Zaterdag 30 maart 2024

Een rustige ochtend. Weinig wind, grijs wolkendek, geen regen. In de loop van de ochtend klimt de temperatuur omhoog, maar de zon krijgen we niet te zien. Onze vaste vroege bezoeker heeft achterin de natuurtuin een opening in de houtwal ontdekt. Op de plek waar het wandelpad langs het elzenbosje loopt. Even later ga ik kijken. Ik kan niet zien of de opening door mensen of reeën gemaakt is. Reeën hebben vaste routes in en uit de natuurtuin. Waar ze vaak over de houtwallen gaan, ontstaan doorgangen waar na verloop van tijd ook mensen een wandelpad in herkennen.

Dode essen en een nieuw meidoornbosje

Ik zaag een paar forse takken uit een meidoorn en sleep die in de opening. Nog wat dunne boompjes half omzagen en de doorgang is verdwenen, tot de volgende keer. Reeën laten zich niet tegenhouden. De meidoornstruiken komen goed van pas. Hier achterin het elzenbosje zijn de laatste jaren forse essen omgevallen. Vooral de meidoorns hebben daarvan geprofiteerd en nu is er een nieuwe tussenverdieping tussen de bodemplanten en de kroonlaag bovenin de elzen. Langzaam ontstaat hier, geholpen door bessenetende vogels en omvallende essen, een klein meidoornbosje.

Lentebloeiers

Antoinette komt binnen en we controleren alle schepnetjes. Over een paar weken begint het excursieseizoen en dan moet alles op orde zijn. Bijna alle beschikbare data voor de excursies zijn al bezet. Na het inspectiewerk drinken we koffie en kletsen wat over Aziatische hoornaars, natuurschade door honingbijen, natuuronderwijs, bijzondere waarnemingen en nog meer. Na de koffie lopen Onderzoeker Will en ik door het lentelandschap. De (bijna) uitgebloeide Sleedoorns worden afgelost door Zoete kers, Amerikaans krentenboompje en vooral heel veel Vogelkersen. Ook in het bos ten zuiden van de natuurtuin staan een paar forse exemplaren. Achterin de natuurtuin staat een eenzame Trosvlier die uitbundiger bloeit dan ooit met de typische bolvormige groengele bloeischermen.

Nestelende waterrallen?

Bij Tinekes bankje houden we een tijdje een Pimpelmees in de gaten die druk bezig is met het inrichten van een nestkast. In verrassend tempo vliegt het vogeltje af en aan, telkens nieuw pluizig nestmateriaal naar binnen wekend. De pimpelmees niet een speciale vindplaats voor zijn spullen. Hij of zij vliegt links en rechts door de takken vlak bij de nestkast en telkens is in een mum van tijd is iets bruikbaars gevonden. Vanuit een van de rietkragen klinkt een schril piepgeluid. We herkennen een Waterral. Eerder dit jaar hebben we hem ook horen roepen. Een Waterral houdt zijn leven het liefst verborgen. De vogel laat zich niet vaak zien. In de natuurtuin hebben we hem alleen een paar keer op de wildcamera gehad. Nu horen we hem weer eens, en wat nog mooier is: verderop klinkt de roep van nog een Waterral. Zal de schuwe vogel dit jaar in de natuurtuin broeden?

Onverwachte vangsten in de grote poel

Na een ronde buitenom de natuurtuin ontmoeten we een paar bezoekers. Moeder, dochter en later komt vader erbij. Ze hebben schepnetjes en plastic bakken bij zich. Een goed idee. Ik haal meteen een paar netjes van ons en we gaan met zijn allen waterbeestjes scheppen. Zo vroeg in het seizoen verwacht ik er niet veel van, maar dat pakt anders uit. Binnen de kortste keren vangen we een salamanderlarve en niet lang daarna twee forse mannen van de gewone watersalamander! Zo snel achter elkaar zulke vangsten, dat wijst erop dat er veel salamanders moeten zitten. Die vangen we niet, wel veel klein kriebelspul dat net uit het ei is gekomen en een grote Spinnende watertor. Een onverwacht leuke afsluiting van de ochtend. Nadat de bezoekers vertrokken zijn bestuderen we vanaf Tinekes bankje nog een tijdje de grote poel, maar de Waterral laat zich niet meer horen.

