Deze Week Juli 2020
Zaterdag 25 juli 2020
Zaterdag 25 juli 2020: Lauw weer. Niet koud, maar weinig zon en vanuit het zuidwesten lijkt regen te gaan komen. Ik doe vlug wat klusjes. Aan de voorkant van de tuin fatsoeneer ik de grond rond de gerepareerde rioolput. Verderop ligt nog maaisel. Ik hark het onder tegen de buitenhaag en zet dan de bordjes buiten. Eén bordje nodigt voorbijgangers uit om de tuin te bekijken, een ander waarschuwt om anderhalve meter afstand te houden en het derde bordje wijst er op dat de nationale telling tuinvlinders nog steeds loopt. Officieel is morgen de laatste dag.
Insectenlab: De waarnemingen bij het insectenlab blijven verbazen. Vooral de gaten van 3 - 4 - 4,2 en 4,5 mm zijn weer flink bijgevuld. Blijkbaar zijn verschillende metselbijen nog volop met de voortplanting bezig. Ik heb te weinig tijd gehad om op wacht te staan om te achterhalen welke soorten nu zo actief zijn. Het op en af van de activiteiten bij de verschillende diameters is goed te zien op bijgaande grafiek.
Bijzondere vogels, weinig vlinders: Wanneer onderzoeker Will er is, lopen we een vogelrondje. Vergeleken met andere ochtenden is het stil in vogelland, maar toch doen we mooie waarnemingen. Meteen aan het begin spot Will een Middelste bonte specht, bij het elzenbosje vliegt een Buizerd op. Weer verderop zien we twee kibbelende/spelende Sperwers over de tuin vliegen. Vlinders zien we niet veel. Daarvoor moeten we echt zon hebben. Een Bont zandoogje, een Bruin zandoogje en een Koolwitje is alles wat we nu te zien krijgen.
Meidoorn opruimen:Bij de container treffen we Wil. We gaan de dode meidoorn aan de voorkant opruimen. Wil zaagt de stammen af en kort ze in tot handzame stukken die ik in de houtwal stop. Onderzoeker Will speurt intussen naar wantsen en voorzitter Kees gaat naar de winkel om de watervoorraad aan te vullen Wanneer de meidoorn netjes is opgeruimd gaat Wil verder met zijn project om de autoband van de velg te krijgen. Hij wordt daarbij geassisteerd door Kees.
Boeiende ontwikkelingen bij de planten:In het afgeplagde stuk waar vroeger een kruidentuin was, gebeurt van alles op plantengebied. Stijf IJzerhard (Verbena bonariensis), een restant van de voormalige kruidentuin, groeit er naast de inheemse IJzerhard (Verbena officinalis). Onopvallende planten als Veldrus, Pitrus, Biezenknoppen staan naast opscheppers als Zilverschoon, Egelboterbloem, Moerasandoorn en Kattenstaart. Steeds meer zomerbloeiers komen op. Koninginnenkruid en Hypericumsoorten. Die laatsten maken het me lastig. Ik heb Sint Janskruid zeker op naam, maar nu zit ik gebogen over een andere Hypericum en vermoed ik dat het Gevleugeld hertshooi is. Het heeft wat kenmerken van sint Janskruid, maar niet eenduidig. Het gedrongen plantje heeft zich stevig gevestigd in dit stuk. Misschien wel oorspronkelijk zaad dat door het graafwerk heeft kunnen ontkiemen. Morgen met de andere camera scherpe foto's maken en opsturen naar waarneming.nl.
Weer een dood konijn: Vorige week heb ik een dood jong konijntje gevonden bij de zuidelijke poel. Geen idee hoe dat daar terecht was gekomen. Ik heb het op een boomstam gelegd met de wildcamera er bij. Vooral wespen blijken belangrijke opruimers. Eerst wordt er flink aan de oppervlakte geknaagd. Later kruipen ze naar binnen en graven verder. Ze worden begeleid door talloze Groene vleesvliegen. Opvallend vaak komen twee huiskatten het konijntje inspecteren. Eerst de zwart-witte, dan de rossige. Dan weer de rossige en wat later de zwart-witte. De twee blijken vriendschappelijk met elkaar te zijn. Verschillende keren komen ze samen langs. De twee hebben geen idee wat ze met het konijnenlijkje aan moeten. Hetzelfde als wat we eerder bij een ander konijnenlijk hebben waargenomen. Ze snuffelen wat en schijnen niet te snappen wat ze zien. De rossige waagt één keer een voorzichtig tikje met de voorpoot. Opvallend dat de katten geen last hebben van de wespen die voortdurend op en in het lijkje bezig zijn.
