Zaterdag 15 maart 2025

Een kille ochtend, het optimistische voorjaarsweer staat op pauze. De zon laat zich niet zien en noordenwind zorgt voor een winters gevoel De kerspruim bij het insectenlab staat in bloei. Die heeft voldoende zonlicht gezien en een deel van de witte bloesems staat open. Deze kerspruim (Prunus cerasifera) is nauw verwant aan de Sleedoorns (Prunus spinosa). Die staan iets verderop, maar genieten nog van hun winterrust. Ik verwacht dat ze pas over een week of twee wakker worden. Gelukkig is de Kerspruim beschikbaar voor insecten die nu nectar nodig hebben. Veel andere bloemen zijn er nog niet. De Krokus die vorige week bij de poort stond is weer verdwenen. Ik verdenk de reeën. Dat zijn snoepers en zo gauw een bijzondere plant in bloei komt willen ze daarvan proeven.

Maaiselhopen

We werken de maaiselhopen aan de voorkant bij. Eigenlijk hadden ze weken geleden al opgehaald moeten worden, maar om een of andere reden komt het er niet van. Het maaisel links van de poort gooien we op een hoop. Aan de andere kant doen we dat ook, maar we ontdekken dat er ook maaisel achter de buitenhaag past. Dat ruimt lekker op en op die plek houdt het maaisel concurrerende planten weg. Dat is precies de reden waarom we het aan de voorkant weg willen hebben. Daar mag van alles groeien en houden we het met de maaimachine onder controle.

Nog geen kikkerdril

We kletsen op ons gemak met voorbijgangers en drinken op tijd koffie. Later nemen we de tijd om eens rond te lopen. Bij de overloop van de grote poel en ook die van de zuidelijke poel is nu de meeste kans om kikkerdril te vinden. Er ligt nog niets. Komende week wordt warmer weer verwacht, dus wie weet … Op het veld westelijk van de natuurtuin zien we konijnenkeutels. Toch weer een teken van leven van dit belangrijke zoogdiertje. En vrij vers ook nog, hooguit twee dagen oud. Ik ben benieuwd wanneer we een konijn in levende zullen zien. Even verderop horen we een fazantenhaan krassen. Net als het konijn een tijd weg geweest, maar nu weer terug.

IJsvogelwand

Oma en kleinzoon komen de natuurtuin ingewandeld. Ze hebben gelezen dat we een ijsvogelwand hebben en komen die bekijken. Vorige week hebben we de laatste aanpassingen gedaan en nu is het wachten of het de vogels bevalt. We hebben een zachte winter gehad (ik ga er maar vanuit dat hij voorbij is) en dat betekent extra ijsvogels die een broedplek zoeken. We zullen het vanzelf zien. Met oud-voorzitter Kees bespreken we nog wat details van de open dag van het Gulden Land project. Die open dag is pas 5 april, maar je kunt maar beter voorbereid zijn. Dan is het echt tijd geworden en sluiten we rillend af.


Zaterdag 8 maart 2025

Het is nog steeds lenteweer. De vroege ochtend is fris, maar het warmt snel op. Ik loop zonder jas met Onderzoeker Will mee. Terwijl hij vogels telt, kijk ik naar bloeiende planten. In de natuurtuin komen planten en dieren vaak laat op gang. Vooral bij voorjaarsbloeiers valt dat op. Overal in de stad staan krokussen, narcissen en nog veel meer in bloei, maar niet hier. Zelfs het gras moet nog bijkomen van kou en nattigheid. Een groot deel van de natuurtuin ligt in de schaduw en de bodem warmt dus niet snel op.

Bonte krokus

Vlak bij de poort zie ik dan toch de eerste krokus, een Bonte krokus. Zo’n tien jaar geleden heeft de gemeente links en rechts van de toegangspoort bolgewasjes geplant. Bonte krokussen, Sneeuwklokjes en nog wat soorten. Het is nooit een succes geworden. Nu, zoveel jaar later, komen er buiten de poort een stuk of tien Bonte krokussen op. Deze ene staat binnen de poort, op een paar meter afstand van de anderen. Waarschijnlijk een zaailing: de eerste nakomeling die de wijde wereld intrekt, al is het maar een paar meter.

