Deze Week Augustus 2020

Zaterdag 29 augustus 2020

zon beschijnt bosrand
zon beschijnt bosrand

Zaterdag 29 augustus 2020: Lekker weer. Niet te koud en niet te nat. Het heeft wat geregend en in de kleine noordelijke poel staat een plasje water. De grote poel en de zuidelijke poel staan nog steeds laag. De droogte is deze zomer minder dramatisch dan in 2018 en 2019, maar voor een moerasachtig gebied als de Bundertjes is ook dit geen goed jaar. We hebben deze zomer veel minder libellen gezien. Larven van libellen leven in water en als dat er niet is gaan ze dood. Libellen zijn opvallende insecten en het valt meteen op wanneer er minder rondvliegen. Ook minder opvallende insecten zullen een klap hebben gehad. Dat zal doorwerken op dieren die insecten op hun menukaart hebben staan.

Veranderende begroeiing: Het is moeilijk te zeggen of de begroeiing al veranderd. Het lijkt alsof er iets minder kleurig bloeiende kruiden zijn en veel meer forse grassen. Maar dat verschilt per stukje natuurtuin. Vooral in de voorzomer waren sommige stukjes uitzonderlijk gekleurd en gevarieerd. De grote wederik heeft zich flink uitgebreid, maar de Grote kattenstaart heeft het juist minder gedaan. In de grote poel is de veenwortel weer terug die in 2019 verdween omdat de poel droog viel. De watergentiaan is waarschijnlijk definitief verdwenen. Op de droogste stukken zien we vaker Jakobskruiskruid en vooral mooie veldjes met Klein streepzaad. Een plantje dat vroeger nauwelijks in de natuurtuin te vinden was. Hoe dan ook, het blijft boeiend om de ontwikkelingen te volgen.

Landkaartje (Araschnia levana)
Landkaartje (Araschnia levana)

Maaiwerk: Volgende week begint de nazomer-maaibeurt. Tijd om de messenbalkmaaier eens goed te testen. Eerst maai ik alle graspaden. Daarna begin ik met de graslandjes bij de zuidelijke poel. Wil begint het maaisel bijeen te harken en naar buiten te kruien. Later komt voorzitter Kees binnen. Ook hij pakt hooihark en kruiwagen. Eind van de ochtend is de zuidelijke strook gemaaid. Alleen de twee ronde afgravingen (de “petrischalen”) slaan we over. De planten staan hier nog laat in bloei en dat is gunstig voor de bloembezoekende insecten. Wanneer alle veldjes zijn gemaaid komen deze twee stukjes aan de beurt.

Landkaartje: Bij de container zien we een vlinder op een grasspriet. Een landkaartje (Araschnia levana). Jammer genoeg slaat hij net de vleugels dicht wanneer ik een foto wil nemen. Ook met dichte vleugels is de vlinder makkelijk te herkennen aan de “landkaart” die op beide zijden van de vleugels is “getekend”. De landkaartjes produceren 2 generaties in een seizoen. De voorjaarsgeneratie is oranje met een zwarte tekening. De latere generatie is zwart en heeft een witte tekening. Het lijken twee verschillende vlindersoorten, maar toch is dat niet zo. Hoe deze vlindersoort er uitziet hangt af van de daglengte wanneer de rups verpopt tot volwassen vlinder.

Grote brandnetel -Urtica dioica
Grote brandnetel -Urtica dioica

Als een rups bij een lange daglengte verpopt, krijgt de vlinder de tekening van een zomervorm, is de daglengte kort, dan ontstaat de voorjaarsvorm. In een laboratorium bleken bij constant lange dagen (als in de zomer) tot acht generaties van de zomervorm per jaar op te treden. Bij constant korte dagen (als in de winter) ontstonden slechts twee generaties van de voorjaarsvorm per jaar. Daarnaast was het mogelijk allerlei tussenvormen te creëren door te variëren met de daglengte. Deze tussenvormen worden ook wel eens in de natuur gevonden.” (tekst van de vlindertichting). Ook het landkaartje is een van de vlinders die de grote brandnetel (Urtica dioica) gebruikt als waardplant (om eitjes af te zetten en als leefgebied voor de rupsen). Die zullen zich dus thuis voelen in een van de hoekjes met brandnetels in de natuurtuin.

