Deze Week april 2021

Zaterdag 24 april 2021

het dunne voorjaarsgroen
het dunne voorjaarsgroen

Fris weer en de zon schijnt. Lekker weer om even te klussen en de lente te bekijken. Bij binnenkomst springt een ree de tuin uit over de westelijke houtwal. Blijkbaar gebruiken ze de natuurtuin weer als vaste overnachtingsplek. Soms kom ik ze elke zaterdagochtend tegen en er zijn periodes dat ze zich weken niet laten zien.

Vogelkers

Ik hoef niet lang te zoeken naar bloeiende planten. De Gewone vogelkers (Prunus padus) bloeit vrij vroeg in het seizoen en is nu al goed zichtbaar tussen het nog dunne groen. Vooral in het elzenbosje en wilgenbosje doen de vogelkersen het goed. Dankzij ons kapbeleid komt daar nu veel getemperd zonlicht binnen en dat is precies waar deze kleine boom van houdt. Te diepe schaduw of te fel zonlicht is niet goed voor hem. In het berkenbosje, 50 meter verderop, staat geen enkele vogelkers. Waarschijnlijk omdat het daar te droog is. Vogelkers groeit graag op vochtige bodem.

Vogelkers en biodiversiteit

Over een week is de bloeien alle vogelkersen volop en worden dan druk bezocht door wilde bestuivers. Veel vogels zijn gek op de vruchten die er eind van de zomer in hangen. Om de paar jaren worden de vogelkersen ingepakt door de vogelkersspinselmot. De rupsen van deze stippelmot hebben de gewoonte om met honderden bij elkaar te blijven en de vogelkers helemaal in te spinnen. Soms zijn alle takken, stammen en zelfs de bodem ertussen in gepakt in spinsel. De rupsen zijn zo beschermd tegen rupsetende vogels en vreten de hele boom kaal. Wonderlijk genoeg lijkt de vogelkers daar niet van te leiden. Nadat de rupsen zijn verdwenen lopen de blaadjes weer uit en na een paar weken is de boom weer helemaal groen.

Gewone vogelkers (Prunus padus)
Gewone vogelkers (Prunus padus)

Klussen

Wil gaat verder met het uitgraven van de Veelbloemige roos bij de container. Rinus spaait nog wat kruiwagens vol en vult daarmee gaten in de paden. Ik beits de buitenkant van het nieuwe insectenlab. Wanneer onderzoeker Will ons werk komt inspecteren vraagt hij of ook wij de koekoek hebben gehoord. We hebben er niet op gelet, maar net nu vliegt een koekoek over de zuidelijke strook. Het is de tweede keer in mijn leven dat ik een koekoek zie vliegen. Hij is elke zomer te horen in de Bundertjes, maar hij laat zich weinig zien.

Bezoekers

Verschillende keren wandelen mensen de natuurtuin in. Een vader met twee dochtertjes laat zich uitgebreid rondleiden door Rinus. Ze zijn enthousiast over de broedende pimpelmees die ze in de kijkkast hebben gezien. En helemaal wanneer een eekhoorn als toegift voor onze neus over het gras hipt, richting de poort. Bij de brug vraagt een moeder met zoontje onderzoeker Will en mij of we al iets bijzonders hebben gevonden. We vertellen van de koekoek. Ze wil graag van alles leren aan haar zoontje, maar vindt dat ze zelf zo weinig weet. Will wijst haar op “Tuinvogelgids”. Een app met veel informatie over vogels en voorbeelden van de geluiden. Ze gaat weer verder met de ongeduldig geworden zoonlief. Ook wij lopen verder.

Trosvlier

Aan de noordrand van het elzenbosje staat een Trosvlier (Sambucus racemosa) in bloei. We hebben veel Gewone vlier (Sambucus nigra) in de natuurtuin staan, maar die bloeit nog lang niet. Trosvlier bloeit weken eerder. Zoals te zien op de foto heeft hij ook geen witte bloeischermen. De bloemen staan in een “tros” op elkaar en zijn geelgroen. De vruchten zijn straks knalrood. Gewone vlier heeft zwarte bessen. Trosvlier komt oorspronkelijk uit de bergen van midden en Zuid-Europa, daarom dat hij ook vaak Bergvlier wordt genoemd. Tot midden vorige eeuw kwam hij vooral in Zuid-Limburg voor. In de loop van de 20e eeuw is hij in een steeds groter gebied te vinden. Dat komt vooral doordat de struik vaak aangeplant wordt en daarbij verwilderd. Vlier wordt via zaad verspreid door vogels die de bessen graag eten. Het lijkt er op dat Trosvlier de laatste decennia weer terrein verliest.