Vlinders zonder nectar?

Hazelaars zijn bijna allemaal uitgebloeid. Elzen zijn nog volop bezig. Bovenin hangen takken met elk honderden mannelijke katjes. De boswilg die vorige week bijna in bloei stond, staat nog steeds bijna in bloei. Hij heeft nog wat tijd nodig. We zien vandaag verschillende vlinders rondfladderen. Citroenvlinder, Dagpauwoog en Onderzoeker Will meldt een Gehakkelde aurelia. Ik vraag me af hoeveel kans deze “vroege vogels” maken om zich voort te planten. Er zijn nu nauwelijks bloemen waar ze nectar kunnen tanken. Hoelang kan een vlinder zonder eten? Collega-vlinders die zich nog een keer hebben omgedraaid op hun winterslaapplek hebben straks betere kansen.

Kraanvogels?

Rinus en ik rijden een paar kruiwagens mollengrond van het plantsoen naar een laag stuk pad. We vinden net genoeg grond om een modderpoel half te vullen. Daarna hebben we koffie verdiend. Onderzoeker Will wijst naar de lucht. “Kraanvogels”. Hij pakt zijn kijker en ziet hoog in de lucht geen kraanvogels, maar drie Blauwe reigers. Netjes in formatie, dat dan weer wel. En duidelijk op doortocht. Ik loop de container in om de camera te pakken, maar ben veel te traag. Ze zijn voorbijgevlogen. Ik kan nog net een foto maken, terwijl ze in de verte wegvliegen.

IJsvogelwand

Na de koffie werken we aan de ijsvogelwand. De meeste begroeiing hebben we weggehaald en nu steken we de verticale wand af. De kale grond moet de ijsvogels aanmoedigen om hier een nest te beginnen. De winter is zacht geweest, dus zijn er meer ijsvogels dan na een koude winter. Wanneer die op zoek gaan naar broedplaatsen zullen ze deze wand vanzelf tegenkomen. Of ze er gebruik van maken?

Kikkertrek begonnen

We lopen een laatste ronde en inspecteren de overloop van de grote poel. Hier vinden we elk jaar de eerste kikkerdril. De Bruine kikkers komen het eerst uit winterslaap en komen elkaar vooral hier tegen. Het lage water ligt pal in de voorjaarszon en warmt lekker snel op. Vandaag geen kikkerdril te zien, wel volwassen kikkers op verschillende plekken, waarschijnlijk op weg naar hun paaiplaats. Onderweg komen we oud-bestuurslid Agnes tegen. Terwijl we aan het praten zijn slokt een Blauwe reiger in het wilgenbosje een kikker naar binnen. Het zal niet zijn laatste kikkerhapje zijn, de kikkertrek is begonnen. Ik durf te wedden dat we volgende week kikkerdril vinden.


Zaterdag 1 maart 2025

Een poetsdagje, het machineonderhoud zit erop. Alles is gesmeerd, geslepen en afgesteld, maar de kappen en banden zijn nog vies en modderig. Daarna zijn we klaar voor het maaiseizoen, hoewel de eerste maaibeurt pas half mei is. Onderzoeker Will is naar de jaarlijkse bijeenkomst van de Vlinderstichting. Pieter zit in Oostenrijk en Rinus is met het IVN wilgen aan het knotten bij Kasteel Croij. De zwerfafvalploeg is op volle sterkte vandaag, vijf man sterk trekken ze de wijk in.