Zaterdag 22 augustus 2020

Bosrandbeheer foto: fotoclub Helmond Oost
Bosrandbeheer foto: fotoclub Helmond Oost

Zaterdag 22 augustus 2020: Het is niet meer heet, maar nog steeds droog. Het water in de poelen is verder gezakt. De kleine noordelijke poel staat helemaal droog. Vorige week stond er nog een klein plasje water in. Twee weken geleden hebben we de tuinwaterlelie in de grote poel aangepakt. Alle blad- en bloemstelen hebben we onder water afgesneden. Doordat de plant natuurlijk nieuwe bladen maakt en omdat het waterpeil gezakt is, ligt er weer een nieuwe deken van bladeren op de grote poel. Een dunnere bladerdeken dan eerst, maar toch. Om de plant verder te verzwakken en uiteindelijk weg te krijgen moeten we bladeren blijven wegsnijden. Waadpak aan, stokzaag mee en het water in. Het is deze keer minder werk en ik ben snel klaar. Terwijl ik de bladeren op de houten brug gooi zie ik onderzoeker Will.

gevarieerde oeverbegroeiing - foto: Fotoclub Helmond Oost
gevarieerde oeverbegroeiing - foto: Fotoclub Helmond Oost

Bosrandbeheer en vogels:Will is aan zijn wekelijkse vogeltelronde bezig en enthousiast over de vogels die hij gezien heeft. We kijken bij de zuidelijke poel naar de lijsterbessen. Ze worden druk bezocht door vogels die zich vol eten met de oranje-rode bessen. Omdat we de randen van de bosjes meer open hebben gekapt, doen kleine besdragende bomen, zoals Lijsterbes, Meidoorn, Sporkehout, Sleedoorn, enz. het duidelijk beter. Nu, in de nazomer, is goed te zien hoe vogels van dat kapwerk profiteren.

Grauwe vliegenvanger: Later zien Will, Wil en ik bij de container nog een leuk voorbeeld daarvan. Op een uitstekende tak van het wilgenbosje zit een Grauwe vliegenvanger op de uitkijk. Vorige week voor het eerst gespot door onderzoeker Will en nu schuift hij bijna letterlijk aan bij de koffie. Ineens duikt de vliegenvanger van zijn uitkijkpost naar de ruigtestrook voor het bosje. Hij pikt een insect uit de bloemen, vliegt naar een tak verderop en peuzelt zijn buit op. Een mooie demonstratie van hoe het vogeltje aan zijn naam komt. En een mooi resultaat van ons bosrandbeheer.

Slim niks doen: Bosranden beheren we met “slim niks doen”. Vroeger maaiden we tot tegen de bomen en hadden we een scherpe afscheiding tussen de graslandjes en de bosjes. Een “groene klif”. Tegenwoordig laten we een brede strook langs de bosjes een aantal jaren met rust. Daar ontstaan interessante ruigtestroken die heel verschillend zijn, afhankelijk van hoeveel zonlicht er op valt en hoe nat het is. Aan de schaduwrijke noordkant groeit alles trager en staan vooral veel bramen. Aan de zonnige zuidzijde vallen de besdragende boompjes op. Ook grotere bloeiers als Koninginnekruid, Wederik en Hennepnetel voelen zich hier thuis. Die trekken veel insecten en, zoals we hebben gezien, vogels als de Grauwe vliegenvanger. In natte ruigtes overheerst Riet en daar blijken de Kleine karekiet en de Bosrietzanger graag te nestelen.

Invasieve soorten: Natuurlijk hebben we nog steeds last van verwilderde tuinplanten die zijn gaan woekeren. Net als de tuinwaterlelie pakken we die aan door ze uit te putten en systematisch terug te dringen. Vandaag trekt Wil met een kleine bijl het wilgenbosje in om de opnieuw uitschietende Canadese kornoelje te kortwieken. Hij hoeft niet lang te zoeken. Overal waar we de sierstruik hebben afgezaagd schieten nieuwe takjes op uit de wortelstokken. Dit probleem gaan we niet snel oplossen.