Zaterdag 23 maart 2024

Maart, dus: zon in een helblauwe hemel, afgewisseld door grauwe luchten met kille windvlagen, regen en hagel. Nu genieten we van een warm voorjaarszonnetje en dan rennen we naar de container voor de zoveelste maartse bui. Een zwart-witte kat zit op een omgevallen boomstam rustig te genieten van het lentezonnetje. Wanneer de eerste bui van de ochtend naar beneden komt, rent hij, netjes via de poort, richting woonhuizen. In het ondergelopen wilgenbosje probeert een ree ongezien weg te komen. Voorzichtig stappend om geen plonsgeluiden te maken. Vier dikke ganzen midden op de grote poel zijn minder verlegen en doen geen moeite zich te verbergen. Pas wanneer ik de houten brug op loop vliegen ze luid kwakend weg.

Hongerige reeën en scouts die niet van regen houden

Er is maar een klein klusje te doen vandaag. De betonroosters die nog los aan de schroeven hangen moeten met ijzerdraad vastgebonden worden. Wanneer dat gebeurd is, zit het werk van vandaag er weer op. Thuis heb ik een stuk of twintig stekken Klimop in het water staan. Wanneer die wortel hebben geschoten, planten we ze langs de containerwand en schermen ze af tegen hongerige reeën. Antoinette komt binnen en sjouwt educatief materiaal naar verschillende plekken in de natuurtuin. De scouting heeft een opdrachtentocht door De Bundertjes en de natuurtuin is een van de haltes. De scoutjes moeten opdrachten uitvoeren en krijgen van alles te horen over wilde dieren. Antoinette is halverwege de voorbereidingen wanneer de scoutleiding opbelt om af te zeggen. Ze vinden het weer te slecht voor zo’n openlucht-onderneming. Ik help haar een handje terwijl ze mopperend alle spullen ophaalt en weer naar de auto brengt.

Kikkervisjes en Buizerds

Er komen ook nog andere bezoekers. Rinus en Natasja begeleiden een cursusgroepje van het IVN dat een wandeling door De Bundertjes maakt. Ze starten bij onze poort en als afsluiter van de wandeling maken ze een rondje door de natuurtuin. Voor het zover is kunnen Onderzoeker Will en ik nog wat rondstruinen. We zien dat de kikkerdril die vorige week nog intact was, nu uit elkaar gevallen is. Duizenden kersverse kikkervisjes hangen op de overblijfselen van de dril rond, wachtend tot de zon ze verder opwarmt. Enkele visjes wagen zich al verder in het water van de ondiepe poeltjes. Boven onze hoofden gekrijs. Drie Buizerds zwieren door de winderige lucht. Kraaien zijn niet te zien. Normaal laten ze geen gelegenheid voorbijgaan om een passerende Buizerd te jennen, maar nu zijn ze te druk met hun eigen nesten. En drie Buizerds zijn misschien te veel om ruzie mee te zoeken.

Dode kikker en rijpe slijmzwam

Op een van de ondergelopen paden ligt een dode kikker. Waardoor hij gesneuveld is valt niet te zeggen. Hij ziet er opvallend gaaf uit, behalve dan dat hij op zijn rug ligt en een ongezond opgeblazen buik heeft. We laten hem liggen. Straks komt er vast iemand langs die hem de moeite waard vindt. De Slijmzwam, die twee weken geleden nog leek op een dikke blob witte pudding, ziet er nu uit als een oude stofzak. Bruin opgedroogd en door de wind uiteen gescheurd hangen de flarden aan de boomstam. Wanneer ik er tegenaan tik vliegt een wolk bruine sporen door de lucht.

Rondleiding loopt uit

Het IVN-clubje komt laat binnen. Ook zij hebben voor de maartse buien moeten schuilen. Het wordt een korte rondleiding. We vertellen over de doelen van de natuurtuin, bekijken de kikkervisjes die we hebben ontdekt, houtstapel in het berkenbosje en het uitzicht op de heuvel bij de ingang. Nog steeds vormen modder en water een onneembare barrière voor wandelaars zonder laarzen, dus verder dan het relatief droge deel aan de voorkant komen we niet. Erg is dat niet, want er is genoeg te vertellen wat er op dit deel van de natuurtuin is te zien. Veel later dan gepland eindigt de rondleiding en spreken we af dat de bezoekers later in het seizoen nog eens op bezoek komen.


