Zaterdag 24 februari 2024
Het is fris en een groot deel van de ochtend valt lichte regen. Later prikt een dun zonnetje door de wolken. Meteen bij de poort zie ik witte veertjes in het gras. Een kleine vogel geëindigd als maaltijd? O nee, het zijn plukjes konijnenvacht. Heeft iemand een konijn buitgemaakt? Een konijn dat de eigen wintervacht plukt, voor een nest misschien? Of is er een vechtpartij geweest? Dat zou ook kunnen. Er gebeurt veel in de natuurtuin wanneer we er niet zijn. Langs de container ligt een gedeelte van een vleugel. Grote zwarte veren. Een kraai heeft niet goed genoeg opgelet. Een vleeseter wel.
Maaisel door de modder
Het maaisel bovenop de heuvel bij de grote poel moet worden opgeruimd. De paden zijn nog even modderig als vorige week. De eerste kruiwagen breng ik naar de houtstapel in het berkenbosje. Het pad erheen staat nog steeds onder water. Het komt bijna over mijn laarzen terwijl ik de kruiwagen over de slappe bodem duw. Ik haal het zonder natte voeten, maar de rest gaat naar het elzenbosje. De weg daarheen is lang en modderig. Veel duwen en trekken, maar zonder gevaar voor overstroomde laarzen. Alles bij elkaar haal ik in vijf keer alle maaisel weg.
Fazanthaan en rommel opruimen
Onderzoeker Wil is vandaag naar een bijeenkomst van het Wantsengenootschap, maar bij de laatste kruiwagen kom ik Rinus tegen. Hij helpt met duwen en daarna pauzeren we bij de container. Het begint iets te hard te regenen. Beschut door de container wachten we met een kop koffie tot de bui verder trekt. Op de heuvel bij de ingang zien we een fazanthaan. Op zijn gemak struint hij het grasland af op zoek naar iets eetbaars. Ondertussen houdt hij ons goed in de gaten, klaar om weg te vliegen. Het lijkt er op dat de fazant hier een vaste stek heeft. Ook op de wildcamera hebben we hem gezien. Wie weet zijn er ook fazantenvrouwen in de buurt. Na een tijdje stelt Rinus voor om een stapeltje afvalhout dat bij de container ligt mee te nemen. Hij heeft er een goede bestemming voor. Hij neemt meteen een kapot vogelhuisje en een kapotte vleermuizenkast mee die de IVN-vogelwerkgroep gaat repareren. We vinden ook nog een oude grastrimmer. Ooit werd die in de voormalige kruidentuin gebruikt om onkruid tussen de tegels te bestrijden. Nu gaat hij naar de broer van Rinus. Die kan hem misschien nog opknappen.
Wilgen stekken aan de voorkant
Het is bijna droog en we gaan verder met de wilgenstekken. Ik sjouw ze uit het water, terwijl Rinus begint met gaten boren. Ik zet ze in de grond en stamp ze aan. Zo zijn we een tijdje bezig. Ondertussen komt oud-voorzitter Kees langs en wanneer we alle stekken in de grond hebben wandelt oud-bestuurslid Agnes binnen. Er wordt veel gekletst vandaag, maar alle stekken staan in de grond. Er is nog plek genoeg over. We zullen zien of we nog een paar struiken snoeien. Voor vandaag zit het er op.
Kerspruim
Ik maak nog snel een foto van de Kerspruim bij het insectenlab. Elk jaar staat deze struik als eerste in bloei. Eigenlijk te vroeg, want er vliegen nog nauwelijks bestuivers rond. Ondanks de bloemenzee komen er zelden vruchten aan deze struik. Over een paar weken beginnen de Sleedoorns (Prunus spinosa). Die zijn nauw verwant met de Kerspruim (Prunus cerasifera), maar beter aangepast aan het Nederlandse voorjaar. Later in het seizoen hangen ze vaak vol vruchten. Onze Kerspruim is lang geleden geplant bij een mislukte poging om hier fruit te kweken. Hij diende als onderstam van een pruim die door een vandaal werd vernield. Onbedoeld kreeg de kerspruim zo een mooie nieuwe rol als officiële aankondiger van het bloeiseizoen!
Zaterdag 17 februari 2024
Half februari en de lente lijkt begonnen, morgen kan hij weer voorbij zijn. Onze vaste bezoeker houdt zelfs rekening met vorst in maart, net als vorig jaar. Vandaag is het zacht, maar zonder zon. Dinsdag heb ik met de bosmaaier de noordkant van de heuvel bij de grote poel gemaaid. De heuvel is aan deze kant een paar jaar niet gemaaid en de eerste bramen zijn verschenen. Tijd voor een snoeibeurt. Tijdens het maaisel harken verstoor ik een pad. Hij houdt zich stil, maar ik heb hem gezien en hij gaat op de foto. De eerste amfibie van het seizoen!
