Onderzoeksnieuws oktober 2020

NATUURJAAR 2020- 29, Herfst Natuurtuin De Robbert

logo natuurtuin

Vandaag: Vogelsilhouetten, Paddenstoelen, Amerikaanse eik en Waterwantsen.

Zaterdag (2020-10-31), Het is windstil, zacht en de temperatuur is aangenaam deze morgen in de Natuurtuin. Het is Herfst de bladeren aan de boomtakken zijn een stuk minder geworden maar de bladkleuren zijn prachtig. Van geelgroen naar oranje, van oranjerood naar donkerrood. Op de (weer) zichtbare takken -door de bladval- zie ik weer zichtbaar vogels zitten. Vaak zie je alleen silhouetten -donkere kleurloze vogelvormen- maar daaraan kun je ook vogelsoorten herkennen! Als je met een zoekmachine op Silhouetten zoekt, krijg je als antwoord allerlei metalen vogelvormen voor decoratie in de tuin. In (oude) vogelgidsen zie je de silhouetten van vogelsoorten afgebeeld om een soort vast te stellen.

Als je nu in de herfst met lage, tegen de zon in een vogel ziet zitten is de vorm het detail van herkenning. Het hier links afgebeelde beeldkenmerk van de ‘Robbert tuin’ op de Elzentak is de Sijs. Ook deze morgen zijn ze met velen te vinden in de kruinen van de vele aanwezige Elzenbomen. Hun hoge zang geluidjes hoor je continu op de achtergrond tijdens het foerageren. Ga eens opzoek met vogelkijker in tuin, park of bos en speur in de toppen naar verschillende vogelsilhouetten. Raad eens welke vogelsoort zie en herken ik ? in Vogelsilhouetten langs de weg:

Peterson Vogelgids de “Kist” uit de zestiger jaren
Peterson Vogelgids de “Kist” uit de zestiger jaren
Peterson Vogelgids de “Kist” uit de zestiger jaren
Peterson Vogelgids de “Kist” uit de zestiger jaren

Paddenstoelen: in allerlei vormen en kleuren zijn op dit moment te vinden op allerlei substraat in de Natuurtuin. Kom eens langs en stap de tuin in en ervaar de Herfst van nabij. Op zaterdagmorgen van 9.00u -12.00u zijn we aanwezig om allerlei natuurvragen die bij u leven een antwoord te geven, kom langs en ervaar de Herfst.

Geweizwam (Xylaria hypoxylon)
Geweizwam (Xylaria hypoxylon)
Paarse Knoopzwam (Ascocoryne sarcoides)
Paarse Knoopzwam (Ascocoryne sarcoides)
  1. De geweizwam (Xylaria hypoxylon) is een voorbeeld van de zakjeszwammen, dat grillige vormen aan kan nemen.

  2. De Paarse Knoopzwam is een algemene paddenstoel die op dood loof- en naaldhout voorkomt.

De Paarse Knoopzwam wordt meestal gevonden in het imperfecte stadium, waarbij de vruchtlichamen knop- tot kussenvormig gevormd zijn. In het perfecte stadium zijn deze schijf- tot tolvormig gevormd. De vorm sluit de gelijkende Zakjestrilzwam ( Ascotremella faginea ) uit, welke hersenvormig is.

Amerikaanse eik of Rode eik, (Quercus rubra)
Amerikaanse eik of Rode eik, (Quercus rubra)

De Amerikaanse eik is een snelgroeiende boom uit de napjesdragersfamilie (Fagaceae). De soort komt oorspronkelijk uit het oosten van Noord-Amerika, maar wordt in Europa aangeplant als sierboom.

In België is de Amerikaanse eik voor het eerst in 1803 aangeplant bij het kasteel "De Mick" in Brasschaat. De soort is in Nederland in gebruik sinds 1825 en in het verleden ook in bossen op grote schaal aangeplant. Een nadeel van de Amerikaanse eik is dat deze een brede en dichte kroon vormt en daardoor onder bosomstandigheden andere boomsoorten verdringt en geen ondergroei toelaat. Er zijn beheerders die vinden dat deze exoot hier niet thuishoort en deze daarom willen kappen. De Amerikaanse eik kan 35 m hoog worden.

Foto-Tip 2: Het blad van de Amerikaanse eik heeft op dit moment prachtige kleuren. Het bladkleurenpallet loopt van warm wijnrood naar goudgeel, zelfs een enkel standaard groenblad en ook de bruine bladbladeren spreken. Bladkleuren worden extra versterkt wanneer ze door het warme zonlicht in de late middag worden beschenen. Dan geeft het een extra impuls om naar buiten te gaan, om herfst foto’s te maken, altijd prijs!. De Amerikaanse eik is een boom die al ca. 200 jaar lang wordt aan geplant. Door zijn grote kroon heeft de boom de neiging om andere boomsoorten te verdringen en de onder begroeiing krijgt door licht te kort geen voldoende kans om te groeien. Ook door de grote hoeveelheid en verspreiding van de eikels wordt de boomsoort uit sommige bossen bewust geweerd en vervangen door de Hollandse- en inlandse eik. De eik is voor het voortbestaan vooral afhankelijk van de gaai en van de eekhoorn. Een eikel valt niet ver van de boom en kan onder het bladerdak van de boom niet uitgroeien. Hij is dus aangewezen op dieren om de eikel verder van de boom te verplaatsen. In de herfst is het eikenbos en omgeving het ultieme (fotografische) gebied voor het herfstgevoel met warme zonnekleuren.

Waterwantsen:

Nu het wantsenseizoen voor velen bijna voorbij is kun je altijd nog overschakelen op de waterwantsen. De laatste week met regen vulde de grote poel met extra water. Kraakhelder is de poel, waterplanten zichtbaar tot op de bodem, eens kijken wat dat op levert aan soorten. Na een uurtje scheppen kwamen vele soorten boven water, bekijk de foto’s, wat een soorten rijkdom in deze poel. Platte waterwants, Bootsmannetje in verschillende kleur variaties , en diverse watertorretjes. Ook de onderzijde van het insect fotograferen kan de determinatie sleutel vereenvoudigen.

waterwants
waterwants
waterwants
waterwants
waterwants
waterwants

Tot de volgende ‘natuurontdekkingen’ in de Natuurtuin ‘De Robbert’

Met ‘gevederde’ groet, Will van Berkel.