Onverwacht slot: Halverwege de week verdwijnt het konijntje uit beeld. Door het gewroet aan de binnenkant is het van de boomstam gevallen. De rest van de video's is gevuld met vogels; drie kibbelende zanglijsters, een jonge roodborst en een koolmees. Even flitst een eekhoorn door het beeld. Op een van de laatste video's (infraroodopname) is druk gescharrel te horen, takjes bewegen. Allemaal net buiten beeld. Dan schiet een langgerekte gedaante de boomstam op. Met iets in de bek haast het beest zich uit beeld. Volgens mij is dit de Bunzing die vaker in de natuurtuin komt. Ik denk dat hij het konijntje langs de boomstam gevonden heeft, maar hij flitst zo snel door het beeld dat ik het niet helemaal zeker weet. Zou wel toevallig zijn wanneer hij iets anders gevangen had. Bij twee eerdere experimenten met dode konijnen sloot de vos het verhaaltje af. Deze keer is de bunzing hem te snel af geweest.
Zaterdag 18 juli 2020
Zaterdag 18 juli 2020: Bij aankomst zie ik dat de gemeente snel werk heeft gemaakt van onze melding van de kapotte rioolput bij de voorkant van de tuin. De deksel ligt weer op zijn plaats en netjes recht. Uiteraard is de stank ook weg. Het wordt tropisch vandaag. Er zit veel vocht in de lucht en de temperatuur loopt snel op. Meteen de gazonmaaier gepakt en de graspaden gemaaid. In de jerrycan zit geen benzine meer. Het is de vraag of ik aan het restje in de tank voldoende heb om alle paden te doen. Onderweg kijk ik rond en zie dat de nazomerbloeiers de graslandjes overnemen.
Grote wederik: Grote wederik heeft zich opnieuw over de graslandjes verspreid. De plant heeft een jarenlange reis door de natuurtuin achter de rug. Meer dan tien jaar geleden stond er een grote groep achter de grote heuvel die elk jaar, weg van het berkenbosje, verder naar het westen trok. Uiteindelijk stond er een nog een smalle strook tussen de overloop en de rij knotwilgen. Achteraf denk ik dat de plant wegtrok van de schaduw van het berkenbosje en de bomen op de heuvel die steeds hoger werden. De bomen op de heuvel zijn weg en verderop aan de zuidkant hebben we de hoge elzen teruggedrongen. Begin vorig jaar zijn ook de enorme wilgen aan de voorkant (oosten) van de natuurtuin opgeruimd en dat betekent veel meer zonlicht, ook verderop in de tuin.
Slobkousbijen: En zie, de hele overloop en de veldjes daar omheen, staan vol Wederik. Zelfs in de ruigtestrook vlak bij de container piepen de goudgele bloemen tussen de rietstengels door, terwijl ik mij niet kan herinneren dat daar eerder Wederik heeft gestaan. Dat zal de slobkousbijen goed doen. Die zijn gespecialiseerd op Wederik en halen daar olie en stuifmeel. Wederik geeft geen nectar, daarom zijn de slobkousbijen ook op andere planten te zien, vooral Kattenstaart en Wolfspoot, Kale jonker en Biggenkruid. Allemaal planten die nu, net als de Wederik in bloei staan en ook in de natuurtuin te vinden zijn.
Dode eik: Er blijkt voldoende benzine in de gazonmaaier te zitten. Meteen na het maaien van de paden snoei ik met de accuheggenschaar de ruigte rondom een hoge dode eik. De boom is een meter of 20 hoog en staat vlak bij de voorkant van de natuurtuin. Wanneer daar dode takken of een stuk van de stam afbreken kunnen die op het wandelpad langs de tuin terecht komen. Groot is die kans niet, maar we willen geen enkel risico lopen. Ik maak nu een veilige werkruimte en straks zagen we de boom om.
Vogels:Wanneer ik klaar ben komt net onderzoeker Will binnen. Ineens zien we een hele zwerm Gierzwaluwen boven de tuin. We krijgen ze niet geteld. Alle vogels draaien en zwieren door elkaar. We schatten 35 exemplaren, maar het hadden er meer kunnen zijn. Geïnspireerd maken een vogeltelrondje. Will “klaagt” dat de gazonmaaier vast de Kleine karekiet heeft weggejaagd. We horen hem niet, maar even later zien we het vogeltje tussen het riet. Een sperwer draait traag rondjes tussen de snelle gierzwaluwen. Een mooi sluitstuk voor deze telronde.