Trosvlier 1900 tot en met 1949
Trosvlier 1900 tot en met 1949
Trosvlier 1950 tot en met 1999
Trosvlier 1950 tot en met 1999
Trosvlier 2000 tot en met 2019
Trosvlier 2000 tot en met 2019
trend Trosvlier
trend Trosvlier

Tie-wraps

Ik loop met Wil nog even naar een bosje struiken aan de zuidrand van de natuurtuin. We hebben hier een aantal Meidoornstruikjes geparkeerd die over waren van de aanleg van de buitenhaag. Komende winter gaan we die struikjes verplaatsen naar enkele open plekken aan de voorkant. We markeren ze met tie-wraps, zodat ze makkelijk zijn te herkennen wanneer de blaadjes zijn afgevallen. Dan sluiten we af.

Zaterdag 17 april 2021

overzicht lage veldjes
overzicht lage veldjes

Het is nog steeds fris, maar we hebben eindelijk weer een zonnige ochtend. De broer van Wil komt balkjes ophalen die over zijn van het insectenlab. Een paar balken moeten we inkorten. Daarna past alles in de auto en kunnen wij weer gewoon lopen in de container. Het opruimen van het bouwafval schiet sowieso goed op. Woensdag komt de broer van Rinus planken uitzoeken uit de stapel langs de container. Alles wat hij meeneemt hoeven wij straks niet naar de milieustraat te brengen. Hopelijk kan hij veel gebruiken.

Ondeugende kinderen

Wil stopt een gat in de houtwal dicht met takken die zijn blijven liggen van een eerdere snoeiklus. In de buitenhaag aan de voorkant is een doorloop gemaakt. De houtwal is platgelopen en in het gras zijn loopsporen te zien. Verderop in de grote poel drijven een rood plastic emmertje, een dekseltje van een potje Haribo en twee deksels van plastic bewaardozen. We denken dat ondeugende kinderen binnen zijn geweest om waterbeestjes te scheppen. Waarschijnlijk hebben ze er halverwege genoeg van gehad. De deksels lijken mij van goede kwaliteit. Ik weet niet of vader of moeder hier van afwist.

Houtblokken

Ik ben een tijdje zoet met het in de lengte doorzagen van eiken stammetjes. De bedoeling is om daar gaten in te boren en in het insectenlab te zetten. Na 2 acculadingen heb ik 2 blokken af. Gelukkig weet Rinus iemand die een lintzaag heeft en hij zal vragen of die het zaagwerk voor ons wil doen. Dat zal veel werk sparen en ik laat de blokken nu voor wat ze zijn.

Klussen

Wil heeft een paar slierten van de Veelbloemige roos ontdekt vlak bij de container. Dit is een woekerende sierplant die we kwijt willen. Wanneer we de plant zien knippen we hem af of graven hem uit. Op de meeste plekken is hij al verdwenen, maar zo nu en dan duikt hij weer ergens op. Ik werk met Rinus verder aan het ophogen van het pad langs het wilgenbosje. Het is een twee-in-een klus. Het pad wordt beter begaanbaar en de oeverzone van de zuidelijke poel wordt groter.

Heermoes (Equisetum arvense)
Heermoes (Equisetum arvense)
Gulden sleutelbloem (Primula veris)
Gulden sleutelbloem (Primula veris)
Pinksterbloem (Cardamine pratensis)
Pinksterbloem (Cardamine pratensis)

Natuur komt uit pauzestand

Na een stuk of wat kruiwagens is het hoog tijd voor koffie. Het zonnetje trekt bezoek. Penningmeester Ton en oud-bestuurslid Agnes komen allebei een kijkje nemen. Ik een rondje om te kijken wat er al in bloei staat. De kou van de laatste weken heeft veel planten en insecten in de pauzestand gezet. Daarom is het juist nu opletten geblazen, want zo gauw het weer verbetert barst alle leven meteen los. Een paar keer zien we vlinders door de koude lucht fladderen. Oranjetipjes, Dagpauwogen en een Citroenvlinder. Die hebben zich in de kou niet laten zien, maar gaan nu zenuwachtig op zoek naar een partner en voedsel.