NATUURJAAR 2020- 28, Herfst in Natuurtuin De Robbert

logo natuurtuin

Vandaag ZOEKTOCHT: Bladkoning en Bruingemarmerde schildwants Nieuwe tuinsoort? Fotografie tip ‘Herfst’ in de Natuurtuin.

Zaterdag (2020-10-24), Dit weekend gaat de wintertijd weer in, de klok gaat een uurtje terug. Dus hebben we een uurtje extra voor de soorten zoektocht in onze tuin. De grote aantallen trekvogels zijn inmiddels op hun winterverblijf aangekomen. Op dit moment zijn het de insecten, die een onderdak zoeken voor de aankomende winter. Vlinders, lieveheersbeestjes, gaasvliegen en wantsen die opzoek zijn naar een warm beschut plekje.

De jaarlijkse vogeltrek moet wel één van de meest spectaculaire natuurfenomenen zijn. Alleen al over Nederland vliegen in voor- en najaar tientallen miljoenen vogels naar en van hun winterverblijven. Voor een deel van die vogels is ons land het eindstation, anderen maken alleen een tussenstop om bij te tanken. Let op je besdragende struiken in je tuin waar ze graag in foerageren.

Dat doen deze vogels ook bij u in de tuin!

https://www.naturetoday.com/intl/nl/nature-reports/message/?msg=26824

vogelplaat

Bladkoning Phylloscopus inornatus: een klein mosgroen zangvogeltje, iets groter dan een goudhaan, met twee opvallende gelige vleugelstrepen omgeven door zwarte bases van slagpennen en dekveren. Kop met een opvallende gelige wenkbrauwstreep, vuilwitte onderdelen en bleekroze poten, maar nog het best te herkennen aan de roep. Daarnaast zijn er nog twee bijna gelijkende soorten de: Humes bladkoning Phylloscopus inornatus en Pallas’ boszanger Phylloscopus proregulus

kaartje waarnemingen bladkoning

Wie ontdekt in ZO Brabant de Bladkoning in zijn eigen ‘Groene’ tuin of Park ? De waarneming met bewijs foto kan je melden/invoeren bij tuintelling.nl of waarneming.nl

Waarnemingen van bladkoningen in de tuin, gedurende 2015 - 2020. Het kan overal! (Bron: tuintelling.nl) Tijdens bijzondere omstandigheden - zoals dichte mist of plotselinge kou of sneeuwval - kunnen in vrijwel iedere tuin ook atypische tuinvogels opduiken. 

Lange-afstandstrekker, in Nederland bij uitstek bekend als trekvogel van eind september tot eind oktober, met name aan de kust. Reguliere trekroute van Rusland naar het vasteland van Zuidoost-Azië en Taiwan. Waarom er zoveel bladkoningen in Noordwest-Europa verschijnen in het najaar is (nog) onbekend.

ZOEK MEE! ; naar de Bruingemarmerde schildwants Halyomorpha halys .

Twee jaar geleden werd in Nederland voor het eerst een exemplaar van de Bruingemarmerde schildwants (17 mm groot) waargenomen. Deze wants komt oorspronkelijk uit Azië. Let op bij determinatie van deze schildwants op de vier licht gele puntjes op hals- en rugschild. Ook de streepjes code van de lange zwart/wit antennes is een kenmerk voor deze donkere soort. Draai de wants om, de onderkant heeft geen donkere stipjes en is zonder ‘doorn’. Meld de waarneming met foto aan: www.waarneming.nl

Stuur een berichtje met foto naar ons website contact adres: https://www.derobbert.nl/contact/

Bruingemarmerde schildwants
Bruingemarmerde schildwants

Omdat de Bruingemarmerde schildwants nu nog in lage aantallen in Nederland voorkomt, zijn er veel oplettende mensen nodig om de verspreiding goed in kaart te brengen. Een bijzondere uitdaging, want ook de inheemse grauwe schildwants, die op het eerste gezicht erg op de Bruingemarmerde schildwants lijkt, overwintert graag in huizen.

Waarom zitten wantsen binnen? Kleine insecten bedenken verschillende manieren om te overleven in de winterkou, waaronder ook de wants. De meest voorkomende methode is verhuizen naar warme plekken of op zoek naar een beschutte plek in de buurt. Op deze beschutte en vaak warme plekjes starten ze een diapauze, ook wel bekend als een soort winterslaap. Op deze manier kunnen ze door weinig energie verbruik overleven op de reserves die ze hebben. Dit is de reden dat wantsen dol zijn op kleine naden en kieren in onze huizen.

Hoe houd je de wantsen buiten? De wants in het algemeen hoeft niet bestreden te worden aangezien ze geen enkel gevaar vormt. Het vriendelijkste is om ze ergens buiten weer uit te zetten. Laat ze wel een stukje verderop vrij zodat ze niet opnieuw binnen komen. Om de beestjes buiten te houden kun je ervoor zorgen dat naden en kieren goed afgedicht zijn van het huis. Ook het plaatsen van horren bij ramen en deuren is een prima preventieve manier.

Het najaar leent zich hiervoor bijzonder goed, omdat de volwassen wantsen nu op zoek zijn naar een beschutte plek voor de winter. Tijdens deze zoektocht zijn zij vaak op muren of gevels te zien. Ook kunnen ze in huis worden aangetroffen. Andere wantsensoorten die ook graag in huizen overwinteren zijn: Grauwe schildwants, Iepenridderwants, Bladpootwants en Vuurwants.