Zaterdag 16 maart 2024

Een frisse ochtend met te weinig zon en zelfs een beetje regen. Toch is de natuurtuin vol levendigheid. In het berkenbosje rent een eekhoorn omhoog en omlaag door de boomtoppen alsof de zwaartekracht is afgeschaft. Verderop laat een Groene specht zich fotograferen. Dat is best bijzonder. Normaal zie ik een Groene specht alleen wanneer hij overvliegt of toevallig voorbijkomt op de wildcamera. Deze keer heeft hij geen haast en kijkt op zijn gemak rond. Gedrag dat ik niet vaak zie bij deze vogel. Deze week heb ik weer een haas zien wegsprinten. Het lijkt erop dat hij zich goed thuis voelt tussen de ruigtes van de natuurtuin.

Nieuwe paaiplaats voor Bruine kikkers werkt!

De Bruine kikkers zitten niet stil. In de overloop van de grote poel liggen ruim honderd eierklompen. Ook in de tijdelijke poeltjes van zuidelijke strook wordt dril afgezet. We hebben de oeverzone van de zuidelijke poel speciaal voor dit doel uitgebreid en dat is gelukt! Het ondiepe water is snel opgewarmd en dat weten de kikkers te waarderen. Een beetje te goed zelfs, want ook in plasjes die geen verbinding hebben met de poel ligt nu dril. De eitjes zullen wel uitkomen, maar ik verwacht dat de plasjes droogvallen voordat de jonge kikkertjes het land op kunnen. Ook de uitgegraven oeverzone valt droog, maar als dat gebeurt kunnen de kikkervisjes de poel inzwemmen.

Opknappen container bijna klaar

Het werk aan de westkant van de container schiet goed op. Het plan is omgegooid want de houten plankjes bleken overbodig. De stukken betongaas hangen nu direct aan schroeven op de containerwand. Ze moeten alleen nog met ijzerdraad worden vastgezet. Ik heb wat stekken van klimop verzameld en zet die thuis in het water. Over een paar weken hebben ze wortels en kunnen we ze planten. Het onderste deel van de planten schermen we af met de schermen die we over hebben. De reeën zijn klimop veel te lekker gaan vinden. Op alle plekken waar de plant groeit is de onderste meter kaalgevreten.

Infobord

Vandaag nemen we het infobord aan de ingang onder handen. Ik heb montagekit bij me en plak de platen opnieuw vast aan het frame. Terwijl de kit uithardt maken we het bord met water schoon. Het staat er al tien jaar en is nog nooit schoongemaakt. Wanneer we bezig zijn, valt pas op hoe smoezelig het is geworden van de algen en het stof. Na een uurtje ijverig poetsen en kletsen is het bord zoInfobord schoon dat het er vast opnieuw tien jaar tegen kan.

Witte zak rupsen of pudding?

Vorige week ontdekte ik een witte blob op een boom in het elzenbosje. Een Slijmzwam, die we wel vaker tegenkomen op boomstammen. De blob was zacht en uitgezakt zodat wat weg had van een witte zak,zoals een nest rupsen of zo. Vandaag is de witte zak bruin en uitgehard. Nog even, dan barst hij open en laat zijn sporen vrij. Even eronder is een nieuwe witte blob ontstaan. Mijn vinger drukt er zo in, net pudding. Ik weet niet of Slijmzwammen een speciaal seizoen hebben voor het produceren van sporen. Volgens mij zie ik ze net zo vaak in de zomer als in de winter of het voorjaar. Misschien dat het per soort verschillend is.

Laatste wilgenstekken

Nadat we met een kop koffie zijn bijgekomen van het poetswerk aan het infobord gaan we de laatste wilgentakken planten. Het is even zoeken naar een geschikte plek, maar dan komen we op het idee van de regenwatersloot die langs de natuurtuin loopt. Daar hebben we nog nooit iets gezet, maar de wilgjes staan hier straks op een goede natte plek. We houden ze laag om inkijk in de natuurtuin te houden en de snoeitakken die we oogsten komen goed van pas in de houtwal erachter. Na dit klusje ploeteren we nog een modderige ronde door de natuurtuin en sluiten de ochtend af.


Zaterdag 9 maart 2024

Het wordt een zachte, zonnige dag. Ik ben net op tijd bij de poort voor een mooi uitzicht op de opkomende zon. Zoals gewoonlijk is het nog stil op straat en missen de meeste mensen dit mooie moment. Iets later is de sfeerverlichting weer weg. Geeft niet, verrassingen genoeg vandaag. Bij de noordelijke poel schiet een grauwbruine schicht weg. Wat een kleine ree, denk ik even. De schicht galoppeert naar het elzenbosje en ik heb een paar seconden om te beseffen dat ik naar een vluchtende haas sta te kijken. Sinds vorig jaar komt hij wel eens op de wildcamera, maar het is zeker twintig jaar geleden dat voor het laatst een haas “live” in de natuurtuin heb gezien. Hij hield zich verborgen in de ruigte bij de noordelijke poel. Weer een aanwijzing hoe belangrijk rommelhoekjes zijn.

