Deze Week Maart 2021

Zaterdag 27 maart 2021

Middelste sneeuwroem (Scilla luciliae)
Middelste sneeuwroem (Scilla luciliae)
Groot hoefblad (Petasites hybridus)
Groot hoefblad (Petasites hybridus)
Sleedoorn (Prunus spinosa)
Sleedoorn (Prunus spinosa)

Deze week: maartse buien, insectenlab vordert, bloeiende planten, Groot hoefblad, Boswilg.

Zaterdag 27 maart 2021: Het weer valt wat tegen. Gisteren werd droog weer verwacht, maar het is maart en we krijgen buien, zon en koude wind. Verschillende keren berg ik het gereedschap op en ga schuilen om daarna alles weer opnieuw uit te pakken en verder te werken. Hierdoor is de achterkant van het insectenlab niet klaar. Toch begint het einde van de bouw in zicht te komen.

De bouw vordert: Wanneer de achterkant wel klaar is, komt er dikke folie op het houten dak met daarop een rieten mat. Die mat is bedoeld om van alles op te vangen wat uit de bomen valt. Takjes, bladeren, uitgebloeide elzenkatjes. Na verloop van tijd verwachten we dat zich daar vanzelf plantjes vestigen. Om die rieten mat op zijn plek te houden, komen daar de metalen roosters van de gesloopte bijenstal bovenop. Tot slot gaan we het hele bouwsel donker afwerken met zwarte beits, zodat het insectenlab straks zoveel mogelijk opgaat in de bosrand. Als het weer meewerkt zijn we over 2 of 3 weken klaar en gaat het sloopafval naar de milieustraat.

Onverwacht bezoek: Er komt een appje binnen. Rinus laat weten naar een spoedklusje te moeten. Even later komt een bericht binnen vanaf de website. Een schooljuf vraagt of de kleuterklas bij de natuurwandeling even de natuurtuin in mag. Aanstaande dinsdag al. Ik vraag of onderzoeker Will tijd heeft om de poort open te houden. Die ziet het idee meteen zitten. Dinsdag wordt het mooi weer en kan hij meteen wat onderzoek doen.

Kleine veldkers (Cardamine hirsuta)
Kleine veldkers (Cardamine hirsuta)
Kleine veldkers (Cardamine hirsuta)
Kleine veldkers (Cardamine hirsuta)

Bordje: Wil haalt het bord bij de ingang weg. De informatie is achterhaald en de letters zitten los. We laten een nieuw bord maken dat op de poort komt, zodat het ook leesbaar is wanneer de poort dicht is. Na de zoveelste bui geef ik het klussen op. Wil en Will trekken op speurtocht door de tuin. Ik speur naar bloeiende planten. De Kerspruim (Prunus cerasifera) zit nog vol bloesem en de Sleedoorns (Prunus spinosa) beginnen op gang te komen. De meeste bomen en struiken hebben nog kale takken, maar bij de Prunussen hangt de voorjaarsvlag uit.

Klein maar veel: Het lage deel van de natuurtuin staat nog onder water, maar op de hogere delen staan plekken met tientallen Paarse dovenetels (Lamium purpureum). Langs de voorkant zijn honderden kleine witte puntjes tussen het gras te zien: Kleine veldkers (Cardamine hirsuta). Vlak bij de zuidelijke poel komen een paar roze bloeistengels van Groot Hoefblad (Petasites hybridus) boven de grond. Ook al zo'n vroege lentebode, net als Kerspruim en Sleedoorn.

Groot hoefblad: Deze plantensoort is tweehuizig. Dat betekent dat een plant alleen vrouwelijke of alleen mannelijke bloemen heeft. Blijkbaar zijn de mannen en vrouwen niet gelijkmatig over het land verdeeld, want de plant schijnt zich niet vaak via zaad te verspreiden. Groot hoefblad groeit graag op voedselrijke oevers. Wanneer daar gemaaid of gebaggerd wordt, breken vaak stukken van de wortelstok af die ergens anders wortel schieten. Nadat de rare bloeistengels zijn uitgebloeid ontwikkelen zich de grote bladeren. Soms wel een meter in doorsnede.

Boswilg: In het wilgenbosje doet de Boswilg (Salix caprea) het goed. Ook Boswilg is een tweehuizige plant. De mannen vallen nu het meest op. Ze hebben dikke gele bloemen (katjes) en de takken hangen er vol mee. In het wilgenbosje hebben we alle hoge elzen en essen gekapt of geringd. De minder hoge struiken en bomen zoals de Boswilg doen het nu merkbaar beter. Vroege insecten zijn er blij mee. Hommels maken er graag gebruik van, net als de metselbijen die iets verderop uit de blokken van het nieuwe insectenlab kruipen.