Succes bij de zoektocht naar de Bladkoning en Bruingemarmerde schildwants,

We horen het graag van U.

bbc banner

TV Kijk tip: Aankomende twee weken is het natuurprogramma Autumnwatch te zien op BBC TWO. 1e week: Di 27 oktober t/m vrij 30 oktober 2020, 2e week: di 03 november t/m vrij 06 november 2020. Veel kijk plezier.

klik op de onderstaande link; kijk nu alvast naar het geplande uitzendprogramma met gevarieerde natuuronderwerpen, aanvang 21.00u tot 22.00u (Nederlandse tijd !).

https://www.bbc.co.uk/programmes/b0079t1p/broadcasts/upcoming

bladverkleuring

De Fluweelboom of Azijnboom (Rhus typhina) Foto: Will van Berkel

Het is een tot 4,5 m hoge struik. De naam azijnboom heeft de boom te danken aan de zure vruchten. De soort komt oorspronkelijk uit Noord-Amerika, waar de soort voorkomt in rotsachtige, zanderige gebieden en op opengevallen plaatsen in het bos. In Nederland en België is ze geïntroduceerd als tuinplant. Ze komt sindsdien ook verwilderd voor, vooral in steden en de omgeving daarvan.

Het is herfst in de Natuurtuin. De bladverkleuring begint steeds meer op gang te komen.  De bladeren beginnen te verkleuren. Per boomsoort kunnen de herfstkleuren sterk verschillen. Van geel en bruin tot oranje en rood. Als ze bij gunstig weer aan de bomen blijven hangen, tijdens een zogenaamde ‘Indian Summer’, is dat een prachtig gezicht. Nu is de kans om dit fotografisch vast te leggen, ga naar buiten en ervaar het zelf.

Fotografie ‘Herfst’ : Wanneer het droog is met zonneschijn, dan is de kans om de bladverkleuring- door extra warm natuurlijk zonlicht- aan te dikken. Met name in de vroege ochtend en late namiddag is het een lust om in dit natuurlijk licht foto’s te maken. Wanneer je dan thuis komt -met je digitale camera en de opnamen van je herfst momenten- om de beelden met zoveel kleur op je beeldscherm te bekijken. De komende weken zijn er nog genoeg kansen om van het warme zonlicht gebruik te maken. Vooral met tegenlicht voeg je een extra dementie toe aan het resultaat van je foto, door goed te kijken en in te spelen op de extra schaduw die ontstaat voordat je afdrukt. Zo krijg je meer diepte en extra kleur in je foto’s die je maakt. Let ook op de achtergrond dat er een egale achtergrond ontstaat, dat geeft rust aan het beeld op de voorgrond. Gebruik daarom een klein diafragma getal, maar let op de diepte scherpte van het onderwerp. Nu de verkleuringen van het blad aan bomen, struiken en planten de komende weken verder doorzet, kunnen er nog vele geraffineerde herfstbeelden en momenten worden vastgelegd. Laat uw fantasie en beeldkunst spreken in kleurrijke fotobeelden met behulp van de natuurlijke lichtbron het zonlicht, succes en druk af.

Tot de volgende ‘natuurontdekkingen’ in de Natuurtuin ‘De Robbert’

NATUURJAAR 2020- 27, Herfst in Natuurtuin De Robbert

logo natuurtuin

Vandaag: Vogeltrek afgelopen week, de Keep, Korstmossen rondom de Natuurtuin.

Zaterdag (2020-10-17), Als ik ’s morgens de gordijnen voor de openslaande deuren opzij schuif hoor ik gelijk het schelle alarmroepje van de Merel. Ohooo, zit hij nu al op de bessenstruik in de tuin. Als ik de deur open hoor ik ook het rinkel belletje van de ‘Scandinavische‘ Roodborst. Deze week met de stroom van trekvogelsoorten in onze groene achtertuin geland. Ook hoor ik -nog in de schemer- boven de tuin overtrekkende koperwieken, het schelle roepje tjeee haal je er zo uit. Deze week gingen grote groepen, Lijsters, Vinken, Ganzen, Stootvogels en zelfs de eerste groep Kraanvogels (44exx.) over mijn huis.

Wanneer ik het voetpad in de tuin oploop hoor ik de Roodborst ‘tikken’. De kruiwagen staat geladen met het gereedschap al klaar. Stan trekt zijn overal aan om de zaagklus te klaren langs de buitengrens van de tuin. Gauw beginnen met mijn ‘klus’ het tellen van de (trek)vogels die nu nog rusten en foerageren in de Natuurtuin. Een LiveAtlas tel ronde linksom, dan pak ik nog de vogels in het berkenbosje mee. Even later sta ik bij de kleine natuurlijke poel de Elzenbomen zitten vol met zaadproppen. Een groep van ca. 40 sijzen foerageren in de kruinen op de rijpe zaden van de Els. Het hoge geluid is af en toe te horen, het lijkt wel een onderling communicatie geluid van “blijf alert, en bij elkaar”. Als ik doorloop richting de houtenbrug hoor ik een roep -een kenmerkend beetje rauw of raspend nasaal chèèèp. Dat is de roep van de KEEP de ‘Winter’vink of Berg-, Eikel-, Noord- en Oranjevink vele streeknamen voor een Winterse ‘gast’vogel.

Keep

De KEEP: Winters verenkleed verschild duidelijk -met die van de Vink- ze zijn meer oranje van kleur.

Kepen zijn de noordelijke tegenhangers van 'onze gewone' vink. In Nederland broeden jaarlijks enkele kepen, maar om meer dan drie tot vijf paren lijkt het niet te gaan. Hoe anders is het in Fenno-Scandinavië, waar de keep een van de talrijkste broedvogels is. In de winter verblijven grote aantallen Scandinavische kepen in Nederland. Vinken en kepen houden zich 's winters vaak op in gemengde groepen. Ze kunnen gemakkelijk worden waargenomen in beukenbossen, waar ze de afgevallen beukennootjes eten.

