Deze week april 2020

Zaterdag 25 april 2020

Pinksterbloemen lage graslandjes
Pinksterbloemen lage graslandjes

Zaterdag 25 april 2020: De metselbijen-meter is nog bruikbaar. Ik had verwacht dat alle 6 mm gaten vol zouden zitten maar dat valt mee (of eigenlijk tegen). Van de 50 gaatjes zijn er nu 39 bezet. Vijf meer dan vorige week. Afgelopen 5 weken verliep de bezetting van 0 – 2 – 16 – 34 – 39. Waarschijnlijk alle 39 gebruikt door de Gehoornde metselbij. Die hebben we vaak gezien, soms wel drie tegelijk. Interessant is dat er nu ook één gat van 5 mm bezet is. Geen van de andere doorsnedes is in gebruik.

Levendige graslandjes: Het waterpeil is aan het zakken. De lage stukken bij de zuidelijke poel staan droog. Sloten en de overloop van de grote poel ook. De noordelijke graslandjes zijn een mozaïek van groentinten met tussendoor de witte spikkels van pinksterbloemen. Vanaf de heuvel is mooi te zien dat de plant zich heeft verspreid over de graslandjes. Twee keer per jaar maaien en rondom schaduwbomen kappen heeft de graslandjes flink levendiger gemaakt. Zo gauw de zon schijnt zien we vlinders als koolwitjes en oranjetipjes boven de veldjes.

Klein onderhoud: Vandaag alleen wat klein onderhoud. De houtwal aan de voorkant en een pad worden gecontroleerd op Veelbloemige roos. Een woekerende struik die we kwijt willen. Nieuwe uitschieters knippen we weg of trekken ze uit de grond. Op de helling bij de ingang ontdekken we een heel stel zaailingen. Een paar trekken we uit. De rest doen we volgende week.

Monitoring:We gaan weer monitoren. Al snel verspreiden we ons over de natuurtuin. Ik noteer bloeiende planten, Wil controleert de nestkasten en Will (met dubbel l) noteert vogels en speurt naar wantsen. Op de heuvel bij de grote poel valt mijn oog op een paar kleine sprietjes. Een zeggesoort. Ik weet niet welke maar noteer een aantal kenmerken. De stengel van het plantje is donzig behaard, de eerste keer dat ik dat bij een zegge in de natuurtuin zie. Hij is ook klein van stuk maar dat kan aan de groeiplaats liggen. Net als vorige week leg ik een verzameling foto's aan. Wanneer de nootjes van de plant rijp zijn doe ik dat weer en heb dan hopelijk genoeg betrouwbare informatie om het plantje op naam te brengen.

Roze hyacint: Bij de wilgenstrook staat een roze hyacint. Hij heeft wel wat weg van een wilde soort maar waarschijnlijk is het een sierplant die uit een of andere tuin is ontsnapt. De natuurtuin ligt pal tegen een woonwijk en dus is te verwachten dat er soms een tuinplant naar binnen wandelt. Wanneer het geen woekeraar is doen wij er niks mee. De hyacint heeft op zijn beurt geen last van ons maaibeheer en dus staat hij hier al een paar jaar. We gaan in de gaten houden of de bloemen bezocht worden door wilde bestuivers of dat de plant alleen maar een beetje mooi staat te zijn.

Badende buizerd: Zo nu en dan komen mensen binnengewandeld en ook voorzitter Kees komt langs. Will heeft weer interessante vondsten gedaan en Wil heeft een nestkast met broedende koolmezen erbij. De wildcamera heeft deze week bij de kleine bospoel gehangen. Zoals verwacht zwemt het koppeltje wilde eenden regelmatig door het beeld. Het aantal jonkies is gedaald van 14 naar inmiddels nog maar 1. De natuurtuin zit vol liefhebbers van jonge eend. Op de wildcamera bij de bospoel komen verschillende kandidaten voorbij. Een vos, kraaien en zelfs een buizerd. Die laatste zie je niet vaak op de grond en al helemaal niet vaak badend in een poel. Hoe meer je zoekt hoe verrassender de ontdekkingen.