Ondoordachte tuinexperimenten:We zullen nog een paar jaar regelmatig moeten kappen, snoeien en stukken wortel uitgraven. Hetzelfde geldt voor de Bonte gele dovenetel. We hebben een strook langs een pad “schoongemaakt”. Bij elk nieuw controlerondje inspecteren we eerst het “schone” stuk. Daarna werken we stukje voor stukje een nieuwe strook af. Ook die controleren we bij de volgende ronde, enz. We hebben nog veel werk te doen door ondoordachte tuinexperimenten in het verleden. Iets wat beheerders van bossen en natuurgebieden vaak tegenkomen. We hebben afgesproken per keer een uurtje aan deze klus te besteden. Het moet wel leuk blijven. 

Plantjes kijken: Wanneer ik een emmertje Bonte gele dovenetel heb verzameld, ga ik in een afgeplagd stuk plantjes kijken. De twee cirkels (“reuzen-petrischalen”) en de oever van de zuidelijke poel zijn in drie opeenvolgende jaren afgeplagd. Dat levert een interessant beeld op van pioniersplanten bij de zuidelijke poel (het laatst geplagd). In de tweede cirkel ontwikkelt zich lage moerasachtige begroeiing. De eerste cirkel is waar eerst een kruidentuin was. Dat levert een mix op van planten uit de voormalige kruidentuin, moerasplanten en opschot van bomen. Dat laatste betekent dat we ook hier 2 keer in plaats van 1 keer per jaar gaan maaien.

Zaterdag 15 augustus 2020

ochtendnevel
ochtendnevel

Zaterdag (2020-08-15),Vanmorgen als ik op weg ben naar de Natuurtuin- een stuk frisser dan de afgelopen ‘hitte’dagen. Zelfs mistig -als ik de tuinpoort open maak- heerst er een serene rust in de tuin. De dampige mist ligt als een ‘wit laken’ over de omgeving. Geen geluid van de grasmaaier, want Stan is een dagje opstap. Gespits op ‘nieuwe’ vogelgeluiden, loop stilletjes verder de tuin in. Ineens hoor ik bij de houtenbrug geritsel, terwijl ik een foto maak, zie ik het Ree aan de overkant lopen. Dat is natuurlijk de veroorzaker van de ritselgeluiden. De LiveAtlas App is ingesteld, hoor de eerste vogelzang roepjes en noteer. Zie veel activiteit rondom de ‘ontbijt’struiken ; Vlier, Lijsterbes, Vuur- en Sleedoorn. Sta af en toe stil en kijk van afstand. Noteer regelmatig verschillende foeragerende zangvogels die over enkele dagen / weken op reis gaan. Rond deze tijd van het jaar zijn er vele kleine zangvogeltjes die ons land verlaten. Halve wege de telronde sluit Wil aan en horen en zien verderop de drie kleurrijke vinken.

spechten hakplaats

Spechten hakplaats: Onderweg komen we nog langs een Spechten hakplaats. Zoals in voorgaande verhalen is te lezen dat de Familie groep Spechten goed vertegenwoordigd is in de Natuurtuin. Regelmatig zien we dan ook van deze hakplaatsen. In het vele ‘dode’hout dat volop aanwezig is, zitten allerlei insecten waar spechten dol op zijn. De gekste plaatsen zoek zij dan ook naar hun voedsel, stammetjes, paaltjes en in (dode)bomen.

 

Even later komt Rinus ons tegemoet lopen met heggenschaar om de doorgeschoten loten van Bramen, allerlei struiken en Riet in te korten zo wordt ‘deze morgen’ gewerkt om de wandelpaden beloopbaar te houden. Na de Koffie komt Rinus en Wil op het idee om een fotoherbarium te maken van allerlei planten die op dit moment in bloei staan en/of vruchtendragen.

herbarium
herbarium
herbarium
Brede lathyrus (Lathyrus latifolius).
Brede lathyrus (Lathyrus latifolius).

Natuurvraag aan Stan, Welke plant bloeit hier?

Tijdens de vogeltelronde zagen we dez wonderschone witte bloemwijze, -rechtsachter naast de werkschuur op het talud- nabij de ‘reusachtige petrischaaltjes’.

De vraag rees later na het telwerk welke plant bloeit hier?