Zaterdag 20 maart 2021

Lentebode: enorme hoeveelheid kikkerdril
Lentebode: enorme hoeveelheid kikkerdril
vroege zon en ochtendnevel
vroege zon en ochtendnevel
Gehoornde metselbij (Osmia cornuta)
Gehoornde metselbij (Osmia cornuta)

Zaterdag 20 maart 2021: Het is nog onder nul. De heldere lucht heeft vrieskou gebracht. De graslandjes zijn wit uitgeslagen. Een merel probeert warm te blijven op een tak. Dik opgezette veren. Hij wacht met wegvliegen tot ik vlakbij ben. De vroege zon piept door het berkenbosje op de lage veldjes en een reiger. Normaal patrouilleert hij langs het water, op zoek naar kikkerhapjes. Nu zit hij wat katerig op te warmen in de eerste zonnestralen na een zware vriesnacht. Hij heeft geen zin om weg te vliegen van zijn opwarmplek, maar ik zie hem kijken en schatten hoe lang hij nog kan blijven. Ruim voordat ik in de buurt ben vliegt hij op. Hij is niet blij met mij.

Kerspruim: Elk jaar de eerste struik in de natuurtuin die vol in bloei staat en het nieuwe voorjaar aankondigt. Een kerspruim (Prunus cerasifera). Het is zo'n beetje het zusje van Sleedoorn (Prunus spinosa) en wordt daar vaak mee verward. Ook door mij, totdat ik door Waarneming.nl gecorrigeerd werd. De Kerspruim bloeit enkele weken eerder dan de Sleedoorns die wat verderop staan. Ik heb het idee dat er door de vroege bloeitijd weinig bestuivers op vliegen. Een witte wolk van bloemen, maar elke nazomer zie ik maar een paar gele vruchten hangen. Kerspruim wordt vaak gebruikt als onderstam voor de pruimenteelt. Ook hier is jaren geleden een pruimenboom gezet en later door de planter zelf in een boze bui vernield. De onderstam overleefde het geweld en is nu onze jaarlijkse voorjaarsbode.

Paarse dovenetel (Lamium purpureum)
Paarse dovenetel (Lamium purpureum)
Paarse dovenetel (Lamium purpureum)
Paarse dovenetel (Lamium purpureum)
Kerspruim (Prunus cerasifera)
Kerspruim (Prunus cerasifera)

Paarse dovenetel: Vlakbij de Kerspruim staat en massa Paarse dovenetel (Lamium purpureum) in bloei. Niet verwonderlijk, want vlak bij het nieuwe insectenlab is de grond flink omgewerkt. Paarse dovenetel is een eenjarig plantje. Waar andere planten wachten op gunstig weer en daarna de tijd nemen om flink op te groeien en tot bloei te komen, volgt Paarse dovenetel een andere strategie. Geen tijd verknallen met groot groeien. Hup, volwassen worden en voortplanten. En niks groeiseizoen, gewoon het hele jaar door. Ook in de winter. Behalve als het echt koud is natuurlijk.

Paarse dovenetel is een handige slappeling: Tussen andere planten wordt hij snel overgroeit en maakt het zaad geen kans. Hij moet het hebben van omgewerkte, onbegroeide grond. Molshopen, graafplekken van konijnen en spitwerk van mensen. Daar is Paarse dovenetel vaak te vinden. Hij valt vooral op in het voorjaar, voordat de andere planten op gang komen. Vroege bestuivers, zoals hommels en sommige wilde bijen kunnen de nectar van de Paarse dovenetel daarom goed gebruiken. Niets zo tijdelijk als omgewerkte grond, dus Paarse dovenetel moet tempo houden. Groeien, bloeien, zaad maken.

Mierenbroodje: In de beschrijvingen van Paarse dovenetel en andere dovenetels staat dat de zaadjes een zogenaamd mierenbroodje hebben. Een olieachtig aanhangsel waar mieren van schijnen te houden. Mieren zouden dan ook vaak het zaad verslepen en zo de plant verspreiden. Ik heb dat nog nooit gezien. Toch eens een keer een paar uurtjes op de grond liggen en dovenetels kijken.

Klussen: Ik ga het insectenlab aftimmeren. Langs de zij- en achterkanten komen planken met een tussenruimte van enkele centimeters. Zo komt er niet teveel druk op het bouwsel bij stormwind en gaat het insectenlab beter op in het landschap. Rinus trekt een waadpak aan en gaat de grote poel in om rietbegroeiing voor de ijsvogelwand weg te knippen. Onderzoeker Wil gaat mee voor advies en in de hoop eventuele natte ongelukken vast te leggen. Wil verhuist alle hardhouten planken uit het materiaalhok en legt ze op hun plek in het insectenlab. Op die planken komen uiteindelijk de insectenhotels.

