Weekverslag van Stan, december 2022

Zaterdag 31 december 2022

Het moet niet veel gekker worden. Twee weken geleden liepen we door de sneeuw en keken we naar het ijs op de poelen. Vandaag kunnen we nog net niet in ons T-shirt rondlopen. Eigenlijk willen we vandaag nog een eik kappen. Het waait hard en dat maakt het te gevaarlijk. We doen vandaag noodgedwongen rustig aan. Wanneer ik het elzenbosje inloop om de wildcamera op te halen, zie ik een ree wegschieten. Onderzoeker Will ziet hem kort daarna in de buurt van de ingang. Weer iets later loopt hij uit het berkenbosje, door de overloop terug richting elzenbosje. Op zoek naar een rustige schuilplaats. Vroege vuurwerkliefhebbers zijn al uit bed en in alle richtingen neemt de onrust toe.

moerassige lage landjes
Onderzoeker Will en een bezoeker
Ree zoekt zijn rust

Gevallen boom

Het heeft weer flink geregend. Op alle lage veldjes staat water en de poelen zijn gegroeid. Eindelijk ziet de natuurtuin er weer een beetje uit als een moeras. Een dode els uit de hazelaarstrook is in de natuurtuin gevallen. Ik had verwacht meer omgewaaide bomen te zien, maar dit is de enige. De gevallen boom (eigenlijk alleen nog maar een stam) stond tussen andere geringde bomen die ook steeds verder aftakelen. We blijven niet lang kijken want ze zien er niet stabiel uit.

Jonge buizerd

Ik ben benieuwd welk dier de houtduif heeft opgegeten die we vorige week hebben gevonden. De wildcamera wijst de dader meteen aan: een jonge Buizerd. Goed idee van Onderzoeker Will om het duivenlijk vast te binden. Verschillende keren probeert de Buizerd met de buit weg te vliegen, maar moet hem noodgedwongen voor de camera opeten. Ik vraag me af hoe de vogel er achter is gekomen dat hier een maaltijd op hem wacht. Zou hij vanuit de lucht de duif gevonden hebben? Zou kunnen, nu de bomen geen bladeren meer hebben. Toch sterk dat hij dan zo’n kleine verandering op de bodem tussen alle bomen en struiken opmerkt.

Hazelaar katjes
Jonge Buizerd bij zijn buit.
Hazelaarstrook bijna in bloei.

Lenteverschijnselen in de winter

Na koffie met koude appelbeignets lopen we weer eens een ronde rondom de natuurtuin. Het wandelpad is een dijkje geworden met links en rechts water. We lopen door richting de ijsbaan, nu een watervlakte. Op de terugweg zien we ineens drie donkerbruine eekhoorns moeiteloos achter elkaar aanjagend door de struiken en boomstammen. Het warme weer heeft ze uit de winterrust gehaald en nu spelen ze lente. Of dat verstandig is, weet ik niet. Veel Hazelaars hebben de takken vol mannelijke katjes en sommigen zijn al open aan het gaan. De zonnige zuidkant van de hazelaarstrook is licht groengeel van de katjes. Het is normaal dat Hazelaar in de eerste maanden van het jaar bloeit. Nu is hij wel erg vroeg.

Acrobatische vogels

De combinatie harde wind met vuurwerk brengt allerlei vogels in de lucht. Een groep kauwen lijkt er plezier in te hebben. Luid kauwend zwiert de troep door de lucht. Sijzen zijn veel bescheidener vogeltjes, maar als groep stunten ze nog beter dan de kauwen. Met tientallen suizen ze op volle snelheid tussen wiegende takken en boomkronen door. Terwijl we het elzenbosje passeren trekken we de aandacht van een paar staartmezen. Nieuwsgierig hoppen ze van struik tot struik en lijken in onze buurt te blijven. Wanneer we de veldjes oplopen volgen ze ons niet meer.

Zwammen op oude wilgenstronk
Denkend aan kikkers?
Nieuwsgierige Staartmees.

Ook reiger heeft lente ideeën

Toen we de natuurtuin uitliepen, toen we terugkwamen en nu nog steeds staat een reiger op de houten brug. Waarom hij daar staat is me niet duidelijk. Hij loert niet naar het water om iets te vangen. Hij zou er vanaf de brug niet eens bij kunnen. Hij staat maar wat te kijken. Misschien geniet hij van het weer of hoopt hij op kikkers die te vroeg uit winterslaap worden gewekt. Een onwerkelijke winterdag.