Antwoord van Stan: Hoi allemaal, De plant is gevalideerd door Waarneming.nl als Brede lathyrus (Lathyrus latifolius).

Na twaalven loopt de buitentemperatuur behoorlijk op en gaat de natuur in siësta en wij ook. Ook deze morgen gaat te snel voorbij in de Natuurtuin. In deze tijd van het jaar is er altijd veel te zien en te ontdekken -Vogels, Bloemen, Planten en de enthousiaste verhalen van Kees, Wil, Rinus en mijzelf Will dragen bij tot een geslaagde morgen. We sluiten af en kijken weer uit na de volgende week, met nieuwe Natuurontdekkingen in De Robbert.

 

 

Zaterdag 8 augustus 2020

rijke nazomer flora in afgeplagd stuk
niks zaaien, niks planten, alleen maaibeheer

Zaterdag 8 augustus 2020: Bloedheet. Vandaag gaat er weinig gebeuren. Ik stuur alleen de messenbalkmaaier over de paden, omdat het gras daar te lang wordt. Vlakbij het berkenbosje heeft een fanatieke mol een belachelijke hoeveelheid molshopen gemaakt. Allemaal precies langs de zijkant van het pad. De gazonmaaier zou telkens vastlopen. De messenbalkmaaier snijdt erdoorheen en veegt ze tegelijk plat. In de schaduw valt het nog mee, maar in de volle zon (het is nog geen 8 uur) is het nu al vervelend heet. Bij de container tref ik onderzoeker Will, die afkeurend naar de lawaaiige machine kijkt. We lopen een vogelrondje. Will spot een paar interessante vogels. Het is windstil, de temperatuur loopt snel op en dieren houden zich rustig. Opvallend weinig vogelzang, geen konijn laat zich zien en er komen weinig wandelaars langs de natuurtuin. Iedereen bereidt zich voor op een tropische dag.

Gewone pendelzweefvlieg (Helophilus pendulus)
Gewone pendelzweefvlieg (Helophilus pendulus)

Groenbeheer en vlinders: Rinus is niet te stoppen en gaat moedig met de heggenschaar de bramen te lijf die opnieuw de paden proberen te veroveren. Ik loop met Wil een rondje om wilde bestuivers te kijken. Ook die lijken zich met deze temperaturen rustig te houden. We zien een paar Koolwitjes. Ze zijn te snel om te kijken welke soort precies. Een oranje zandoogje laat zich zien en in de bosranden vliegen verschillende Bonte zandoogjes. We hebben de laatste jaren meer geleidelijke overgangen gemaakt tussen de bosjes en de graslandjes. Bosranden, open bosjes met struiken. Dat zijn precies de plekken waar het Bont zandoogje van houdt en dat is te zien.

Polybothris sumptuosa gema
Polybothris sumptuosa gema

Wollig gitje: Op de Wederiken zien we de slobkousbijtjes die op deze plant zijn gespecialiseerd. Van de zweefvliegen die we zijn krijgen we alleen een Gewone pendelvlieg goed op de foto. Vlak bij de container zet ik een beestje op de foto dat een Wollig gitje blijkt te zijn. Gitjes zijn, zoals de naam al zegt, zwarte vliegen. En inderdaad heeft deze wollige beharing. Het Wollig gitje is weer een aanwijzing dat het warmer wordt. Het is een soort die vanuit het zuiden steeds noordelijker voorkomt en nu in bijna heel Nederland te vinden is.

Polybothris sumptuosa gema: Tijdens een van onze pauzes bij de container krijgen we weer bezoek van onze keververzamelaar. Deze keer heeft hij een prachtige kever uit Madagaskar meegebracht, de Polybothris sumptuosa gema. Ik probeer het mooie beest op de foto te zetten, maar het wil niet goed lukken. Natuur in het echt is toch altijd het mooist.