Gehoornde metselbij: Iedereen aan het werk, de zon wint aan kracht en hoogte. Dat heeft zijn effect op de houtblokken die we vorig jaar hebben gebruikt voor ons eerste metselbijen-onderzoek. Die zijn de laatste dagen vaker door de zon opgewarmd en de jonge metselbijen zijn uit aan het komen. Ze zijn in de holtes begonnen als eitje, larf geworden, verpopt tot volwassen bij en hebben het voorjaar afgewacht. De Gehoornde metselbijen (Osmia cornuta) zijn er het eerste bij. Sommigen komen net buiten, anderen zijn al druk met rondvliegen, opwarmen en holtes inspecteren. Het zijn mannen, te herkennen aan de witte beharing op de kop. Ze wachten ongeduldig op de vrouwen om een goed gesprek mee te kunnen voeren. Ik lees op Wikipedia dat Gehoornde metselbijen graag op fruitbomen vliegen. Misschien dat de Kerspruim dit jaar meer vruchten zal dragen.

We eindigen het werk wat eerder dan normaal. Vanwege coronabeperkingen hebben Ton, Wil en ik een kleine staande bestuursvergadering en spreken we de lopende zaken door. Daarna pakken we een kop koffie met Rinus en onderzoeker Will. We lopen nog een rondje, bewonderen de vrij geknipte ijsvogelwand en sluiten af.

Zaterdag 13 maart 2021

wilgenbosje moerasbosje
wilgenbosje moerasbosje
Rinus in waterland
Rinus in waterland

Zaterdag 13 maart 2021: Meteen bij de poort de eerste verrassing. Aan de andere kant van de natuurtuin zie ik drie bruingrijze schimmen. Reeën. Ze hebben me aan de poort horen morrelen en staan naar me te kijken om te beslissen wat te doen. Blijven of verdwijnen. Ik kijk terug. Van mij mogen ze blijven, maar het drietal denkt daar anders over, springt moeiteloos over de houtwal en is weg. Het heeft geregend en gewaaid. De paden zijn modderig en het plastic op het houtmateriaal en het nieuwe insectenlab is grotendeels losgeraakt. Alle planken nat.

Klussen: Rinus gaat de ijsvogelwand vrijknippen. We hopen dat er genoeg ijsvogels de vriesweek hebben overleefd en dat een koppeltje hier wil broeden. Daarvoor moeten braamstruiken en riet worden weg geknipt want de ijsvogels houden van vrije aanvliegroutes. Wil gaat verder met onze inventarislijst. Onderzoeker Will begint aan zijn vogelronde. We hebben een vier-seizoenen-dag: Een paar keer moeten we ons werk onderbreken door regenbuien, sommigen met hagel. Tussendoor is het lekker weer met een zonnetje.

kikkerdril op het land
kikkerdril op het land
insectenlab in aanbouw
insectenlab in aanbouw

Kikkerseizoen begonnen: Ik werk snel door aan het laatste stuk dakbeschot van het nieuwe insectenlab. Iets te haastig. Het bitje dat ik voor de schroeven gebruik schiet uit het houdertje, valt naar beneden, ketst af op een trede van de ladder en schiet de wijde wereld in. Tegen beter weten in speur ik de bodem af en zie ineens weer iets interessants. Kikkerdril. Tussen het gras. Dat kan maar een ding betekenen. Al weken houdt een reiger de wacht bij de overloop van de grote poel. De plek waar al jaren bruine kikkers vroeg in het jaar bijeen Komen om te paren. Kikkervrouwen leggen eitjes in het water die door het vocht opzwellen tot dril. Wanneer een reiger een kikkervrouw met eitjes doorslikt, kan het gebeuren dat de eitjes in de reigermaag opzwellen en de reiger de inhoud uitkotst. Dan vindt je wel eens klodders dril op het land, soms met gedeeltelijk verteerde kikker-onderdelen er langs.

Frambozen: Wanneer ik later met onderzoeker Will een rondje loop zien we in de overloop van de grote poel het eerste hoopje kikkerdril in het water. Ik maak er een foto van en we zien echt veel kikkers druk bezig onder water. De reiger heeft groot gelijk dat hij hier vaak komt. Rinus en Wil hebben ook een rondje gemaakt en hebben wat takjes bij zich. Frambozen, denken ze. Ik denk het ook. Wanneer je vaker frambozen hebt gezien herken je de vliezige stammetjes. Er staan al jaren frambozen in de natuurtuin. Bij de noordelijke poel, de zuidelijke strook en ook op de heuvel waar de ijsvogelwand is. Eigenlijk vooral op plaatsen met bomen en struiken waar vogels graag zitten. We denken dan ook dat die de vruchten eten en de zaden met hun uitwerpselen verspreiden. Ook de steenmarter wordt genoemd als liefhebber van frambozen. En ook die komt regelmatig in de natuurtuin.