Kikkerdril en kwelwater

Iets verderop is de overloop van de grote poel gevuld met kikkerdril. Elk jaar zetten Bruine kikkers op deze plek de meeste dril af. Het ondiepe water wordt door de lentezon precies op tijd op temperatuur gebracht. De eitjes ontwikkelen zich snel en de meeste kikkervisjes zijn straks weg gezwommen voordat de overloop droog valt. Op de paden staan nog wat plassen water. Geen regenwater, maar kwelwater dat vanuit de grond wordt opgedrukt. Door het ijzergehalte en de bacteriën die daar op afkomen lijkt het op een olielekkage. Hoewel het er smerig uitziet, is dit kwelwater juist goed voor bijzondere beekdalplanten die hier voorkomen.

Container opknappen

Rinus is in het centrum van Helmond een eik aan het planten met de bomenwerkgroep. In de natuurtuin is ook deze maand nog niet veel te doen. Afgelopen week heb ik de westkant van de container gestript. De houten betimmering begon los te laten. Nu ligt alles eraf. Een deel van de planken gebruiken we opnieuw. Met Onderzoeker Will zaag ik een stuk of vijftien korte stukken. Die gaan we op de container schroeven en daarop zetten we stroken kippengaas vast. We laten de wand begroeien met klimop en misschien nog een andere klimplant. Vandaag komen we niet verder dan zagen, want we hebben geen boor bij ons.

Bamboe, Riet en Braam voor het Insectenlab

In het insectenlab liggen sinds dit jaar ook een paar bundeltjes bamboe. Vandaag komen daar nog wat experimentjes bij. We zoeken dikke rietstengels bij elkaar en een nog dikkere braamstengel. Alle stengels knippen we in stukken van ongeveer twintig centimeter. We maken bundeltjes en versterken die met tiewraps. Vier bundeltjes riet en een bundeltje braam. We zijn benieuwd of deze materialen in de smaak vallen bij de metselbijen. Ik heb twijfels over de braam. De braamstengels zijn massief gevuld met merg. Het riet en de bamboe zijn veel opener. Dat lijkt me veel aantrekkelijker voor een metselbij, maar het zal niet de eerste keer zijn dat we door de realiteit worden verrast. We zullen het vanzelf zien.

Waaiermot houdt van Wilde kamperfoelie

Op een van de houtblokken in het insectenlab landt een nachtvlindertje. Hij wil zich opwarmen en blijft lang genoeg zitten voor een foto. Obsidentify zegt dat het een Waaiermot is. Het blijkt geen toeval dat we hem hier zien. De volwassen mot heeft ergens overwinterd en is nu klaar om zich voort te planten. De rupsen gebruiken vooral kamperfoelie als waardplant. Ze schijnen het liefst van de nog ongeopende bloemknoppen te eten. Vlakbij groeien Wilde kamperfoelies, dus de Waaiermot (ook vaak Kamperfoeliemot genoemd) zit hier wel goed.

Eendeneieren op de grond

In het berkenbosje vliegt een wilde eend luid kwakend op. We zijn per ongeluk te dicht bij haar nest gekomen. Er liggen nog vijf eieren. Een zesde ei ligt ernaast, open gepikt. We vinden al twee weken leeggegeten eendeneieren. Er zitten hier minstens twee koppels wilde eenden. Zo te zien broeden ze voornamelijk voor de liefhebbers van eendenei. Wilde dieren zijn niet sentimenteel. De eenden gaan door totdat ze een succesvol nest hebben. Hun belagers doen dat ook en zorgen er tegelijk voor dat er niet te veel eenden komen.

Nijlganzen zoeken het hogerop

Twee Nijlganzen pakken het broeden anders aan. Ze maken geen nest op de grond, maar hebben een oud kraaiennest gekraakt. Nijlganzen maken een hoop herrie. Na veel lawaaierige rondjes landt een van de twee onhandig op het nest. Het is een koddig gezicht, die grote lomperiken tussen de hoge, dunne takken. Toch is het de vraag of de ganzen succesvoller zullen zijn dan de eenden op de grond. Het is al eens gebeurd dat ze door kraaien werden verjaagd. Het wordt een spannend voorjaar!