Zaterdag 18 april 2020

Eenstijlige meidoorn (Crataegus monogyna)
Eenstijlige meidoorn (Crataegus monogyna)

Zaterdag 18 april 2020: De eekhoorn is weg. Vorige week was er verrassend weinig interesse in het lijkje en nu heeft iemand het meegenomen. Wanneer ik de camerabeelden bekijk is snel duidelijk dat ook deze keer een vos de grote opruimer van De Bundertjes is. Meteen de eerste nacht gaat hij/zij met het eekhoorntje in de bek ervandoor. De dag daarvóór is alleen een koolmees langs geweest om naar insecten te zoeken. Het dode beestje is voor het vogeltje niet meer dan een mogelijkheid om insecten te vangen. De koolmees onderzoekt de eekhoorn en speurt daarna net zo geïnteresseerd takjes in de buurt af. Ná de vos hebben twee verschillende katten de plek besnuffeld waar de eekhoorn heeft gelegen. Vleeseters die vorige week een kijkje kwamen nemen (bunzing, kraai, ekster) zijn niet meer geweest. Andere dieren die voorbij komen (reeën, konijn) zijn net als vorige week alleen bezig met planten.

Metselbijen-meter: Ik wandel met de gazonmaaier over de graspaden. De eerste keer dit jaar. We maaien de paden lang niet meer zo vaak als vroeger. Ongeveer 8 keer per seizoen in plaats van 25 keer. Ruim voldoende om ze begaanbaar te houden voor de kruiwagens en om het bezoek wat te sturen. Ik loop met onderzoeker Will een vogelrondje en neem daarna de stand van de metselbijen-meter op. Ik zie dat 34 gaten met een diameter van 6 mm zijn dichtgemetseld. In twee gaten zit wat leem maar het is niet duidelijk of dat nestjes zijn. Van alle andere gaten is er niet een bezet. Nu is nog maar 28% van de 6 mm gaten vrij. Met dit tempo zijn ze volgende week allemaal bezet. Ik ben benieuwd wat er dan gebeurt.

Monitoring: Will (met dubbel l) werkt vandaag aan zijn wantsenonderzoek. Intussen doet Wil zijn controleronde bij de nestkasten terwijl ik bloeiende plantensoorten noteer. Het valt op dat inheemse struiken en kleine bomen het steeds beter doen. Ons kapwerk begint zijn vruchten af te werpen. In het elzenbosje en het wilgenbosje hangt een witte waas door bloeiende Gewone vogelkers, Wilde lijsterbes en Meidoorn. Op de veldjes zijn de Pinksterbloemen in bloei gekomen en in alle uithoeken van de natuurtuin kun je nu hondsdraf vinden. Op de natste plekken zijn de eerste Zeggen in bloei gekomen. Zeggen zijn groene grasachtige planten die niet bijzonder opvallen, zeker niet nu kleurige bloemen de aandacht trekken. De soorten zijn ook nog eens lastig uit elkaar te houden. Zeggen zijn typische planten voor vochtige natuur.

Zeggen: Door ook Zeggen-soorten in kaart te brengen, leren we veel over hoe de graslandje er ecologisch voor staan. De meeste planten zijn het best op naam te brengen wanneer ze in bloei staan. Bij Zeggen is het juist belangrijk om een exemplaar bloeiend én met rijpe nootjes te bekijken. Uiteraard zit daar een aantal weken tijd tussen. Ik maak nu foto's van allerlei kenmerken en van dezelfde planten opnieuw, wanneer de nootjes rijp zijn. In de tussentijd probeer ik met de planten-app Obsidentify en plantenboeken de goede naam te krijgen. Op dit moment loop ik nog vast en zowel de boeken als de planten-app komen telkens op andere soorten uit.

Japanse duizendknoop: Voorzitter Kees komt een kijkje nemen wandelt met ons langs de vele mooie plekjes en planten. Hij is niet de enige die op dit idee is gekomen. Net als vorige week druppelen er regelmatig wandelaars de poort binnen om een kijkje in de natuurtuin te nemen. Het is zonnig en de voorjaarsnatuur komt met de dag verder tot ontwikkeling. Kees wijst ons op een plek pal langs de huizen bij de natuurtuin. Een bedrijf heeft daar de beruchte Japanse duizendknoop bestreden met hete stoom. De woekeraar maakt diepe wortels en daarom zal die behandeling vaker herhaald worden. Kees laat zien dat de woekeraar nu al weer op verschillende plekken op komt. Waarschijnlijk heeft iemand hier tuinafval gedumpt met het idee de natuur en handje te helpen. Onbenul veroorzaakt de meeste schade. In dit geval niet alleen schade aan de natuur want Japanse duizendknoop is berucht als sloper van rioleringen en fundamenten. Wij hebben weer een invasieve soort er bij om in de gaten te houden.

