juli 2021
Zaterdag 31 juli 2021
Blijft het droog of niet? Een hele vloot wolkenvelden en buitjes zeilt over Helmond heen. Wanneer ik de poort van het slot haal is de lucht donker en begint het te druppelen. Dat zal niet veel worden. Ik hou mijn jas maar aan en controleer de metselbijenmeter. Dan klaart het op. De lucht blauw met witte wolkjes. Ik kan in mijn T-shirt de buitenhaag snoeien. Ik scheer de bovenkant van de haag over de hele voorkant. Wanneer ik de accuschaar schuin hou om de zijkanten te doen, hapert het apparaat. Ik weet niet of het de warmloopbeveiliging is of dat er een contact los zit. Het laatste stukje knip ik maar met de gewone handschaar.
Klussen
Rinus gaat de paden vrij knippen. Volgende week komt er nog een laatste groep op bezoek. Door het groeizame weer blijven nieuwe scheuten van de bramen de paden blokkeren. Een regelmatige knipbeurt is nu geen overbodige luxe. Wil trekt weer het wilgenbosje in om de Canadese kornoelje weg te halen. Onderzoeker Will gaat weer op jacht naar vreemde wantsensoorten.
Tuinwaterlelie
Ik sjor de takkenzaag vast aan een lange steel die ik in het materiaalhok heb gevonden. Met die verlengde takkenzaag kan ik makkelijker de Tuinwaterlelie kortwieken. Het water staat nog steeds hoog, eigenlijk een normaal zomerpeil voor een moerasgebied. Door drie droge jaren moeten we daar weer aan wennen. Zelfs met waadpak kom ik niet in de buurt van het midden van de poel. En juist daar maakt de Tuinwaterlelie nieuwe bladeren. De lange zaag helpt en in korte tijd zijn alle bladeren onder de waterspiegel afgesneden. Dit houden we vol tot het eind van het groeiseizoen. Benieuwd hoe lang het duurt voordat de waterlelie opgeeft.
Planten verdwijnen
We drinken koffie en kletsen wat. Intussen loopt een dame een rondje door de tuin. Het enige bezoek van vandaag. De meeste mensen zijn geen liefhebber van Nederlands zomerweer. Na de koffie gaat iedereen weer naar de eigen klus. Ik ben klaar en loop nog een ronde om bloeiende planten te noteren. De lage stukken van de zuidelijke strook blijven interessant. Stijf ijzerhard, een overblijfsel van de voormalige kruidentuin is verdwenen.
Planten verschijnen
Andere soorten komen. Akkermunt, Moerasandoorn, Egelboterbloem en Echte koekoeksbloem zijn er vanzelf voor in de plaats gekomen. Ineens zie ik een lichtblauwe bloeiaar tussen het groen. Lange ereprijs, vorig jaar heb ik hem voor het eerst gezien. Niet geplant of gezaaid. Gewoon binnen gewaaid en op de goede plek terecht gekomen. Net als vorig jaar is het maar een enkele bloeistengel, dus het blijft de vraag of het een blijvertje is. Thuis kijk ik de vondst na en ontdek ik dat deze "Lange ereprijs" ook een "Aarereprijs" kan zijn of een kruising tussen beiden. Volgende keer betere foto's maken.
Muskusboktor
Afgelopen week heb ik een Muskusboktor gevonden. Een sensationeel mooie boktor met metallic kleuren en grote voelsprieten. De tor leeft als larve een paar jaar in aangetast wilgenhout. Na in het hout te zijn verpopt heeft de Muskusboktor kort de tijd om een partner te vinden voor de voortplanting. Eigenlijk viert hij een beetje vakantie op schermbloemigen zoals de Berenklauw. Het schijnt dat de Muskusboktor minder algemeen aan het worden is. Waarneming.nl noemt hem zelfs zeldzaam. Dit zou komen doordat er minder vochtige gebieden zijn waar wilgen groeien.
