Deze Week november 2020

Zaterdag 28 november 2020

Zaterdag 28 november 2020: Gisteren heb ik met de bosmaaier de laatste braamstruiken gemaaid. De benzinebosmaaier is een lawaaiig apparaat dat we zo min mogelijk op zaterdagochtend gebruiken. Het snoeiwerk in de bosrand van het elzenbosje is daarmee klaar. Een strook braamstruiken van een paar meter breed laten we staan. Verder is bijna alles kaal. Bijna. Tussen de meer dan manshoge braamstruiken hebben we een Sleedoorn en een Geoorde wilg teruggevonden. Die blijven staan, samen met nog een wilgenstruik bij de houten brug. Nu ze de ruimte hebben, zullen vooral de twee wilgenstruiken snel uitgroeien. Ook de grote wilg die we hebben gesnoeid zal weer uitschieten.

Kleine verschillen van groot belang: Vogels gebruiken vrijstaande struiken of bomen graag als tussenstop. Ook werken deze “uitsteeksels” als windbrekers en geven plaatselijk schaduw. De bosrand loopt grofweg van hoog naar laag. Door hier en daar een onderbreking ontstaat vanzelf veel afwisseling in licht, temperatuur, luchtvochtigheid, windsnelheid. Kleine verschillen die ons nauwelijks opvallen, maar van groot belang zijn voor veel planten en dieren.

Hondenkluiven: Bij de container staat een stenen muur. Aan de schaduwkant zie ik iets raars in het gras. Een kapot geknaagde hondenkluif? Nee, een paddenstoel. Verderop staat er nog een en uiteindelijk tel ik een stuk of tien van die rare zwammen, inclusief de paar waar ik al op gestaan heb. De herkenningsapp Obsidentify heeft aan een enkele foto genoeg om de naam van de bizarre paddenstoel te geven: Witte kluifzwam (Helvella crispa). Een toepasselijke naam voor de paddenstoel die volgens soortenbank.nl vrij algemeen is.

Gagel verplaatsen: Ik ruim met Rinus en Wil de laatste takken op en hark een stuk vrij van bladeren en vooral doornige braamtakken. Het minigraslandje midden in de bosrand (weer zo'n belangrijke onderbreking) maken we een paar meter breder. De gagelstruik langs de overloop heb ik gisteren ook gekortwiekt. Vandaag knippen en zagen we de dikkere takken af. De bedoeling is de struik te verplaatsen. Takken met wortels er aan houden we apart en graven we aan het begin van de bosrand weer in.

Witte kluifzwam (Velvella crispa)
Witte kluifzwam (Velvella crispa)

Moerasplanten: In de overloop zijn nu een flink aantal vierkante meters vrij gekomen die we opnemen in het maaibeheer. De bijzondere graslandplanten raken door de dichte gagelstruik in de verdrukking. Hier groeit bijvoorbeeld Wateraardbei (Comarum palustre), maar het is al jaren geleden dat ik die in bloei heb gezien. Ik vermoed dat hij te weinig licht krijgt. Net als de Gewone waternavel (Hydrocotyle vulgaris), ook een moerasplant die hier veel groeit en maar niet in bloei wil komen. Door de gagelstruik weg te halen en 2 keer per seizoen te maaien verwachten we dat deze planten het beter gaan doen.

bosrand voor het snoeien
bosrand voor het snoeien
bosrand voor het snoeien
bosrand voor het snoeien
bosrand voor het snoeien
bosrand voor het snoeien
bosrand na het snoeien
bosrand na het snoeien
bosrand na het snoeien
bosrand na het snoeien
bosrand na het snoeien
bosrand na het snoeien

Ongerustheid over kaalslag: Onderzoeker Will en voorzitter Kees worden ongerust van de ingrepen. De bosrand is grotendeels weg en nu ook nog de Gagel! Maar groenbeheer is vooruit kijken. Juist door op tijd in te grijpen blijft er in de kleine natuurtuin zo veel afwisseling. Komende jaren groeit de bosrand opnieuw uit. De Gagel kan daar met de andere struiken knokken voor een goed plekje.