Zaterdag 24 december 2022

Vorige week lijkt wel een jaar geleden. Sneeuw, ijs en koude wind zijn veranderd in groen gras en plassen water bij een dikke tien graden. Later komt zelfs een dun zonnetje door. De vogels zijn anders. Vorige week nauwelijks een piepje te horen. Vandaag overal gefluit, geroep en gekras. Een koppeltje Pimpelmezen maakt het helemaal bont en is druk bezig rondom de nestkast bij de container.

Paardenbloem (bijna) in bloei in december
Pimpelmees bij nestkast
Noordelijke poel

Dode houtduif

Pal voor de poort ligt een Houtduif. De nek omgedraaid en een deel van de veren geplukt. Die gaat geen voorjaar meer meemaken. Waarschijnlijk is hij gepakt door een Sperwer en is die gestoord bij de maaltijd. Dit is ook geen handige plek om rustig van een prooi te genieten. Het duivenlijk komt goed van pas. Ik zet de wildcamera op een rustige plek in het elzenbosje. Op aanraden van Onderzoeker Will neem ik een stuk ijzerdraad mee en bind de dode duif vast aan een paaltje. We hebben vaker dode dieren voor de camera gelegd en die werden telkens meegenomen buiten beeld. Eens kijken of op deze manier beter beeldmateriaal te krijgen is.

Struiken in berkenbosje krijgen licht

Wil ontfermt zich over de accukettingzaag. Die is vorige week bot geworden. Het zaagblad is ook nog eens verbogen doordat de zaag klemde in een tegenstribbelende boomstam. Ik knip intussen drie Ligusterstruikjes vrij bij de voorkant van het berkenbosje. Die zullen het beter gaan doen nu er meer zonlicht komt. Vlakbij staan opvallend veel Vlierstruiken. De meesten zien er slecht uit, waarschijnlijk omdat ze weinig licht krijgen. Hopelijk doen ook zij het beter wanneer het rijtje eiken weg is.

Wegedoorn en Wilde appel

We overleggen nog eens over nieuwe struiken. Ik heb Wegedoorn en Wilde appel bedacht. Allebei struiken die goed zouden aansluiten bij het leven dat hier al is. Sporkehout (het “zusje” van Wegedoorn) staat verderop in de natte, wat zure bodem van het wilgenbosje en doet het daar goed. Wegedoorn en Wilde appel passen goed aan de rand van het drogere en minder zure berkenbosje. Verschillende vlinders die hier voorkomen gebruiken Sporkehout en ook Wegedoorn als waardplant. De Wilde appel zou een welkome voedselsteun zijn voor hongerige vogels. Er staan geen exemplaren in de directe omgeving. Geen kans dus dat deze soorten zich door uitzaaiing hier spontaan vestigen. Normaal planten of zaaien we niet, maar wanneer een zinvolle aanvulling niet uit zichzelf hier kan komen, helpen we de natuur een handje.

Onderzoeker Will zet Geweizwam op de foto ...
... even rechtzetten ...
... het resultaat

Resten van vorige week opruimen

Wanneer Wil de kettingzaag op orde heeft, zagen we de resten eik weg die vorige week zijn blijven liggen. Op de gevelde eik groeien tientallen piepkleine paddenstoeltjes (Blauwgrijze schorsmycena). De hoedjes staan horizontaal. Die zijn dus gegroeid nadat de boom is omgevallen. Deze week dus. We zagen de stammen op handzame lengte en kruien ze naar het berkenbosje. Vanaf nu dienen ze als schuilplaats voor kleine dieren terwijl ze langzaam worden afgebroken door schimmels en gangen borende insecten. Dan zal de specht ze weten te waarderen.

Gele trilzwam
Pegomya spec.?
Blauwgrijze schorsmycena

Een vlieg in de winter

Ik sta in de zuidelijke strook met Onderzoeker Will te praten wanneer er iets tegen mijn hoofd vliegt. Onderzoeker Will ziet het ook en plukt het uit mijn haar. Een vlieg, die is nog laat bezig! Wat is het voor soort? Herkenningsapp Obsidentify kijkt ernaar en weet het ook niet. Er zijn zo veel soorten vliegen. Misschien is het een Pegomya soort, probeert de app. We voeren dat in op Waarneming.nl en wachten af of de specialisten van die site er iets mee kunnen.