Sporenplant

Aan Heermoes zullen de vlinders niets hebben. Vroeg in het voorjaar maakt heermoes vanuit zijn ondergrondse wortelstok een vruchtbare stengel. Een beigebruine stengel zonder bladgroen met bovenin een verdikking. Die verdikking bestaat uit tientallen dekseltjes. Wanneer die uit elkaar gaan worden de sporen door de wind verspreid. Uit die sporen groeien zogenaamde voorkiemen die de geslachtscellen produceren. Nadat een vrouwelijke geslachtscel is bevrucht groeit daar een nieuwe plant uit.

Plant zonder fratsen

Heermoes doet niet aan rare fratsen zoals zich versieren met kleurige en geurende bloemen. Dat hadden zijn voorouders niet nodig, dus hij ook niet. Zelfs aan het maken van bladeren doet hij niet mee. Na de bloeistengel vormt hij stengels en takken die zelf bladgroen hebben. Op de knopen van de stengeldelen staat een kransje met spits toelopende driehoekjes. Een soort symbolische blaadjes, meer om van het gezeur af te zijn. Bij de fotosynthese spelen ze geen rol.

Overlever

Heermoes is een overlever. In meer dan een opzicht. De directe voorouders van het bescheiden plantje domineerden miljoenen jaren geleden dichte wouden met allerlei soorten, waarvan sommigen tot 30 meter groot werden. Resten van die oerwouden vinden we nu terug als steenkool. Heermoes scheidt gifstoffen uit die het ontkiemen van grassen onderdrukt en heeft een wortelstok die veilig tot meters diep in de bodem kan groeien. Alsof dat niet genoeg is kan Heermoes overleven op zwaar vervuilde en dichtgereden grond. Heermoes neemt zware metalen gewoon op. Reden waarom consumptie niet altijd een aanrader is. In alternatieve kringen wordt het plantje voor van alles aangeraden, maar wetenschappelijk is hier nooit enig bewijs voor gevonden.

Zaterdag 10 april 2021

werk in de natuurtuin
Rinus aan het werk, de rest helpt

We zijn er nog niet helemaal uit. Hoe werken we het dak van het nieuwe insectenlab precies af. De bestelde vijverfolie is binnen. Die gaat er op, maar we zoeken ook nog een soort mat om daar overheen te leggen. We willen kijken of daar dan vanzelf plantjes op willen groeien. Ik denk aan steenwol en heb het er met Rinus over. Steenwol vergaat niet snel en wordt door kwekers vaak als groeimedium gebruikt om planten op te kweken. Rinus heeft contacten in de landbouw en zal eens rondkijken. Misschien heeft iemand iets over. Anders kunnen we voor weinig geld bij de bouwmarkt wat kopen. Het is geen grote oppervlakte.

Stoepje

We hebben nog afdekfolie over en ik worstel die over het dak. Voorlopig is dat waterdicht. Daarna ruim ik met Wil het laatste bouwafval van het stoepje op. Alles ligt nu op een stapel bij de container en binnenkort rijden we het naar de milieustraat. Het stoepje blijft liggen. De maaimachine kan er straks gewoon overheen en we zijn benieuwd of er wilde bijen tussen de tegels willen nestelen.