Druk bezoek: Aanloop genoeg vandaag. Het meisje van vorige week komt met een klein broertje weer waterbeestjes scheppen. Een man komt binnengewandeld en houdt ons gezelschap tijdens de werkzaamheden. Later komt onverwacht het jeugd IVN binnen. Ze zijn druk doende met een speurtocht en blijven niet lang hangen. Via de houten brug trekt de optocht naar de bosjes en weer verder de poort uit. Bij de container eten we appelflappen die voorzitter Kees heeft meegebracht. Wil repareert een kruiwagenband en ik probeer of de schroeven van de oude bijenstal makkelijk los zijn te krijgen. Volgende week beginnen we met het uit elkaar halen van het gebouw. Het is al na een uur wanneer we afsluiten.

jeugd IVN op speurtocht
jeugd IVN op speurtocht

Zaterdag 21 november 2020

Stan verwijdert tuinwaterlelie
Stan verwijdert tuinwaterlelie ...
... en komt droog aan land
... en komt droog aan land

Zaterdag 21 november 2020: Het is koud en een stevige wind maakt het guur. De winter zit er aan te komen. Ook onderzoeker Will is het opgevallen. Terwijl ik meeloop met de vogeltelronde merken we dat het stiller is in vogelland. Ineens vliegen Kramsvogels over. Een stuk of tien, twintig. Will herkent ze aan hun typische roep. Kramsvogels komen uit Scandinavië hierheen om te overwinteren. Net als de Koperwieken die al een paar keer op de wildcamera zijn vastgelegd.

Tuinwaterlelie of Waterviolier: Na de frisse telronde trek ik het waadpak aan en stap nog een keer met de stokzaag de grote poel in. Onder water zie ik opvallend veel Waterviolier (Hottonia palustris). Een plant die wijst op de aanvoer van bijzonder grondwater. Er zijn weer een paar blaadjes boven water gekomen van de tuinwaterlelie die we opruimen. Wij hebben liever die wilde Waterviolier dan een tuinwaterlelie die met zijn dichte bladerdek alle zonlicht weghoudt uit de poel. Het water is gestegen en ik kan net niet bij het laatste blaadje. Ik waag me niet te ver, het is echt te koud om nu een nat pak te halen. Tot teleurstelling van onderzoeker Will, die met de camera klaar staat, stap ik droog de poel uit. Dat laatste blaadje haal ik er een andere keer uit. Eerst een langere stok vinden.

Paddenstoelenvoer: Onderzoeker Will gaat kijken of hij met het fotograferen van wantsen meer geluk heeft. Met Rinus en Wil maak ik de klus van vorige week af. De takken van de wilg werken we in de westelijke houtwal. Dikkere stammen gooien we in het elzenbosje op de bodem. Paddenstoelenvoer noemen we dat. Aan een boomstomp, overwoekerd door Gewone zwavelkopjes is te zien dat dat de schimmels ons idee weten te waarderen.

Rinus bestudeert de vangst
Rinus bestudeert de vangst
boomstomp wordt paddenstoelenvoer
boomstomp wordt paddenstoelenvoer

Water scheppen: Twee kinderen komen aangewandeld. Of ze met netjes mogen scheppen in de poel? Ja hoor, ik haal twee netjes en vul een platte witte bak met poelwater. Ik kijk even mee wat er in de netjes zit. Zoals verwacht, niet veel. Net als de vogels bereiden de waterdieren zich voor op de winter. Dat betekent dat ze dieper zitten en vaak in de modder kruipen. Toch zie ik bootsmannetjes, een keverlarve en waterpissebedden. Ook hele kleintjes, die zijn volgens mij net uit het ei gekomen. De kinderen gaan verder scheppen en wij sjouwen de laatste stukken wilg. Tussendoor bekijken we de vondsten van de kinderen. Die houden het goed vol. Terwijl we koffie drinken komt er nog een vriendje bij en tot aan de container zijn de opgewonden kinderstemmetjes te horen.