Zaterdag 11 april 2020

helling bij de ingang
helling bij de ingang

Zaterdag 11 april 2020: Zonnig lenteweer. Ik loop meteen naar de metselbijen-meter in het insectenlab. Een mooie uitslag. Vorige week waren 2 boorgaten (doorsnede 6 mm) dichtgemetseld. Vandaag tel ik 16 dichtgemetselde gaten. Allemaal 6 mm doorsnede. Van de andere boordiameters is geen enkel gat bezet. Toeval of niet; bijna alle bezette 6 mm gaten liggen naast elkaar. Keurig op rij vol gemaakt. We wachten af hoe het seizoen zich ontwikkeld. Misschien is het een idee om volgend jaar 6 mm doorsnede als uitgangspunt nemen en daarnaast gaten testen van 5,9 mm 5,8 mm en 6,1 mm en 6,2 mm enzovoort. Eens kijken hoe kieskeurig de metselbijen precies zijn. Wanneer we later deze ochtend kijken zien we verschillende metselbijen in en uit de gaten kruipen. Ik maak een foto van een van de bijtjes en voer die in de herkenningsapp in (Obsidentify). Volgens de app is het een gehoornde metselbij. De foto met naam gaat naar waarneming.nl. Daar zal hij nog een keer beoordeeld worden. Van de houtblokken die er nog staan van vorig jaar is alleen een blok van de Haagbeuk weer gebruikt. Gek genoeg zijn hier drie gaten van 8 mm bezet.

Klein onderhoud: Er staan geen grote klussen op het programma. Alleen wat klein onderhoud. Vandaag betekent dat het wegsnoeien van een Veelbloemige roos die we vlakbij de grote poel hebben ontdekt. Twee dikke stammen zijn zo doorgeknipt. Het uittrekken van de zaailingen kost wat meer tijd maar na een 20 minuten is het werkje achter de rug. Elke week reserveren we een uurtje voor het opruimen van invasieve plantensoorten. Volgende week ruimen we een strookje Gele gevlekte dovenetel op. Daarna kijken we waar de Veelbloemige roos weer opkomt en knippen we die weg. Zo blijven we doorgaan totdat de planten verdwenen zijn.

Vogelrondje: Ik loop met Wil en Will een vogelrondje door en rond de natuurtuin. Aan de noordkant bekijken we hoe de houtwal kan worden gesnoeid. De aparte Elzen laten staan maar alles daartussen, wilgen en bramen, moet laag en compact worden. Net als aan de voorkant willen we een goede afscheiding maar tegelijk uitzicht vanaf het wandelpad op de natuurtuin. Stammen en takken waar we van de binnenkant niet bij kunnen gaan we deze zomer een keer afzagen, wanneer de sloot droog staat. We zien een paar keer een eendenmoeder met jonkies. Pas na een paar telpogingen komen we er achter dat het om ongeveer 14 jongen gaat.

De Gewone vogelkers bloeit: Nu de meeste bomen nog nauwelijks blad hebben vallen de bloeiende kruinen van deze boom extra op. Het valt op dat in het bosje ten zuiden van de natuurtuin veel forse exemplaren van de vogelkers staan. In de natuurtuin zelf staan ze ook en hij breidt zich uit op plekken waar wij de bosjes open hebben gekapt. In deze vroege voorjaarsweken levert de vogelkers de meeste bloeiende bloemen. Dat is goed nieuws voor de insecten die door het warme weer ook vroeg actief zijn geworden. De hele ochtend blijven we speuren en monitoren. De planten, vogels en het gebruik van de nestkasten worden bekeken en genoteerd. Regelmatig zwerven wandelaars de tuin binnen. Kan makkelijk want iedereen houdt moeiteloos anderhalve meter afstand.