Nieuwe afgraving

Rinus graaft grond af. Een lage plek bij het insectenlab wordt opgevuld en het pad langs het wilgenbosje opgehoogd. De graafplek sluit aan op de zuidelijke poel, zodat hier langzaam maar zeker een grote overloop ontstaat. We hebben hier eerder al een stuk afgegraven. Daar ontwikkelt zich interessante oeverbegroeiing. Het nieuwe stuk was vroeger een soort vaan boomgaardje en nog langer geleden waren er schooltuintjes. De bovenlaag wordt gebruikt voor het pad en we wachten vol spanning op wat er op het lagere stuk gaat groeien.

laatste loodjes sloopwerk
Laatste loodjes sloopwerk

Kikkerdril weg

Later in de ochtend begint het weer ons tegen te werken. Het begint langzaam, maar later steeds harder te miezeren. We onderbreken voor wat koffie en kletspraat. Daarna zwerven we rond en bekijken de lenteprocessen. Op wat vage flarden na is de kikkerdril verdwenen. De kikkervisjes zijn verder gezwommen. Hopelijk hebben we de grote poel bereikt voordat de overloop droog valt.

Dotterbloem

Tussen het bruine oude riet schitteren dooiergele bloemen. De dotterbloem (Caltha palustris) staat weer in bloei. De plant staat precies op de plek waar hij volgens de boekjes thuis hoort, op een drassige ondergelopen plek. Vaak staat de plant aan slootranden, langs beken en op drassige graslanden. De zaden kunnen drijven en zo kan Dotterbloem zich langs de waterkant verspreiden.

Verdwenen en weer terug

Toch is hij in De Bundertjes niet veel te zien. Net als bij veel andere planten, weet ik niet hoe hij in de natuurtuin terecht is gekomen. Maar blijkbaar begint hij zich hier thuis te voelen. Lang geleden heeft hij hier ook gestaan en is toen verdwenen. Of we hebben hem gewoon gemist. Hij staat wat verborgen tussen het riet. Een paar jaar geleden zagen we hem voor het eerst (opnieuw?) op deze plek. Ik herinner mij een paar iele bloeistengels. Nu staat hier een aardig bosje dotterbloemen het grauwe riet op te vrolijken.

Dotterbloem (Caltha palustris)
Dotterbloem (Caltha palustris)

Gulden sleutelbloem

Vlak bij de kleine noordelijke poel staat een Gulden sleutelbloem (Primula veris). Hij staat al jaren op deze plek. Ik weet zeker dat hij niet vanzelf hier gekomen is, maar door een liefhebber is aangeplant. Van nature groeit deze plant op kalkhoudende grond. De grootste aantallen groeien dan ook in Zuid-Limburg. Hier in de buurt zijn niet veel natuurlijke standplaatsen van Primula veris.

Stadse natuur

Het is een bij natuurliefhebbers geliefde tuinplant. Hij zal waarschijnlijk vanuit iemands tuin hier terecht zijn gekomen. Dat gebeurt vaker en is ook logisch gezien de ligging van de natuurtuin, pal tegen een woonwijk. Er waait wel vaker iets over. Op zich is dat niet erg en zo'n stadse invloed hoort nu eenmaal bij de natuurlijke omstandigheden van de natuurtuin. Het wordt alleen vervelend wanneer woekeraars de boel bederven. 

verspreiding Primula veris
verspreiding Primula veris

Deze sleutelbloem doet geen kwaad en houdt dapper vol. Ver van zijn wilde soortgenoten in het Maasbekken en Oost-Nederland. Hij breidt zich niet echt uit en laat zich ook niet wegdringen. Waarschijnlijk zullen de goudgele buisbloemen vanaf volgende week te zien zijn. De regen gaat niet meer stoppen vandaag en iets na twaalf uur sluiten we af.

Zaterdag 3 april 2021

Zaterdag 3 april 2021: We hebben een paar warme dagen (nieuwe records) achter de rug. Dat heeft nieuwe bloei getriggerd. Sinds vorige week staat Speenkruid (Ficaria verna) in bloei. Speenkruid lijkt wel wat op een Boterbloem. Dat komt vooral door de kleur en de afmeting van de bloemen. Vroeger werd Speenkruid in hetzelfde plantengeslacht ingedeeld als de boterbloemen. Hij had als wetenschappelijke naam Ranunculus ficaria (ook de namen van boterbloemsoorten beginnen met Ranunculus). Door de grote verschillen met de andere ranonkelachtigen is de officiële naam van Speenkruid veranderd in Ficaria verna.