Zaterdag 1 augustus 2020

konijnen op wildcamera
konijnen op wildcamera

Zaterdag 1 augustus 2020: Tropisch, drukkend weer. Ik hou al een tijdje een plant achter de container in de gaten. Wanneer hij in bloei komt, noteer ik hem. Vandaag dus. Het is Kompassla (Lactuca serriola), een wild familielid van de sla in supermarkt. Er staan een stuk of tien plantjes naast de omgevallen wilg. Het grijsgroene blad valt meteen op door de gestekelde randen en middennerf. Kompassla heet zo, omdat de bladeren opvallend gedraaid aan de stengel staan en richting noord-zuid wijzen. Met het aardmagnetisch veld heeft dat waarschijnlijk niet veel te maken. De bladstand wordt aangepast om zoveel mogelijk zonlicht op te vangen. Hier staat de Kompassla in de schaduw en blijken noord en zuid in alle richtingen te liggen.

Tuinwaterlelie: Ik trek met waadpak en stokzaag de grote poel in. Jaren geleden heeft een enthousiasteling een waterlelie in de poel geplant. Enthousiasme is niet altijd goed. De geschonken waterlelie is geen wilde (Nymphaea alba) maar een tuinwaterlelie. Deze laatste soort is herkenbaar aan het dikke bladerdek met “kruiende” bladeren waardoor geen zonlicht kan doodringen in de poel. Die eigenschap is ook de reden waarom wij hem vandaag opruimen. Het water is bij de waterlelie nog steeds bijna 2 meter diep. Met het waadpak kan ik een eind de poel in en met de stokzaag snij ik de blad- en bloemstengels onder water af. De stengels zijn hol en lopen vol water. Om de paar jaar doen we dat met het riet in de poel. Dat werkt goed. We zullen zien of dat met de waterlelie ook zo gaat.

Stan ruimt waterlelie op
Stan ruimt waterlelie op

Klusjes:Werken in de poel is lekker koel. Ik drijf de bladeren naar de houten brug waar vandaan Wil en Rinus ze per kruiwagen naar de houtstapel in het elzenbosje brengen. De klus is sneller klaar dan verwacht. Bladeren weg en een flink stuk poel vrijgemaakt. Onderzoeker Will speurt naar wantsen, nog enthousiaster geworden door recente interessante vondsten. Rinus loopt met de heggenschaar de paden na en knipt vooral in de bosranden de bramen terug. Gisteren heb ik bij Hornbach 2 paalankers gekocht. Een daarvan slaan Wil en ik in de grond waar het nieuwe insectenlab komt. We willen een beetje een idee krijgen of deze paalankers goed vast in de bodem komen te zitten. Het anker gaat vlot de grond in, we wrikken er wat aan en zijn tevreden. In oktober gaan we hier mee aan de slag.

Rinus schikt de bloemen
Rinus schikt de bloemen

Invasieve soorten: Na de test met het paalanker pakken we invasieve soorten aan in het wilgenbosje. Wil knipt Canadese kornoelje weg en ik controleer het pad langs het bosje op Bonte gele dovenetel. Dit pad is de eerste stook waar we deze dovenetel terug hebben gedrongen. De eerste keer was ik een uurtje met dit pad bezig. Nu kost de ene kant mij nog 2 minuten (twee plantjes uitgetrokken). Langs de zuidkant moet ik wat meer plantjes wegtrekken tussen de brandnetels. Volgende keer ben ik in een paar minuten door het pad heen en kan ik weer een nieuwe strook aanpakken. Blijven controleren en steeds een stukje verder terugdringen.

Reusachtige petrischaaltjes: De afgeplagde cirkels zijn net twee reusachtige petrischalen. In een laboratorium worden die schaaltjes gebruikt om te kijken welke bacteriën of schimmels er groeien. In de reuzenschalen die we hier hebben gegraven bekijken we welke planten zich hier vestigen. Het is een levendig mengsel waar veel te ontdekken is. Zowel de wilde als de tuinsoort IJzerhard lijken achteruit te gaan. De tuinsoort maakt dit jaar een tiental kleine bloeistengels en de wilde soort lijkt met een enkele bloeistengel (vorig jaar een stuk of 5) bijna op zijn eind. Daar staat tegenover dat gevleugeld hertshooi zich goed thuis begint te voelen en tussen de andere planten staat Lange ereprijs in bloei. Een nieuwe soort, overgewaaid uit een tuin denk ik. Misschien is hij volgend jaar verdwenen. Misschien gaat hij zich uitbreiden. Waarschijnlijk gebeurt er weer iets onverwachts.