Keep

Buiten broedtijd: In trektijd en winter duiken Scandinavische en West-Russische Kepen in ons land op. Ze zijn het talrijkst in bosrijke streken. De najaarstrek begint eind september, houdt aan tot diep in november en piekt meestal in de tweede helft van oktober. De jaarlijks waargenomen aantallen schommelen hevig, en dat geldt ook voor de aantallen overwinteraars. Een overvloedige oogst van beukennootjes bindt grotere aantallen overwinterende Kepen aan ons land dan een mager seizoen. De voorjaarstrek speelt zich af tussen half februari en half april, in sommige voorjaren iets later. De grootste aantallen in het zuidoosten van het land gezien. Het zomerkleed van het Keep mannetje is donkerder en veranderd in de loop van het broedseizoen.

Als ik even later een rondje met Kees langs de beek loop -opzoek naar de IJsvogel- kom ik enkel groeivormen van Korstmossen tegen. Maak foto’s voor deze rubriek Onderzoek en tevens voor de site waarneming.nl. Interessante korstmossen hoe klein ze ook zijn. Lees de omschrijvingen hoe deze korstmossen reageren op ons leefmilieu.

Kapjesvingermos
Kapjesvingermos
Groot-Dooiermos
Groot-Dooiermos

Kapjesvingermos (Physcia adscendens) is een korstmos, die is te vinden op drogere plekken van goede belichte en vrijstaande bomen. Ook komt de soort voor op kalkachtige gesteente De thallus is klein, lichtgrijs gekleurd en bladvormig met opstijgende lobben (Physcia is Latijns voor steigend). De onderzijde is wit. Kapjesvingermos groeit vaak in rozetten die een heel kleed kunnen vormen.

De korstmos komt in Midden-Europa algemeen voor. Vanwege zijn relatieve ongevoeligheid voor luchtverontreiniging, wordt het ook regelmatig aangetroffen in grote steden.

Groot dooiermos (Xanthoria parietina) komt vooral voor op basische substraten en is een indicator voor voedselrijkdom. De soort is zeer algemeen in gebieden met intensieve veehouderij: de aanwezigheid van ammoniak bevordert de groei. Het groeit op schors van bomen, op steenachtige ondergrond als beton, baksteen, cement en stoeptegels en zelfs op asbest en op het asfalt van rustige wegen. Sinds de jaren 1980 komt de soort in Nederland (en ander delen van Europa) steeds meer voor, omdat ze kan profiteren van vervuiling met stikstofverbindingen. In de systematiek van de mossen- en korstmossengemeenschappen is Groot dooiermos een differentiërende soort van de klasse van haarmutsen en vingermossen

De gele kleurstof parietinezuur werd vroeger wel gebruikt als verfstof. De gele kleurstof wordt bloedrood wanneer deze in aanraking komt met een sterke base, zoals kaliloog of natronloog. Dit soort kleurreacties wordt veel gebruikt om korstmossen op naam te brengen

Tot de volgende ‘natuurontdekkingen’ in de Natuurtuin ‘De Robbert’

Met ‘gevederde’ groet, Will van Berkel.

NATUURJAAR Tussendoortje-8, HERFST In Natuurtuin De Robbert

Lijsters en bessen tellen in je Tuin of aangrenzend Park.

donderdag (2020-10-15), Regelmatig hebben we -de laatste weken- verslag gedaan in deze rubriek ‘Onderzoek’ over de bes etende vogels in de struiken van de Natuurtuin.

Nu is er voor dit najaar een Lijsters & Bessen telling opgezet om deze te tellen.
Door de aangescherpte COVID-19 maatregelen zijn we weer meer aan huis gekluisterd. De kans om de tijd toch leuk door te brengen, door mee te doen aan deze lijsters- en bessen telling  van Jaarrond Tuintelling. Wat houd de Telling in?

Lijsters en Bessentelling_2020

Inleiding:
Afgelopen nacht zijn veel vogels uit het noorden vertrokken. Dat resulteert in een prachtige dag voor veel telposten in Nederland. Overal in Nederland kan je nu groepen Koperwieken, Kramsvogels en Vinken zien (en horen) overvliegen. Ook de eerste kramsvogels komen ons land binnen. Buiten kan je nu genieten van de najaarstrek.

Van 14 oktober tot 11 november is de eerste lijsters- en bessentelling van Jaarrond Tuintelling. Welke vruchtdragende bomen en struiken staan er in de tuin? En welke vogels maken daar dankbaar gebruik van?

Als leefgebied voor doortrekkende lijsters denk je niet direct aan je tuin. Toch staan daar veel bes dragende stuiken en bomen. Behalve vogels die je het hele jaar in je tuin kunt zien, maken doortrekkers en overwinteraars dankbaar gebruik van deze voedselvoorraad. Zo komen Koperwieken en Kramsvogels in oktober massaal naar Nederland en is de kans groot dat je ze in je tuin bezig ziet een struik kaal te vreten.
Iedereen kan op tuintelling.nl in oktober en november bijhouden welke lijsters gebruik maken van de bessen in de tuin. Op die manier krijgen we een beter beeld van het voedsel dat beschikbaar is voor doortrekkende en overwinterende vogels.

Leg je vogelkijker binnen handbereik klaar in de vensterbank of zet je telescoop voor je tuinraam en kijk regelmatig de tuin in welke vogelsoorten er met welke soort bessen van doorgaan.

De Lijsters- en Bessentelling is een initiatief van Sovon Vogelonderzoek Nederland.

Hoe werkt het?

Kijk tussen 14 oktober en 11 november of je bes etende lijsters in je tuin hebt. Het gaat hierbij om de volgende soorten: beflijster, merel, zanglijster, grote lijster, kramsvogel en koperwiek.