Speenkruid (Ficaria verna)
Speenkruid (Ficaria verna)
Speenkruid (Ficaria verna)
Speenkruid (Ficaria verna)
Scherpe boterbloem (Ranunculus acris)
Scherpe boterbloem (Ranunculus acris)

Speenkruid heeft spenen

Speenkruid doet het goed op vochtige bodem en is echt thuis in de Bundertjes. Dicht bij de natuurtuin staan verschillende groepen. De laatste jaren kruipt hij ook langzaam, maar zeker naar binnen. Zoals alle bloeiende planten kan hij zich verspreiden door zaad te maken. Maar speenkruid maakt ook broedknolletjes waaruit nieuwe planten kunnen groeien. Die knolletjes, verdikkingen van de wortels lijken op spenen, daarom de Nederlandse naam Speenkruid. Daarnaast maakt Speenkruid knolletjes in de bladoksels waarmee hij zich ook kan vermeerderen.

Driedubbele strategie

Door die driedubbele voortplantingsstrategie kan Speenkruid hele tapijten maken die de bodem in het vroege voorjaar opvrolijken. En dat op een lastige plek. Speenkruid groeit op plekken die het grootste deel van het seizoen in de schaduw liggen. Het plantje moet in de korte tijd voordat het bladerdek van de bomen en struiken zich sluit toeslaan. Na de bloei sterven de bovengrondse delen af. De ondergrondse knolletjes groeien het jaar daarna weer uit.

Zoete kers (Prunus avium)
Zoete kers (Prunus avium)
insectenlab bijna klaar
insectenlab bijna klaar

Zoete kers

Aan de rand van het berkenbosje staat de Zoete kers (prunus avium) in bloei. Dat doet Zoete kers. Vanuit het niets ineens volop bloeien. De knoppen waren al een tijdje te zien op de takken. Zoete kers wacht op een paar dagen warm weer en knalt dan al zijn bloemen in een keer er uit. Afgelopen week zijn er genoeg warme dagen geweest en nu staat hij dus vol in bloei. Over een week of twee is dat weer voorbij. Zoete kers en Speenkruid worden graag bezocht door wilde bijen, vliegen en vlinders.

Insectenlab bijna klaar

Ik heb weinig tijd vandaag en ga vroeg aan de slag. Ik schroef de laatste planken op de achterkant van het nieuwe insectenlab. Vandaag is het een stuk kouder dan vorige week en er is geen activiteit te bespeuren bij de houtblokken. De metselbijen houden zich met deze temperaturen gedeisd. En niet alleen de metselbijen. Het is onderzoeker Will opgevallen dat ook vogels zich minder laten horen vandaag. Het insectenlab is nu bijna klaar. Het houten dak moet nog waterdicht worden gemaakt met folie. Die is besteld. Daar boven op willen we een of andere mat leggen. De mat is bedoeld om te kijken welke planten daar uit zichzelf gaan groeien. Eerst dachten we aan een rieten mat, maar die zou waarschijnlijk te snel verteren. We zoeken nog even verder.

Afval

Ik zoek met Wil de vogelhuisjes en houtblokken bij elkaar die nog onder het zeil bij het bouwmateriaal liggen. We zetten ze alvast op de planken van het insectenlab. Een paar balkjes die we nog nodig hebben voor de afwerking leggen we in de container. De rest van het materiaal kan weg. Wil kent een paar geïnteresseerden die hopelijk veel kunnen gebruiken. Alles wat over is moeten we uiteindelijk naar de milieustraat brengen. Over een paar weken hebben we vrij uitzicht over de hele zuidelijke strook.

Stoepje

Het stoepje onder het bouwmateriaal blijft liggen. We zijn benieuwd of tussen de tegels wilde bijen willen nestelen. De meeste soorten wilde bijen nestelen in de bodem. Het stoepje ligt verhoogd op stevig zand en is volgens ons ideaal voor wilde bijen om nesten te maken. Of de bijen dat ook vinden zullen we merken. Ik heb nog wat tijd en maak de opstaande stoeprandjes glooiend met grond die ik langs de zuidelijke poel afgraaf. Zo kan de maaimachine straks in een beweging over het stoepje heen rijden. Onderzoeker Will heeft een sleutel van de poort en blijft nog even wachten op de zwerfafvalgroep die nog niet klaar is met de schoonmaakronde.