Maaisel
Ik hark het maaisel uit het water en van de helling naar bovenop de heuvel. Daar blijft het drogen tot volgende week. Als we geluk hebben zijn de paden dan minder modderig. Het maaisel moet op een van de houtstapels komen. Het berkenbosje is het dichtst bij, maar het pad daar naartoe staat tot halverwege de knieën onder water. Niet handig om met een volle kruiwagen door te gaan. Optie twee is over het modderpad en de gladde brug naar het elzenbosje. De omstandigheden maken ons kluswerk niet makkelijker.
Mollen tellen
Ik loop met Onderzoeker Will een ronde door de natuurtuin en een stukje daarbuiten. Het is mollentelweekend en wij doen mee. We zien natuurlijk geen enkele mol. Dat is ook niet de bedoeling van de mollentelling. Je kunt het aantal mollen alleen schatten door groepen molshopen te tellen. Op het grasveld voor de natuurtuin zijn tientallen molshopen. Dat is gedaan door een mol (misschien twee, omdat het nu paartijd is). We zoeken nu molshopen die minstens dertig meter van elkaar liggen. Verderop in de zuidelijke strook vinden we een kleine verzameling. Aan de achterkant bij de knotwilgen nog een. Het grote diepe veld naast de natuurtuin staat natuurlijk onder water. Aan de rand vinden we nog een geïsoleerde groep molshopen. We sturen de vier locaties naar Waarneming.nl en zijn tevreden over onze goede daad.
Bezoekende vogelaars en insectenlab nog in rust
Penningmeester Ton is op bezoek en tijdens het koffiedrinken komen twee bezoekers binnengewandeld. Ze zijn al vaker geweest en nieuwsgierig naar de vogels die vandaag te vinden zijn. Ze lopen een rondje voor zover hun schoenen dat toelaten. Later komen we ze bij het elzenbosje weer tegen. Terwijl ze met Onderzoeker Will vogelervaringen uitwisselen, neem ik een kijkje in het insectenlab. Er zijn nog geen metselbijen actief. Dat zou ook niet goed zijn, want zelfs de Kerspruim moet nog in bloei komen. In de oude vlinder- en vogelhuisjes vind ik een paar dode wespen, een keverschildje, lijkjes van pissebedden en overblijfsels van onduidelijke insecten. Het lijken me geen goede winterschuilplaatsen, misschien staan ze niet beschut genoeg.
Aangenaam verrast door Boa’s
Wanneer we bij de container staan, komen twee Boa’s aangelopen. Ik heb een melding gedaan van tuinafval dat bij ons gedumpt is. Iemand heeft struiken opgeruimd en vond het een goed idee om die bij ons op de houtwal te gooien. We zijn verbaasd over de snelle reactie en dat ze willen uitzoeken wie het gedaan heeft. De Boa’s hebben een vermoeden uit welke tuin de struiken komen en gaan op onderzoek uit. Terwijl ik met Onderzoeker Will een rondje loop gaat mijn telefoon. Een van de Boa’s meldt dat duidelijk is wie het afval gedumpt heeft en dat die persoon een week krijgt om het op te ruimen. Een paar minuten later krijg ik een automatische mail van de gemeente waarin staat dat mijn melding in behandeling is. Aangenaam verrast door dit snelle en succesvolle optreden sluiten we de ochtend weer af.
Zaterdag 10 februari 2024
Een lenteachtige ochtend in februari. Rond tien graden, geen wind. Later komt de zon bijna door het wolkendek. Er is regen gevallen en de natuurtuin is weer natter. Gisteren heb ik de gazonmaaier teruggebracht. Hij is gerepareerd en klaar voor gebruik. Carburateur schoongemaakt, nieuwe pakkingen, toerental afgesteld, mes geslepen en uitgebalanceerd, olie ververst en het gammele handvat met twee bouten vastgezet. De messenbalk van de oude balkmaaier heeft slijtage en heb ik meegenomen. Deze week ga ik hem schoonmaken en repareren.
Modder en koffie
Verder waar we vorige week zijn gebleven. Ik snoei een wilgenstruik langs de grote poel kort boven het water af (ook hier staat alles blank). We sleuren de takkenbossen over het modderpad naar voren. Wanneer alles op het dijkje ligt gaan we koffie drinken. Stagiaire Max komt even langs met zijn moeder. Hij moet nog wat papieren invullen van de maatschappelijke stage van vorig jaar. Ik loop met hem een rondje door de modder en laat zien hoe hoog het water staat. Intussen legt Onderzoeker Will aan moeder van alles uit over het onderzoekswerk.