Zaterdag 2 maart 2024

Het is droog, zonnig, de hele ochtend en waarschijnlijk de hele week, eindelijk. Ik ben een half uurtje vroeger opgestaan. Een heldere lucht met restanten vocht geven vaak een mooie zonsopkomst en daar moet je op tijd bij zijn. Het water is aan het zakken. De paden zijn nog steeds modderpoelen, maar de houten brug is weer boven water gekomen. Langs de zuidelijke poel piepen roze bloeistengels van Groot hoefblad boven het strooisel uit. Verderop gele bloemen van het Speenkruid. Tientallen en dat worden er nog veel meer. Onder het bord bij de ingang komen Bonte krokussen op. Een restantje van een gemeentelijk zaaiproject, jaren geleden.

Planken of Klimop

Eigenlijk wil ik de planken aan de oostkant van de container eraf halen. Ze beginnen steeds losser te zitten en we hebben het er over gehad wat er mee te doen. Ze hebben geen echte functie en zijn alleen voor de sier bedoeld. Eronder zit de buitenkant van de oude scheepscontainer. Opnieuw vastschroeven en verven is veel werk en eigenlijk zinloze milieubelasting. Mijn plan is om de planken weg te halen en de betonroosters die we nog hebben liggen er tegenaan te schroeven. De wand kan begroeien met Klimop en/of andere inheemse klimplanten. De lelijke containerwand is dan weer afgedekt en tussen de klimplanten kan weer van alles gebeuren. Bovendien hoeven we een klimplant niet te verven.

Nog een boom omzagen

Ik heb een plank los (viel eigenlijk vanzelf eraf toen ik hem aanraakte) wanneer onze vaste bezoeker binnenkomt. We hebben het over de scheve boom op de rand van de regenwatersloot. Afgelopen week is hij samen met een andere slootboom die was omgewaaid opgeruimd. Aan onze kant van de sloot staat nog een boom in het talud. Ook die is behoorlijk scheef. En, merkt onze bezoeker op, van onderen rot. We gaan kijken en inderdaad, een groot gat waar een of ander dier (Specht?) al in heeft zitten hakken. De accukettingzaag doet weer goed werk. De boom ligt snel om, ik zaag de takken los en de stam in stukken. Intussen komt Rinus helpen en samen ruimen we de rommel op. Onderzoeker Will is deze week ergens anders bezig. De meeste takken werken we daar in de houtwal. Twee kruiwagens met stammen vormen nu een stapeltje langs het wilgenbosje.

Eerste kikkerdril van het jaar

Ons werk trekt de nodige aandacht van voorbijgangers en we zijn drukker met gezellige gesprekken dan met opruimen. Toch hebben we koffie verdiend. Het mooie weer trekt meer natuurliefhebbers. De twee jonge vogelaars die vaker langskomen hebben laarzen aangetrokken en gaan een ronde door de natte natuurtuin wagen. Wat later komt een paar met twee kinderen binnen. Ook zij zijn hier niet voor het eerst en eigenlijk willen de kinderen graag waterbeestjes vangen. Het zal nog een paar weken duren voordat het waterleven op gang komt, maar een kort wandelingetje levert mooie verrassingen op. Ik hoor dat ze kikkerdril hebben gevonden. Inderdaad liggen er twee klonten in een ondiepe plas. Geen slimme plek om kikkerdril af te zetten. De temperatuur zal goed zijn, maar over een week ligt dit plasje droog. Ik pak een blob en laat de kinderen hem vasthouden. Dikke pret! Naderhand gaat de blob naar een kansrijkere plek aan de rand van de zuidelijke poel.

De lente maakt een vliegende start

De kikkerdril is alweer een aanwijzing dat de lente begonnen is. Tenminste, wat de dieren betreft. Wie weet krijgen we nog een paar weken vorst. Het zou niet de eerste keer zijn dat de winter voor een late verrassing zorgt. Toch hebben we al padden gezien en de Bruine kikker gehoord. Op de paden vinden we vandaag twee eieren. We denken dat ze van de eenden zijn die al een paar weken in de natuurtuin rondhangen. De eieren zijn kapot en leeg. Aan de beschadigingen van de schaal te zien is een vogel de dader. Een die groot genoeg is om een eendenei op te pakken. Kraai, Gaai, Ekster, ze zouden het allemaal doen als ze de kans krijgen. Een reiger landt in de lage graslandjes. Ook die weet dat het lente is en voor hem betekent dat kikkerseizoen! Tegen twaalven komen de mensen van de zwerfafvalploeg binnengedruppeld. Het nieuwe seizoen betekent ook: volle afvalzakken. Ook de lente heeft minder mooie kanten.