Weercontrasten

We hebben vandaag alle tijd en lopen wat rondjes door de natuurtuin. Door de regen van afgelopen dagen is het water overal omhoog gekomen. De bospoel is flink uitgebreid en op de laagste veldjes staat water. Paddenstoelen die op hout groeien lijken groter te zijn geworden. Op een stronk liggen wat slijmerige brokken. Herkenningsapp Obsidentify zegt: Gele trilzwam. In de holte van een grote wilgenstam staat een Paardenbloem bijna in bloei. Het contrast met vorige week kan niet groter. Volgende week worden nog hogere temperaturen verwacht. Wie weet wat we dan weer ontdekken.

Zaterdag 17 december 2022

We hebben een winterse week achter de rug met serieuze nachtvorst. Het heeft zelfs een beetje gesneeuwd. Dat levert een winters plaatje op. Nou ja, een beetje winters toch. Op de veldjes ligt een onderbroken laagje sneeuw. De ijslaag op de poelen ziet er niet betrouwbaar uit. Op verschillende plekken zijn gasbelletjes ingevangen. Uitgestoten door micro-organismen die het bladafval afbreken. Een interessant gezicht, maar het ijs wordt er niet sterker van. In de dunne sneeuwlaag staan sporen van vogels, een huiskat en van een klein diertje, misschien een Bosmuis. Dat gewicht wordt gedragen. Wij wagen het er maar niet op. Het is nu rond het vriespunt. Over een paar dagen wordt warmer weer verwacht. Het winterse plaatje zal er volgende week niet meer zijn. In het insectenlab zit een Roodborst tussen het hout. De veren uitgezet tot een isolerend bolletje. Die zal een pauze in het winterweer niet erg vinden.

Onderzoeker Will tijdens een winterse vogeltelronde
Roodborst droomt van beter tijden
Gasbelletjes gevangen in ijslaag

Bomen omzagen voor de veiligheid

Ik werk vandaag niet aan de deur van het materiaalhok. We concentreren ons op de klus in het berkenbosje. Enkele weken geleden hebben we hier een grote Es omgezaagd die bijna omviel. Toen we eens goed keken zagen we dat alle bomen op het dijkje in de problemen zitten. Door de langdurige zomerdroogtes komen de wortelkluiten steeds losser te zitten. Daar komt bij dat konijnen graag holen graven in het dijkje. De bomen groeien uit zichzelf al scheef, richting het licht. Dat werkt ook nog eens als een hefboom. Vroeger of later vallen deze bomen om richting het wandelpad. Bij een is al duidelijk te zien dat de wortelkluit omhoog komt.

Boom valt (bijna) goed

Het gaat om drie flinke eiken. Voor de veiligheid van de wandelaars op het wandelpad zagen we ze om. De grootste is het eerst aan de beurt. We willen hem parallel aan de houtwal laten vallen. Het liefst net binnen de natuurtuin. Nadat we in de valrichting alle paaltjes en stronkjes hebben opgeruimd, blijven nog twee Meidoorns over die door de takkenkroon zullen worden geraakt. Niets aan te doen. De boom hangt flink naar voren, richting wandelpad. We zagen hem zo, dat hij in de goede richting valt, maar de hang naar buiten is zo groot dat de stam schuin over de houtwal terecht komt in plaats van precies er langs. Hij komt op een restant van een oude Hazelaar terecht en blijft daar op liggen.

berkenbosje met scheefstaande bomen
De omgezaagde eik, twee meter naast het doel.
Een beetje winters landschap

Stukje bij beetje een boom demonteren

De stam hangt nu horizontaal. De achterkant op de oude Hazelaar. De voorkant omhoog gehouden door de takkenkroon. Doordat de boom twee meter naast zijn doel terecht is gekomen, blijft een van de twee Meidoorns ongedeerd. De takken van de andere Meidoorn, die tegen de houtwal staat, worden door de eik naar beneden gedrukt. We zijn tevreden. De rest van de ochtend zagen we de boom stukje bij beetje uit elkaar. Eerste de dunne takken, daarna de dikkere en tot slot de dubbele stam. De takken verwerken we in de houtwal en de stukken stam komen op stapeltjes in het berkenbosje. Op het laatst is het meeste gewicht aan de buitenkant weg. Het achterste stuk scharniert naar beneden en blijft tegen de oude Hazelaar staan.

Nieuwe situatie, nieuwe discussies

Door dit zaagwerk komt er binnenkort veel meer zonlicht in dit stuk van het berkenbosje en op de buitenhaag. Onderzoeker Will stelt voor besdragende struiken zoals Meidoorns te planten. Wil denkt dat de Vlierstruiken die nu al in het bosje groeien zich vanzelf uitbreiden. We brainstormen een tijdje over of en zo ja, wat er geplant zou moeten of kunnen. Gelukkig hebben we alle tijd om hier eens goed over na te denken. Volgende week gaan we verder met de winterklussen.