Geef je waarnemingen door via het evenement Lijsters- en Bessentelling op tuintelling.nl. Deze telling is een tijdstiptelling. Geef de datum en de tijdsduur van je telling aan en voer je soorten in. Je kunt binnen de evenementperiode zo vaak tellen als je wilt.

vogeltje

Voer alleen vogels in die daadwerkelijk in je tuin zitten (dus geen overvliegende vogels). Onder 'gedrag' kun je aangeven of ze van bessen aan het eten zijn, of alleen maar in de tuin verblijven. In de standaardlijst staan alleen de verschillende soorten lijsters. Heb je andere soorten vogels die van je bessen eten? Vink dan het vakje 'Zoek in meer soorten' aan, om ook andere vogelsoorten in te kunnen voeren.

bessen

Kijk van welke vruchtdragende boom of struik de vogels de bessen eten. Je kunt hiervoor bij het invoeren van je telling een keuze maken uit een vaste lijst met planten. Wil je andere soorten invoeren, vink dan het vakje 'Zoek in meer soorten' aan.

Klik op link voor meer informatie op de site:

https://www.tuintelling.nl/evenementen/lijsters-en-bessentelling-2020

Bedankt alvast, namens de organisatie voor het mee doen. Wens alle Tuintellers plezier en leuke telling toe, succes

Tot de volgende ‘natuurontdekkingen’ in de Natuurtuin ‘De Robbert’

Met ‘gevederde’ groet, Will van Berkel

NATUURJAAR 2020- 26, Herfst In Natuurtuin De Robbert

logo natuurtuin

Vandaag: Vogeltrek in volle gang, Laatste dagvlinders en Ontwikkeling Paddenstoelen.

Zaterdag (2020-10-10), Terwijl ik de tuinpoort open van de Natuurtuin hoor ik gelijk de Roodborst zingen. De zangvogel die iedere morgen zijn dag begint met zang. Als de dag voorbij is hoor je tegen de schemer de laatste zang -de dag afsluiting- verzorgd door de Roodborst en de Merel. Nu tijdens de vogeltrek vertrekt de Roodborst uit je tuin of park. De voorjaars vogels verhuizen, tijdens de winterperiode richting Zuid- Frankrijk en naar Zuid- Engeland. De Scandinavische en Noordoost-Europese vogels logeren tijdens wintertijd graag in onze tuinen in Nederland. Het lijkt alsof deze noordse vogels ‘tammer’ zijn dan de vaste gasten.

Kolgans (Anser albifrons)

Kolgans Anser albifrons (Scopoli, 1769)
Kolganzen zijn wintergasten in Nederland. Ze broeden op de toendra's van Noord-Rusland en Siberië, hoewel er ook enkele paren in Nederland broeden. Volwassen Kolganzen zijn van andere ganzensoorten te onderscheiden door hun witte bles op het voorhoofd. Op de buik hebben ze donkere dwarsbanden. Bij jonge dieren ontbreekt dit, zij krijgen pas een wit voorhoofd in de eerste winter, de buikstrepen verschijnen pas de tweede winter. In oktober komen de eerste kolganzen in Nederland aan, de grote massa half november. Zo'n 500.000 exemplaren brengen de winter door op onze akkers. Vanaf februari trekken ze weer terug naar hun broedgebieden, maar in strenge winters kunnen ze langer blijven. De Kolgans is een nieuwe bezoeker -die vanmorgen tijdens de vogeltelling- de tuin kwam overvliegen. Met z’n vijven op trek en opzoek naar een winterverblijf in Nederland. Wat het eerste opvalt bij de Kolgans in vlucht is de zwarte ‘striping’ op de onderbuik. Daarna valt de witte kol rondom de roze snavel op. Later zag ik deze morgen -voor het eerst, dit najaar- vier geelgroene kleine vogeltjes onderste boven aan de elzenproppen hangen, Sijsjes. Niet veel later kwam een hele zwerm van ca.35 exx. over vliegen.

Sijs (Spinus spinus)
Sijs (Spinus spinus)

Sijs Spinus spinus (Linnaeus, 1758)

De sijs is een contrastrijke vinkensoort. Mannetje sijs is opvallend geelgroen gekleurd met zwarte kruin, kin en vleugelstrepen. Het vrouwtje is meer grijsgroen en gestreept. Vleugels van beide zijn zwart met contrasterende gele vleugelstreep. Het korte, gevorkte staartje heeft ook gele staartzijden. Groepen foeragerende sijzen kunnen variëren van enkele vogels tot een paar honderd en zijn vaak luidruchtig. De sijs heeft een korte golvende vlucht. Een groepje sijzen maakt een warrelende indruk.

GELUID: Bekendste roep hoog "plié-è". Zang snel en brabbelend met imitaties van andere vogels.

Buiten broedtijd: In trektijd en winter hebben we voornamelijk te maken met Noord- en Oost-Europese Sijzen. Ze zijn in het hele land te vinden in bosrijke streken maar ook in stedelijk groen en bij beplanting in boerenland. In sommige jaren treden invasies op die zich al in juni kunnen aankondigen. De meeste trek vindt echter hoe dan ook plaats tussen eind september en half november, met de piek halverwege oktober. De aantallen overwinteraars verschillen sterk van winter tot winter. Bovendien zijn deze vogels erg mobiel en verkassen ze wanneer voedselbronnen uitgeput raken. De voorjaarstrek begint in februari en loopt in april af. Doortrekkende groepjes zitten dan te kwelen terwijl hun soortgenoten al op de eieren kunnen zitten.

Een andere ‘gast’ vogel die ik al eerder meende te horen in de Natuurtuin - in het kleine natte deel met de vele Elzenbomen- bij de kleine poel links- een familielid van de mezen. De Matkop, de beste herkenning voor deze vogelsoort is zijn roep. Bij deze zangvogel gaat het bekende gezegde zeker op; “íeder vogeltje zingt zoals het gebekt is”. Een verwisseling -op zicht- met de Glanskop is zo gemaakt.

