twintig jaar niet gezien.

Nazomer maaibeurt

Het mooie weer houdt al een kleine week aan. Het maaisel dat we vandaag opruimen is lekker droog, dat scheelt een hoop gesjouw. Dinsdagmiddag heb ik de hoge rand rondom de overloop van de grote poel gemaaid. Geen groot stuk, maar we willen nog meer doen vandaag. Met ons vieren harken en kruien we het meeste materiaal naar de houtwal aan de westkant. Twee vrachtjes gaan met de hooikruiwagen naar de maaiselhoop buiten de poort. Weer blijken kikkers zich prima thuis te voelen tussen de afgemaaide plantenstengels. Hier en daar laten we hogere begroeiing staan, misschien dat ze daar ook tevreden mee zijn. Binnenkort zullen ze op zoek moeten naar een solide overwinteringsplaats. Een hol, een van de houtwallen of het strooisel in de bosjes. De insecten die ze nu nog in het gras vangen, zullen er niet lang meer zijn.

Drukte in de natuurtuin

Buiten de poort tref ik Willemien, een wandelaar die wel eens een praatje maakt. Ik had beloofd een video van een ree op haar mobiel te zetten. Dat levert het nodige puzzelwerk en zoekwerk op. Uiteindelijk vind ik het filmpje tussen de anderen op onze videopagina. Directe link werkte niet, kopiëren ook niet, gelukkig weet Willemien nu de weg naar onze webpagina. Ze heeft twee keer een Wielewaal gezien en ik stuur haar door naar Onderzoeker Will. Niet veel later is het werk klaar en kunnen we aan de koffie. Antoinette komt binnen met koffie en vlaai. De vrijwilligers van de excursiegroep komen gezellig nakletsen over het afgelopen excursieseizoen. De koffie en vlaai zijn voor iedereen. Ondertussen komt een enthousiast paar met baby binnengewandeld. Ze nemen een kijkje, krijgen wat uitleg en worden overladen met adviezen en tips. Met folder in de hand nemen ze afscheid.

Bodemdiertjes

Fanny is ook aangeschoven. Ze heeft ervaring opgedaan met haar educatieproject en wil binnenkort bespreken hoe ze de natuurtuin daar in kan betrekken. Iedereen raakt aan het keuvelen en ik vul intussen een witte platte bak met strooisel en een half verrot stammetje. Het zijn weer nationale bodemdierendagen. Iedereen wordt uitgedaagd om met de handen letterlijk in de grond te gaan en bodemdiertjes te zoeken. Dat laten we niet lopen. Ik vul verschillende bakken en met Onderzoeker Will speuren we de bakken af op zoek naar kleine monstertjes. Onderzoeker Will zet de vangsten op de foto en geeft die door aan Waarneming.nl. Samen bodemdiertjes zoeken is een leuke sociale bezigheid en door goede foto’s in te sturen helpen we de wetenschap vooruit. We bekijken vandaag: rot hout, vers maaisel, oud maaisel, bosgrond. Het lijkt me een goed idee om dit onderzoekje vaker te doen. Het is door alle onderzoek en gezelligheid al snel twaalf uur geworden. We ruimen de spullen op en ik loop met Onderzoeker Will nog een laatste rondje. De aantallen insecten vallen tegen dit jaar. De weersextremen lijken hun tol te eisen. Ik ben benieuwd hoe dit zich komend seizoen ontwikkelt, net als met de graslandjes. Hoe dan ook, komende dagen hebben we een mooie nazomer.


Zaterdag 14 september 2024

Het is fris. Een paar graden boven nul. Boven de velden hangt nevel. De grote poel lijkt op een reusachtige kookpot waaruit langzaam damp opstijgt. Nazomer en herfst hebben de mooiste zonsopkomsten. Heldere nachten zorgen voor koude lucht waardoor slierten mist ontstaan boven grasland en poelen. De opkomende zon erbij en het sprookje is compleet. Helemaal wanneer vlakbij ook nog een ree weg sprint.

Nazomer-maaibeurt

Afgelopen week heb ik het veldje achter de heuvel gemaaid. Met ons vieren ruimen we vandaag het maaisel op. Dit veld is een stuk strakker gemaaid dan de andere stukken. Op een paar plekken is wat oud gras achtergebleven. De rest ligt er opgeruimd bij. De andere veldjes zien eruit alsof er met een reuzenborstel doorheen is gegaan. Om een of andere reden gaat de maaimachine makkelijker door dit veldje. Iets droger, iets meer schaduw en misschien iets andere bodem?

Amfibieën

Nog een opvallend verschil is het aantal kikkers dat we zien. Op de zonnige veldjes zagen we er al veel, maar hier in de schaduw struikel je er bijna over. Tientallen kikkers, dikkerds van een paar jaar oud, kleintjes van dit seizoen en alle maten ertussen. Ze kruipen weg van de hooiharken of raken verstrikt in het maaisel. Op een gegeven moment kom ik zelfs een salamander tegen. Hij mist zijn linker voorpoot. Tussen het gras is het eten of gegeten worden. De graslandbewoners pakken alles wat ze kunnen pakken. Niemand is veilig, ook een salamander niet.