Gewone engelwortel
In de Bundertjes is het nog vochtig genoeg en groeien veel wilgen dus de Muskusboktor zullen we nog wel eens tegenkomen. Gewone engelwortel, ook al een liefhebber van natte oorden lijkt het ook beter te doen. Een paar jaar terug leken ze verdwenen, maar vorig jaar zag ik er een paar en nu staan er een zo'n tien verspreid over de lage natte graslandjes. Op de hogere stukken valt de opkomst van Klein streepzaad op. Op de heuvel bij de ingang wordt het pad bij zonnig weer omzoomt door de kleine gele bloemen. Alles is in beweging. Meer dan genoeg reden om eens naar buiten te gaan kijken.
Zaterdag 24 juli 2021
Vandaag was het plan om de oeverzone van de zuidelijke poel verder uit te graven. Vorige week hebben we bij deze klus peentjes gezweet en ook nu wordt er drukkend weer verwacht. Genoeg excuus om het graven in te ruilen voor lichtere werkzaamheden.
Plakvallenproject
Donderdagmiddag heb ik in de zuidelijke strook een strook van een halve meter breed gemaaid. Recht vanaf de voorkant tot aan het insectenlab. In die strook zijn 10 plakvallen uitgezet. Om de tien meter een plakkerige strook geel plastic tussen twee stokjes. De laatste drie plakvallen staan in het elzenbosje. De plakvallen staan zo netjes verdeeld over hoge en diepe stukken. In grasland en onder de bomen.
Methode testen
Enkele jaren geleden heeft een groep boeren in Noord-Holland een plakvallenproject gedaan om aantallen insecten en insectenmassa te vergelijken tussen verschillende beheerde graslanden. Zij waren nieuwsgierig naar de voedselvoorraad van de weidevogels. Wij willen uitzoeken of die methode ook voor in de super afwisselende natuurtuin bruikbaar is. Vorig jaar oktober hebben we een piepkleine test uitgevoerd met drie plakvallen. Deze week hebben we op volle grootte getest met tien plakvallen over 100 meter.
Inzicht in insectenaantallen
Ik haal de plakvallen op en zet ze op de foto. Die foto's halen we later door een computerprogramma dat de insecten indeelt in groottes en de aantallen telt. Tegelijk berekent de software het gewicht van de gevangen insecten. We willen deze test 2 of 3 keer per jaar uitvoeren in de natuurtuin. Met deze simpele methode kunnen we een globaal beeld krijgen van de kleine vliegers die zich tussen de planten bewegen. Dat zegt iets over de kwaliteit van de begroeiing en hoeveel voedsel beschikbaar is voor insecteneters.
Insectenlab
Na de plakvallen controleer ik het insectenlab. Elke week houden we bij hoeveel gaatjes van de houtblokken bezet zijn door metselbijen. In de houtblokken zitten gaatjes met verschillende diameters. Die zijn aantrekkelijk voor verschillende bijensoorten. Door met zonnig weer een tijdje op wacht te staan met een camera hebben we verschillende bijensoorten leren kennen. We weten nog steeds niet welk beestje de kleinste gaten van 1,5 mm en 2 mm gebruikt.
Klussen
Ook Rinus heeft vandaag geen zin om te graven. Hij gaat met de heggenschaar de brandnetels langs de voorkant kort knippen. Zo blijft er van buitenaf inkijk in de natuurtuin. Wil gaat de andere kant op en houdt zich bezig met de Canadese kornoelje in het wilgenbosje. Vorig jaar hebben we het grootste deel van deze woekeraar weggesnoeid. Omdat hij vanuit ondergrondse wortelstokken weer uitloopt moeten we hem regelmatig terugsnoeien. Een uitputtingsslag die nog wel een paar jaartjes gaat duren.