Stammen sjouwen:Rinus en Wil arriveren. We gaan de dode eik opruimen. Ik maak een kleine zaagfout en de eik valt niet precies tussen twee meidoorns, maar raakt er een op de takken. Die breken door het geweld af. Geen grote schade. Ook zonder die paar takken leeft de meidoorn verder. We zagen de gevelde eik uit elkaar. Takken gaan ter plekke in de houtwal. De stam verdelen we in stukken van pakweg 2 meter. Het dikste stuk van ruim twee meter sjouwen we op de hooikruiwagen We maken hiermee een nieuwe zitbank bij de container. De oude zacht geworden stam gebruiken we volgend jaar in het insectenlab. Volgende week ruimen we de rest van de eik op. Ook die stukken gaan we gebruiken voor ons metselbijen-onderzoek. Het harde hout is geschikt om gaten in te boren die door de metselbijen gebruikt worden.
Afrikaanse kevers: Tijdens de koffie komen een vader en zoon, regelmatige bezoekers, binnen. De jongen laat ons enkele voorbeelden zien van zijn keververzameling. Een “schedel”van een inheemse neushoornkever en een paar mooie voorbeelden van Afrikaanse kevers. We laten ons alles uitleggen over de kevers en het kweken daarvan. Na deze leerzame onderbreking gaan we afzonderlijk op pad. Rinus leidt een bezoekster rond, onderzoeker Will gaat op wantsenjacht en Wil waagt een poging om een autoband van een wiel te scheiden. Rinus heeft dat wiel meegebracht en we willen de band gebruiken om de staalkabel van de lier in op te bergen. Het losmaken van de band blijkt niet makkelijk.
Hij zit stevig aan de velg geplakt en Wil moet allerhande toeren uithalen om er grip op te krijgen. Intussen loop ik een rondje om bloeiende planten te noteren. Nu de zomer vordert komen steeds meer planten in bloei. Berenklauw, Moerasandoorn, Kattenstaart, Wederik en ook een paar Engelwortels. Die zijn we een paar jaar kwijt geweest maar ze zijn weer terug. Bij de heuvel stond een grote Engelwortel, maar ik zie nu alleen nog een stronk. De bloeistengel is afgebroken en waarschijnlijk door een ”natuurliefhebber” meegenomen.
Ruim na twaalf uur komen we bij de container weer bijeen. Wil heeft warempel de band half los gekregen. Volgende week gaat hij verder.
Zaterdag 11 juli 2020
Zaterdag 11 juli 2020: Er komt opnieuw kleur in de natuurtuin. Het leek alsof de grassen met hun groeispurt de andere planten gingen wegdrukken, maar de kruiden met kleurige bloemen slaan terug! Op meer plekken dan vroeger komt de Grote wederik in bloei. De plant is duidelijk aan een nieuwe opmars bezig. Hij staat als vanouds verspreid over de graslandjes, maar nu ook tussen het riet langs het wilgenbosje. Op de veldjes bloeien Klein streepzaad, Egelboterbloem (geel), Vergeet-mij-nietjes (blauw) Dagkoekoeksbloem, Echte koekoeksbloem (rose), Ruw walstro, grasmuur, hoornbloem (wit) en Brunel( paars). Daar bovenuit steken Kale Jonker, Speerdistel en een enkele Akkerdistel met purper en paarsblauwe bloemen. Echte insectenmagneten.
Tijd voor klein onderhoud: Maandag is het proefstuk in het elzenbosje gemaaid met de bosmaaier. We testen daar of de we Bonte gele dovenetel door regelmatig maaien kunnen bestrijden. Tegelijk zijn de brandnetels op de plek van het nieuwe insectenlab gemaaid. Vandaag krui ik de brandnetels naar de takken hoop verderop. Daarna snoei ik de buitenhaag en maai de grasstrook aan de voorkant van de natuurtuin. Wil en Rinus harken het maaisel bijeen en een deel wordt naar de takkenhoop in het berkenbosje gebracht. Een ander deel harken we tegen de onderkant van de buitenhaag. Niet alles gaat plat. Ook in deze grasberm leven veel insecten die stengels en bladeren gebruiken voor hun eitjes of rupsen. In het midden laten we een strook staan Wandelaars hebben goede zin, het klaart op en de zon komt tevoorschijn. Nu en dan knoopt iemand een praatje aan en enkele mensen doen een rondje door de natuurtuin.
Snoeiwerk: Bij de container drinken we koffie. De messenbalkmaaier en de heggenschaar worden schoongemaakt en geolied. Daarna lopen we een controlerondje met kapbijltjes en slaan de takjes weg van uitgelopen boomstompen. Een aantal geringde bomen heeft onder de ringen nieuwe uitlopers gemaakt en die halen we ook weg. Als laatste behandelen we de knotwilgen. De koppen schieten goed uit, maar ook lager op de stammen ontstaan takken. Die halen we weg, zodat alle groei in de koppen gaat zitten. Veel leven: Over enkele jaren gaan we weer snoeien en dan kunnen we er makkelijk bij.