Matkop (Poecile montanus)
Matkop (Poecile montanus)

Matkop Poecile montanus (Conrad von Baldenstein, 1827)

Het broedareaal van de Matkop omvat de gordel van boreale en gematigde bossen van Engeland tot Japan. Matkoppen broeden in allerlei bostypen - van elzenbroekbossen tot dennenopstanden - mits er voldoende dood hout staat. Ook heide en hoogveen met opslag, parken en andere besloten landschappen met bosjes en houtwallen worden bewoond. Het nest wordt gemaakt in natuurlijke holtes. Vermolmde stronken, liefst van zachthoutsoorten als wilg en berk, zijn hiervoor zeer geschikt. In de broedtijd staan insecten en spinnen op het menu die in struiken en op stammen, maar ook op dood hout gezocht worden. In vochtig loofbos is de struiklaag belangrijk, in dennenbossen worden vooral stammen en takken in de kronen geëxploiteerd. De West-Europese ondersoort rhenanus is standvogel, alleen de jongen vertonen enige dispersie. Territoriale wintergroepen bestaan doorgaans uit een volwassen paar en een paar niet-verwante eerstejaars vogels. De broedgebieden worden in maart en april met zang afgebakend, een afwijkende imponeerzang is minder vaak te horen. De broedterritoria zijn groter (4-15 ha, gemiddeld 7,5 ha) dan bij andere mezen. Daardoor valt de bezettingsgraad van kleine bosjes lager uit dan bij de Kool- of Pimpelmees.

Geluid: Zang een helder "tjii-tjii-tjii-tjii". Roep een luid "DÈÈÈH-DÈÈÈH-DÈÈÈH-DÈÈÈH" vooraf gegaan door een kort "tsi-tsi"

Vanmorgen; de start van de activiteiten in de Natuurtuin begon fris, droog voor twaalven met de zon erbij een aangename temperatuur. Ook de Dagvlinders profiteren graag van een warme opstart als deze voor tienen. Lekker zitten in de Morgenzon zag ik de 1. Gehakkelde Aurelia. Ook vliegen er nog Koolwitjes en een Bont zandoogje rond.

In het donkere bos gedeelte zag ik verschillende paddenstoelen hun kopjes boven de strooisellaag uitsteken. De meest ondenkbare en denkbare vormen en kleuren zie je van verschillende paddenstoelsoorten de vruchtlichamen. Ook de 2. Schimmeldraden in het bos bevatten sporen. Schimmeldraad, zwamdraad of hyfe is de benaming voor de lange, zich vertakkende draden van een schimmel. De term hyfe kan ook op een filament van een actinobacterie (straalzwam) slaan. Een netwerk van schimmeldraden vormt de zwamvlok (mycelium), het vegetatieve orgaan van de schimmel.

Zag ook grote aantallen van de 3. Melksteelmycena Mycena galopus (Pers.) P. Kumm. De melksteelmycena (Mycena galopus) is een schimmel uit de familie Mycenaceae. Door aanraking van de hoed beginnen melkstelen een wit melkachtig vocht uit te scheiden.

Gehakkelde Aurelia
Gehakkelde Aurelia
schimmeldraden
schimmeldraden
Melksteelmycena (Mycena galopus)
Melksteelmycena (Mycena galopus)

Na twaalven lopen we nog een laatste rondje van deze week door de Natuurtuin. Dan valt op dat de overweldiger groei van -oranje kleurige lijsterbessen- aan de Lijsterbesstruiken, totaal is opgesnoept door de aanwezige vogelbevolking. De afgelopen weken -nog net voor de lange trekreis- zag je allerlei vogelsoorten foerageren op de bessen; Vinken, Lijsters, Zangvogels zoals de Zwartkop ze waren niet weg te houden van de voedselrijke bessen. Een gek gezicht nu de bes loze Lijsterbes. Nog net voor enen sluiten we weer het tuinhek en geven we de Natuurtuin en rust weer in handen van onze ‘gevederde’ vrienden.

Tot de volgende ‘natuurontdekkingen’ in de Natuurtuin ‘De Robbert’

Natuurjaar 2020-25, Herfst In Natuurtuin De Robbert

logo natuurtuin

Vandaag: Vogeltrek, Vuurgoudhaan, Steltwants en Paddenstoelen in de Natuurtuin.

Zaterdag (2020-10-03), Vogeltrek, nu waar te nemen -kijk omhoog op een open plek in het landschap- en zie grote groepen vogelsoorten vliegen in allerhaast over Nederland, richting het Zuiden. Zelf afgelopen donderdag 01 oktober: 1135 exemplaren, 20 vogelsoorten in 2:20 uren geteld, de trekvogels vlogen over de telpost Mosbulten.

Onderstaand citaat schreef: PROF. DR. L. TINBERGEN in zijn boek VOGELS ONDERWEG Vogeltrek over Nederland in samenhang met landschap.

Er is geen maand in het jaar, of er trekken vogels over ons land. Meestal merken wij daar maar weinig van. Een enkele fluittoon uit het donker van een zwoele augustus nacht doet de kenners beseffen, dat er een machtige maar onzichtbare stroom van steltlopers, eenden en zangvogels op ons land gericht is. Wanneer we op een zachte lentedag ontroerd luisteren naar de zang van de eerste tjiftjaf, begrijpen we, dat ook dit nietige vogeltje een lange re is door 't donker gemaakt moet hebben, ongezien en ongehoord. Maar soms openbaart de trek zich in zijn volle grootsheid. Oktober is daarvoor de maand. Kies dan uw uitkijkpost op een hoge top in de zeereep van het Hollandse duin. Het best zult u het treffen hij een zuidenwindje en een ijle bewolking met veel blauw ertussen.

slaappplaatstrek grauwe gans

Vogeltrek, Grauwe gans (Foto: Will van Berkel)