Geen tuinafval naar de natuurtuin brengen

Het meeste maaisel gaat op de houtstapel in het berkenbosje. Die is nu meer dan manshoog, maar zal snel inklinken. Volgend jaar is er weinig van deze maaiselberg over. Intussen zullen muizen, vogels, overwinterende amfibieën en talloze insecten profiteren van het warme maaisel. En dat is weer goed nieuws voor jagers als vos, bunzing, steenmarter en huiskat, die regelmatig de natuurtuin bezoeken. Tijdens ons werk heeft een buurtbewoner zijn snoeiafval bij de poort gedumpt. Twee takkenbundels van een Blauweregen. Dat moeten we niet hebben. Veel mensen denken dat we snoeitakken kunnen gebruiken voor onze houtwallen. Dat is niet zo. We verwerken alleen takken van struiken en bomen uit de natuurtuin zelf. Afval uit tuinen kan van alles bevatten, ook woekerplanten die we niet willen hebben. Bovendien kunnen we niet controleren wie wat, hoeveel en wanneer bij de natuurtuin dumpt. Voordat je het weet ontstaat een soort buurtdump.

In de zon is het nog zomer en in de schaduw al herfst

We zijn net klaar met hooien wanneer oud-bestuurslid Agnes binnenkomt. Ze loopt een rondje en maakt wat sfeerfoto’s. We maken zelf ook een ronde en zien verschillende vlinders en libellen. De zon begint nu echt te schijnen en dat is meteen te merken aan de vliegende insecten. We bekijken de plek waar dit voorjaar een dode ree lag. Alleen het skelet is nog over. We hebben iemand die interesse in de schedel heeft. Die kan hem komen ophalen. Ik zal hem deze week bellen. In een beschaduwde bosrand ontdekt Onderzoeker Will een grijze klodder op een dode tak, een trilzwam. Het seizoen is aan het veranderen. In de zon is het warm en zomers, maar in de schaduw is het al herfst. Het heeft afgelopen week geregend en in de diepste stukjes natuurtuin staan weer plasjes water. Hopelijk blijft het een beetje droog totdat we alle lage graslandjes hebben afgewerkt. We zullen zien.


Zaterdag 7 september 2024

Vorige week verbaasde ik me over de resten van opgegeten vogels. Ik vermoedde een Sperwer. En warempel, bij het nakijken van de wildcamera kwam een paar seconden een Sperwer in beeld. Dat kan geen toeval zijn. Meneer Sperwer (Onderzoeker Will had gezien dat het een man was) heeft de natuurtuin als restaurant ontdekt. De Sperwer … “Jaagt vaak in dicht bos, waarbij de sperwer van zitplaats naar zitplaats verhuist, onderwijl goed luisterend en kijkend naar geschikte prooi. Vaak vanuit hinderlagen in tuinen, soms ook van grote hoogte schroevend” … staat op de website van de vogelbescherming te lezen. Logisch dat hij zich thuis voelt in onze rommelbosjes. Zijn prooien voelen zich veilig en komen hier graag. En Sperwer kan juist goed overweg met zo’n mini-jungle.

Ruwe veldjes

Vorige week hebben we bijna alle maaisel opgeruimd van het noordelijkste veldje. Deze week is het landje ernaast gemaaid. Ook dit ligt laag en ook hier heeft ruim een half jaar water gestaan. Dat is te merken. Het maaien gaat moeizaam en veel oude platgeslagen stengels blijven achter. Wanneer ik bij het veldje aankom vlucht een ree weg. Even later schiet een andere ree vanuit een ongemaaid deel naar de westelijke houtwal. Grappig, onze vaste vroege bezoeker had net geklaagd dat hij geen reeën te zien kreeg. Net als vorige week blijft bij het hooien veel plantenmateriaal achter. Het is niet anders. De plantenresten bieden goede schuilplekken voor amfibieën. Tijdens het harken verjagen we de ene kikker na de andere.

Record aan maaisel?

De klusgroep is op volle sterkte vandaag. Onderzoeker Will is terug van zijn expeditie naar Scandinavië en met Pieter, Rinus en ik harken we het maaisel op en kruien alles naar buiten. We onderbreken voor koffie en Oud Voorzitter Kees zet ons op de foto bij de kruiwagens vol maaisel. Ik vraag me af hoe groot de maaiselberg zal zijn wanneer we over een aantal weke klaar zijn met deze maaibeurt. Ik verwacht een record! De hoeveelheid werk blijkt goed uitgekiend. Om een uur of 11 zijn we klaar. We brengen een paar takken naar de houtwal achterin de natuurtuin. Rinus en Pieter pakken heggenscharen en gaan overhangend riet afknippen. De zwerfafvalploeg komt binnendruppelen en een paar wandelaars komen een kijkje nemen.

Vlinders laten zich eindelijk zien.

Iedereen zwerft wat rond en kletst eens wat. In de zuidelijke strook zie ik een Kleine vuurvlinder. Te kort om een goede foto te maken, maar voldoende om te melden bij Waarneming.nl. Op hun website zie ik dat dit jaar nog geen Kleine vuurvlinder is gemeld vanuit De Bundertjes. Dat verbaast me niet. Kleine vuurvlinder is een echte graslandvlinder en door de nattigheid zullen veel rupsen verloren zijn gegaan. Gelukkig niet allemaal dus. Ik zie relatief veel vlinders vandaag. Klein koolwitje, verschillende Bonte zandoogjes, Dagpauwogen, Atalanta en een Gehakkelde aurelia. Geen grote aantallen, maar vandaag zie ik net zoveel vlinders als het hele jaar tot nu toe. Bij de container komen we elkaar tegen en keuvelen we nog wat na. We sluiten een mooie nazomerochtend af.