Onderzoeker Will is de hele ochtend aanwezig en stroopt de tuin door met het nieuwe klopnet. We hebben geen tijd gehad om wilde bestuivers te noteren, maar er vliegt wel van alles rond. Ik zie een Citroenvlinder, verschillende Witjes, Atalanta's, Zandoogjes, wilde bijen, zweefvliegen, sprinkhanen en natuurlijk struikel je overal over de nieuwe padjes en kikkertjes die uit de poelen het land zijn ingetrokken.
Riool: Na een relatief natte en bewolkte week is de zomer vandaag terug. De rioollucht die we al een tijdje ruiken bij de container is minder zomers. Bij het maaien ontdekten we dat de put vlak langs de tuin scheef staat. Het gietijzeren deksel zit nog op zijn plek maar de betonnen rand daaronder is scheef gezakt. Vandaar de stank. Waarschijnlijk is er met zwaar materiaal tegenaan gereden. We zien vlakbij sporen van voertuigen. Dadelijk maar even melden bij de gemeente.
Zaterdag 4 juli 2020
Zaterdag 4 juli 2020:Een tegenvaller. Vandaag begint de nationale tuinvlindertelling, waar ook wij aan meedoen. Het miezert, het waait en het is niet warm. Ook niet koud, maar geen lekker vlinderweer. Ik besluit snel wat klein onderhoud te doen, vul de gazonmaaier met benzine en maai de graspaden. Het maaisel voor de poort is weg. Afgelopen maandag konden we een grote aanhanger van Scouting Paulus lenen. In twee etappes was alles afgevoerd naar Biemans recycling. Een geslaagd experiment.
Het seizoen verandert: Met onderzoeker Will loop ik een ronde om vogels te tellen. Er vliegt niet veel en het is een stuk stiller geworden. Het seizoen verandert. Will zegt dat sommige vogels, klaar zijn met hun broedsel en terug gaan naar hun overwinteringsgebieden. Ook bij het insectenlab is niet veel verkeer. Er zijn een paar nieuwe gaten bezet, maar ook weer nieuwe open. Dat laatste roept nieuwe vragen op. Bij sommige gaten is de hele afsluiting weg. Bij andere is alleen een kleine gaatje gemaakt. Bij weer andere afsluitingen lijkt het er op dat ze van buiten afgebroken worden. Misschien vogels die de larven willen opeten?
Braakbal: Kort geleden hebben we een uil op de wildcamera gekregen, een verrassing. Vlakbij dezelfde plek ziet Will ineens een braakbal op een boomstomp liggen. We gaan ervan uit dat de braakbal van dezelfde uil is (of in ieder geval dezelfde soort) die op de camera staat. Vermoedelijk een kerkuil, maar hij is nog niet goedgekeurd door waarneming.nl. We laten expres hoge boomstompen staan wanneer een boom omgezaagd wordt. Zee raken begroeid met paddenstoelen en mossen. Later worden ze gekoloniseerd door insecten. Het blijken geliefde zit en uitkijkplaatsen te zijn voor vogels, zoals nu weer blijkt.
Vlindertelling: Wanneer ook Wil binnenkomt gaan we op zoek naar vlinders. Zoals we verwachtten halen we geen grote vangst binnen. Het valt wel op dat, zodra het niet regent en de zon (bijna) door komt, er ineens van alles wel vliegt. Dan zijn er koolwitjes, dikkopjes, een Bont zandoogje, een Koevinkje en een bosblauwtje te zien. We zijn streng en noteren alleen namen wanneer we zeker weten welke vlinder het is, liefst met duidelijke foto. Intussen raken we elkaar al speurend regelmatig kwijt en komen ergens verderop weer bij elkaar.
Zwarte capsus: Bij de container pakken we een kop koffie en ondertussen peuteren we de braakbal uiteen. We doen het snel en niet precies genoeg. Toch vinden we een paar botjes en een stuk van een onderkaak. Onderzoeker Will zet het resultaat op de foto en stuurt e door naar waarneming.nl. Ons telwerk wordt lange tijd onderbroken door regen. Wanneer het droger wordt gaan we verder, maar de temperatuur is een paar graden lager en veel vlinders zien we niet meer. Ik kom wel een zwart insect met oranje pootjes tegen. Ik neem een foto en thuis laat ik de app Obsidentify er naar kijken. Obsidentify is 100% zeker dat het een Zwarte capsus. Een soort blindwants die op grassen leeft in min of meer droge biotopen. Dan zal hij zich in de natte natuurtuin niet zo thuis voelen denk ik. Intussen is de zwerfafvalgroep terug van hun maandelijkse opruimronde. Bij de container is een gezellig samenzijn op veilige afstand. Gaat makkelijk.