Zaterdag 10 december 2022

Het heeft gevroren en nu nog koud. Zon krijgen we niet te zien en na een paar honderd meter verdwijnt het landschap in de nevel. Kil en grijs winterweer. Op de poelen ligt een bescheiden laagje ijs. Ik wil een stuk betongaas op de deur van het materiaalhok te schroeven. Bij het passen blijken een paar uitstekende stukjes in de weg zitten. De haakse slijper ligt thuis, dus deze klus is uitgesteld tot volgende week. Onderzoeker Will is aan zijn vogelronde bezig en onze vaste wandelaar is aangekomen. We bespreken de kou en de vraag of het nu nog steeds vriest of niet, het voetballen, de populatie konijnen en fazanten, stropen en de kerst. Wanneer onderzoeker Will klaar is met de vogelronde ontstaan nieuwe discussies en ik begin aan de tweede winterklus.

Wil en Onderzoeker Will bekijken de klus van vandaag
IJs op de grote poel
Een deel van het experimentele rif

Aanpassingen berkenbosje

Na onze onderhoudsronde door het wilgenbosje werken we nu in het berkenbosje. Aan een kant grenst het bosje aan de grote poel. Eigenlijk groeien aan deze kant nauwelijks berken, maar vanwege de nattigheid vooral elzen en wilgen. De bomen die het dichtst op het water staan halen we om. We willen meer zon in deze oeverzone en tegelijk hout in het water. Dat laatste hebben we nog niet vaak gedaan. Alleen in de noordelijke poel liggen wat takken om het waterleven dekking te geven. Vandaag laten we complete stammen in de grote poel vallen. Er ontstaat een wirwar van stammen en takken, deels boven en deels onder water. Dekking voor waterdieren, groeiplaats voor wieren en mossen en wie weet, een uitkijkpost voor de IJsvogel?

Nieuw experimenteel rif

Wil moet nog komen, maar onder het strenge toezicht van Onderzoeker Will en onze vaste bezoeker begin ik alvast. Het werk gaat snel. Zaag, plons, zaag, plons, zaag, plons. De stammen hoeven alleen maar in het water te vallen. Wanneer Wil aankomt liggen er een stuk of tien, vijftien stammetjes in het water. Eigenlijk alles wat we wilden doen. We twijfelen nog even over een scheef groeiende wilg met veel uitlopers, maar laten die toch maar staan. De droge kant van deze smalle strook zal door het extra licht snel dichtgroeien. De “natte kant”, het poelwater dus, heeft een experimenteel rif gekregen dat een rijker waterleven moet opleveren. We hebben weer een nieuw object om te bestuderen.

Nevelig landschap
Herfstbladeren
Op zoek naar het geheimzinnige hol

Het geheimzinnige hol

Onze vaste bezoeker heeft net buiten de natuurtuin, achter het elzenbosje begrijp ik, een groot hol gezien. Hij vraagt zich af welk dier zoiets kan maken. De klussen zijn klaar en na de koffie wandelen we buitenom de natuurtuin naar de bewuste plek. Onderweg kijken we naar de waterstanden in de sloten en op de lage veldjes. Die vallen ons tegen. We zien het liever veel natter. Hoe we ook zoeken, een groot hol vinden we niet. Volgende keer beter aanwijzingen vragen. Terug in de natuurtuin bekijken Wil en ik de eiken aan de voorkant van het berkenbosje. Ze staan op een droog dijkje. Een paar weken geleden hebben we hier een dikke Es opgeruimd die gevaarlijk scheef hing. De wortelkluit van een van de eiken begint duidelijk omhoog te komen. Geen goed teken. Volgende week gaan we aan hier zagen.

Winterkoninkje

De kou wordt Wil teveel en hij gaat wat eerder naar huis. Ik heb thermo-ondergoed aan en dat beschermt goed. Ik loop nog een ronde met Onderzoeker Will. Bij de noordelijke poel zien we een winterkoninkje op de takken die we hier hadden ingegooid voor de waterdieren. Het vogeltje hipt tussen de onderste takken heen en weer, vlak boven het water. Telkens strekt hij zich naar beneden en pikt dan iets van het oppervlak. We kunnen niet zien wat, maar het zal wel eetbaar zijn. Wat we bij de bosjes leerden, blijkt ook hier in de poelen te werken: Hoe rommeliger, hoe meer wilde dieren. In ieder geval boven water. Onder de waterspiegel hebben we nog niet gekeken. Het winterkoninkje voelt zich duidelijk thuis in de wirwar van takken. Ik ben benieuwd welke verrassingen we gaan beleven bij ons experimentele rif in de grote poel.

