Deze Week 2020
Zaterdag 27 juni 2020
Zaterdag 27 juni 2020:Het weer wordt extremer. Afgelopen twee zomers waren het heet en droog. De grondwaterstand is nog steeds veel lager dan goed is. En dit jaar is het heet en ... stortbuien. Nu voor de tweede keer deze maand. Gisteren is na een week van ruim dertig graden Celsius een enorme hoeveelheid water gevallen. Door de vochtige lucht en hoge temperatuur voelt het drukkend. De grote poel is een halve meter omhoog gekomen en staat nu tot twintig centimeter onder de brug. De kleine noordelijke poel is overgelopen en het lage noordelijke veldje staat opnieuw blank. Mijn plan om hier vandaag te maaien gaat dus niet door. De zuidelijke poel is verborgen achter het riet, maar ook hier is veel water bij gekomen. Zelfs de kleine bospoel staat vol. Iets wat in de zomer weinig gebeurt.
Maaiwerk klaar: Maandag hebben we met een ploegje van vier mensen het maaisel opgeruimd. Eigenlijk hadden we ook dinsdagochtend in de planning, maar dat bleek niet nodig. Dit jaar brengen we voor het eerst (een deel van) het maaisel van de vroege maaibeurt weg. Het maaisel van de nazomer-maaibeurt wordt opgehaald door de groenaannemer van de gemeente. Bij de vroege maaibeurt leggen we het maaisel op de verschillende houtwallen in de natuurtuin zelf. Eigenlijk is dat raar. Het maaisel gaat van de veldjes af, omdat we het teveel aan voedingsstoffen willen wegwerken. Maar nu verplaatsen we die voedingsstoffen naar andere plekken in de natuurtuin. Beter is om het vroege maaisel af te voeren, zodat ook daar compost van gemaakt kan worden
Test: We hebben ongeveer de helft van het maaisel naar buiten gereden. Komende maandag hebben we een aanhanger geregeld en gaat de berg naar de groenverwerker. Het is een test om te kijken hoe dit bevalt. Wanneer het goed gaat zullen we volgend jaar alle maaisel afvoeren. We houden een klein deel in de natuurtuin. We weten dat oud maaisel gebruikt wordt als nestgelegenheid en overwinteringsplek.
Insectenlab: Het is er weer niet van gekomen om een uurtje op wacht te staan bij het insectenlab. Dat is jammer want zo missen we veel van wat er gebeurt. In het voorjaar werden alleen de 6 mm gaten gebruikt door Gehoornde metselbijen en Rosse metselbijen. Later zagen we Tronkenbijen en Ranonkelbijen in de kleinere 4,2 mm en 4,5 mm gaten. Nu worden nog steeds gaten gevuld (vooral 3 mm en 5 mm gaten), maar we weten niet door welke bijen. Het insectenlab trekt metselbijen en die trekken weer parasieten, insecten die de nesten van metselbijen gebruiken om hun eitjes te leggen. We hebben Gewone goudwesp, Rouwmuurzwever en Gewone knotswesp gezien, maar veel meer soorten gemist. Ik neem mij voor om vanaf volgende week een half uur per week met de camera te posten.
Beestjes scheppen:Vandaag heb ik geen tijd want het jeugd-IVN komt op bezoek. Rond 10 uur verzamelt de club zich voor de poort en trekt in colonne achter Rinus naar de houten brug. Will, Wil en ik sluiten aan. We willen de vangsten zo goed mogelijk documenteren en opsturen naar waarneming.nl. Beestjes scheppen is voor iedereen een leuke en leerzame ervaring. Door de vangsten ook te noteren en door te sturen helpen we ook nog eens mee met wetenschappelijk natuuronderzoek. De hele ochtend is de club intensief bezig met de vangsten. We bouwen een aardige lijst met gedocumenteerde waarnemingen om in te sturen. Ons valt op dat er weinig grote libellensoorten vliegen of als larve gevangen worden. Waarschijnlijk door droogvallen van de poel in 2018 en het bijna droogvallen in 2019. Positief is dat de stekelbaarsjes Sinds 2018 zijn verdwenen. Het overige waterleven vaart er wel bij. Ook nu weer opvallend veel salamanderlarven, haftenlarven, kokerjuffers en talloze kleine en grote waterkevers.