Planten noteren
Ik ga bloeiende planten op naam brengen. Ik kom niet verder dan de zuidelijke strook. Er groeien een paar āmoeilijkeāplanten. Dus, planten die veel op enkele andere nauw verwante soorten lijken. Een Hypericum houdt me een tijdje bezig. Ik voer hem in als Frans hertshooi en hoop dat de mensen van Waarneming.nl aan de hand van de foto's zekerheid kunnen geven. Ook een Basterdwederik kost wat tijd. Ik maak er Kantige basterdwederik van en wacht het oordeel van Waarneming.nl af.
Jakobskruiskruid
Een van de planten die profiteert van de afgelopen droge zomers is Jakobskruiskruid (Jacobaea vulgaris). Een mooie zomerbloeier die waar tientallen insectensoorten van profiteren. Als waardplant voor bijvoorbeeld rupsen, maar ook als leverancier van pollen en nectar. In de nazomer zitten de bloemen dan ook vol bezoekers. De plant duikt vaak op plekken op die verstoord zijn. Molshopen, oude konijnenholen of open plekken door de droogte. Door het groeizame weer van deze zomer heeft Jakobskruiskruid minder plekken om uit te kiezen. Ik ben benieuwd of hij volgend jaar ook minder te zien zal zijn.
Tuinwaterlelie
Na de koffie trek ik een waadpak aan en stap de grote poel in. Vanaf nu snijden we elke week de nieuwe bladeren van de Tuinwaterlelie af. De Tuinwaterlelie heeft de vervelende eigenschap om een dicht tapijt van bladeren te maken waardoor geen zonlicht meer in het water doordringt. We willen hem kwijt zodat er meer onderwaterplanten groeien. Met dit weer is een half uurtje afkoelen in de poel niet vervelend.
Enthousiaste bezoekertjes
Tegen het eind van de ochtend komt een moeder met kind aangewandeld. Het jongetje heeft in het begin helemaal geen zin, maar laat zich toch overhalen om binnen te komen. Eenmaal op de houten brug, onder begeleiding van Onderzoeker Will, wordt hij steeds enthousiaster. Uiteindelijk blijft hij tot na twaalven beestjes vangen. Dan sluiten we toch echt af.
Zaterdag 17 juli 2021
Ik ben benieuwd. We hebben een kleine compressor gekocht om de maaimachines schoon te maken. Tot nu toe gebruikten we die van mij. Die moest telkens met de auto heen en weer tussen thuis en de natuurtuin gereden worden. Deze nieuwe compressor spaart benzine en gedoe. Eerst de maaibalk van de messenbalkmaaier schoon blazen. Perfect. Ik sjouw alles naar het nieuwe insectenlab en schiet met een tacker krammen in de planken aan de achterkant zodat ze extra vast zitten. Het enige dat we nog willen doen aan het gebouwtje is betongaas aan de voorkant. Dat kan later.
Tropisch
Afgelopen week heeft het flink geregend. De schoolexcursie van donderdag moest worden uitgesteld naar vrijdag. De lage veldjes staan blank. Dat is afgelopen zomers wel anders geweest. Vandaag blijft het droog en lopen de temperaturen op. Dat levert een tropisch atmosfeertje op. Wil loopt een ronde en hakt uitlopers af van boomstompen. Rinus en ik graven weer een stukje af bij de oeverzone van de zuidelijke poel. Ik rij een stuk of vier keer met de motorkruiwagen naar de drainagesloot aan de westkant van de natuurtuin. Die wordt gedempt zodat de tuin minder snel uitdroogt wanneer het niet regent. Rinus sjouwt grond naar het stukje pad bij de houten brug zodat het minder scheef wordt.
Schoolexcursies
Intussen wandelen een paar mensen met kinderen de tuin in. Ze willen graag waterbeestjes scheppen. Zo lang het niet te druk wordt kan dat natuurlijk. De laatste tijd komen vaker kinderen die op schoolexcursie zijn geweest nog eens terug met hun ouders. Blijkbaar hebben ze het naar de zin gehad.