Waterbeestjes en de kapper: Koude wind schijnt ze niet te deren. Het kleinste jongetje heeft er zelfs zijn jas bij uitgetrokken. Wat later brengt het drietal de spullen terug, spoelt de handen af en doet uitgebreid verslag van de vangsten. Poelslak, Posthoornslak, Bloedzuiger en zelfs een vis wordt gemeld. Dat laatste kan waar zijn, maar we hopen dat ze zich hebben vergist. Vissen in een afgesloten poel vreten veel te veel ander waterleven op. Het meisje vraagt nog of we hebben gezien dat ze naar de kapper is geweest? Natuurlijk! Dan trekt het stel weer de wijk in. Wat later gaan wij ook. Wat vroeger dan normaal, maar we hebben nog meer te doen. Komende week ruimen we de laatste braamstruiken in de bosrand op.

Zaterdag 14 november 2020

wilg snoeien
takken naar houtwal

Zaterdag 14 november 2020: Zo'n wilg is altijd meer werk dan je gedacht had. Vorige week hebben we een beginnetje gemaakt met het kortwieken van de wilg langs de houten brug. De hele strook tot aan het elzenbosje wordt gesnoeid en zo ook deze struik. In de bosrand staan nog twee wilgenstruiken en die laten we staan. Plaatjes van hoe een bosrand er hoort uit te zien laten altijd een keurig geleidelijk verloop zien van hoge bomen naar lagere struiken, een ruigtestrook en dan grasland. Het lijkt wel een driehoek. Onze bosrand loopt ook van hoog naar laag (anders zou het geen bosrand zijn), maar niet geleidelijk. Een paar wilgenstruiken steken boven de ruigtes uit en dwars op de hoogteverschillen hebben we een lage strook graslandplanten.

tekening modelbosrand
tekening modelbosrand
tekening modelbosrand
tekening modelbosrand

Verschillen: Het gaat van hoog naar laag en tussendoor nog eens op en neer. Wind wordt hierdoor gebroken en als de zon schijnt krijg je veel verschillen in temperatuur en luchtvochtigheid. Insecten en vogels houden wel van zo'n rommeltje. De bosranden kosten nauwelijks onderhoud en geven een enorme biodiversiteit.

Mikado: De wilgenstruik heeft verschillende stammen die bovenin door elkaar kronkelen. Een levensgrote mikadopuzzel. Het uit elkaar zagen en knippen van de warrige takken kost de meeste tijd. Wil, Rinus en ik zijn de hele ochtend bezig. De takken kunnen we goed gebruiken om in de houtwal aan de westkant te stoppen. Die is aan het eind van de ochtend weer flink aangevuld. Het wordt geen massieve wal en de takken zullen na een jaar of twee wel behoorlijk zijn weggerot. In die tijd zullen we waarschijnlijk een haag zetten, net als aan de voorkant.

Slim niks doen: Onderzoeker Will speurt weer naar vogels en wantsen. Vorig jaar vond hij een interessante wantsensoort in een overhoekje bij de waterpomp. Dit jaar was daar niets te vinden omdat het hoekje met brandnetels gemaaid was. We spreken af dat we daar komend jaar niet maaien. Onderzoeker Will gaat dan kijken of hij de wants kan terugvinden. Dat zou weer een voorbeeld kunnen zijn van: Minder onderhoud, meer biodiversiteit. Slim niks doen dus. Daarvoor moet je dus wel goed blijven kijken wat er gebeurt nadat er onderhoud gedaan is.

Groene Specht: Thuis bekijk ik de video's van de wildcamera. Deze week heeft die bij de bospoel gehangen en een mooie serie vogels gefilmd die kwamen drinken of baden. Veel sijzen, vinken, een kraai, kool- en pimpelmezen en zelfs waren heel even twee putters te zien. De mooiste opname was die van een badende Groene specht. We horen deze vogel vaak met zijn lachende roep, maar zien doe je hem niet veel. De bospoel is super populair bij de vogels. Een tijd terug is zelfs een badende buizerd vastgelegd en op een van de nachtopnames is een uil te herkennen. Rondom de kleine poel laten we een warboel van wilgenstruiken, dood hout en bodemplanten hun gang gaan. Dat geeft blijkbaar een gevoel van bescherming waardoor veel vogels even langskomen voor een drankje en een snel bad. Vogels houden niet van opgeruimd. Lang leve de rommeltuin