Rond half twaalf maakt het IVN zich klaar om verder te trekken. Ze hebben nog een wandeling en een picknick voor de boeg. Wij scharrelen onze spullen bijeen en ruimen op ons gemak op.
Zaterdag 20 juni 2020
Zaterdag 20 juni 2020:Ik zet de messenbalkmaaier buiten. Een eekhoorn huppelt over het gras vanuit een ruigte naar de ingang. Hij heeft geen haast en lijkt mij nog jong. Als dat zo is, dan hebben twee volwassen eekhoorns een succesvol nest gehad. Afgelopen maanden hebben we twee keer een dode eekhoorn gevonden. Fijn om nu weer een levende te zien. Ik ben extra vroeg begonnen. Het wordt warm en vandaag moet een flink stuk gemaaid worden. Het hoge stuk bij de ingang is snel gedaan. Achter de heuvel bij de grote poel heeft de machine wat meer moeite. De laatste weken is vooral het gras gigantisch gegroeid. Het lijkt wel alsof sinds de stortregen van afgelopen donderdag alles nog eens is verdubbeld. Het gemaaide gras ligt dik op de bodem en duwt de maaimachine omhoog die daardoor moeilijker vooruit komt.
Blote voeten: Wanneer ik aan het lage noordelijke veldje begin valt me door de begroeiing te laat op dat er water staat. Veel water. De maaimachine houdt dapper vol, maar ineens lopen mijn werklaarzen vol water. Ik heb geen keus en loop door totdat de maaimachine weer op het droge staat. Nu pas zie ik dat de kleine noordelijke poel helemaal gevuld is. Net als het stuk dat ik net heb geprobeerd te maaien. Op het laagste punt staat daar zeker 3 tot 4 decimeter water. Ik sla dit veld maar even over. Misschien is het volgende week voldoende opgedroogd. Ik trek mijn laarzen en sokken uit en leg ze op een boomstam in de zon. De rest van het maaiwerk, rondom de overloop van de grote poel, doe ik op blote voeten.
Koffie: Intussen zijn Wil en Rinus binnengekomen. Het maaisel blijft drogen tot maandag en verder is er niet veel te doen. We drinken op ons gemak koffie, bespreken nieuwe houtblokken voor het insectenlab, aanpassingen voor de hooikruiwagen, samenwerking met het IVN voor een nieuw educatief programma, het weer en nog meer. Daarna gaat Rinus de spullen voor wateronderzoek sorteren. Schepnetjes, zoekkaarten, platte bakken en kijkglazen. Volgende week komt het jeugd-IVN waterbeestjes scheppen. Wij willen meedoen en de vangsten zoveel mogelijk documenteren en insturen naar waarneming.nl.
Wilde bestuivers:Ik loop met Wil een ronde op zoek naar wilde bestuivers. Het valt ons weer op dat je het ene moment nauwelijks iets ziet en even later zitten, kruipen en vliegen overal beestjes. Niet alleen bestuivers. Blijkbaar is het sprinkhanenseizoen begonnen. We zijn vergeten om het vlindernet mee te nemen en de sprinkhanen zijn snel. Ze blijven niet stilzitten voor de camera en op naam brengen zonder zoekkaart of goede foto lukt niet. Voorlopig moeten we het houden op kleine bruine en grote groene soorten. Wat verderop krijgen we een Grote narcisvlieg (Merodon equestris)en een Snorzweefvlieg (Episyrphus balteatus) wel op de foto.