Nog voordat de zon boven de horizon uitkomt, zet de trek al in. Het mooist zijn de spreeuwen in hun dicht opeen gepakte, breede gegroepeerde vlucht en vliegorde. Hun koers is vast, hun ruisende vleugelslag snel en ononderbroken. Als de zoo. Eenmaal op is, worden de onderkanten van die duizenden vogels verguld in het lage licht. Dan zijn er de vinken, druk lokkend en dansend door hun golvende vlucht. Hun witte spiegels blinken fel op. De troepen zijn ijler en veel kleiner dan die van de spreeuwen, maar des te talrijker. Ze wisselen af met leeuweriken, met ongedurige troepen kneutjes, met piepers en met een enkele late kwikstaart. Iets hoger gaan de kraaien: roeken en kauwtjes, dicht aaneengesloten in troepen, en statig wiekende bonte kraaien, altijd ver uit elkaar en dikwijls zelfs alleen. AI die vogels worden beheerst door dezelfde machtige drang en vliegen vast gericht op hun vèr verwijderde doel. Op zeldzame dagen vormen ze één, haast ongebroken stroom, die urenlang door kan gaan. Voor de ware vogelaar is zo'n dag onvergetelijk; als hij er éénmaal de indruk van ondergaan heeft, zal hij altijd aan terugdenken.

Luister de Podcast van ROOTS de Koperwiek: Wil je ook de zang van de koperwiek leren herkennen? Na het luisteren van deze podcast lukt dat beslist. Je kunt de podcast Notenkrakers hieronder luisteren: https://www.rootsmagazine.nl/podcast/notenkrakers-koperwiek/

Vanmorgen vroeg tegen 7.00 uur -ging het los op Trektellen.nl- het was nog donker, toen ik de eerste vogeltelresultaten zag van verschillende telposten in NL. Wat is de Euro Birdwatch 2020?

Vandaag is het weer zover: duizenden vogelaars in heel Europa tellen op diezelfde dag de trekvogels wanneer deze richting het zuiden vliegen. Het gaat daarbij om miljoenen vogels, een spectaculair fenomeen. In Nederland coördineert Vogelbescherming deze Euro Birdwatch voor de 25e keer, samen met de uitstekende website www.trektellen.nl. De Euro Birdwatch is een initiatief van BirdLife International. Hopelijk wordt het een trekvogelrijke dag! Het verslag en de resultaten update van: 03-10-2020 16.30uur https://www.vogelbescherming.nl/help-mee/kom-zelf-in-actie/tel-mee/euro-birdwatch

Vanmorgen het schemerde nog, op weg naar de Natuurtuin. Onderweg leek het dat ik meer als anders vogels hoorde boven me in de lucht. Het miezerde, tijdens de hele rit. Bij de tuin aangekomen was Stan al bezig met werkzaamheden. Dus de vogeltelling start in het rustigste deel van de Natuurtuin. Al gauw in het open gedeelte van de tuin zag ik ook trekvogels overvliegen. Twee Veldleeuweriken -korte staartjes en met hun bekende ratel- trekken hoog over. Ook een vink hoor het cub cub-roepje deze vliegt aanmerkelijk lager, strak door, richting zuid. Bij de houtenbrug zit in de Wilgenbos een Pimpelmees opzoek naar insecten. Met de vogelkijker erbij probeerde ik nog andere vogelsoorten te ontdekken. Na een minuut of twee speuren zie ik een olijf/groene kleine vogel bewegen tussen de smalle bladeren. Zag ook een lichte tekening op de vleugel. De beweeglijke overwegend beige/olijf kleurige 5,6 gram ‘zware’ vogel, hipte op een ander takje en zie met verbazing zijn grijs ‘gezichts’ masker en zwarte ooglijn: een VUURGOUDHAAN, mijn eerste sinds de start van mijn LiveAtlas tellingen.

Vuurgoudhaan (Regulus ignicapilla)

Vuurgoudhaan (Regulus ignicapilla)(Temminck, 1820)

De vuurgoudhaan lijkt op een goudhaan, maar met nog fellere kleuren. De kruin- en zijkruinstrepen zijn ongeveer gelijk, maar de vuurgoudhaan heeft een contrasterende witte wenkbrauwstreep en daaronder een gitzwarte oogstreep door het oog heen. Dit geeft aan de kop van dit bijzonder kleine vogeltje een vurig uiterlijk. Het mannetje heeft in plaats van geel een geheel fel oranje kruinstreep. Maar naast het verschil in uiterlijk maken zang, biotoop, trekgedrag en leefwijze hem eigenlijk tot een totaal andere vogel.

Geluid: Zang is (subtiel) anders dan bij goudhaan: versterkend (crescendo) en versnellend, maar ook erg hoog. Het mist de herhaling die bij goudhaan duidelijk aanwezig is. Roep van vuurgoudhaan is hoog; een geoefend oor kan de verschillen horen met de goudhaan. Versnelt, verhoogt en is wat rauwer.

Buiten broedtijd: In de winter zijn Vuurgoudhaantjes in veel broedgebieden met een lampje te zoeken. Omgekeerd is de verspreiding dan veel ruimer in het westen van het land, waar weinig Vuurgoudhaantjes broeden. De soort is buiten de broedtijd in allerlei bossen te vinden, evenals in stadstuinen en boerenland. De meestal onopvallende doortrek vindt vooral tussen half september en half oktober plaats. De voorjaarstrek speelt zich grotendeels tussen eind maart en half april af, maar tot in mei worden vogels gezien op plekken waar ze niet broeden. (Tekst: Vogelbescherming, Sovon Buiten broedtijd)

Na de telling miezerde het nog steeds alles is nat, wat nu? Dan maar weer een keer met de ‘witte bak’ rond in de tuin, opzoek naar insecten. Het leverde niet zo heel veel op laat in het seizoen en koud door de regen. Nog even dan stop ik! In het eikenbosje bij het bankje van ‘Tieneke’ maar eens proberen in de takkenril. Hou de ‘witte’ bak eronder klop en schut aan de bijna droge vegetatie. Loop met de vangst naar het houtenbankje, uitzoeken maar. Verschillende bodemdiertjes kruipen rond. Aan het eind van de vangstsessie zie ik een mug achtig insect met lange (zwart/wit) poten. Terwijl dat ik het diertje op een vrije plek zet in de bak zie ik dat het een Steltwants is. Maak foto’s en thuis kom ik achter samen met waarneming.nl zijn naam Empicoris rubromaculatus -weer een nieuwe soort op mijn wantsenlijst- het gaat om de:

Schaarse muggenwants (Empicoris rubromaculatus)
Schaarse muggenwants Empicoris rubromaculatus

Schaarse muggenwants Empicoris rubromaculatus (Blackburn, 1888) (zeer zeldzaam).