Gehoornde metselbij (Osmia cornuta)
Gehoornde metselbij (Osmia cornuta)

Dode eekhoorn: De dode eekhoorn die ik had gevonden heeft deze week op een rustig plekje gelegen met de wildcamera erbij. Ik heb dat al eens eerder gedaan met een konijn. Dat was op het laatst verdwenen, meegenomen door een vos. Nu ligt dit lijkje er nog. Wel wat meer aangevreten dan vorige week maar blijkbaar valt dit eekhoornvlees niet zo goed in de smaak. Thuis bekijk ik de beelden. In het begin komt twee keer een andere eekhoorn heel kort langs. Verder komen de eerste dagen een paar keer Eksters en een Zwarte kraai langs. Ze pikken wat en nemen kleine hapjes. Daar blijft het bij. 's Nachts komen een Bunzing en later een Kat (onze vaste zwartwitte bezoeker) langs. Ze besnuffelen het kadavertje maar eten er niet van. Een Pimpelmees maakt nog het meeste gebruik van het lijkje, maar niet voor het vlees. Wat ik vorige week al dacht, plukt hij de haartjes om daar een nest mee te bouwen. Een koolmees plukt ook haartjes uit maar verzamelt ze niet. Waarschijnlijk is zijn nest al af en is hij meer geïnteresseerd in insecten en larven. Buiten deze bezoekjes heeft niemand interesse in de dode eekhoorn. Konijn, Ree, Koperwiek, Zanglijster, Houtduif scharrelen rond en lijken de eekhoorn niet eens te zien. Volgende week zien we hoe de eekhoorn verder wordt opgeruimd.

Zaterdag 4 april 2020

Wil en Will
Wil en Will

Zaterdag 4 april 2020: Midden op het pad ligt een dode eekhoorn. Eén oog is aangevreten en de vachtharen aan de zijkant zijn weg. Een raar gezicht, een eekhoorn met een gladde roze huid. Ik draai het lijkje met een stok om. Aan de andere kant is de vacht nog compleet. Ik kan geen wond ontdekken maar vlakbij de staart zit een zwelling. Van de mooie pluimstaart is alleen een flard over. Het lijkt wel alsof zijn haren geplukt zijn. Zou kunnen. Allerlei vogels zijn nu op zoek naar nestmateriaal en bekijken de wereld erg praktisch. Kauwtjes hebben de stoffen doek onder het sedumdak ontdekt. Regelmatig worden er plukken uitgetrokken. Ik kan mij voorstellen dat nestelende vogels de vacht van een dode eekhoorn ook als meevallertje zien. Maar ik weet het niet zeker.

Reeën: Ik stop de eekhoorn in een plastic zak en hang die bij de container in een stronk. Ik kan hem niet laten liggen want het zal niet lang duren voor een liefhebber van eekhoornvlees hem vindt. Morgen kom ik terug en leg het lijkje op een beschutte plek met de wildcamera er op gericht. Ik heb dat eerder eens gedaan met een dood konijn. Toen hebben we voor het eerst een vos op video gevangen. Ik ben benieuwd wat er deze keer op af zal komen. Aan de overkant van de grote poel lopen drie reeën. Blijkbaar heb ik ze opgejaagd. Ze drentelen wat heen en weer. De container staat open en dat vertrouwen ze niet. Bij de poort denken ze even na en verdwijnen dan in het berkenbosje.

Onderzoeken:Vandaag werken we weer aan onze onderzoeken. Ik loop een vogeltelrondje mee met onderzoeker Will. Het waterpeil is aan het zakken en de paden staan niet meer onder water. Onderweg komt Wil erbij. Wanneer we bij de container zijn ga ik bloeiende planten noteren. Wil gaat de nestkasten langs en noteert waar activiteit is en van welke vogels. In de metselbijen-detector zijn 2 boorgaten van 6 mm dichtgemetseld. Het eerste meetresultaat van dit seizoen! Volgende week beginnen we ook nog met het noteren van wilde bestuivers aan de hand van zoekkaarten die we vorig jaar hebben getest. Vandaag zien we al verschillende keren dikke Aardhommels op zoek naar een geschikte nestlocatie. Onderwerpen om te onderzoeken genoeg.

Lente: Het is lekker weer. Niet koud en dankzij het ontbreken van vliegverkeer, een azuurblauwe lucht. Verschillende keren komen wandelaars de tuin in en bij de container vermaakt de teruggekeerde zwerfafvalgroep zich in het zonnetje met koffie en appelflappen. De lage graslandjes zijn nog nat maar overal schiet het groen omhoog. Vlakbij de overloop staat de eerste Pinksterbloem in bloei. Stilletjes is het lente aan het worden.