Te heet om te sjouwen
Het wordt mij te heet om te graven en na de koffie trek ik met Wil door de tuin. Rinus houdt het graafwerk langer vol, maar na verloop van tijd is hij vaker op de brug te vinden om uitleg te geven aan de waterscheppers. Onderzoeker Will vindt van alles. Door ons graafwerk wordt een interessante nachtvlinder opgeschrikt die hij snel op de foto zet. Hij denkt dat het de Klein Avondrood is.
Dat is biodiversiteit
In de zuidelijke strook zien we een klein druk roodachtig bijtje de bloemen van de Haagwinde afstropen. Hij zit niet vaak stil en ik maak veel foto's, in de hoop dat er een scherpe tussen zit. Een paar foto's lukken. De herkennings-app Obsidentify is zeker: het is een Bonte viltbij (Epeoloides coecutiens). Dit is een zogeheten koekoeksbij, die haar eitjes legt in de nesten van andere bijen. De Bonte viltbij is gespecialiseerd op nesten van de Slobkousbij. De Slobkousbij komt in de natuurtuin voor omdat hier veel Grote wederik groeit. Dat is biodiversiteit: organismen die andere organismen nodig hebben om te overleven.
Gevlekte smalboktor
Vlak bij de noordelijke poel zit nog een opvallend beest te zonnen: het blijkt een Gevlekte smalboktor (Leptura quadrifasciata) te zijn. Een soort die vooral in vochtige terreinen te vinden is met veel zachthoutsoorten. De larve van deze tor leeft drie jaar in dode houtstobben. Als volwassen insect heeft hij een korte tijd om zich voort te planten. In de vochtige natuurtuin met alle afgezaagde wilgen zal hij zich goed thuis voelen.
Vlinders
Het warme weer heeft duidelijk effect op de insecten. Boven de tijdelijke watertjes in de zuidelijke strook vliegen grote libellen. Sommigen zetten eitjes af op de bladeren onder de waterlijn. Waarschijnlijk vallen deze poeletjes snel droog dus zal dit geen succesvolle voortplanting worden. Boven de graslandjes vliegt van alles: Witjes, Atalanta, Oranje zandoogje, Gehakkelde aurelia. Zo weinig vlinders we de afgelopen weken zagen, zo veel zien we er nu. Zo blijkt maar weer, er zijn mooie en lelijke natuurverschijnselen, maar je hebt ze gemist als je niet gaat kijken.
Zaterdag 10 juli 2021
Langs het pad naar het insectenlab zit een rare gele blob op een boomstomp. Heksenboter (Fuligo septica). Niet zomaar een gekke vormeloze paddenstoel, maar een slijmzwam. Slijmzwammen zijn bijzondere organismen. Geen paddenstoel, maar ook geen plant of dier. Het zijn rare wezens die zich niets aantrekken van de biologische indelingen die wij verzinnen. Ze worden ingedeeld in een eigen groep en hoe meer ze bestudeerd worden, hoe verrassender ze blijken te zijn. Hoewel heksenboter klinkt alsof het op de boterham kan, is eten niet aan te raden. Het organisme is een verzamelbak van allerlei metalen als koper, cadmium en zink
Hij kan lopen en hij plant zich voort, of niet?
De gele blob die we nu zien eet micro-organismen van het dode hout en verplaatst zich wanneer het eten op is. Hij heeft dus geen vaste groeiplek zoals paddenstoelen, maar loopt los rond. Na een tijd verhard en verkleurt de gele massa waarna sporen worden vrij gelaten. Uit die sporen groeien twee verschillende micro-organismen. Deze amoeben kunnen zich zelfstandig vermeerderen door celdeling en eten bijvoorbeeld bacteriƫn. Onder gunstige omstandigheden combineren die twee micro-organismen zich en groeien samen uit tot een slijmzwam.
Hij heeft geheugen en is hij ook slim?