Aan het eind van de ochtend is het dakbeschot van het insectenlab af. De planken zijn  nat en ik dek ze niet opnieuw af met plastic. Dan drogen ze helemaal niet meer. Wanneer het een paar dagen niet regent en de planken droog zijn, kunnen we ze tijdelijk afdekken voordat de dakbedekking er op gaat. Een groot deel van de ijsvogelwand is vrijgeknipt. Volgende week moet nog een deel rietkraag weg. Daarvoor zullen we het waadpak aan moeten trekken. We hebben nog genoeg te kletsen, maar we maken gebruik van een droge periode om snel naar huis te fietsen.

Zaterdag 6 Maart 2021

ochtendzon over bevroren graslandje
ochtendzon over bevroren graslandje
bospad bedekt met Elzenkatjes
bospad bedekt met Elzenkatjes

Laatste Winterkou? – Bermen en Graslandjes – Wespenkoninginnen – Klimop als Muurbekleding – Roze Ontdekkingsreizigers – Tijd vliegt.

Zaterdag 6 maart 2021: De zon is nauwelijks op en in de natuurtuin is het winter. Geen sneeuw vandaag, wel ijs op de poelen en rijp op het gras. Ik loop naar achteren. De nog koude tuin met het tegenlicht van de opkomende zon. De grens van winter en vroeg voorjaar. Altijd een mooi plaatje. De vroegste bloeiers zijn al wat langer te zien. Aan de voorkant van de natuurtuin piepen Bonte krokussen boven de grond. Boerenkrokussen waren twee weken geleden al te zien. Minder opvallend, behalve wanneer je allergisch bent, zijn de bloeiende Elzen. Onder de bomen is de bodem bedekt met afgevallen katjes. Overal ligt geel stuifmeel.

Bermen en graslandjes: Ik scharrel spullen bij elkaar en ga verder met het dak van het insectenlab. Onderzoeker Will belt af. Vandaag heeft de Vlinderstichting een online bijeenkomst georganiseerd met interessante onderwerpen. Ook de relatie tussen vlinders en bermbeheer komt aan bod. Ik hoop dat de presentaties later nog terug te kijken zijn. Bermen zijn eigenlijk ook grasland en informatie over bermbeheer kunnen wij ook gebruiken.

Wespenkoninginnen: Het duurt even voordat ik het dakbeschot verder kan vastschroeven. Een deel is klaar, maar de vier delen staan niet allemaal precies gelijk. Ik ben even bezig met uitzoeken hoe de daken het beste op elkaar kunnen aansluiten. Intussen leg ik alvast een paar planken in het lab zelf. De hardhouten blokken die we vorig jaar hebben gebruikt om metselbijen te observeren zet ik er op. Ik merk dat niet alleen metselbijen overwinteren in het hout. Een paar pissebedden, een verwarde duizendpoot en een wespenkoningin rollen over de grond. De wesp is snel wakker en vliegt weg. In een van de balken zit nog een andere wespenkoningin. Ze is nog in rust. Alleen het zwart-gele achterlijf is zichtbaar. Ze gaat het lab in en kan verder slapen. Of niet. Ik weet niet of de temperatuur al voldoende hoog is voor wespenkoninginnen.

Klimop: Wil verzamelt stekken van de klimop. We hebben het plan opgevat om de container te laten begroeien. De stekken worden ingegraven langs de voorzijde. Wanneer dit lukt kunnen we de achterkant ook laten begroeien. Nu kan dat nog niet omdat daar de tijdelijke stapel afvalhout nog ligt. Daarna gaat Wil een inventarislijst maken van de belangrijkste gereedschappen en de kwaliteit van de planken en kasten controleren.

Roze: Het zonnige weer lokt wandelaars de tuin in. De meesten blijven niet lang in de nog natte en modderige tuin. Twee meisjes, die eerst samen met moeder hebben rond gekeken, zijn op ontdekkingstocht. Met roze schepnetjes, roze laarsjes en roze emmertjes stappen ze onverschrokken door de modder. Ze hebben van alles gevangen, vooral bootsmannetjes, ook veel posthoornslakjes en ik zie een waterpissebed. Ik vraag wat ze met de vangsten in de roze emmertjes gaan doen. Ze zullen ze weer terug zetten. Wanneer blijft een beetje onduidelijk. Ze scharrelen nog wat rond bij de afgeplagde stukken die onder water staan en trekken dan verder.

Roze ontdekkingsreizigers
Roze ontdekkingsreizigers

 

Tijd vliegt: Even later, zo lijkt het tenminste, komt oud-voorzitter Kees aangewandeld. Hij is op pad geweest met de zwerfafvalgroep. Die hebben al de koffie gedronken en zijn alweer opgestapt. Kees wijst mij er op dat het al na twaalven is. De tijd is weer omgevlogen. We ruimen de spullen op en sluiten voor vandaag af.