Levende paaltjes
Nadat we afscheid hebben genomen gaan we verder met de wilgentakken. Takken die dik genoeg zijn knippen we los en gaan op stapeltjes. Ze gaan dienen als paaltjes. De losse rommel gebruiken we om de houtwal aan te vullen. Wanneer alles is opgeruimd besluiten we dat we genoeg hebben gedaan voor deze week. Volgende week planten we de paaltjes langs de houtwal. De bedoeling is dat ze aangroeien en levende paaltjes worden die niet wegrotten. Het is natuurlijk de vraag of ze hier op deze relatief droge plek overleven, maar dat merken we vanzelf.
Goudhaantje en Vuurgoudhaantje
Onderzoeker Will neemt me mee naar achteren waar hij vanmorgen een Goudhaantje en een Vuurgoudhaantje heeft gezien. Als ze er nog zitten kunnen we proberen foto’s te maken. We zien er een. Het vogeltje schiet van tak naar tak en jaagt op insecten die tevoorschijn komen. Door alle bomen en takken moet ik met de hand scherpstellen. Ik krijg het beweeglijke beestje nauwelijks goed in beeld. Even verderop zit er nog een. Alweer zo’n beweeglijke insectenjager. Ik jaag op mijn beurt met de zoeker het Goudhaantje achterna. Links, rechts, voor, achter, hoog, laag, scherpstellen en knippen. Thuis gekomen kan ik de beelden vergroten en naar Waarneming.nl sturen. Het zijn wazige foto’s, maar voor de automatische beeldherkenning voldoende. Het eerste vogeltje was een Vuurgoudhaantje en het tweede een Goudhaantje. Een leuk sluitstuk van een vroege voorjaarsochtend.
Zaterdag 3 februari 2024
Gaat het regenen of blijft het droog? Het is de vraag van vandaag. Echt nat worden we uiteindelijk niet. Het water in de natuurtuin is gezakt. De lage stukken staan nog vol water, maar steeds meer delen vallen droog. Eigenlijk kun je beter zeggen dat ze veranderen in modder. De donkere bodem met dode plantenresten ziet er triest uit en dat zal nog even duren. De lente is nog ver weg. Bovendien wordt komende week veel regen verwacht, misschien staat volgende week alles opnieuw onder water.
Nieuwe wilgenrij
Onderzoeker Will is vandaag naar een bijeenkomst. Ik overleg met Rinus wat we kunnen doen. Gezien de omstandigheden blijven we aan de droge voorkant werken. We versterken de houtwal door elke twee meter een wilgentak in de grond te steken. Ze moeten aangroeien en zodoende levende paaltjes vormen die niet wegrotten. Om de paar jaar zullen ze takken leveren waarmee de houtwal kan worden aangevuld. We maken een paar voettochten over de modderpaden naar de wilgen verderop. We zoveel takken af als we kunnen wegslepen. Op het dijkje bij de houtwal knippen we zijtakken weg. De stammetjes zagen we af op zo’n anderhalve meter. Rinus boort gaten en ik werk de stammetjes in de grond. Na een tijdje hebben we vanaf de container tot de poort een mooi rijtje stammetjes staan. Ik knip ze af tot op gelijke hoogte. We fatsoeneren nog een paar scheefgezakte palen en gaan volgende week verder.
Tweeslachtig, eenslachtig, tweehuizig, eenhuizig
Terwijl de zwerfafvalploeg na hun goede werk koffie drinkt, lopen we nog een halve ronde door de natuurtuin. We bekijken de staat van de essen (die is slecht) en bij een Kardinaalsmuts vragen we ons af of sommige stammen van een andere struik zijn. We zijn er nog steeds uit. Ondertussen discussiëren we over begrippen als tweehuizig en tweeslachtig. De discussie verwart ons zodat we het meteen opzoeken. Een plant (dus ook struiken en bomen) is eenhuizig wanneer de mannelijke en de vrouwelijke bloemen op dezelfde plant zitten. Wanneer vrouwelijke en mannelijke bloemen op verschillende planten bloeien, dan is die plantensoort tweehuizig (mannen in het ene huis en vrouwen in het andere huis). Je hebt bijvoorbeeld mannelijke en vrouwelijke brandnetels. Een bloem kan eenslachtig of tweeslachtig zijn. Wanneer een bloem alleen vrouwelijke of alleen mannelijke organen heeft, dan is de bloem eenslachtig. Tweeslachtige bloemen hebben zowel de mannelijke als de vrouwelijke organen. Het grappige van dit soort indelingen is dat ze door mensen zijn verzonnen om de wereld om ons heen een beetje te ordenen. Planten geven niets om onze indelingen en deze “regels” worden vaak “overtreden”. Terug bij de container heeft blijkt de zwerfafvalploeg al naar huis en sluiten wij ook maar af.