Kameleonspin: Eerder hadden we al een Gewone kameleonspin (Misumena vatia)gevonden. Geen bestuiver maar meer een eter van bestuivers. De kameleonspin wacht in hinderlaag op een bloem totdat een insect er op landt. Zoals de naam al doet vermoeden kan deze spin van kleur veranderen. Niet zo snel als een echte kameleon. “De kleurverandering van wit naar geel duurt 10 tot 25 dagen, terwijl van geel naar wit maar 6 dagen duurt.” (meer informatie). Door het combineren van veldwaarnemingen met internet een extra leerzame ochtend.
Zaterdag 13 juni 2020
Zaterdag 13 juni 2020:Het wordt een hete dag. Afgelopen nacht heeft het flink geregend en het water in de poelen is iets omhoog gekomen. In de kleine noordelijke poel staat weer een laagje van 2 of 3 decimeter. Niet helder amberkleurig zoals in de grote poel. Rottend bladafval zorgt voor een troebel soepje. Dat wordt pas helderder wanneer het water nog een paar decimeter verder stijgt. Ik verwacht niet dat zoiets gaat gebeuren voor het winterseizoen. Enkelel waterkevers (kan niet zien welke soort) zwemt druk op en neer. Blijkbaar is de waterkwaliteit voor hen goed genoeg.
Maai-experiment: De grassen zijn hoog opgeschoten. Twee weken geleden waren de graslandjes veel kleuriger dan nu. Er komen steeds meer verschillende plantensoorten in bloei maar door het hoge gras vallen die minder op. Volgende week begint het tweede, uitgestelde deel van de voorjaarsmaaibeurt. Een paar weken later zullen de eerste planten weer in bloei komen. We moeten goed opletten hoe dit experiment uitpakt. Ik vind dat het stuk dat we nu later maaien er niet goed uitziet. Te grassig. Misschien valt het straks weer mee, we zullen zien. Ik pak de gazonmaaier en maai de graspaden, zodat we volgende week makkelijk met de kruiwagens vooruit kunnen. Pal langs de buitenhaag maai ik een smalle baan om de struiken meer licht te geven.
Lege groene huls: Onderzoeker Will gaat op wantsenjacht in de buurt van de grote poel. Ik trek met Rinus en Wil het wilgenbosje in om de Canadese kornoelje weg te snoeien. Vorige winter zijn we hier mee begonnen. Canadese kornoelje is een van de zogenoemde invasieve soorten die we in de natuurtuin bestrijden. Oorspronkelijk komt de struik uit Amerika. Hij heeft een dicht bladerdek van mooie groene bladeren en bloeit met witte schermpjes. Wanneer de sierstruik zijn gang kan gaan groeit hij steeds verder uit. Onder Canadese kornoelje groeit door het dichte bladerdek nauwelijks iets anders. Een echte biodiversiteits-killer. Wanneer de struik weg is komt een grote kale plek tevoorschijn. Wat eerst een dicht bosje vol groen leek, blijkt niet meer dan een lege groene huls.
Uitputting: We knippen en kappen de bovengrondse uitlopers weg en sjouwen ze naar de houtstapel. De takken mogen niet op de grond blijven liggen want dan gaan ze opnieuw wortelen en hebben we nog niets bereikt. Hoog op de houtstapel drogen ze uit. Aan het eind van de ochtend zijn we klaar met dit werkje. Weer een stap gezet in het weer gezond maken van dit bosje. De kale bodem zal volgend jaar al vol staan met nieuwe planten en struiken. Ook de Canadese kornoelje zal proberen terug te komen. In de grond zitten nog veel wortels en die zullen weer uitlopen. Maar veel sjouwwerk zullen we daar niet meer aan hebben. Regelmatig een ronde met kapmes en schoffel moet de woekeraar uitputten en uiteindelijk laten verdwijnen.
De tijd is voorbij gevlogen. We nemen tussendoor ook voldoende tijd voor koffie en geklets. Buiten de schaduw van het bosje begint de temperatuur behoorlijk op te lopen. We zijn op tijd klaar met het sjouwwerk. Na een nog een rondje door de tuin gelopen te hebben sluiten we af.