Je kunt je dus afvragen of die twee amoeben voortplantingscellen zijn of dat de slijmzwam een samenwerking tussen de twee organismen is. Alsof dat nog niet genoeg gekkigheid is, blijken slijmzwammen een primitief geheugen te hebben, kunnen ze van hun omgeving leren en vinden ze in een laboratoriumdoolhof de efficiƫntste weg naar voedsel. Wij kunnen dat hier allemaal niet testen en zijn al tevreden met een mooi geel natuurverschijnsel.
Veelbloemige roos
De stapel maaisel voor de poort is weggebracht. Alles bij elkaar hebben we bijna een ton maaisel naar Biemans Recycling gebracht. Voornamelijk kilo's water natuurlijk. Vandaag doen we wat kleinere klusjes. Wil gaat naar het plantsoentje buiten de natuurtuin. Daar hebben we Veelbloemige roos ontdekt die aan een stiekeme opmars bezig was tussen de struiken. We knippen hem zo ver mogelijk weg. Dit herhalen we zodra we weer scheuten van de woekeraar zien. Invasieve soorten bestrijden is een kwestie van lange adem. We zullen nog jaren controlerondjes moeten lopen.
Paden en dak
Ik maai de paden met de gazonmaaier en zet dan de ladder tegen het insectenlab. De losse flappen vijverfolie die op het dak ligt, moeten nog vastgezet worden. Daarna gaat het oude wollen kleed van Rinus op het dakje. We gaan kijken wat daar in de loop van de tijd op gaat groeien en rondscharrelen. Rinus pakt de heggenschaar en gaat de braamscheuten te lijf die opnieuw de paden proberen veroveren. Bij de zuidelijke poel knipt hij een inham in de rietkraag, zodat Onderzoeker Will daar naar wantsen en andere beesten kan zoeken.
Bezoekers
De schoolexcursies in de natuurtuin blijken inspirerend te werken. Deze zomer hebben we 12 groepen kinderen op bezoek, die op speelse wijze kennismaken met natuuronderzoek. Ook vandaag komen 2 jongetjes, elk met een ouder naar de natuurtuin om nog een keer waterbeestjes te scheppen. We kijken tussen het klussen door in de bakken en zien vandaag opvallend veel larven van salamanders.
Wilde bestuivers
Nu we weer eens tijd hebben lopen Wil en ik een rondje om wilde bestuivers te kijken. In de overloop komt de Grote wederik en de Grote kattenstaart in bloei. Een mooie combinatie van goudgeel en paars. Wanneer het seizoen vordert, zorgen telkens andere planten voor verrassingen. Dan zijn het boterbloemen, dan Vergeet-mij-nietjes, Pinksterbloem of Kamperfoelie. We zien vandaag verschillende Witjes, Bruine zandoogjes en een Atalanta.
Slobkousbij
Op de Wederik zien we de Gewone slobkousbij (Macropis europaea ). Deze wilde bijensoort is gespecialiseerd op Grote wederik. Hij verzamelt daar stuifmeel en olie (wederik geeft geen nectar). Zijn naam komt van de dikke beharing op de achterpootjes. In de natuurtuin groeit al jaren Grote wederik en daardoor kan deze slobkousbij hier leven. Goed aangepast maaibeheer is voor deze specialist van levensbelang. Stukken met Grote wederik moeten het eerste deel van de zomer met rust worden gelaten zodat de plant volledig tot bloei kan komen. Er valt nog meer te ontdekken, maar de zaterdagochtend is eindig. Na twaalven sluiten we af.
Zaterdag 3 juli 2021
Vandaag gaat het laatste maaisel van de voorjaarsmaaibeurt naar buiten. Op twee plekken langs de overloop ligt nog maaisel van vorige week. Een paar dagen geleden heb ik een stuk bij de ingang gemaaid. Vanaf de helling is nu vrij uitzicht over de grote poel. Ook de strook naast de westelijke houtwal is gemaaid. We willen alle vier plekken snel opgeruimd hebben want het gaat vandaag warm worden. Gelukkig heeft Loes vandaag tijd om ons een handje te helpen. Bij het maaiwerk kunnen we extra handen goed gebruiken.