In Nederland en Belgie zijn 4 wantsen uit het genus Empicoris met de aantekening dat E. rubromaculatus na een eerste vondst in Nederland in 2010 pas in 2017 weer is waargenomen. In Belgie was dat al eerder.

Herkenning:

  • 4,5-6,1 mm.
  • Langvleugelig (macropteer)
  • De lange antennen zijn en de lange slanke poten zijn goeddeels wit met smalle, zwarte ringetjes.
  • Op het schildje (scutellum) is een 'doorn'.
  • Kop, halsschild (pronotum), schildje (scutellum) zijn bruin. Aan de zijkant van het halsschild een heel korte witte streep, richel (terwijl deze bij de andere soorten helemaal doorloopt tot de achterrand van het halsschild). De voorvleugels zijn bruin met witte aders. Pterostigma doorgaans rood gekleurd.Schaarse muggenwants Empicoris rubromaculatus (Blackburn, 1888) (zeer zeldzaam).In Nederland en Belgie zijn 4 wantsen uit het genus Empicoris met de aantekening dat E. rubromaculatus na een eerste vondst in Nederland in 2010 pas in 2017 weer is waargenomen. In Belgie was dat al eerder.Herkenning:
    • 4,5-6,1 mm.
    • Langvleugelig (macropteer)
    • De lange antennen zijn en de lange slanke poten zijn goeddeels wit met smalle, zwarte ringetjes.
    • Op het schildje (scutellum) is een 'doorn'.
    • Kop, halsschild (pronotum), schildje (scutellum) zijn bruin. Aan de zijkant van het halsschild een heel korte witte streep, richel (terwijl deze bij de andere soorten helemaal doorloopt tot de achterrand van het halsschild). De voorvleugels zijn bruin met witte aders. Pterostigma doorgaans rood gekleurd.

Voorkomen: In Nederland en België zeer zeldzaam (De eerste vondst in Nederland was in 2010, daarna tot 2017 niet meer gevangen). Komt voor in Europa, Verenigde Staten, Japan, Australië, Zuid-Afrika (www.discoverlife.org).

Leefwijze: De wants leeft in diverse planten waar hij jaagt op kleine insecten zoals stofluizen (Psocoptera) en bladvlooien (Psyllidae).

Opmerking: van Waarnemingbeheerder Wantsen; Kort richeltje op zijkant van pronotum en roodachtig pterostigma maken dit de Schaarse muggenwants (Empicoris rubromaculatus).

Net voor het Koffie drinken met de zwerfvuilploeg zag ik deze Oliebolzwam. Voor de grap zei ik tegen hun “heb hier nog een paar Bossche bollen” staan. Maar nadat ze deze gezien hebben had niemand trek in deze ‘lekkernij’.

Oliebolzwam (Rhizina undulata)

Oliebolzwam (Rhizina undulata)
(Koffievuurtjeszwam)

Beschrijving: Vruchtlichaam grillig schotel- of kussenvormig, Ø 4-12 cm. Bovenzijde kastanje- tot zwartbruin, met witte, naar beneden omgeslagen rand, ongesteeld. Onderzijde (oker)geel, met myceliumstrengen verbonden met het ondergrondse mycelium, dat met rhizomorfen wortels van naaldbomen kan binnendringen.

Voorkomen: Solitair of (onderling vergroeid) in groepen op brandplekken, verbrand hout en kapvlaktes bij naaldbomen. Om verspreiding van deze wortelparasiet via brandplekken tegen te gaan, was het vroeger aan bosarbeiders verboden om koffievuurtjes te stoken. Voorjaar-herfst.
Parasitair. Status: Zeldzaam, Rode Lijst (Bedreigd).

De eerste groepjes paddenstoelen komen nu in de Natuurtuin inzicht, ‘aangespoord’ door de regenval van afgelopen dagen. Overal zie je ze tevoorschijn komen, op de vreemdste plaatsen, tenslotte de sporen van Paddenstoelen verspreiden zich door de hele tuin.

Paddenstoelen zijn de vruchten van schimmels. Deze schimmels zie je zelden, ze zitten in dood of levend hout, in de bodem of op dode bladeren. ... De sporen ontstaan dus in de vrucht van de schimmel boven de grond. Deze sporen worden meestal gevormd op de plaatjes, of in de buisjes onder de hoed van de paddenstoel.

gewone zwavelkop (Hypholoma fasciculare)

De Gewone zwavelkop (Hypholoma fasciculare  of het dwergzwavelkopje is een giftige paddenstoel die tot de familie Strophariaceae behoort.

Hoed: De kleur van de gewone zwavelkop is zwavelgeel met oranjebruin centrum en vaak met bleekgele tot donkerbruine schubjes (velumresten) aan de hoed rand. De hoed heeft een doorsnede van 2-6 cm.

Plaatjes: De plaatjes die aan de onderkant van de hoed zitten zijn geelgroenig en bij het ouder worden donkerbruin. De hoed is eerst kegelvormig en wordt later boller en platter.

Steel: De tot 10 cm lange en nauwelijks 1 cm brede steel van de paddenstoel is zwavelgeel met een zwakke ringzone en aan de voet oranjebruin. Van binnen is de steel hol.

Sporen: De sporen zijn paarszwart van kleur.

Tot de volgende ‘natuurontdekkingen’ in de Natuurtuin ‘De Robbert’

Met ‘gevederde’ groet, Will van Berkel.