Zaterdag 6 juni 2020
Zaterdag 6 juni 2020: Op de houten brug stoor ik twee vaste bezoekers. Aan beide uiteinden van de brug zit een kat. De zwart-witte en de rossige. Ze staren naar elkaar. Het doet me aan een ouderwetse cowboyfilm denken, maar het is nog vroeg in de ochtend en geen High Noon. De zwart-witte kat draait zich om, ziet me en schiet het riet in. De rode aan de andere kant verdwijnt achter de heuvel. Ze zullen een andere keer vaststellen wie hier de baas is.
Metselbijenmeter:De metselbijenmeter is weer voller. Het kan niet op. Steeds meer verschillende diameters worden bezet. 3 mm: 26 bezet (was 19), 4 mm: 2 bezet (was 0), 4,2 mm: 26 bezet (was 8), 4,5 mm: 44 bezet (was 31). De 5 mm en 6 mm blijven gelijk (1 en 40). Ook de 1,5 mm en 2mm blijven gelijk op 0. Jammer genoeg is het een groot deel van de ochtend koel, bewolkt en winderig. In het begin valt er zelfs even flink regen. Ik had graag een tijdje op wacht gestaan bij de metselbijenmeter om te ontdekken welke bijen al die nieuwe gaten bezet hebben. Misschien de tronkenbijen en ranonkelbijen die we al eerder hebben gezien. Misschien weer een andere soort. Maar met dit koude en natte weer gebeurt er niet veel.
Planten en een Blauwe reiger: Elke maand begin ik opnieuw met zoveel mogelijk plantensoorten die in bloei staan op naam te brengen. Vandaag loop ik een eerste rondje en noteer een stuk of 20 soorten waarvoor ik niets hoef op te zoeken. Wanneer ik de boeken er bij moet pakken om de ene van de andere soort te onderscheiden (welk vergeet-mij-nietje, welke soort walstro) pak ik die later deze maand. Ik vind een paar bloeiende exemplaren van Penningkruid en bij de houten brug staat Veldlathyrus in bloei. En jawel, even verderop zijn de gele bloempjes van de Kleine ratelaar te zien. Een interessant plantje dat parasiteert op gras om aan voldoende voedingsstoffen te komen. Nu ik toch bij de brug ben haal ik meteen mijn wildcamera er onderuit. Die heeft daar een week gestaan omdat een paar keer een IJsvogel onder de brug vandaan kwam. Thuis is geen IJsvogel op de video's te zien maar een Blauwe reiger is niet te beroerd om in te vallen (https://youtu.be/Vn35cGha7q0.)
Nieuw insectenlab:Wil en ik zetten met piketpaaltjes de omtrek van het nieuwe insectenlab uit. Het is passen en meten. Het insectenlab bestaat uit 4 rechthoekige secties die niet op een rij staan maar samen een halve cirkel vormen. De voorkanten staan dan gericht tussen Zuidoost en Zuidwest. Zo staat altijd een deel van het lab recht naar de zon. Tegelijk sluit de ronding van het lab aan op de bosrand erachter. Hierdoor, en door de afwerking, gaat het nieuwe insectenlab straks een beetje op in de omgeving. Nu we de plek precies hebben bepaald kunnen we de grond voorbereiden. In oktober, na de laatste maaibeurt en de ruigte-maaibeurt beginnen we met de echte bouw. We verwachten vóór het eind van het jaar het insectenlab klaar te hebben zodat we het volgend seizoen kunnen gebruiken.
Verjaardag: Onderzoeker Will struint de natuurtuin directe omgeving af op zoek naar vogels. Door de nattigheid heeft het geen zin om met klopnet of vlindernet te zoeken naar wantsen. De zwerfafvalgroep is vroeg terug van hun maandelijkse ronde. Voorzitter Kees is binnenkort jarig en viert dat met koffie en appelgebak. Wij zijn klaar met onze klus en sluiten aan. Even later komt onderzoeker Will terug van zijn speurtocht en al kwebbelend en discussiërend eindigen we deze ochtend.