Late guldenroede
Het maaisel bij de houtwal brengen we niet naar buiten. We harken het bij elkaar op een stuk waar opnieuw Late guldenroede is opgekomen. Dit is een uitheemse woekeraar. Het afdekken met maaisel hebben we eerder met succes toegepast. Zo hebben we flinke oppervlaktes met Late guldenroede opgeruimd. Toch duikt de plant op verloren hoekjes nog wel eens op. Zo ook nu. We herhalen ons afdektrucje en over een jaartje zal hij ook hier weg zijn.
Koffie en Loes
Twee ladingen maaisel gaan met de grote hooikruiwagen naar buiten. De rest met gewone kruiwagens op het stuk met Late guldenroede. De stapel buiten de poort brengen we maandag naar Biemans recycling. Ook dankzij de extra hulp van Loes kunnen we vroeg aan de koffie. Gelukkig maar, want de zon heeft er zin in vandaag.
Bramen en kinderbeentjes
Na de koffiepauze loopt Rinus met de heggenschaar een ronde over de paden. Het is groeizaam weer. Niet alleen gras en andere planten, ook de braamstruiken groeien hard. Lange scheuten hangen over de paden. We hebben nu elke week een schoolklas op bezoek en de kinderbeentjes moeten een beetje heel blijven.
Tuinwaterlelie
Ik ga nog een andere invasieve plant te lijf. De Tuinwaterlelie in de grote poel heeft weer nieuwe bladeren gemaakt. Vorig jaar zijn we begonnen om die weg te snijden. Zo'n waterlelie is niet meteen dood. Vanuit de wortelknollen groeit hij telkens opnieuw uit. Het regelmatig afsnijden verzwakt hem en uiteindelijk zal hij het loodje leggen.
Groene enthousiastelingen
Net als de Late guldenroede is deze Tuinwaterlelie ooit door een groene enthousiasteling in de natuurtuin gebracht. Het zijn uitheemse woekerplanten die hier te weinig natuurlijke vijanden hebben. Ze verdringen alle inheemse planten en zijn dus schadelijk voor onze leefomgeving. Met een waadpak in de koele poel staan is nu best lekker. De bladeren van de waterlelie zijn een stuk kleiner dan vorig jaar. Ik snij ze onder water af en duw ze naar de kant. Wil schept ze in een kruiwagen kruit ze naar de maaiselhoop.
Helmkruidvlinder
Vlak bij de stenen muur groeien twee stuks Knopig helmkruid (Scrophularia nodosa). Begin vorige week zag ik piepkleine jonge rupsjes van de Helmkruidvlinder (Cucullia scrophulariae). Vandaag zijn ze flink groter en is het Helmkruid flink kaler. De Helmkruidvlinder is een nachtvlinder die je niet vaak ziet, of in ieder geval niet echt opvalt. De rups des te meer. Wit met zwarte en gele vlekken.
Bedreigd, maar waardoor?
Op de site van de Vlinderstichting lees ik dat de Helmkruidvlinder op de Rode Lijst staat, met de status bedreigd. Waardoor de vlinder bedreigd wordt is niet duidelijk. De rups heeft Helmkruid nodig, en die plant komt in een groot deel van Nederland voor. Op het forum van Waarneming.nl denkt iemand dat mogelijk de Franse veldwesp veel van de rupsen opeet. De Franse veldwesp leeft door het warmere weer tegenwoordig in steeds grotere delen van Nederland. Anderen betwijfelen die theorie. Omdat ook in die warmere streken waar de Franse veldwesp vandaan komt Helmkruidvlinders leven. Zoals alle mooie natuurverschijnsels, ineens zijn ze er en misschien zijn ze volgende keer niet meer te vinden. Opgegeten of bezig zich te verpoppen ergens op de grond.