Stare down met reeën

Tussen het poetsen door loop ik een paar keer een rondje. In het elzenbosje staan drie reeën naar me te kijken. De grote takkenhoop ligt tussen ons in. Ik sta op het pad en de camera ligt natuurlijk nog in de container. We blijven staan en kijken naar elkaar. Wanneer reeën stilstaan zijn ze nauwelijks zichtbaar met hun grauwbruine vacht. Als je niet goed oplet, kun je er vlak langs lopen zonder iets te merken. Ik weet niet hoe lang deze reeën durven blijven staan. Ze weten dat ik naar ze kijk, maar ze weten ook dat ik ze nooit te pakken kan krijgen. Ja, dan durven ze wel. Ik laat ze kijken en loop verder naar de container. Staren ze me na, of zijn ze ervandoor gegaan toen ik me omdraaide?

Obsidentify en Merlin

Naast Herkenningsapp Obsidentify gebruik ik de laatste tijd Herkenningsapp Merlin. Obsidentify probeert een soortnaam te vinden aan de hand van een foto. Merlin herkent vooral vogelgeluiden, maar ook met een foto en zelfs een omschrijving kan hij helpen. Je wandelt of blijft zitten, je start de app en Merlin maakt een lijstje van vogels die te horen zijn. Net als Obsidentify zal Merlin niet foutloos zijn, maar het is alsof je een ervaren vogelaar bij je hebt.

Rode kelkzwam of Krulhaarkelkzwam

In het elzenbosje waar net drie reeën stonden, zie ik iets op de bodem. Een felrood ding, Obsidentify herkent een Rode kelkzwam of Krulhaarkelkzwam. Volgens mij hebben we die soort vaker gezien. Ik kijk in mijn account op Waarneming.nl: inderdaad, in 2024, 2023 en 2021 heb ik de paddenstoel ook gezien. Volgens Wikipedia zijn de twee soorten alleen met een microscoop uit elkaar te houden. Rode kelkzwam … “is in winter en vroege voorjaar te vinden op vaak bemost verterend hout op vochtige, voedselrijke grond. De aan het einde van de twintigste eeuw nog als zeldzaam te boek staande zwam werd in de jaren 2010 als vrij algemeen voorkomend beschouwd.” Hier houdt de kelkzwam zich keurig aan de ‘regels’. In het elzenbosje ligt veel bemost dood hout en is het er kletsnat. Telkens gezien in de winter of het vroege voorjaar. Dat de zwam vaker voorkomt, zou kunnen komen door modern groenbeheer. Beheerders laten veel meer dood hout liggen in het bos.

Reeën zijn meesters in verdwijnen

De drie reeën hebben het nog steeds naar de zin in de natuurtuin. Ze staan nu bovenop de heuvel langs de grote poel. Een voor een verdwijnen ze in het braambosje bij de ijsvogelwand. Ik heb dat eerder gezien gebeuren. Het is een piepklein braambosje. De reeën stappen op hun gemak naar binnen en weg zijn ze. Een paar meter bij een paar meter, niet te geloven dat hier drie reeën zitten. Toch is het zo. Reeën zijn meesters in verdwijnen.

Lenteverschijnselen

De hazelaars zijn bijna uitgebloeid. De mannelijke katjes zijn uitgerekt en wanneer ik ertegenaan tik komt er geen stuifmeel meer uit. Bij de container staan de boswilgen op springen. De takken zitten vol katjes, maar die zijn nog niet volgroeid. Madeliefjes laten zich er niet onder krijgen. Elke maand van het jaar zijn ze wel ergens bloeiend te vinden. Vandaag is de start van de Nationale Kikkerdril Telling. Ik controleer plekken waar bruine kikkers elk jaar massaal paren, maar er is nog geen activiteit. Reigers kennen die plekken ook en ze hangen heel de winter rond bij sloten en poelen. Twee weken terug zag ik een reiger die een kikker pakte. Binnenkort kunnen ze de ene na de andere kikker vangen. Bij de container tref ik een deel van de zwerfafvalploeg, ze gaan vroeg naar huis en hebben geen tijd voor koffie. Op een of andere manier loop ik de anderen ook mis en even na twaalven sluit ik maar af. Komende week wordt veel zon verwacht, de lente staat voor de deur.