Groene specht (Picus viridis)

Zaterdag 7 november 2020

natuurtuin-jungle
natuurtuin-jungle
Onderzoeker Will bij de houten brug
Onderzoeker Will bij de houten brug

Zaterdag 7 november 2020: Zacht en later in de ochtend een zonnetje. Mooier weer kun je deze tijd van het jaar niet hebben. Onderzoeker Will doet als eerste altijd een vogeltelrondje. Daarom bewaar ik het lawaaiige werk met de bosmaaier voor later. Met de accukettingzaag maak ik alvast een beginnetje met het snoeiwerk in de bosrand van het elzenbosje. Ik zaag meteen een paar boomtakken weg die over een pad groeien. De wildcamera heeft de bospoel overleefd. Drie dagen drogen in de huiskamer waren genoeg om hem weer aan de gang te krijgen. Onderzoeker Will wijst naar de lucht. Groepen houtduiven vliegen over richting het zuiden. Tientallen tegelijk. Binnen tien minuten komen er een paar honderd over. De vogeltrek is nog steeds in volle gang.

Manshoge bramen: Will heeft het bestelde materiaal binnen en gaat lekke banden repareren. Ik ga de bosrand te lijf met de bosmaaier. De zwerfafvalgroep trekt de wijk in en onderzoeker Will gaat bij de grote poel het waterleven bekijken. Braamstruiken maaien is een worsteling. De stengels zijn meters lang en meer dan manshoog. Door de bosmaaier op en neer te bewegen in de struiken kom ik langzaam vooruit. Ik ontdek een kleine meidoorn die helemaal door de bramen overwoekerd is. Helemaal vergeten dat die daar stond.

Tankdop: Ik tank opnieuw benzine. Na een tijdje voel ik nattigheid op mijn kuit. Vochtig gras, denk ik. Door met de aanval op het bramenleger. Een paar minuten later houdt de bosmaaier er mee op. Tank leeg. Nu zie ik pas dat de tankdop gescheurd is. Ruim twintig jaar open en dichtdraaien gaat zo'n dop blijkbaar mee. De nattigheid was benzine die tijdens het op en neer bewegen van de bosmaaier uit de lekkende tank werd geschud.

Zwerfafval: Bij de container heeft Wil de banden vervangen. Lek gestoken door doornen van braamstruiken. Bramen laten niet met zich sollen. Een meneer op een scootmobiel komt de tuin binnen. Hij is de zwerfafvalgroep tegengekomen en wil weten waar de beugels te koop zijn waarmee de afvalzakken worden opengehouden. Hij gaat vaak de paarden van zijn dochter voeren achter de golfbaan en ruimt dan meteen alle rotzooi op die hij tegenkomt. Wij weten ook niet waar de beugels te koop zijn, maar gelukkig hebben we er nog een over.

Wilg: Ik zaag met Wil een paar takken af van de wilg bij de houten brug. De bosmaaier is tijdelijk niet te gebruiken maar de accukettingzaag werkt perfect. Net als de rest van de bosrand zagen we deze boom helemaal terug. Daarna kan de wilg weer uitgroeien.

Geheimzinnige paddenstoelen: Oud bestuurslid Agnes komt een rondje maken en een paar keer lopen wandelaars de tuin in. We bekijken met Agnes een merkwaardige paddenstoel die uit een boomstomp bij de houten brug groeit. De herkenningsapp (Obsidentify) denkt dat het Zeemkleurig hazenoor (Otidea alutacea) is. Maar het zou ook het Gewoon varkensoor (Otidea onotica) kunnen zijn. Beide opties zijn vreemd. Op de site soortenbank.nl staan de soorten beschreven. Daar is te lezen dat deze paddenstoelen op zand-, leem- of kleibodems groeien. Hier komen ze duidelijk uit het hout van een dode wilg. Waarschijnlijk toch een andere soort. Paddenstoelen zijn fascinerend maar vaak lastig op naam te brengen.

onbekende paddesntoel
onbekende paddesntoel