Scherpe schepzwam
Een bescheiden laagje ijs
Schorsmycena (Lilabruine of Groengrijze?)

Schorsmycena’s en Tonderzwammen

Twee late wandelaars komen binnen en maken een praatje. Onderzoeker Will geeft uitgebreide uitleg over onze website. Ik krijg koude voeten en zeg dat ik verder wil. De twee vervolgen hun rondje en wij ook. We speuren langs rietkragen en fotograferen het dunne ijs op een plasje water. Op een eik groeien enkele tientallen minipaddenstoeltjes. Herkenningsapp Obsidentify denkt dat het Blauwgrijze of Lilabruine Schorsmycena’s zijn. Bij een paar enorme Platte tonderzwammen (Ganoderma applanatum) vragen we ons af hoe groot die eigenlijk kunnen worden. Volgens Wikipedia wel 40 cm. Dan zullen deze nog wat moeten groeien. De grote boomstronk waar ze op groeien bevat in ieder geval genoeg eten voor ze. Dan houden we het ook voor gezien en sluiten af.

Zaterdag 3 december 2022

Het is koud en grijs, gelukkig ook windstil. De bomen zijn weer een stuk kaler dan vorige week. Vogels laten zich nauwelijks horen. Onderzoeker Will valt de vogelstilte ook op. We hebben het over de fazant. Al weken hebben we er geen gehoord. We denken dat ze in iemands vrieskist terecht zijn gekomen. Even later hoor ik er toch weer een krassen. We laden gereedschap en een rol kippengaas in de kruiwagen. Onderweg naar de rij knotwilgen zien we een fazanthaan die zonder haast de dekking in loopt. Alsof hij ons wil inpeperen dat we van fazanten helemaal geen verstand hebben.

Beuk heeft nog blad
Grote poel in herfstsfeer
Glimmerinktzwam

Wilgenstekken en kippengaas

Vorig jaar hebben we een rij wilgenstekken geplant die de oude knotwilgen gaat vervangen. De nieuwe stekken houden we op heuphoogte zodat ze zonder ladder zijn te knotten. Drie van de jonge knotwilgjes zijn ten prooi gevallen aan de reeën. Reebokken vinden het fijn om hun gewei af te vegen aan dunne stammetjes. Dat is hier zo grondig gedaan dat de boompjes zijn afgestorven. We nemen een stevige tak uit een van de oude knotwilgen en zagen hem in drieën. We vervangen de dode stammetjes en omwikkelen het hele rijtje met kippengaas. Hopelijk zijn ze voor de Reebokken niet meer interessant.

Boomstammen opruimen

Na de koffie nemen we een kijkje aan de voorkant. Een tijd terug hebben we een scheefstaande Es omgezaagd die dreigde om te vallen richting het wandelpad. Onderzoeker Will heeft gezien dat de stammen die daar nog liggen uitnodigen om als trapje te gebruiken. Dat blijkt te kloppen. We zagen de zware boomstammen in handzame stukken en gooien ze op de houtwal. Na een half uurtje is ook deze klus geklaard en ziet de voorkant er een stuk netter uit.

Stan en Wil ruimen boomstammen op
Na een accuwissel weer verder zagen.
Zwerfafvalploeg is terug na opruimronde.

Zagen voor een mini-jungle

We gaan verder met de zaagronde in het wilgenbosje. De bedoeling is om een dicht bosje te stimuleren. Eigenlijk willen we hier een moeilijk toegankelijke mini-jungle. Ideaal voor bezoekers van de bospoel, broedende vogels en bijvoorbeeld reeën. We zoeken het bosje af naar hoog opschietende bomen, meestal schietwilgen en halen die dan om. Doen we dat niet, dan zullen ze later zoveel schaduw geven dat het bosje onderin weer kaal en open wordt. Een kritische Onderzoeker Will volgt ons op de voet. Hij houdt er niet van wanneer Wil en ik met een kettingzaag rondlopen en waarschuwt dat we niet te veel bomen moeten kappen. Maar er is vandaag niet veel te kappen. We vinden drie stammen die we verdenken erg hoog te worden en daarna zit het onderhoud in dit bosje er weer op. Intussen is de zwerfafvalploeg terug van de maandelijkse rondgang door de wijk. Er wordt nog wat gekletst en dan zoeken we allemaal de warmte thuis op.